| |
| |
| |
Anne Takens
door Hilly Appel
Anne Takens is geboren op 14 april 1938 in Schiedam. Op school hield ze erg van de voorleesuren in de zesde klas (groep acht). De meester spoorde de kinderen aan zelf verhalen te schrijven en Anne werd enthousiast. Na de middelbare school ging ze op kantoor werken. In haar vrije tijd schreef ze verhalen en gedichten, die soms in een dagblad werden opgenomen.
In 1959 verhuisde ze naar Arnhem, waar ze ging werken als psychologisch assistente op het Gelders Psychologisch Instituut, een voorloper van de Citogroep. Daarnaast deed ze een avondstudie Nederlands. Ze trouwde en kreeg drie kinderen. De verhaaltjes die ze hun vertelde voor het slapengaan, stuurde ze jaren later naar het kleuterblad Bobo. In 1986 werden ze in boekvorm uitgegeven onder de titel Martje en Martijn. In hetzelfde jaar verscheen Even schuilen voor het onweer, een verhaal voor kinderen vanaf acht jaar dat zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog. Takens noemt dit zelf haar echte debuut.
In de jaren hierna publiceerde ze tientallen boeken. Ze schreef die in de avonduren, omdat ze overdag op het assurantiekantoor van haar man werkte. In oktober 2001 stopte ze met werken, waardoor ze meer tijd aan schrijven kon besteden. Anne Takens bezoekt sindsdien ook vaak scholen en bibliotheken om de kinderen over boeken te vertellen.
| |
Werk
In haar debuut Even schuilen voor het onweer (1986) beschrijft Anne Takens hoe ze als kind de oorlogsjaren beleefde. De boeken die volgden zijn voor het merendeel eenvoudige verhaaltjes voor jonge kinderen. Vaak in series die een bepaald avi-niveau bieden voor beginnende lezers of speciaal gericht zijn op moeilijk le- | |
| |
zende kinderen. Boeken die heel bruikbaar zijn voor schoolbibliotheken. Ook het omkeerboek Het grote boek voor Sinterklaas/Het grote boek voor Kerstmis (1993) is heel geschikt voor scholen. Beide delen bestaan uit hoofdstukken die als losse verhalen (voor) te lezen zijn en ieder verhaal sluit af met een liedje.
In veel boeken van Anne Takens is sprake van een kind dat graag een huisdier wil, of vriendschap sluit met een dier. Van het eenvoudige Lis wil een vis (2001), waarin Lis in zee een vis vangt voor in haar kom, tot Een paard langs de zee (1989), waarin Dieter op zoek gaat naar het paard op de foto van zijn overleden vader. In Dikke vrienden (2002) is de hoofdpersoon een oude dame. Ze is dol op haar kat, maar moet het dier achterlaten als ze naar een verzorgingshuis gaat.
In de verhalen van Takens kunnen jonge kinderen heel verliefd zijn. De verliefde kinderen in Jop de pop (2001) en Sneeuwvlok is een geheim (2002) lijken op de schrijfster, zoals ze zichzelf beschreef in Nooit meer bang (2003). Dit autobiografische boek is een vervolg op Even schuilen voor het onweer en gaat over de jaren na de oorlog. Anne is verliefd op Theo, een jongen uit haar klas die naar een kindertehuis moet. Anne mist hem erg, maar komt hem onverwacht weer tegen. Hetzelfde thema speelt in Net een droom (2000), waarin Lisa haar klasgenoot Wouter moet missen omdat hij naar een kindertehuis moet.
