| |
| |
| |
Gerda Van Cleemput
door Jan van Coillie
Gerda Van Cleemput is op 25 november 1935 in Antwerpen geboren. Ze doorliep de Grieks-Latijnse humaniora en de bibliotheekschool en werkte vijf jaar in de bibliotheek van de Antwerpse dierentuin.
Op negentienjarige leeftijd stuurde ze, gestimuleerd door de destijds populaire jeugdschrijfster Maria de Lannoy, haar eerste verhalen en versjes naar tijdschriften. In 1963 publiceerde ze haar eerste kinderboek, Moeli en Harlekijn. Sindsdien heeft ze meer dan zestig kinder- en jeugdboeken geschreven in vrijwel alle genres. Daarnaast verzorgde ze een groot aantal bewerkingen en navertellingen van klassieke sprookjes. Ze heeft ook talrijke bijdragen geleverd aan kinder- en jeugdtijdschriften in Vlaanderen.
Haar werk werd herhaaldelijk bekroond. In 1967 kreeg ze de Prijs van de Provincie Antwerpen voor Het meisje dat de zon niet zag, in 1968 de Referendumprijs voor het Vlaamse Jeugd- en Kinderboek voor Marja van de Zonnekust en in 1978 dezelfde prijs voor Het huis in de jungle. Voor De bloeiende mimosaboom ontving ze in 1982 de prijs van de Vlaamse kinderjury, die toen voor het eerst werd toegekend. Ze won deze prijs nogmaals in 1988 voor Pius en Pepijn. In dat zelfde jaar en in 1990 ontving ze ook de prijs van de Kinder- en Jeugdjury Limburg voor respectievelijk Vijfhonderd in de week en Niemand mag het weten. In 1989 werd ze gelauwerd met de Jacob van Maerlant Oeuvreprijs vanwege de constante kwaliteit van haar werk en haar inzet voor de Vlaamse jeugdliteratuur.
| |
Werk
Gerda Van Cleemput wil in de eerste plaats goede leesontspanning bieden: ‘Lectuur waar iets van overblijft en waar de lezertjes, zij het dan
| |
| |
misschien ook onbewust, toch iets van opsteken.’
Haar eerste boekjes waren bedoeld voor jonge kinderen en bevatten ontspannende fantasieverhalen. Kinderen beleven avonturen met kabouters, pratende dieren of poppen, heksen of een zeemeermin. Ze helpen elkaar de verstoorde harmonie in hun kleine wereld te herstellen. Doorgaans hebben deze verhalen een moraliserende strekking. Zo helpt het koksmaatje in de serie Koekejan (1971) de prinses van haar snoepzucht af. Een duidelijke moraal spreekt ook uit de Inge en Bart-serie (1970-1972). De kinderen zijn soms wel ondeugend, maar dankzij de wijze lessen van hun ouders worden ze braaf. Teksten en illustraties ademen een genoeglijke sfeer in een besloten wereld met ruime villa's, grote tuinen en een kasteel.
In latere boeken voor jongere kinderen is de moraal minder opdringerig, er is meer humor en de taal is levendiger. Haar belangrijkste thema's worden dan liefde voor dieren, natuur, muziek en vooral vriendschap. Beesten in huis (1991) speelt zich af in een privédierentuin. Centraal staan de spanningen en de uiteindelijke vriendschap tussen het dochtertje van de huidige en de kleinzoon van de vorige eigenaar. In Wilde ganzen boven het ven (1992) bieden de natuur en de vogels troost en toevlucht nadat de vader van de hoofdpersoon is neergeschoten en moeizaam herstelt. Muziek staat centraal in Simon in het land van Ut (1996) en De sleutel (1997). Het eerste boek is een fantasieverhaal dat speelt in het land van de muziekreuzen; in het tweede probeert een moeder de muziekcarrière van haar dochter te forceren. Vriendschap komt op een originele manier aan bod in Een brief voor Sam (1995), bedoeld voor beginnende lezers. Joos ontdekt dat zijn penvriend een meisje is als hij haar bezoekt in het ziekenhuis.
Een opmerkelijk succes kenden de voorleesverhaaltjes over Lotte en Pieter (1986-1993). Ze bevatten de herkenbare belevenissen van twee kleuters - thuis, in de buurt en op school. Opvallend is hoe elk verhaal eindigt met een positieve noot. De drie bundels over het duo kregen een fantasierijke tegenhanger in de Verhalen uit het Roezemoezebos (1988), over het meisje Willemientje, de heksenfee Wollemie, de Sloddervos en andere dieren.
