| |
| |
| |
Jenny Valentine
door Wilma van der Pennen
Foto: Uitgeverij Moon
Jenny Valentine is geboren op 8 september 1970 in Cambridge, Engeland. Ze studeerde Engelse literatuur aan het Goldsmiths College in Londen. Samen met haar man, de zanger en liedjesschrijver Alex Valentine, heeft ze in een dorp op de grens van Wales een winkel in biologische producten. Ze combineert het werken in de winkel met haar literaire carrière: ‘Behalve een goede remedie tegen het isolement van het schrijverschap is de winkel een bron van inspiratie. Alles wat ik hoor en zie vormt het zaad waaruit een idee groeit. Vandaar vertrek ik. Vervolgens laat ik mijzelf verrassen’, aldus Valentine in een interview uit 2009 in NRC Handelsblad.
Valentine debuteerde in 2007 met Finding Violet Park. Naast jeugdromans publiceert ze een serie voorleesverhalen, waarvan in 2011 het eerste deel, Iggy & Me (2009), vertaald is in het Nederlands. De oorspronkelijke zwart-wittekeningen van Joe Berger zijn daarin vervangen door prenten van Sandra Klaassen.
Zowel in haar geboorteland als daarbuiten zijn de boeken van Jenny Valentine vaak genomineerd voor en bekroond met prestigieuze prijzen. In 2007 is haar debuutroman Finding Violet Park onderscheiden met de Guardian Children's Fiction Prize. Het boek werd tevens genomineerd voor de Carnegie Medal. Ook Broken Soup, The Ant Colony en The Double Life of Cassiel Roadnight stonden in respectievelijk 2009, 2010 en 2011 op de shortlists voor deze belangrijke Britse prijs.
| |
Werk
De serie ‘Iggy & Me’ bevat voorleesverhalen voor kinderen rond 6 jaar over de zusjes Flo en Sam, hoewel de eigenzinnige vijfjarige Sam, die een centrale plek in de verhalen inneemt, liever Iggy wordt genoemd. ‘Grote’ zus Flo vertelt in de ik-vorm over hun dagelijkse bezigheden en
| |
| |
over de relatie tussen de twee heel verschillende zussen onderling en met hun ouders.
De hoofdpersonen in de jeugdromans van Valentine zijn zo'n 15 of 16 jaar oud. Voor de auteur is het de periode uit haar jeugd die ze zich het best herinnert. In een interview met Bea Ros op Jongerenliteratuurplein zegt ze: ‘Voor een schrijver is het bovendien een interessante periode: het is een leeftijd waarop mensen op zoek gaan naar zichzelf. In die periode ga je de wereld verkennen en beslis je wie je wilt zijn. Dat is mooie verhaalstof voor een schrijver.’
Haar personages zijn vaak op zoek naar hun identiteit en de zingeving van het leven. Het zijn buitenstaanders, die te maken krijgen met geheimen uit het verleden. Door deze te ontsluieren leren zij zichzelf (beter) kennen. In Op zoek naar Violet Park kan de zestienjarige Lucas door de zoektocht naar wat er in het verleden is gebeurd, het ideaalbeeld van zijn vader loslaten en zijn eigen identiteit ontwikkelen. Chap, hoofdpersoon in Het dubbelleven van Cassiel Roadnight, is als peuter na een brand gescheiden van zijn familie. Later probeert hij deel uit te maken van het gezin van de jongen op wie hij sprekend lijkt, Cassiel. Dat het om zijn tweelingbroer gaat, en dus om zijn eigen familie, dringt pas laat tot hem door. Tot die tijd denkt hij: ‘Ik besta niet.’.
Dikwijls zijn de hoofdpersonen afkomstig uit gebroken gezinnen. Zo is de vader van Lucas uit Op zoek naar Violet Park vijf jaren geleden spoorloos verdwenen. Damiel (Chap) en Cassiel uit Het dubbelleven van Cassiel Roadnight woonden tijdelijk in een tehuis, omdat hun moeder vanwege de plotselinge dood van haar man niet voor hen kon zorgen. In Gebroken soep is de oudere broer van Rowan verongelukt. Haar vader heeft daarna het gezin verlaten.
Het leven van de vijftienjarige Rowan Clark verandert ingrijpend op de dag dat ze door een onbekende jongen wordt aangesproken: hij heeft gezien dat ze een fotonegatief liet vallen en geeft dat aan haar terug. Rowan kent het negatief niet, maar als de foto ontwikkeld is, blijkt dat haar twee jaar eerder overleden broer Jack er op staat. Over diens plotselinge dood, het effect ervan op haar ouders en de gevolgen van de vondst van de foto gaat Gebroken soep. Ook in dit verhaal is sprake van een geheim: Rowans broer zou vader worden, waar de familie niets vanaf wist. Ook Rowan moet haar perceptie van de werkelijkheid bijstellen.
