| |
| |
| |
Jacob Stamperius
door Janneke van der Veer
Jacob Stamperius werd op 8 april 1858 in het Zeeuwse Wilhelminadorp geboren. Hij groeide op in een bakkersgezin temidden van vier broers en twee zusters. In zijn jeugd was hij bevriend met J.M. Clinge Doorenbos en Jacob Ossewaarde. Het drietal werd respectievelijk Jacob van den bakker, Jacob van den dominee en Jacob van den schipper genoemd. Deze vriendschap inspireerde Stamperius later tot het schrijven van een reeks boeken die bekend geworden is als de Drie Japenserie. Zijn verknochtheid aan z'n geboortestreek komt in deze verhalen goed naar voren.
In 1883 trouwde Stamperius met Grietje Blokland. Uit dit huwelijk werd een dochter geboren, Maria Johanna, die later als M.J. Molanus-Stamperius ook enkele kinderboeken schreef. Na de dood van zijn eerste vrouw sloot Stamperius in 1920 een tweede huwelijk, waaruit opnieuw een dochter voortkwam.
Het arbeidsleven van Stamperius stond in het teken van het onderwijs en het kinderboek. Hij was achtereenvolgens onderwijzer in Aalsmeer, Haarlem en Alkmaar, waarna hij in 1880 schoolhoofd werd in Amsterdam. Vanwege zijn gezondheid verruilde hij deze functie in 1903 voor die van schoolopziener in Baarn.
Op het gebied van kinderboeken was Stamperius actief als schrijver, redacteur en criticus. Als schrijver debuteerde hij in 1888 met Het veerhuis aan de Ooster-Schelde, dat hij schreef op verzoek van de uitgever W.H.J. van Nooten. Het boek verscheen in De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, een reeks kinderboeken waarover Stamperius de redactie voerde. De serie, die in 1918 omgedoopt werd in Stamperius-Bibliotheek, bestond van 1887 tot 1940 en omvat meer dan 160 titels. Naast de Stamperius-Bibliotheek redigeerde hij
| |
| |
ook De Kindervriend, een serie kinderboeken die werd uitgebracht bij uitgeverij Sijthoff in Leiden. Hij werkte mee aan diverse schoolleesboekjes en verzorgde bijdragen in kindertijdschriften als Voor 't jonge volkje, Ons blaadje, Onze kinderen en Ons genoegen.
Stamperius schreef met regelmaat artikelen over kinderboeken in pedagogische tijdschriften en maakte deel uit van diverse commissies die zich met het kinderboek bezighielden. Zo was hij van 1885 tot 1887 voorzitter van een commissie die kinderboeken moest beoordelen op geschiktheid voor de schoolbibliotheek.
Jacob Stamperius overleed op 23 januari 1936 in Zeist.
| |
Werk
Aan het werk van Jacob Stamperius liggen duidelijke opvattingen over het goede kinderboek ten grondslag. Hij formuleerde deze voor het eerst in een lezing over de inrichting van schoolbibliotheken die hij in 1885 hield voor de afdeling Amsterdam van het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap. Deze lezing was de directe aanleiding tot het opzetten van de reeks De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd die moest voorzien in een collectie goede boeken voor de schoolbibliotheken. In de later uitgegeven brochures voor de Stamperius-Bibliotheek en ook in andere publicaties zoals Over kinderlectuur (1910) zijn de eisen die Stamperius aan kinderboeken stelde, als volgt omschreven:
‘Een kinderverhaal moet boeiend zijn.’
‘Het kinderboek moet voedsel bieden voor hoofd en hart. Een schat van nuttige kennis kan er door worden aangekweekt.’
‘Het kind moet nooit in verzoeking gebracht worden, het kwaad toe te juichen, omdat het in behaaglijken vorm is voorgesteld.’
‘Eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen worde in acht genomen.’
Op grond van deze eisen keurde Stamperius veel jeugdboeken af, waaronder het werk van Gustave Aimard en Jules Verne. De avonturenboeken van Aimard konden niet door de beugel omdat hierin ‘Het dooden van een mensch met meer onverschilligheid wordt behandeld dan waarmee wij het sterven van onze kat kunnen aanzien.’ Over de verhalen van Jules Verne zei Stamperius dat deze het bevattingsvermogen van het kind ver te boven gaan; hij vroeg zich zelfs af ‘of zij voor de rijpere jeugd geschikt te achten zijn’.
Aansluitend op de vermelde eisen selecteerde Stamperius een aantal onderwerpen die hij geschikt vond voor het kinderboek. Dit zijn onder meer verhalen uit het hedendaagse kinderleven, historische verhalen, reisverhalen en sprookjes. De meeste titels in de door hem geredigeerde reeksen zijn in deze rubrieken onder te brengen. Hetzelfde geldt voor de ongeveer vijftig door Stamperius geschreven kinderboeken, waarvan een groot deel ver- | |
| |
schenen is in De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd.
