hem is een mythe meer dan alleen maar een allegorische verklaring van natuurverschijnselen. Via de mythologie kun je als mens een secundaire wereld scheppen, waarin je andere mogelijkheden, andere wezens, andere talen en de diepten van ruimte en tijd kunt ontdekken. Juist voor volwassenen is deze verbeelding volgens hem zo belangrijk.
Tolkien begint zijn mythologie te schrijven onder de titel Het Boek van de Verloren Verhalen. Hierin beschrijft hij de schepping van het heelal en het ontstaan van Midden-Aarde, onze eigen wereld zoals Tolkien die ziet in de Oudheid. Midden-Aarde wordt bevolkt door elfen, dwergen, aardmannen, trollen en mensen. Pas in 1977 worden deze eerste verhalen uitgegeven onder de titel De Silmarillion.
Naast schepper van mythologieën is Tolkien in huiselijke kring ook verteller van kinderverhalen. Een aantal hiervan is na zijn dood uitgegeven. Zo verzon hij naar aanleiding van de auto die hij in 1932 kocht, Meneer Blijleven. Het is een kolderiek en humoristisch verhaal over een lange, magere man met een zeer hoge hoed. Deze meneer Blijleven koopt een auto en dit leidt, behalve tot veel botsingen, tot zeer onvoorspelbare en grappige avonturen. Tolkien illustreerde het verhaal zelf, evenals de brieven die vanaf 1920 twintig jaar lang elke Kerstmis in huize Tolkien bezorgd worden. Ze komen van de Noordpool en zijn geschreven in het beverige handschrift van de Kerstman.
Illustratie van Tolkien uit Meneer Blijleven
In dit huiselijke kader is ook De hobbit ontstaan. Geleidelijk slopen in dit verhaal echter elementen binnen uit zijn mythologie. Zo vormt De hobbit de verbinding tussen zijn kinderverhalen en zijn mythologisch werk. Het verhaal speelt in Midden-Aarde. Hobbits zijn kleine lieden, zeer gezellig en huiselijk en wars van avonturen. De hobbit Bilbo Balings wordt tegen zijn wil betrokken in een avontuur: samen met twaalf dwergen moet