| |
| |
| |
Gaston Van Camp
door Rita Bouckaert-Ghesquiere
Gaston Van Camp werd in 1939 geboren in Beerzel (Antwerpen) als enige zoon van een fabrieksarbeider-diamantslijper. Hij studeerde Nederlands en geschiedenis in Brussel en werkt nog steeds als leraar aan het Berthout Instituut te Mechelen. In 1963 trouwde hij met Paula Jochmans. Hij heeft drie kinderen. Van Camp beoefent tal van hobby's en soms vindt men een spoor van die interesses terug in zijn jeugdboeken. Hij houdt onder meer van tennissen, zweefvliegen, aquarelleren en fotograferen. Bovendien is hij een enthousiast reiziger. Dikwijls doet hij in een vreemde omgeving inspiratie op voor zijn boeken. Van Camp was een tijdlang rubriekleider informatie van het tienermagazine Top en redactielid van de reeks ‘Historische verhalen’, uitgegeven bij De Sikkel. Hij zette zich actief in voor de vvl-werkgroep jeugdliteratuur.
Van Camp kreeg in 1969 De Prijs van de Provincie Antwerpen voor Twee jongens voor één wolvinnetje en de Referendumprijs Antwerpse boekenbeurs voor Het bonte boeketboek 1: Water en Zee in 1970. In 1971 was hij medelaureaat in de novellenprijskamp van dap-Reinaertuitgaven met ‘het kind van Sikkligard’. In 1980 ontving hij de Yangprijs en in 1983, voor De dood vliegt boven Guernica, de Prijs Jeugdliteratuur van de Vlaamse Provincies.
| |
Werk
Hoewel Gaston Van Camp debuteerde met een bundel poëzie voor volwassenen, heeft hij toch vooral als jeugdauteur grote bekendheid verworven. In korte tijd ontpopte hij zich als een zeer produktief schrijver. Aanvankelijk zocht hij naar een evenwicht tussen avontuur en spanning enerzijds en historische informatie anderzijds. Later werd vooral het so- | |
| |
ciaal engagement een typerend kenmerk van zijn werk.
De belangstelling voor het verleden blijkt vooreerst uit de vele korte verhalen die Van Camp schreef voor de reeks ‘Historische Verhalen’ van De Sikkel, maar vooral uit zijn historische romans. Van Camp beperkt zich niet tot één periode uit het verleden. De vier boeken van Sven de jonge Viking spelen zich af in de tiende eeuw, Twee jongens voor één wolvinnetje in de prehistorie, Gouden wespen voor Krysanda in de Minoïsche beschaving en Livia van Rome is een detectiveverhaal dat speelt in de eerste eeuw na Christus. Via historische details leert elk boek iets over het alledaagse leven in vroegere tijden. In Waarom branden je ogen vreemdeling wordt de verovering van Peru door de Spanjaarden beschreven. Van Camp probeert in dit verhaal de geschiedenis kritisch te interpreteren.
Alle historische romans hebben een fictieve hoofdfiguur, een jongen die op zijn tocht een meisje ontmoet. Alleen in Waarom branden je ogen vreemdeling krijgt een historisch personage een belangrijke rol, namelijk Pizaro.
Harry van de achterbuurt betekent een ommekeer in het werk van Van Camp. Hier kiest hij heel bewust voor een eigentijds tienerverhaal met een duidelijk herkenbare problematiek: ontluikende seksualiteit, spanningen op school, zoeken naar vriendschap bij leeftijdsgenoten.
Deze trend wordt voortgezet in Sikkelstraat 12 en in Brieven voor Barbera, een in dagboekvorm geschreven reeks brieven van een tienermeisje aan een fictieve vriendin. Vooral dit laatste boek kreeg het label ‘kommer-en-kwel-boek’. De problemen waarmee de jonge hoofdfiguur geconfronteerd wordt, zijn ‘grotemensenmoeilijkheden’ (borstkanker, echtscheiding).
De sociale bewogenheid die in de kiem aanwezig was in een aantal historische verhalen en in de probleemboeken evolueert naar een duidelijkere politieke stellingname in De dood vliegt over Guernica en in Morgen vliegt de Condor. Van Camp verklaarde in interviews dat hij zichzelf beschouwt als een geëngageerd schrijver. ‘Je kan toch niet anders in onze wereld dan duidelijk een standpunt innemen tegenover fenomenen als discriminatie, apartheid, geweld.’