De doorbraak voor Gerda Van Cleemput kwam in 1966 met Het meisje dat de zon niet zag, haar eerste boek voor oudere meisjes. Dit verhaal over de vriendschap tussen Annemie en het blinde weesmeisje Greet werd vele malen herdrukt. Er volgden nog enkele meisjesboeken op hetzelfde stramien en met vergelijkbare ingrediënten: twee goede vriendinnen krijgen het aan de stok met een jaloers meisje dat ten slotte schuld bekent of een goede daad stelt waardoor ze opgenomen kan worden in hun kringetje. Deze verhalen spelen onveranderlijk in modelgezinnen waarin iedereen het
| |
| |
beste met de ander voorheeft. Doordat ze ook vaak zijn gesitueerd in vakantielanden, krijgt de lezer meteen wat wetenswaardigheden mee.
In de jaren zeventig begon Gerda Van Cleemput boeken te schrijven over maatschappelijke problemen. In Sorry voor de smeerboel (1975) werkt een jongen met zijn vrienden een project rond milieuverontreiniging uit. De opvoedende teneur mag blijken uit volgend citaat: ‘Tenslotte zijn gezelligheid en vriendschap meer waard dan een beetje geld voor extraatjes.’ De bloeiende mimosaboom (1981) vertelt het leven van de blinde en doofstomme Amerikaanse schrijfster Helen Keller.
Zeven weken zomer (1982) bevat het dagboek van een meisje dat een werkloze en aan de drank geraakte vader heeft. Vergeleken bij haar eerste boeken zijn de personages levensechter en is de plot minder stereotiep. Ook haar latere werk heeft geregeld een sociale inslag. Een regenboog voor David (1991) bijvoorbeeld gaat over de vriendschap tussen Laurie en David, die van huis is weggelopen omdat hij onheus behandeld wordt door zijn moeders nieuwe vriend. Little Emma (1995) gaat over de problemen die in een pleeggezin ontstaan als na vijftien jaar de echte moeder opdaagt.
Eind jaren tachtig raakte Gerda Van Cleemput in de ban van de geschiedenis. Het historische thema remde de sentimentaliteit wat af, bracht een sterkere spanning en zorgde voor meer diepgang. In Haar naam is Doro M.
Illustratie van André Sollie uit Het meisje dat de zon niet zag
(1987) duikt een meisje in het verleden via het oorlogsdagboek van haar verdwenen moeder. Morgen vertrekt de boot (1988) beschrijft de vlucht van een groep Oostenrijkse protestanten in de achttiende eeuw naar Cadzand. De gevoelens van verzet, onmacht en heimwee krijgen veel aandacht en de natuurbeschrijvingen zijn meestal op een organische manier in het verhaal verwerkt. In de jaren negentig publiceerde zij goed gedocumenteerde biografieën van Mozart en Mendelssohn en de pianiste Clara Schumann. In deze boeken combineerde ze haar liefde voor muziek en voor geschiedenis. In
| |
| |
1999 verscheen Katharina, een korte historische roman over de jongste zus van keizer Karel V. Net als in veel van haar ander werk schrijft Van Cleemput hier over de relatie tussen een moeder en een dochter.
| |
Het meisje dat de zon niet zag
In dit boek staat de vriendschap centraal tussen Annemie en het blinde weesmeisje Greet. De impulsieve Annemie laat Greet bij hen thuis de weekends en vakanties doorbrengen en leert zelfs braille. De jaloezie van een derde meisje, Lisa, noch het onderzoek bij een bekend specialist waaruit blijkt dat Greet nooit meer zal genezen, kunnen de relatie stuk krijgen. Als duidelijk wordt dat Greet altijd blind zal blijven, kopen Annemie, Lisa en Greets oude tante Hanna voor haar een afgerichte hond, waardoor ze zich zelfstandiger kan bewegen. De eerste druk kreeg in Jeugdboekengids de volgende lof toebedeeld: ‘Dit verhaaltje is levendig verteld in frisse taal (en niet te stroperig!). Het spreekt levensecht aan en werkt fijn opvoedend.’
| |
Lotte en Pieter
De drie bundels met voorleesverhalen over Lotte en Pieter schreef Gerda Van Cleemput samen met Claudine Martens. Lotte en Pieter zijn speelse, soms ondeugende maar ook lieve kleuters die opgroeien in een gelukkig gezin. Vader en moeder hebben het vaak druk in de garage maar besteden toch veel aandacht aan hun kinderen. De verhaaltjes en de enkele versjes gaan over dagelijkse gebeurtenissen als een bezoek aan de boerderij of het bejaardenhuis, Kerstmis of spelen met de buurjongen. Ze zijn niet sensationeel of gedurfd maar wel erg herkenbaar. Bijna alle verhalen eindigen met een pointe of in ieder geval een positieve noot. In Vlaanderen vormen ze een alternatief voor Jip en Janneke.
