aantal boeken speciaal voor kinderen; meestal werden deze eerst in afleveringen gepubliceerd in het tijdschrift Young folks (Treasure island, The black arrow en Kidnapped). Het vervolg op Kidnapped, Catriona, werd als feuilleton opgenomen in het meisjestijdschrift Atlanta. Hoewel z'n overige werk voor volwassenen werd geschreven, wordt het - al dan niet bewerkt - ook gelezen door jongeren.
In 1885 verscheen A child's garden of verses, een bundel fantasievolle gedichten voor kinderen, opgedragen aan Alison Cunningham (‘Cummy’), het kindermeisje dat hem verzorgde als z'n moeder ziek was; net als hij had ze een zwakke gezondheid. ‘Cummy’ bracht hem z'n liefde bij voor het kreupelrijm en de Schotse geschiedenis.
Als verteller staat Stevenson in de traditie van Defoe, Scott en Poe: avontuur, geschiedenis en mysterie. Zijn werk wordt gekenmerkt door een grote stilistische en technische vaardigheid; hij was voortdurend op zoek naar nieuwe vormen van expressie. Hij beoefende diverse genres, paste z'n stijl aan bij het onderwerp en koos geregeld voor een uitzonderlijk perspectief. De verteller van The master of Ballantrae bijvoorbeeld is een bediende; hij weet niet meer dan de lezer. Dit geldt ook voor Jim Hawkins en David Balfour, de hoofdfiguren in Treasure island en Kidnapped, beiden ik-vertellers.
Deze techniek houdt verband met het thema in het werk van Stevenson: de morele tweeslachtigheid van de mens. Het duidelijkst komt dit naar voren in The strange case of dr. Jekyll and mr. Hyde. Dr. Jekyll tracht door middel van een chemisch brouwsel het goede en het kwade in hemzelf van elkaar te scheiden. Als blijkt dat dit niet mogelijk is, en het kwade als gevolg van z'n experimenten de overhand krijgt, pleegt hij zelfmoord.
Als Stevenson de strijd tussen twee partijen beschrijft, zoals in The black arrow (De bende van de Zwarte Pijl) tussen York en Lancaster, of tussen Engelsen en Schotten in Kidnapped (David Balfour ontvoerd), schildert hij de ene partij niet als louter slecht en de andere niet als louter goed af, maar als een mengeling van beide.
Long John Silver, de leider van de piraten in Treasure island (Schateiland), heeft zowel positieve als negatieve karaktereigenschappen. Jim Hawkins, de ik-verteller, leert de gedachten en emoties van Long John Silver, net als die van de andere figuren, alleen kennen door hun gedragingen. Hij komt tot het inzicht dat Long John Silver niet uitsluitend een geslepen boef is, maar soms ook aardig en charmant kan zijn; z'n gedrag is afhankelijk van de omstandigheden. David Balfour maakt ten opzichte van Alan Breck enigszins de omgekeerde ontwikkeling door.
Zowel Jim Hawkins als David Bal-