In de categorie kinderleven hoort bijvoorbeeld de Drie Japen-serie thuis, waarin Stamperius in tien delen zijn jeugdherinneringen beschrijft. De serie bevat de avonturen van drie vrienden die allerhande streken uithalen. In overeenstemming met Stamperius' opvattingen worden de kwajongensstreken steeds gevolgd door inkeer en berouw.
Stamperius schreef voor de jeugd ook diverse historische verhalen, zoals Nederland en Oranje zijn één (1919). Een deel daarvan betreft de Zeeuwse geschiedenis. De ondergang van Reimerswaal (1896) bijvoorbeeld gaat over het stadje Reimerswaal dat sinds het begin van de zestiende eeuw herhaaldelijk door watersnoodrampen geteisterd werd en ten slotte geheel in de Oosterschelde verdween. 't Verhaal van den toren van Zierikzee (1898) speelt zich af in de vijftiende eeuw en is een informatief verhaal over Zierikzee. In de categorie geschiedkundige verhalen horen eveneens thuis de levensbeschrijvingen van helden en genieën, zoals Wilskracht en genie: tafereelen uit het leven van Edison (1892) en Abel Tasman (1893). Reisverhalen schreef Stamperius ook: Met de Rembrandt naar Genua (1920) en Door de Zwitsersche bergen (1921).
De stijl van Stamperius is vlot en toegankelijk. De boeken hebben over het algemeen een eenvoudige structuur. Ook de minder geoefende lezer zal er zonder al te veel moeite zijn weg in hebben kunnen vinden.
In samenwerking met H. Hinse publiceerde Stamperius 't Verteluurtje (1893). In de inleiding van deze bundel wijzen de auteurs op het belang van ‘vertellen’ als middel van opvoeden. Een andere co-productie betreft een serie van tien deeltjes waarin Stamperius samen met H.J. Krebbers voor uitgeverij Kluitman De verhalen der duizend en één nacht (1900-1905) bewerkte. Werk van andere kinderboekenschrijvers bracht hij bijeen in bundels als De reis van schipper Bontekoe en andere verhalen (1912) en Het bankbiljet en andere verhalen (1914).
| |
Drie Japen-serie
In de Drie Japen-serie heeft Stamperius ervaringen uit zijn jeugd in het Zeeuwse Wilhelminadorp verwerkt. Kwajongensstreken die hij als Jacob van den bakker uithaalde met zijn vrienden Jacob van den dominee en Jacob van den schipper. De serie bestaat uit tien titels: Drie kwajongens (1891), Een week vol avonturen (1893), De oude veldwachter (1897), De ezel van den bakker (1899), Jongensleven (1901), Drie jongens op een schip (1903), Toen ik veertien was (1904), In oorlogstijd (1906), Mijn reis naar Den Haag (1907) en Van drie jongens en een vrijen zaterdag (1910).
Het strand aan de Oosterschelde neemt in deze boeken een belangrijke plaats in. Stamperius geeft zichzelf vaak de minst sympathieke rol. De beide andere Japen komen er bij het
| |
| |
Illustratie van Jan Sluyters uit Jongensleven
uithalen van streken, zoals in Jongensleven het plakken van ouweltjes op het raam van de veldwachter, altijd beter van af. De Drie Japen-serie was erg populair, met name bij jongens, die zichzelf in de drie Zeeuwse vrienden konden herkennen. De Stamperiusschool in Wilhelminadorp is een blijvende herinnering aan ‘Jacob van den bakker’.
| |
Waardering
De kinderboeken van Jacob Stamperius, en ook vele titels uit de door hem geredigeerde reeks De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd c.q. Stamperius-Bibliotheek, waren populair en beleefden vele herdrukken. Voor een groot aantal ouders en onderwijzers betekenden deze boeken een veilige keus, omdat ze voldeden aan algemeen erkende pedagogische opvattingen. De lovende woorden van recensenten, opgenomen in diverse catalogi, bevestigen dit. In de catalogus Boeiende Jongens- en Meisjesboeken vindt ge in de Stamperius Bibliotheek (ca. 1921) is een citaat van Jan Ligthart opgenomen uit School en Leven: ‘Wanneer Stamperius de brieven eens mocht publiceeren, uit alle oorden van ons land ontvangen, zou men zeker getroffen worden door de dankbare en degelijke, welgegronde vriendschap, hem door tal van kinderen en ouderen toegedragen.’
