| |
| |
| |
Gode-Liva Uleners
door Ria De Schepper
Gode-Liva Uleners is op 20 februari 1933 in Antwerpen geboren. Ze ging op haar veertiende van school, volgde een tijdlang sierkunsten, trouwde en kreeg drie kinderen. Na eerst cabaret, toneelstukken, luister- en televisiespelen voor kinderen te hebben geschreven, publiceerde ze in 1971 haar eerste boek voor de jeugd: Samen een verkeersboek maken. Tot haar echtscheiding schreef ze onder de naam Liva Willems. Rond haar veertigste volgde ze een opleiding tot Gestalt-therapeute en oefende daarna een zelfstandige praktijk uit. Haar beroep als therapeute en een dagboek dat ze van haar dromen bijhield, vormden de belangrijkste inspiratiebron voor haar werk. Ze ontving diverse prijzen, waaronder De Gouden Driehoek voor El is zo blij met Els (1981) en vijfmaal een Boekenleeuw (aanvankelijk ‘Laureaat Referendum Vlaamse jeugd’ genoemd). Bekroond werden haar debuut Samen een verkeersboek maken (1971), Zazapina in de zoo (1975), Pol de muis is bang en dat is heel gewoon en Jos de muis leert niet goed en wat zou dat? (1981), Nee, Pedro, nee (1982) en De feen van niks (1984). Het verhaal van Flatusstein (1994) ontving de Plantin Moretusprijs. Een aantal van haar boeken is vertaald. Ze stierf op 30 september 2002.
| |
Werk
Toen Gode-Liva Uleners in de jaren zeventig debuteerde, stond de maatschappelijke rol van het kinderen jeugdboek volop ter discussie. Samen met onder anderen Mireille Cottenjé pleitte ze in Vlaanderen voor gelijke rechten van man en vrouw en doorbreking van het rolpatroon in kinderboeken. Haar sterke engagement beperkte zich niet tot de inhoud van kinderboeken, ze leverde ook scherpe kritiek op het gebrek aan respect en erkenning voor de jeugdliteratuur. Vanaf het begin profileerde zij zich als een progressieve schrijfster, zelf verkoos ze
| |
| |
Illustratie van Wilfried Genard uit El is zo blij met Els
de naam ‘jeugdschrijver’. Ze was een opvallende, flamboyante persoonlijkheid die geen blad voor de mond nam. Ze gaf opmerkelijke lezingen die meer dan eens uitmondden in een happening met een enthousiast publiek.
Gode-Liva Uleners begon haar carrière als jeugdauteur met een verkeersboek en een boek over Vlaamse volksliedjes. In haar eerste verhalende kinderboek Zazapina in de zoo (1975) voerde ze een speels heksje op dat in een torenkamertje van de dierentuin woont. In het verhaal is veel informatie over dieren verwerkt. Tegelijk bespeelt ze maatschappelijke thema's als rolpatronen, seksualiteit en milieubeheer. In het boek voor jongeren Drie mussen in september (1977) ging ze voluit de progressief-maatschappelijke toer op. Het is een taboedoorbrekend verhaal met een overdaad aan problemen. Nu is het te beschouwen als een voor die tijd typisch kommer-en-kwel-boek.
Vooral door haar opleiding tot Gestalt-therapeute nam haar schrijverschap vanaf 1980 een nieuwe wending. Ze publiceerde een reeks roldoorbrekende dierenverhalen die nadrukkelijk zijn opgebouwd rond een boodschap. In De haan wil een ei (1980) wil een haan een ei uitbroeden en kuikentjes opvoe- | |
| |
den net als de kippen. De kleine rode kip Lel, in Lel, De kleine rode kip (1980), reageert anders dan haar lotgenoten als de boer zijn boerderij in de steek laat. Zij alleen beseft dat vrijheid betekent dat je eigen verantwoordelijkheden hebt. Zo legt ze de basis voor een heuse kippencommune. El is zo blij met Els (1981) gaat over twee vrouwtjesmarmotten die op elkaar verliefd worden. De auteur kreeg er in Nederland De Gouden Driehoek voor, een prijs bedoeld voor een kinderboek dat het geijkte rolpatroon doorbreekt. In deze boeken voor jonge kinderen vertonen de dieren telkens menselijke trekken. De boeken hebben een opvallende lay-out: een gevarieerde bladschikking doordat de zinnen met eenlettergrepige woorden in schrijfschrift, in een losse schikking tussen de zwart-wit illustraties werden geplaatst.