Omwille van zijn engagement is Van Camp een auteur die vaak tegenspraak oproept. Voor de ene criticus gaat hij te ver, voor de andere is hij niet progressief genoeg. Spanning en sfeerschepping zijn belangrijke kwaliteiten in zijn jeugdwerk, dat stilistisch niet altijd even verzorgd is. De tienertaal in de dialogen klinkt soms wat gezocht. Door het hernemen van bepaalde procédé's en motieven krijgen sommige boeken een clichématig karakter.
| |
| |
Illustratie van Stef van Stiphout uit Twee jongens voor één wolvinnetje
Van Camp is ook belangrijk als schrijver van informatieve boeken. De achtdelige serie ‘Bonte Boeketboeken voor de jeugd’ en de ‘Impulsboeken’ behandelen telkens op een boeiende manier bepaalde facetten van het menselijk milieu. Vooral via deze goed gedocumenteerde zakelijke teksten wist Van Camp door te dringen in de Vlaamse schoolboekenwereld. Van Camp is daarin een van de meest vertegenwoordigde auteurs.
| |
Twee jongens voor één wolvinnetje
Bar en Gurn hebben de leeftijd bereikt om door een ‘daad van durf’ hun plaats te veroveren in de wereld van de volwassenen. Hun verschillende geaardheid veroorzaakt echter spanning en rivaliteit, bovendien maken beiden aanspraak op het leiderschap van de jongeren: Bar vanwege zijn begaafdheid, Gurn vanwege zijn kracht. Wanneer ze verliefd worden op hetzelfde meisje wordt de spanning nog hoger. Maar de strijd tegen een gemeenschappelijke vijand, het Bliksemvolk, en later het Bronzen Krijgsvolk zorgt ervoor dat ze vrienden worden en zich samen inzetten voor de groep. Uiteindelijk zal Gurn het vreemde meisje El trouwen, nadat ze met haar vader wordt opgenomen in de dorpsgemeenschap.
In dit boek schetst de auteur op een boeiende wijze de prehistorische wereld, namelijk de overgang van het stenen tijdperk naar het bronzen tijdperk. De machtsstrijd tussen stammen en tussen de jongeren zorgt voor een blijvende spanning. Typisch voor Van Camp is het reismotief. Door op reis te gaan ontdekken de jonge hoofdfiguren een wereld die ruimer is dan hun eigen beperkte kring, ze trotseren moeilijkheden en gevaren en doen zo ervaring op en levenswijsheid. Ook de ontwakende erotiek, een andere constante in het werk van Van Camp vinden we in dit boek terug.
| |
| |
| |
Harry van de achterbuurt
Omdat Harry's ouders niet voor hem kunnen zorgen (zijn vader zit een straf uit in de gevangenis, zijn moeder houdt een café) wordt hij opgevoed door Tameen, een volksvrouw. Harry krijgt het vooral moeilijk als Tameen hem naar ‘de grote school’ in de stad stuurt. Nieuwe vrienden en een nieuwe omgeving zorgen ervoor dat hij vervreemdt van zijn eigen milieu.
Dit boek veroorzaakte een controverse in Vlaanderen, vooral vanwege de openheid waarmee over seksualiteit gesproken wordt (er wordt gepraat over condooms, naar bed gaan, schunnige tekeningen, masturbatie). Eric Hulsens prees het boek omdat ‘Van Camp afscheid heeft genomen van de verschrompelde lichamelijkheid van het brave en bravere Vlaamse jeugdboek’. De taal noemde hij ‘direct en expressief’. Voor bijvoorbeeld Tijl in de Gazet van Antwerpen was dit boek echter ‘pornografie op de huid van een jongere geschreven’.
| |
Morgen vliegt de Condor
Rafaël de hoofdfiguur is getuige van een aanslag en komt zo op een schokkende manier tot de ontdekking dat zijn zus een actieve rol speelt in het verzet. Aarzelend gaat hij in op het aanbod van haar vriend Miguel om als klusjesman mee te doen. Stilaan ontdekt hij dat geweld de enige stap is die hij nog kan zetten, maar hij stelt die keuze zo lang mogelijk uit.