Mierenkolonie gaat over de zeventienjarige Sam, die van huis is weggelopen, zonder een bericht achter te laten. Hij wil in Londen opnieuw beginnen, zonder de last van zijn verleden. Sam belandt in een huis waarin een aantal kleurrijke figuren woont: huisbaas Steve, die een huidziekte heeft, de vreemde Mick, Isabel, een lieve, zij het naar Sams zin wat te be- | |
| |
moeizuchtige oude dame, en Cherry en haar dochtertje Bohemia van tien jaar. Bo schrijft haar levensverhaal op, dat in vijf delen verspreid over het boek is opgenomen. Over het verleden van Sam, en de reden waarom hij is weggelopen, blijft lang een sluier liggen. Pas aan het eind wordt duidelijk welke last Sam met zich meedraagt.
De zestienjarige Chap uit Het dubbelleven van Cassiel Roadnight is, toen hij twee jaar was, door een meisje uit een brandend huis gered. Hij woonde tot zijn tiende jaar bij een oude man die zich over hem ontfermde, terwijl iedereen dacht dat hij bij de brand was omgekomen. Daarna bracht hij een aantal jaren door in verschillende tehuizen en pleeggezinnen. Op zijn veertiende ontdekt Chap dat de oude man en hij geen familie zijn en besluit hij op zoek te gaan naar zijn ware identiteit. In dezelfde periode verdwijnt een aantal kilometers verderop in een provinciestadje een veertienjarige jongen: Cassiel Roadnight. Twee jaar later wordt Chap, doordat er sprake is van een grote gelijkenis, aangezien voor de vermiste Cassiel. Hij besluit dat hij niets te verliezen heeft en neemt Cassiels identiteit aan. Pas aan het eind wordt duidelijk dat Cassiel een tweelingbroer had, Damiel, die bij een brand zou zijn omgekomen. Onwetend van zijn familie groeide deze Damiel op als Chap. Cassiel blijkt vermoord te zijn door zijn oudere broer Frank.
In de jeugdromans van Valentine spelen bijzondere vriendschappen, die soms de generaties overstijgen, een prominente rol. Zo komt Rowan in Gebroken soep in contact met Bee, die zwanger was van Rowans broer toen hij verongelukte, en met Harper Greene, een jongen uit New York, die met een omgebouwde ziekenauto rondtrekt. Van hem krijgt ze liefde en steun. Sam, de ik-verteller uit Mierenkolonie, was de grootste pestkop van Max, die lang zijn beste vriend was. Samen krijgen ze, door Sams toedoen, een auto-ongeluk. Max is zwaargewond en zijn leven zal blijvend getekend zijn. In Londen knoopt Sam nieuwe vriendschappen aan, onder andere met de tienjarige Bo en de oude Isabel.
Het toeval speelt een belangrijke rol in Valentines verhalen. Lucas, die nooit met een taxi reist, doet dat op een avond wel en ontdekt zo de urn die zijn leven verandert. Het fotonegatief dat Rowan in handen krijgt, was verloren door de vriendin van haar broer, die juist op dat moment in dezelfde winkel was als Rowan.
De verhalen hebben altijd een open einde. Valentine zegt daarover in een interview met Mirjam Noorduijn in 2009: ‘Wat er na afloop gaat gebeuren, is een geheim waaraan de lezer zelf invulling mag geven.’
| |
Op zoek naar Violet Park
Op een avond besluit Lucas Swain een taxi
| |
| |
Omslag Op zoek naar Violet Park
naar huis te nemen. In de taxicentrale ziet hij op een plank een urn staan. Dat intrigeert hem en hij besluit te onderzoeken hoe de urn van een overledene daar beland is en om wie het gaat. Het blijkt te gaan om de as van Violet Park, die volgens het plaatje op de urn in 2002 op 75-jarige leeftijd is overleden. Lucas weet met medewerking van zijn oma, die zich voordoet als de zus van Violet, de urn in handen te krijgen. Als hij in de aftiteling van een film de naam van Violet Park tegenkomt - ze was een beroemde pianiste - weet hij dat hij op zoek moet gaan naar Violets levensverhaal.
Violet blijkt vlak bij hem gewoond te hebben. Van zijn opa hoort Lucas dat Pete, Lucas' vader, het huis van Violet vaak bezocht heeft. Via een ex-collega van zijn vader komt hij te weten dat Violet en Pete elkaar inderdaad kenden: ze hadden elkaar ontmoet tijdens een interview. Later benaderde Violet Pete, omdat zij haar levensverhaal door hem wilde laten opschrijven. Thuis op zolder vindt Lucas een cassettebandje met een gesprek tussen Pete en Violet dat een jaar voor Petes verdwijning is opgenomen. Daarop is te horen hoe Violet Lucas' vader vraagt haar te helpen bij zelfdoding. Violet neemt later een overdosis slaappillen. Pete is degene die Violet dood in huis aantreft. Het blijkt dat Violet haar testament had veranderd in het voordeel van Pete. Voordat hij voorgoed verdween, heeft Pete de urn opgehaald en achtergelaten in de taxi.