Sprookjesmotieven duiken ook regelmatig op in het werk van Anne Takens. Prinsessen in kastelen spelen onder andere een rol in Een vogel achterna (1990), Net als Doornroosje (2001) en Prinsesje Zonnekind (2002). Het laatste verhaal is een variatie op het sprookje Doornroosje. Een boze heks wil een eeuwige nacht over het kasteel afroepen, maar het prinsesje weet dat, met hulp van een vogel, te verhinderen.
| |
Nooit meer bang
Kort na de oorlog wordt Anne acht jaar. Ze logeert bij oma, want er wordt een zusje geboren. Samen met oma slaapt ze in het grote bed, en daar is ze niet bang. Anne is een bang meisje. Bang voor vliegtuigen en bommen, bang voor de dokter die je amandelen knipt, en bang voor de zaagvis die ze 's nachts onder haar bed hoort. De meeste kinderen in haar klas hebben wel een tik van de oorlog overgehouden. ‘Onze klas zit vol gekke en zielige kinderen’, zegt Anne. ‘Maar Theo heeft het gekste van ons allemaal. Onder de rekenles begint hij zomaar ineens woeste indianenkreten te schreeuwen.’ Toch vindt ze Theo lief. En als hij weg moet, naar ‘de kinderkolonie’ vindt ze dat heel erg. Gelukkig komt hij na een tijd weer terug. Hij heeft geleerd voor niets en niemand meer bang te zijn, vertelt hij Anne. En met zo'n vriendje is Anne ook niet bang. Nooit meer.
Anne Takens beschrijft in dit boek
| |
| |
haar eigen belevenissen als achtjarige. Gewone dingen als jarig zijn, naar de dokter gaan, een zusje krijgen, waren in die tijd heel anders dan nu. Door de ogen van een kind dat pas een oorlog heeft meegemaakt, worden veel dagelijkse gebeurtenissen een beetje beangstigend. Toch is het geen somber boek, want Anne kan soms enorm van dingen genieten. De foto's in het boek, uit de jaren veertig, maken het tijdsbeeld compleet.
| |
Waardering
Anne Takens is een weinig opvallende auteur. Haar boeken worden vaker in regionale kranten besproken dan in vakbladen over jeugdliteratuur. Wel is een aantal titels gerecenseerd in Leeswelp (voorheen Leesidee jeugdliteratuur), waar ze positief werden gewaardeerd. Omdat het vooral boekjes betreft voor beginnende en/of moeilijke lezers, is er veel aandacht voor didactische elementen. ‘Lis moet uit ondervinding leren dat een zeevis te groot is voor een kom. Het thema ligt niet zwaar op de hand, maar is wel herkenbaar’, schrijft Sofie de Jonckheere over Lis wil een vis (Leesidee jeugdliteratuur). Jan van Coillie vergeeft de schrijfster enkele zwakke plekken in de plot van Betoverd (2004), want ‘ondanks de gebreken is [het] een warm, gevoelig verhaal dat, omdat het zo meeslepend verteld is, menige jonge lezer heel even zal kunnen betoveren’ (Leeswelp).
Veel websites met opvoedkundige bedoelingen tippen boeken van Anne Takens als geschikt om uit voor te lezen of te gebruiken bij bepaalde thema's (in de klas). Met name Het Grote Boek voor Sinterklaas en Kerstmis (1993) wordt vaak genoemd. Op de ene site met meer enthousiasme dan op de andere: ‘Grote betrokkenheid voor de “lezer” doordat de gevoelens en gedachten van de hoofdpersonages worden verwoord’, vindt de recensent van de ene educatieve site. En een ander: ‘De schrijfster is ver door de knieën gegaan voor de luisteraars.’