| |
Waardering
De eerste boeken van Gerda Van Cleemput werden unaniem lovend besproken. Recensenten vonden ze ‘levensecht’ en waardeerden de positieve, opvoedende strekking. In de jaren zeventig kwam er kritiek. Critici vonden haar werk te sentimenteel, haar aanpak van problemen oppervlakkig en de personages te weinig uitgediept. Over haar recente werk is het oordeel doorgaans gemengd. Er is waardering voor haar vakkennis die blijkt uit vlotte dialogen, plastische natuurbeschrijvingen, goed gedoseerde actiemomenten en een heldere structuur. De meeste recensenten beoordelen ook de herkenbaarheid van haar verhalen positief. Als negatief punt geldt dat de gevoelens niet echt worden uitgediept, dat de auteur heftige emoties schuwt en dat de ontknoping meestal te simpel en voorspelbaar is.
| |
Bibliografie
Kinderboeken
|
Moeli en Harlekijn. Drie deeltjes. Met illustraties van Mon van Dijck. Averbode, Altiora, 1963. |
| |
| |
Floepi en de zigeunerkinderen. Met illustraties van Mon van Dijck. Averbode, Altiora, 1964. |
Klontje, het kleine ezeltje. Twee deeltjes. Met illustraties van Mon van Dijck. Averbode, Altiora, 1966-1967. |
Het meisje dat de zon niet zag. Met illustraties van André Sollie. Averbode, Altiora, 1966. |
En Rinka koos Marleen. Met illustraties van Stef Vanstiphout. Lier, Van In, 1968. |
Marja van de Zonnekust. Met illustraties van Mon van Dijck. Averbode, Altiora, 1968. |
Ank en Inneke in Wenen. Met illustraties van Stef Vanstiphout. Lier, Van In, 1968. |
Vakantie te koop. Lier, Van In, 1969. |
Serafientje. Met illustraties van Mon van Dijck. Averbode, Altiora, 1970. |
Inge en Bart. Zeven deeltjes. Met illustraties van Stef Vanstiphout. Schelle, De Goudvink, 1970-1972. |
Applaus voor Annuska. Met illustraties (anoniem). Lier, Van In, 1970. |
Stefanie. Met illustraties van Nele Geldhof. Averbode, Altiora, 1972. |
Allemaal heksen. Met illustraties van Ruud Nelissen. Schelle, De Goudvink, 1973. |
Jongetje Kristoffel. Met illustraties van Maria Heylen. Averbode, Altiora, 1974. |
De zeven dagen van Poes Paling. Met illustraties van A.G.M. Mertens. Averbode, Altiora, 1974. |
De zipziptoetmachine. Met illustraties van A.G.M. Mertens. Averbode, Altiora, 1974. |
Pim en de praatkat. Met illustraties van Dina Deloose. Brugge, Roya, 1975. |
Simsalabim, zei Tim. Met illustraties van Lief Vleeschouwers. Averbode, Altiora, 1975. |
Sorry voor de smeerboel. Averbode, Altiora, 1975. |
Maatje Matroos. Met illustraties van A.G.M. Mertens. Averbode, Altiora, 1977. |
Koekoeroets. Met illustraties van Gijs Mertens. Averbode, Altiora, 1977. |
Koekejan. Met illustraties van Jan Wesseling. Lier, Van In, 1977. (Verscheen in 1971 in zes deeltjes) |
Het huis in de jungle. Averbode, Altiora, 1977. |
De Puntjes. Met illustraties van Wouter van Leeuwen. Hoorn, Westfriesland, 1980. |
De gouden ooievaar. Met illustraties van Tine Vercruysse. Leuven, Davidsfonds, 1981. |
De bloeiende mimosaboom. Met illustraties van André Sollie. Averbode, Altiora, 1981 |
Sneeuwjacht op Teufelstein. Deurne, M.I.M., 1981. |
Zeven weken zomer. Averbode, Altiora, 1982. |
Een slang onder je bed. Met illustraties van Leo Fabri. Averbode, Altiora, 1982. |
Goud voor Toekan. Met illustraties van André Sollie. Averbode, Altiora, 1983. |
Toet van de groene ster. Met illustraties van Leo Fabri. Averbode, Altiora, 1983. |
Huis op stelten. Met illustraties van Paul de Becker. Averbode, Altiora, 1983. |
Met Claudine Martens, Lotte en Pieter. Met illustraties van Paul de Becker. Averbode, Altiora, 1986. |