Lucas komt erachter dat zijn vader de naam Orlando Park heeft aangenomen. Hij is schrijver, paardentrainer en stuntman en woont in Nieuw-Zeeland op Violet Farm. Zijn vader is naar de andere kant van de wereld getrokken, waar hij van Violets erfenis leeft. Lucas strooit de as van Violet uit in de Theems. De urn stuurt hij op naar Orlando Park. Of zijn vader ooit contact met hem zal zoeken, vindt hij niet belangrijk meer. Hij heeft duidelijk gemaakt dat hij weet waar Pete nu woont, en wat hij heeft gedaan.
| |
| |
Voor Lucas was zijn vader een held. Hij mist hem en vraagt zich af of hij nog leeft. Lucas draagt zelfs de kleren en schoenen van zijn vader, om zo veel mogelijk op hem te lijken. Na de zoektocht moet hij het ideaalbeeld dat hij van zijn vader heeft grondig bijstellen en neemt hij afstand van Pete, op wie hij niet langer wil lijken.
In 2009 verscheen Ten Stations (10 haltes) ter gelegenheid van World Book Day. Het beschrijft de geschiedenis die aan Op zoek naar Violet Park voorafging. Opnieuw is Lucas de hoofdpersoon. Samen met zijn zusje Mercy en jongste broertje Jed gaat hij met hun dementerende opa naar het wetenschapsmuseum. Tijdens de reis er naartoe raken ze opa en het zevenjarige jongetje kwijt. Naast de zoektocht naar de oude man en het kind wordt het functioneren beschreven van het gezin Swain, dat bestaat uit kwetsbare en getraumatiseerde mensen.
| |
Waardering
Mirjam Noorduijn noemt Op zoek naar Violet Park ‘bitterzoet’; Karel Berkhout spreekt van een ‘puntgave jeugdroman’. Hij waardeert de karaktertekening in Valentines debuut: ‘Ze schept authentieke personages, zoals de oude vriend van zijn vader, een ooit gevierde journalist die na een diepe val zijn waardigheid heeft behouden. En ze noteert belangwekkende observaties over ouderen “met hun gekke haar en hoge taillebroeken”.’ Ook Cindy Vanhove vindt in haar bespreking van 10 haltes dat de auteur het verval bij het ouder worden mooi typeert, zonder dat de opa zijn waardigheid verliest. Noorduijn spreekt van ‘onvergetelijke’ personages. Marit Trioen vindt Flo en haar zus in Iggy & ik ‘raak geportretteerd’.
Ger van Hoek benadrukt in zijn bespreking van Gebroken soep het samengaan van het ogenschijnlijk gewone en het bijzondere: ‘Jenny Valentine neemt de lezer mee op een schijnbaar ontspannen wandeling langs gebeurtenissen die een dramatische lading krijgen, maar toch licht verteerbaar blijven en perfect samenhangen. Je leest een origineel verhaal met ongewone personages en met bijzondere gebeurtenissen en toch denk je: “Zo is het leven”.’
In haar bespreking van 10 haltes geeft Cindy Vanhove aan dat de auteur kans ziet in kort bestek een aantal belangrijke thema's aan de orde te stellen. Ze waardeert haar manier van schrijven: ‘De dialogen zijn spits en geloofwaardig, en het boek is doorspekt met enkele mooie beeldspraken en oneliners.’ Ze noemt het taalgebruik ‘verfrissend’. Waardering is er eveneens voor Valentines filmische manier van schrijven en haar droogkomische humor. Patrick Jordens: ‘Valentine beschikt over een vlotte pen waarmee ze soms verrassend origineel, gevoelig of komisch uit de hoek kan komen.’
| |
| |
Volgens Mirjam Noorduijn maakt Valentine ‘knap geconstrueerde eigenzinnige romans. [-] Met sterke zinnen, scherpe observaties en een goed gevoel voor humor. Met spitse dialogen die een licht filosofische invalshoek verraden. Met alledaagse protagonisten die allesbehalve alledaags blijken te zijn. Met de wetenschap dat “zijn en schijn twee is” en het menselijk onvermogen de ander te doorgronden dus een fundamenteel gegeven, en met een plot die is opgehangen aan een bizar mysterie.’