De psychologische ontwikkeling van Rafaël wordt vrij evenwichtig en gemotiveerd beschreven. Toch zit ook dit verhaal vol vaart en spanning. De dialogen zijn bijzonder levendig. Vanaf het begin wordt de lezer net als Rafaël gekweld door de vraag wie de moord heeft gepleegd en waarom. Hij zoekt mee naar de achtergrond van het meisje Fernande, dat verschillende talen spreekt maar haar verleden bewust verbergt. Hij sympathiseert met professor Flores, de bezieler en het intellectuele brein achter het verzet.
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Onberekenbaar ontbolsterd (1962), Gambiet (1971), De Kneders (1978), Een pakje in grauw papier (1981), Reizen is schrijven in een cireperdue: gedichten over landen, steden & de liefde (1980), De kracht van Marakech (1984) |
Jeugdboeken
|
De Kempische Brigands. Lier, Van In, 1963. (Van Ins klasboekerij nr. 9) |
Vincent, de gekkke schilder. Lier, Van In, 1963. (Van Ins klasboekerij nr 10) |
Mercator. Lier, Van In, 1963. (Van Ins klasboekerij nr. 11) |
Meester Dirk Bouts. Malle, De Sikkel, 1964. (Historische Verhalen) |
Stoffel en de toverdruppels. Hasselt, Heideland; Utrecht, Het Karveel, 1966. |
Het geheim van berkenbouw. Leuven, Davidsfonds, 1968. |
Twee jongens voor één wolvinnetje. Antwerpen/Utrecht, Standaard, 1968. |
Prinsesje van de rommelzolder. Met illustraties
|
| |
| |
van R. Devos. Hasselt, Heideland; Utrecht, Het Karveel, 1968. |
De schat van Sam Schavuit. Met illustraties van R. Devos. Hasselt, Heideland; Utrecht, Het Karveel, 1969. |
Sven de jonge Viking. Met illustraties van L. Mols. Averbode, Altiora, 1969. (Herdrukt onder de titel Sven Dageraad, de jonge Viking. Antwerpen, Facet, 1986.) |
Herrie in de kerncentrale. Met illustraties van S. Van Stiphout. Antwerpen, Standaard; Utrecht, Het Karveel, 1969. |
Het bonte boeketboek 1: Water en Zee. Met illustraties van L. Mols. Leuven, Davidsfonds, 1969. |
Sven en het zilvergrijze paardje. Met illustraties van L. Mols. Averbode, Altiora, 1970. |
Vikingen varen west. Met illustraties van A. Panis. Malle, De Sikkel, 1970. |
Het bonte boeketboek 2: Lucht en ruimtevaart. Leuven, Davidsfonds, 1970. |
Nico van het eiland. Hasselt, Heideland; Utrecht, Het Karveel, 1970. |
Sven en de verdwenen ridder. Met illustraties van L. Mols. Averbode, Altiora, 1970. |
Het mysterie van de onderzeese grot. Met illustraties van L. Mols, Averbode, Altiora, 1970. |
Het bonte boeketboek 3: Spiegel van de mens. Leuven, Davidsfonds, 1971. |
Livia van Rome. Met illustraties van S. van Stiphout. Antwerpen/Utrecht, Standaard, 1971. |
Joris in Amazonië. Met illustraties van E. Goyvaerts. Hasselt, Heideland Orbis, 1971. |
Sven en de gemaskerde van Ken. Met illustraties van R. Exelmans. Averbode, Altiora, 1972. |
In de greep van het poolijs. Met illustraties van A. Panis. Malle, De Sikkel, 1972. (Historische Verhalen) |
Het bonte boeketboek 4: Sport vraagteken. Met illustraties van L. Mols. Leuven, Davidsfonds, 1972. |
Een oplichter in Athene. Met illustraties van C. Fontijn. Malle, De Sikkel 1973; Meulenhoff Educatief, 1977. |
Het bonte boeketboek 5: Vriend dier. Leuven, Davidsfonds, 1973. |
Het geheim van Kathelijne. Met illustraties van S. Van Stiphout. Kapellen Opdebeek, 1973. (Jan zonder Vrees-serie) |
Het bonte boeketboek 6: Onstuitbare techniek. Leuven, Davidsfonds, 1974. |
Het graf van de gouden farao. Met illustraties van C. Fontijn. Malle, De Sikkel, 1975 (Historische Verhalen) |