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
Even schuilen voor het onweer. Met illustraties van René Pullens. Haarlem, Holland, 1986. |
Met René Pullens, Martje en Martijn. Haarlem, Oberon, 1986. (Eerder verschenen in jeugdblad Bobo) |
Een kindje erbij. Met illustraties van Babs van Wely. Haarlem, Holland, 1987. |
Marjoleintje Harlekijntje. Met illustraties van Monica Maas. Haarlem, Holland, 1988. |
Een paard langs de zee. Met illustraties van Charlotte Dematons. Haarlem, Holland, 1989. |
Een vogel achterna. Met illustraties van Marijke Brugmans, Haarlem, Holland, 1990. |
Twee dierenvriendjes. Met illustraties van Monica Maas. Haarlem, Holland, 1990. |
Grijsje eigenwijsje. Met illustraties van Pauline van Dort. Haarlem, Holland, 1991. |
Noortje Wiebeloortje. Met illustraties van Camila Fialkowski. Houten, Holkema & Warendorf, 1991. |
Dag kleine pinguin. Met illustraties van Joyce van
|
| |
| |
Oorschot. Kampen, Kok Educatief, 1992. (De Bevertjes serie) |
De club van twee. Met illustraties van Gertie Jaquet. Houten, Holkema & Warendorf, 1992. (Lees je al serie) |
Ik heb een zeepaardje gezien. Met illustraties van Joyce van Oorschot. Kampen, Kok Educatief, 1992. (De Bevertjes serie) |
Het grote boek voor Sinterklaas en Kerstmis. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Holkema & Warendorf, 1993. |
De liefste opa van het land. Met illustraties van Magda van Tilburg. Houten, Holkema & Warendorf, 1994. |
Een eend op de thee. Met illustraties van Monica Maas. Haarlem, Holland, 1995. |
Bloed op de stoep. Met illustraties van Magda van Tilburg. Kampen, Kok Educatief, 1996. |
Tot over honderd nachtjes slapen. Met illustraties van Kees de Kiefte. Houten, Holkema & Warendorf, 1996. |
Het geheim van Luuk. Met illustraties van Magda van Tilburg. Kampen, Kok Educatief, 1997. |
Door een gat in de wolken. Met illustraties van Charlotte Dematons. Haarlem, Holland, 1997. |
Dag opa! Dag oma! Ik kom logeren. Met illustraties van Kees de Kiefte. Houten, Holkema & Warendorf, 1998. |
Wie achter is mag voor. Met illustraties van Dagmar Stam. Dronten, Maretak, 1999. |
Net een droom. Met illustraties van Magda van Tilburg. Dronten, Maretak, 2000. (Sprinter serie) |
De heldenclub. Met illustraties van Pauline Oud. Haarlem, Holland, 2001. |
Jop de pop. Met illustraties van Pauline Oud. Haarlem, Holland, 2001. |
Lis wil een vis. Met illustraties van Marjolein Krijger. Houten, Holkema & Warendorf, 2001. |
Net als Doornroosje. Met illustraties van Danielle Schothorst. Dronten, Maretak, 2001. |
Nina is een ster. Met illustraties van Marjolijn Krijger. Houten, Holkema & Warendorf, 2001. |
Dikke vrienden. Met illustraties van Alex de Wolf. Dronten, Maretak, 2002. (Giraf serie) |
Prinsesje Zonnekind. Met illustraties van Elly Hees. Dronten, Maretak, 2002. |
Sneeuwvlok is een geheim. Met illustraties van Anne Horjus, Dronten, Maretak, 2002. |
Een kip voor pip. Met illustraties van Marjolein Krijger. Houten, Holkema & Warendorf, 2003. |
Een muis in huis. Met illustraties van Marjolein Krijger. Houten, Holkema & Warendorf, 2003. |
Een spin zonder poten. Met illustraties van Lucy Keijser. Dronten, Maretak, 2003. |
Nooit meer bang. Assen, Maretak, 2003. |
Betoverd. Met illustraties van Annet Schaap. Houten, Holkema & Warendorf, 2004. |
Op pad met muis en beer. Met illustraties van Mies van Hout. Dronten, Maretak, 2005. |
Mini-juf Nini. Met illustraties van Pauline Oud. Dronten, Maretak, 2005. |
Over Anne Takens
|
Documentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, jaargang 15 (1991), nr. 10. Den Haag, NBLC. |
Sofie de Jonckheere, [over Lis wil een vis]. In Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002) nr. 4. |
Jan van Coillie, [over Betoverd]. In Leeswelp, jaargang 10 (2004) nr. 7. |
Websites:
|
www.leesplein.nl |
www.unieboek.nl |
69 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2005
|
|