ook kinderen, vrijmoedig en met verantwoordelijkheidsgevoel moeten leven. Eigenlijk gaan zijn boeken altijd over morele zaken. Maar moralistisch zijn ze niet: er wordt - zoals Barber van de Pol opmerkt - geen gebiedende vinger opgestoken, niets móet. Wel wordt er stevig geoordeeld, maar vaak in dialoogvorm: de oordelen sluiten elkaar niet uit, hebben althans niet die intentie.
Zijn schrijftrant is geheel volgens de regels van de vertelkunst: spannend, gezellig en humoristisch, soms oubollig, direct en nuchter van toon, makkelijk inleefbaar. Dat laatste geldt met name voor zijn personen: het zijn echte helden, zij het niet helemaal van het conventionele type. Meestal zijn ze wel dapper, handig, slim en getapt, en worden ze nauwelijks gehinderd door angst of onzekerheid, maar ze zijn niet feilloos. Ze hebben hulp van anderen nodig en ze verrichten hun heldendaden niet vrijblijvend, maar ten dienste van een goede zaak. Ze zijn meestal bijna volwassen; het zijn geen onzekere pubers met problemen, maar vitale, zelfverzekerde jongelui, die verantwoordelijkheid kunnen dragen, initiatief tonen en zo problemen oplossen.
Kenmerkend voor zijn eerste boeken, tot en met Koning van Katoren, is de traditionele verteltoon: een verteller richt zich rechtstreeks tot de lezer met vragen, opmerkingen en commentaar op het verhaal. Kenmerkend voor zijn stijl is ook het veelvuldig gebruik van de dialoog. Zijn verhaalfiguren praten veel met elkaar. Terlouw wil de verschillende kanten van een zaak tegenover elkaar plaatsen. In Pjotr bijvoorbeeld zet hij Shura tegenover Stefan, een gematigde revolutionair tegenover een gewelddadige anarchist. In het tweede deel van Oosterschelde windkracht 10 wordt het probleem door middel van discussies van alle kanten belicht - ten koste van de spanning overigens.
De opbouw van zijn verhalen is logisch en eenvoudig. Ook als hij fantaseert, kan de lezer er altijd met zijn verstand bij. Koning van Katoren, een allegorisch sprookje waarin hoogst ongewone dingen gebeuren, komt - afgezien van het einde, dat naar het bovennatuurlijke neigt - nauwelijks fantastisch over.
Over de publieke belangstelling voor zijn kinderboeken heeft Terlouw niet te klagen. Met name van Oorlogswinter, zijn meest verkochte en hoogst gewaardeerde boek, zijn enorme oplagen verschenen. Het werd met succes als televisieserie vertoond en is in acht talen vertaald. Zijn boeken zijn tot musicals bewerkt; ze zijn het onderwerp van talloze scripties, discussiestof voor vormingsweekends en ze bezorgden hem een lawine van brieven.
Ook critici oordelen positief over zijn werk, op een enkele uitzondering na. Zo vond Kees Fens Koning van Katoren te traditioneel van stijl en niet origineel van gegeven. Veel kinderen (kinderjury's) waarderen zijn boeken