Contact in Kaïro. Lier, Van In, 1975. |
Waarom branden je ogen vreemdeling? Met illustraties van A. Sollie. Leuven, Davidsfonds, 1975. |
Het bonte boeketboek 7: Heerlijk hooggebergte. Met illustraties van L. Mols. Leuven, Davidsfonds, 1975. |
Ik ben Harry van de achterbuurt. Tielt, Lannoo, 1975. |
Het bonte boeketboek 8: Het wonder kommunikatie. Leuven, Davidsfonds, 1976. |
Guevara in Bolivië. Met illustraties van C. Fontijn. Malle, De Sikkel, 1976 (Historische verhalen) |
Sikkelstraat 12. Met illustraties van A. Vossen. Tielt, Lannoo, 1978. |
Geweld eindigt waar liefde begint: geweld en geweldloosheid kritisch doorgelicht voor jongeren. Met illustraties van A. Sollie. Tielt, Lannoo, 1978. |
Gouden Wespen voor Krysanda. Antwerpen, Lotus, 1978. |
Eiland van Lava en Vuur. Met illustraties van C. Fontijn. Malle, De Sikkel, 1978. (Historische Verhalen) |
Jeugd en Stad: tussen Babylon en Brasilia. Met illustraties van A. Sollie. Tielt, Lannoo, 1979. |
Als de aarde een vuist maakt: hoe kreeg de aarde haar huidige vorm? Met illustraties van A. Sollie. Tielt, Lannoo; Leuven, Davidsfonds, 1980. |
Brieven voor Barbara: negen weken meisjesleven. Antwerpen/Utrecht, Standaard, 1980. |
De jonge Picasso. Malle, De Sikkel, 1980. (Historische Verhalen) |
De veertig seconden van Sharpeville. Met illustraties van C. Fontijn. Malle, De Sikkel, 1980. (Historische Verhalen) |
| |
| |
De dood vliegt over Guernica. Tielt, Lannoo, 1982. |
Torkel van de Rode Fjord. Tielt, Lannoo, 1983. |
Brieven uit Santiago. Malle, De Sikkel, 1983. (Historische Verhalen) |
Marilyn. Antwerpen, Manteau, 1984. |
Aboe Simbel, het verhaal van een tempel. Malle, De Sikkel, 1984. (Historische Verhalen) |
Jeroen en de ridder met de groene ogen. Tilburg, Zwijsen, 1984. |
Adelaar boven de poolzee. Tilburg, Zwijsen, 1984. |
Morgen vliegt de Condor. Antwerpen, Manteau, 1985. |
Mijn vriend Paulus. Malle, De Sikkel, 1985. (Historische Verhalen) |
Twintig kippen op een stok. Antwerpen, Standaard, 1986. |
Over Gaston Van Camp
|
Hendrik Jespers, Gaston Van Camp. In: Koren zonder kaf, nr. 4. Lier, Van In, 1972. |
Staf Loots, Van een modeverschijnsel dat er geen is en van een mode die hardnekkig blijft. In: Jeugdboekengids, jaargang 8 (1976), blz. 113-116. |
Tijl, Modeverschijnsel ook in de jeugdliteratuur: een kleine kikkerpoel. In: Gazet van Antwerpen, 18-2-76. |
F. de Swert, Gaston Van Camp. In: Over Jeugdliteratuur. Tielt, Lannoo, 1977, blz. 261-266. |
Roger Vanbrabant, De Vlaamse literatuur: een kleine kikkerpoel. In: Het belang van Limburg, 18-4-77. |
Walter Pauwels, Gaston Van Camp. Van Avontuur naar Engagement. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling. K.U. Leuven, 1978-79. |
Gerda de Visscher, ‘Ik kan alleen schrijven over dingen waar ik zelf mee geworsteld heb’. In Knack, 27-12-78. (Interview) |
E. Hulsens, Een briesende Spanjaard en duivelse Roodhuiden. In: Een kinderhoofd is gauw gevuld. Kritieken en essays over jeugdliteratuur. Leuven, Kritak, 1980, blz. 44-46, 64-66. |
E. Hulsens, Progressiviteit en Trivialiteit; een analyse van ‘Brieven voor Barbara’. In: Yang, jaargang 7 (1981), blz. 5-13. |
C. Versteylen, Omtrent Marilyn Torkel en Weverberg. Een gesprek met Gaston Van Camp. In: Lektuurgids, jaargang 30 (1983), blz. 134-137. |
Aangenaam, Gaston Van Camp. Documentatiemappen van Vlaamse jeugdauteurs. Samengesteld door E. Claes en K. Michielsen, jaargang 2 (1984), nr. 4. |
15 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1987
|
|