Eenzelfde concept werkte Uleners uit in drie muizen-boeken. Met name Pol de muis is bang en dat is heel gewoon (1980) kende een groot succes. In de loop der jaren bereikte het een oplage van meer dan twintigduizend exemplaren. Het is het eerste van een reeks boeken waarin ‘negatieve’ gevoelens van kinderen centraal staan. In 1981 volgde Jos de muis leert niet goed en wat zou dat? en in 1982 Tri, Ban en Kwa zijn jaloers: en dat is helemaal niet zo. Het zijn drie uitgesproken ‘therapeutische boeken’, zoals de auteur ze zelf noemde. Ze wilde dat kinderen hun eigen leven kunnen leiden, zonder dwingende inmenging van volwassenen. Haar bedoeling was kinderen weerbaarder te maken door het lezen van deze boekjes. In de eerste twee muizenboeken zit het verhaal goed in elkaar. Het laatste gaat gebukt onder een wanordelijke opbouw, het inlassen van onduidelijke haikoes en een te filosofisch getinte tekst.
In 1998 publiceerde Gode-Liva Uleners nog twee muizenboeken. An en Swan zijn altijd blij en dat is een ramp gaat erover dat je niet altijd blij móet zijn. Jef de muis is nooit kwaad en dat is heel erg handelt over het af en toe kwaad mogen en moeten zijn om je goed in je vel te voelen. De boodschap komt prominent naar voren, iets wat eind jaren negentig veel minder gepast werd gevonden dan begin jaren tachtig. Met name het boek over An en Swan lijdt onder een zwakke opbouw en slogantaal.
Uleners was heel bedreven in het schrijven voor jonge lezers. In korte ritmische zinnen beschreef ze vooral herkenbare emoties. Wat ze als mens zelf ontdekt had en als therapeute in haar praktijk meemaakte, wilde ze kinderen meegeven, zodat ze sterker en zelfbewuster werden. Haar verhalen zijn nooit vrijblijvend. Soms lijdt de opbouw en de spanning onder te veel psychologie, zoals Tres heeft last van stres (1986) of Mama inktvis, Pipa paard (1997). Andere verhalen kunnen door hun opbouw en luchtige toon meer boeien. Die rat is goed gek (1985) bijvoorbeeld, over een rat met homoseksuele voorkeuren. Of Ik trouw met de juf
| |
| |
Illustratie van Gudrun Makelberge uit De feen van niks
(1992) over een jongetje dat verliefd is op zijn juf. Ze kiest voor dierenverhalen omdat ze dan meer kan overdrijven. ‘Via dieren kun je conflicten, spanningen, emoties veel heviger in de verf zetten zonder dat het ondraaglijk wordt’, verklaarde ze in een interview met De Standaard. Ze heeft dit in haar oeuvre consequent toegepast, met veel engagement, bezieling en een sterke drang kinderen duidelijk te maken dat ze hun diepe emoties mogen uiten en voor zichzelf moeten opkomen.
Nee, Pedro, nee (1982) is binnen het oeuvre van Gode-Liva Uleners een toonaangevend boek. Het werd in acht talen vertaald. Het is een schokkend verhaal over uitbuiting en de uitmoording van indianen in Brazilië. Tegelijk is het een aangrijpend relaas van het groeiproces van kind naar jongvolwassene. Origineel zijn de vijf kleuterboekjes over zintuigen die ze samen met Gerda Dendooven maakte. In de reeks Vijf op een rij (1994) benaderde ze de zintuigen vanuit herkenbare gevoelens en handelingen van kleuters. Dankzij de verrassende invalshoek, de humor en voorwerpen om het betreffende zintuig te activeren zijn het knappe, speelse boekjes.