Vijfhonderd in de week. Met illustraties van Paul de Becker. Averbode, Altiora, 1986. |
Zeg dat nog eens als je durft. Met illustraties van Ingrid Godon. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1986. |
Haar naam is Doro M. Averbode, Altiora, 1987. |
Pius en Pepijn. Met illustraties van Ingrid Godon. Averbode, Altiora, 1987. |
Morgen vertrekt de boot. Averbode, Altiora, 1988. |
Niemand mag het weten. Met illustraties van Ingrid Godon. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1988. |
Met Claudine Martens, Verhalen uit het Roezemoezebos. Met illustraties van Paul de Becker. Averbode, Altiora, 1988. |
Ik ben Jonas. Met illustraties van André Sollie. Antwerpen, Standaard, 1989. |
Met Claudine Martens, Lotte en Pieter. 70 nieuwe verhalen. Met illustraties van Paul de Becker. Averbode, Altiora, 1989. |
Het lied van de wind. Met illustraties van Anne Westerduin. Kapellen, De Sikkel, 1990. |
Het verhaal van Janka. Met illustraties van André Sollie. Averbode, Altiora, 1990. |
Polonaise. Het leven van Clara Schumann. Averbode, Altiora, 1990. |
Beesten in huis. Met illustraties van Ann Geerinck. Averbode, Altiora, 1991. |
De lekkerste taart. Met illustraties van M.J. Sacré. Averbode, Altiora, 1991. |
Een poes in de sneeuw. Met illustraties van M.J. Sacré. Averbode, Altiora, 1991. |
| |
| |
Een regenboog voor David. Met illustraties van Anne Westerduin. Leuven, Davidsfonds, 1991. |
Mozart, wonderkind uit Salzburg. Averbode, Altiora, 1991. |
Tomas en de ganzeveer. Met illustraties van André Sollie. Averbode, Altiora, 1991. |
Wap in de tuin. Met illustraties van M.J. Sacré. Averbode, Altiora, 1991. |
Het feest. Met illustraties van Ann Geerinck. Averbode, Altiora, 1992. |
Het zomerhuis. Met illustraties van Anne Westerduin. Malle, De Sikkel, 1992. |
Minka komt. Met illustraties van André Sollie. Averbode, Altiora, 1992. |
Wilde ganzen boven het ven. Met illustraties van Klaas Verplancke. Averbode, Altiora, 1992. |
Felix. Het leven van Mendelssohn. Averbode, Altiora, 1993. |
Met Claudine Martens, Lotte en Pieter 3. Met illustraties van Paul de Becker. Averbode, Altiora, 1993. |
Met Marck Meul, Zie zoo. Met illustraties van Gilbert Declerq. Lamandart, 1993. |
De bijenkoningin. Met illustraties van Rita van Bilsen. Averbode, Altiora, 1994. |
Het geheim van het witte huis. Met illustraties van Paul de Becker. Averbode, Altiora, 1994. |
Een brief voor Sam. Met illustraties van Rita van Bilsen. Averbode, Altiora, 1995. |
Little Emma. Averbode, Altiora, 1995. |
Simon in het land van Ut. Met illustraties van Klaas Verplancke. Averbode, Altiora, 1996. |
Heeft iemand Gitte gezien? Met illustraties van Rina Mook. Kok Educatief, 1997. |
De sleutel, Averbode, Altiora, 1997. |
Katharina, Averbode, Altiora, 1998. |
Over Gerda Van Cleemput
|
Guido Troch, Gerda Van Cleemput. In: Jeugdboekengids, jaargang 25 (1983), nr. 9. |
Etienne Claeys en Karel Michielsen (sam.) Aangenaam. Gerda Van Cleemput. Documentatiemappen van Vlaamse jeugdauteurs. Vlaamse bibliotheekcentrale, jaargang 2 (1984), nr. 6. |
Jan van Coillie, Gerda Van Cleemput. In: Jeugdboekengids, jaargang 32 (1990), nr. 1. |
Joke Linders e.a, Het ABC van de jeugdliteratuur. Groningen, Martinus Nijhoff, 1955, blz. 100-101. |
Marita de Sterck e.a, Schrijver gevonden. Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Tielt, Lannoo, 1998, blz. 53-54. |
Jet Marchau, Gerda Van Cleemput. Averbode, Altiora, z.j. |
54 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2000
|
|