Marit Trioen schrijft over Iggy & ik: ‘De eenvoud, geborgenheid, tijdloosheid en nostalgie doen aan het werk van Astrid Lindgren denken.’
| |
Bibliografie
Niet in het Nederlands vertaald
|
Iggy & Me and the Happy Birthday (2010). Iggy & Me on Holiday (2010); Iggy & Me and the Baby (2011). |
Jeugdboeken
|
Finding Violet Park (2007): Op zoek naar Violet Park. Vertaald door Jenny de Jonge. Amsterdam, Moon, 2008. |
Broken Soup (2008): Gebroken soep. Vertaald door Jenny de Jonge. Amsterdam, Moon, 2009. |
Ten Stations (2009): 10 haltes. Vertaald door Jenny de Jonge. Amsterdam, Moon, 2009. |
The Ant Colony (2009): Mierenkolonie. Vertaald door Jenny de Jonge. Amsterdam, Moon, 2010. |
Iggy & Me (2009): Iggy & ik. Met illustraties van Sandra Klaassen. Vertaald door Aimée Warmerdam. Amsterdam, Moon, 2011. |
The Double Life of Cassiel Roadnight (2010): Het dubbelleven van Cassiel Roadnight. Vertaald door Jenny de Jonge. Amsterdam, Moon, 2011. |
Over Jenny Valentine
|
Bas Maliepaard, Naar huis met een dode, oude dame. In: Trouw, 20-9-2008. [Over Op zoek naar Violet Park] |
Padu Boerstra, Mijn vriend de urn. In: Vrij Nederland, 4-10-2008. [Over Op zoek naar Violet Park] |
Natasza Tardio, Ezzulio interview: Jenny Valentine. Op: Ezzulia, 19-10-2008. (www.ezzulia.nl/interviews/jennyvalentine.html) |
Karel Berkhout, Naar de kermis slenteren met een urn in je rugzak. In: NRC Handelsblad, 5-12-2008. [Over Op zoek naar Violet Park] |
Mirjam Noorduijn, ‘Niemand is doorgrondelijk’. In: NRC Handelsblad, 9-1-2009. [Interview] |
Thomas de Veen, Een foto en de rest van het leven. In: KidsWeek, 24-4-2009. [Over Gebroken soep] |
Joukje Akveld, Ik wilde af van happy ends. In: Het Parool, 19-5-2009. [Interview] |
Annlies De Waele, [Over Gebroken soep). In: Knack, 5-8-2009. |
Mirjam Noorduijn, Nerds op drift. In: De Groene Amsterdammer, 7-8-2009. [Over Gebroken soep] |
Ger van Hoek, [Over Gebroken soep]. In: De Leeswelp, jaargang 15 (2009), nr. 6, blz. 237. |
Cindy Vanhove, [Over 10 haltes]. In: De Leeswelp, jaargang 15 (2009), nr. 7, blz. 275. |
Cindy Vanhove, [Over Op zoek naar Violet Park]. In: De Leeswelp, jaargang 16 (2010), nr. 5, blz. 182. |
Mirjam Noorduijn, Als schubben op een vis. In: De Leeswelp, jaargang 16 (2010), nr. 6, blz. 228-229. [Over Mierenkolonie] |
Bas Maliepaard, Als Sam aan Max denkt, stikt hij bijna. In: Trouw, 27-3-2010. [Over Mierenkolonie] |
Mirjam Noorduijn, De nuchtere spil van een ontroerende driehoeksrelatie. In: NRC Handelsblad, 14-5-2010. [Over Mierenkolonie] |
| |
| |
Annemarie Terhell, Een huis vol freaks. In: 7Days, 14-5-2010. [Over Mierenkolonie] |
Vanessa Joosen, [Over Mierenkolonie]. In: De Standaard, 9-7-2010. |
Patrick Jordens, [Over Mierenkolonie]. In: De Morgen, 28-7-2010. |
Joke Guns, [Over Het dubbelleven van Cassiel Roadnight]. In: De Leeswelp, jaargang 17 (2011), nr. 4, blz. 152. |
Bea Ros, Interview met Jenny Valentine. Op: Jongerenliteratuurplein, 1-1-2011. |
Thomas de Veen, Nieuwe identiteit is duur. In: NRC Handelsblad, 14-4-2011. [Over Het dubbelleven van Cassiel Roadnight] |
Bas Maliepaard, Pa en ma weten niet hoe ik echt heet. In: Trouw, 14-5-2011. [Over Het dubbelleven van Cassiel Roadnight] |
Patrick Jordens, ‘Een boek moet je doen lachen, huilen, denken’. In: De Morgen, 15-6-2011. [Interview] |
Marit Trioen, [Over Iggy & ik]. In: De Leeswelp, jaargang 18 (2012), nr. 1, blz. 8-9. |
Internet
|
www.jongerenliteratuurplein.nl |
www.leesplein.nl |
92 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2013
|
|