| |
Lijvige boeken voor eerste lezers
In El is zo blij met Els (1981) maakte Gode-Liva Uleners gebruik van een lange gedachtestroom om het verhaal van de cavia El te vertellen. Dat procédé hanteerde ze overvloedig in drie lijvige boeken voor eerste lezers (van 160 à 200 bladzijden), die zich in de dierenwereld afspelen. Ze analyseerde en verduidelijkte voor jonge kinderen een ruime waaier van gevoelens en menselijke drijfveren. In De feen van niks (1984) belandt de feen, een vreemd vogelachtig wezen van de planeet Ix, in het dierenbos. De dieren zien in haar een indringer en trachten haar te verjagen. Dat leidt tot een regelrechte oorlog, onder de aanvoering van Hak, een wilde kater uit een naburig bos. De naïeve feen en de heerszuchtige Hak
| |
| |
vertegenwoordigen twee uitersten: goedheid, vrede en vriendschap tegenover kwaad, haat en agressie. De emoties en reacties van de bosdieren zijn herkenbaar en toegankelijk, maar enkele metaforische en symbolische elementen maken het verhaal moeilijk. Soms schuift de auteur haar ideeën te nadrukkelijk naar voren, wat leidt tot omslachtige situatieschetsen en een traag tempo.
In De draak van Oef, deel I en II (1992) staan nieuwe avonturen uit het dierenbos. Uleners typeerde een ruim scala aan dieren. Haar aandacht gaat uit naar hun reacties, vooral in machtsen probleemsituaties, en naar hun relaties met andere dieren. Ze stelt durf, zelfrealisatie en ongecomplexeerd gedrag voorop en heeft aandacht voor alternatieve relaties. In het eerste deel is de verhaallijn evenwichtig uitgewerkt en gaan spanning, actie en psychologische typering mooi samen. Het tweede deel gaat gebukt onder een sterke explicitering van de boodschap, met onder meer de ‘therapeute’ Kri-kri die de dieren confronteert met hun eigen ‘ik’. In deze breedvoerige dierenfabels gebruikt Gode-Liva Uleners een mengeling van korte en langere ritmische zinnen met hoofdzakelijk eenlettergrepige woorden, veel herhalingen en klanknabootsingen. Op haar best is ze als ze uiterst eenvoudig woordmateriaal weet te variëren, er een krachtige emotionele waarde aan geeft en er een brede waaier van gevoelens kernachtig mee uitdrukt. Soms wordt wat te gul met uitroeptekens gezwaaid en te veel uitgeweid, maar het sterke ritme van de tekst stuwt de lezer voort.
| |
Waardering
Zazapina in de zoo (1975) werd vooral geprezen om de vermenging van realiteit en fantasie, informatie en magie. Drie mussen in september (1977) kreeg zowel lovende reacties uit progressieve hoek als vernietigende uit conservatieve hoek. Haar roldoorbrekende verhalen voor jonge kinderen oogstten lof om de speelse aanpak, grappige ondertoon en vernieuwende inhoud. Toch was er ook kritiek, onder meer van Anne de Vries (NRC Handelsblad) die in El is zo blij met Els (1981) de al te nadrukkelijke symboliek kritiseerde. De muizenboeken over Pol de muis die bang is en Jos de muis die niet goed leert, kregen overwegend gunstige recensies. Bij het boekje over jaloersheid was er kritiek op de wanordelijke opbouw en de onduidelijke inhoud. Ook de twee muizenboeken uit 1998 kregen kritiek. Zo wees Katrien Vloeberghs (Leesidee jeugdliteratuur) op de te expliciete moraal, de opdringerige lay-out en de sloganeske taal waardoor deze verhalen ‘een storend fossiel uit een ander tijdperk’ lijken. De meeste recensenten wezen op de soms al te expliciete boodschap en bij sommige verhalen ook op de onevenwichtige opbouw. Veel waardering was er doorgaans voor de manier waarop Gode-Liva Uleners met eenlettergrepige woorden vlotte, ritmische dialogen kon schrijven. Zo schreef
| |
| |
Tilly Stuckens (De Standaard) over De draak van Oef (1992): ‘Het verhaal is één grote uitbarsting van vitaliteit, geschreven in een adembenemend tempo, vol vinnige toespelingen en rake dialogen.’ Annemie Leysen (De Morgen) merkte op: ‘stijl en taalgebruik zijn op zijn minst taboedoorbrekend’.
| |
Bibliografie
Onder het pseudoniem Liva Willems
|
Samen een verkeersboek maken. Met illustraties van Herman Denkens en kindertekeningen van Gilt. Tielt, Lannoo, 1971. |
Vertellen en zingen en dansen en springen. Tielt, Lannoo, 1971. |
Zazapina in de zoo. Met illustraties van Gerbrand Jespers. Tielt, Lannoo, 1975. |
Drie mussen in september. Antwerpen, Lotus, 1977. |
Oud en springlevend! Met illustraties van Gorik. Leuven, Infodok, 1980. |
De haan wil een ei. Met illustraties van Huib Pieters. Leuven, Kritak / Odijk, Sjaloom, 1980. |
Lel, De kleine rode kip. Met illustraties van Gorik. Leuven, Infodok, 1980. |
Marjan! Een troubadour moet zingen! Met illustraties van Nicky Mossakowska. Groningen, Wolters-Noordhoff, 1980. (De Wenteltrap) |
Pol de muis is bang en dat is heel gewoon. Met illustraties van Gorik. Leuven, Infodok, 1980. |
Jos de muis leert niet goed en wat zou dat? Met illustraties van Gorik. Leuven, Infodok, 1981. |
El is zo blij met Els. Met illustraties van Huib Pieters. Utrecht, Sjaloom, 1981. |
Nee, Pedro, nee. Met illustraties van André Sollie. Leuven, Infodok, 1982. |
Marjan: dl. 2 Ik hoor er ook bij. Met illustraties van Nicky Mossakowska. Groningen, Wolters-Noordhoff, 1982. (De Wenteltrap) |
Tri, Ban en Kwa zijn jaloers: en dat is helemaal niet zo. Met illustraties van Gorik. Leuven, Infodok, 1982. |
De feen van niks. Met illustraties van Huib Pieters. Leuven, Infodok, 1984. |
Die rat is goed gek. Met illustraties van Jacques Debroux. Leuven, Infodok, 1985. |
Wat een reis. Met illustraties van Anjo Mutsaars. Tilburg, Zwijsen, 1985. |
Tres heeft last van stres. Met illustraties van Huib Pieters. Leuven, Infodok, 1986. |
De zeven keer van lammetje Pammetje. Met illustraties van Hilaire van den Broeck. Leuven, Infodok, 1989. |
Onder de naam Gode-Liva Uleners
|
De draak van Oef, dl. 1: Geen vuur in het bos. Met illustraties van Wilfried Genard. Mechelen, Bakermat, 1992. |
De draak van Oef, dl. 2: Wel vuur in het bos. Met illustraties van Wilfried Genard. Mechelen, Bakermat, 1992. |
De feen van niks. Met illustraties van Wilfried Genard. Mechelen, Bakermat, 1992. (Herziene druk) |
Hop wil geen droom. Met illustraties van Wout Olaerts. Mechelen, Bakermat, 1992. |
Ik trouw met de juf. Met illustraties van Wout Olaerts. Mechelen, Bakermat, 1992. |
Die rat is goed gek. Met illustraties van Wout Olaerts. Mechelen, Bakermat, 1992. (Herdruk) |
Tres doet het zelf. Met illustraties van Wout Olaerts. Mechelen, Bakermat, 1992. (Herdruk van Tres heeft last van stres) |
Kiele koele voelen. Met illustraties van Gerda Dendooven. Mechelen, Bakermat, 1994. (Vijf op een rij) |
Mondje open mondje dicht. Met illustraties van Gerda Dendooven. Mechelen, Bakermat, 1994. (Vijf op een rij) |
Neuze neuzen. Met illustraties van Gerda Dendooven. Mechelen, Bakermat, 1994. (Vijf op een rij) |
Oren om te horen. Met illustraties van Gerda Dendooven. Mechelen, Bakermat, 1994. (Vijf op een rij) |
Turelure gluren. Met illustraties van Gerda Dendooven. Mechelen, Bakermat, 1994. (Vijf op een rij) |
Het verhaal van Flatusstein of Hoe Liselotje haar eigen toilet bekwam. Met illustraties van Gorik Lindemans. Mechelen, Bakerat, 1994. |
| |
| |
Nee, Pedro, nee. Mechelen, Bakermat, 1995. (Herdruk) |
Mama inktvis, Pipa paard. Met illustraties van Ingrid Godon. Antwerpen, Standaard uitgeverij, 1997. |
An en Swan zijn altijd blij en dat is een ramp. Met illustraties van Gorik. Mechelen, Bakermat, 1998. |
Jef de muis is nooit kwaad en dat is heel erg. Met illustraties van Gorik. Mechelen, Bakermat, 1998. |
Ik trouw met de juf. Met illustraties van An Candaele. Mechelen, Bakermat, 2000. |
Opa Vis en de vis. Met illustraties van An Candaele. Mechelen, Bakermat, 2000. |
Het blije boek van Banaan. Met illustraties van An Candaele. Mechelen, Bakermat, 2001. |
Die rat is goed gek. Met illustraties van Peggy Van Den Eynde. Mechelen, Bakermat, 2003. (Herdruk) |
De beer, het boek en de boom. Met illustraties van Peggy Van Den Eynde. Mechelen, Bakermat, 2003. |
Over Liva Willems/Gode-Liva Uleners
|
Liva Willems, De positie van de jeugdschrijver. Een geval van apartheid. In: Zozo I, 1976. |
Eric Hulsens, Trek in een pepermuntje? In: De Nieuwe, 6-6-1975. |
Tilly Stuckens, ‘Niet goed leren’: het mag geen ramp zijn. In: Het Nieuwsblad, 11-9-1981. |
Majo De Saedeleer, ‘Een boek is vooral zwarte koffie’. In: Spectator, 21-11-1981. |
Anne de Vries, De vrouw als cavia. In: NRC Handelsblad, 30-4-1982. |
Tilly Stuckens, Pedro heeft bescherming van de jaguar niet meer nodig. In: De Standaard, 17/18-1982. |
Herman Kakebeeke, Liva Willems. In: Lexicon van de Jeugdliteratuur, juni 1983. |
Etienne Claeys (samenst.), Liva Willems. Documentatiemappen Vlaamse auteurs, VLABIN-VBC, Antwerpen, 1983. |
Ria de Schepper, Liva Willems. In: Jeugdboekengids, april 1985. |
Ria de Schepper, De feen van niks, een ongewone vredesduif. In: Jeugdboekengids, maart 1985. |
Tilly Stuckens, ‘Op ieder moment van je leven kun je inhalen wat je vroeger gemist hebt’. In: Het Nieuwsblad, 6/7-5-1989. |
Koen Driessens, ‘Diep in elk mens woont er een zwart monster’. In: Het belang van Limburg, 9-3-1992. |
Ria De Schepper, De draak van Oef, een stevige leeskluif voor eerste lezers. In: Jeugdboekengids, maart 1992. |
Tilly Stuckens, Gode-Liva Uleners: wereld verbeteren via dierenverhalen. In: De Standaard, 7/8-3-1992. |
Annemie Leysen, Vuurspuwen, maar met mate. In: De Morgen, 27-3-1992. |
Koen Driessens, Peuterboekjes van Gode-Liva en Gerda over de vijf zintuigen. In: Het belang van Limburg, 31-10/1-11-1994. |
Ria De Schepper, Flastusstein. In: Leesidee jeugdliteratuur, januari 1995. |
Majo de Saedeleer, Afscheid van een tovervrouw. In: De Standaard der Letteren, 10-10-02. |
Gode-Liva Uleners 1933-2002. Ik heb veel energie en schrijven dat is helaas op je kont zitten. In Leesidee jeugdliteratuur, november 2002. |
64 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2004
|
|