Er waren ook tegengeluiden. Het predikaat ‘degelijk en verantwoord’ was niet voor iedereen voldoende. Verscheidene critici wezen erop dat het kinderboek ook kunstzinnig verantwoord moest zijn. Het Plakboek Piet Maaskant bevat een bespreking uit 1909 van een anonieme recensent van het Handelsblad. Deze schrijft: ‘We krij- | |
| |
gen bij het lezen van de werkjes des heeren Stamperius vaak den indruk, dat de auteur, meer dan een verhaal te schrijven, een aantal gegevens, feiten, indrukken, pas geziene dingen, tot een verhaal verwerkt heeft.’ Hij vervolgt: ‘De constructie dier verhalen is vrijwel altoos eender; er is geen kwaad van te zeggen, maar ze hebben op die manier toch ook niets persoonlijks, dat ze tot iets van andermans werk onderscheiden hebben kunnen maken.’
D.L. Daalder is een vergelijkbare mening toegedaan. In Wormcruyt met suycker (1950) schrijft hij over Stamperius: ‘Zijn werk is er om te bewijzen, dat hij een voortreffelijk mens was, een welwillend en welmenend man, die een aardig en leesbaar boek wist te schrijven, beter dan dat van de meesten zijner tijdgenoten, maar gèèn kunstenaar. En met minder mogen we nu eenmaal niet tevreden zijn.’
| |
Bibliografie
Keuze uit de kinderboeken
|
Het veerhuis aan de Ooster-Schelde: een verhaal voor de jeugd. Met 2 platen. Schoonhoven, W.H.J. van Nooten, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 2, nr. II, 1888. |
De sasmeester en zijn pleegzoon. Met 2 platen. Haarlem, W.H.J. van Nooten, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 3, nr. IV, 1889. |
Frans Naerebout. Met 2 platen en een portret. Haarlem, W.H.J. van Nooten, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 4, nr. I, 1890. |
Drie kwajongens. Met illustraties van J.H. Jurres. Haarlem, W.H.J. van Nooten, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 5, nr. I, 1891. |
Wilskracht en genie: tafereelen uit het leven van Edison. Haarlem, W.H.J. van Nooten, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 6, nr. I, 1892. |
Een week vol avonturen. Haarlem, W.H.J. van Nooten, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 7, nr. I, 1893. |
Abel Tasman. Met 1 kaart. Haarlem, W.H.J. van Nooten, De Nieuwe Bibliotheek voor de jeugd, serie 7, nr. IV, 1893. |
De luchtballon. Doesburg, W.H.J. van Nooten, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 8, nr. IV, 1894. |
De ondergang van Reimerswaal. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 10, nr. IV, 1896. |
De oude veldwachter. Een vertelling. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 11, nr. I, 1897. |
't Verhaal van den toren van Zierikzee. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 12, nr. III, 1898. |
De ezel van den bakker. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 13, nr. III, 1899. |
Keetje. Leiden, A.W. Sijthoff, De Kindervriend, 1899. |
Jongensleven. Met illustraties van J. Sluyters. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 15, nr. VI, 1901. |
Drie jongens op een schip: een vertelling. Met 3 platen. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 17, nr. I, 1903. |
De ezeljongen van Arco: een vertelling. Met 3 platen. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 17, nr, IV, 1903. |
Toen ik veertien was: een vertelling. Met illustraties van W.K. de Bruin. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 18, nr. I, 1904. |
Vaders geheim. Met illustraties van W.K. de Bruin. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 19, nr. IV, 1905. |
In oorlogstijd: een dorpsvertelling. Met illustraties van .K. de Bruin. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 20, nr. IV, 1906. |
Mijn reis naar Den Haag: een vertelling. Met illustraties van W.K. de Bruin. Heusden, L.J. Veerman,
|
| |
| |
De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 21, nr. III, 1907. |
Blinde Trieneke. Leiden, A.W. Sijthoff. De Kindervriend, 1907. |
De bootsman van het Gardameer. Met illustraties van W.K. de Bruin. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 22, nr. IV, 1908. |
Ons genoegen. Met illustraties van J. Sluyters. Amsterdam, L.J. Veen, 1908. |
Van drie jongens en een vrijen zaterdag. Met illustraties van W.K. de Bruin. De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 24, nr. IV, 1910. |
De herberg in het Sarca-dal: een vertelling. Met illustraties van Jan Sluyters. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de jeugd, serie 25, nr. IV, 1911. |
Neêrland weer vrij!: het verhaal van den ouden Gerritsen. Met illustraties van W.K. de Bruin. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 27, nr. II, 1913. |
Helden. Met illustraties van Jan Sluyters. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 28, nr. IV, 1914. |
Alfons, de kleine Belgische vluchteling: een verhaal uit het begin van den oorlog. Met illustraties van G.D. Hoogendoorn. Heusden, L.J. Veerman, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, serie 31, nr. IV, 1917. |
Nederland en Oranje zijn één. Met illustraties van J. de Vries. Meppel, A. Huisman, 1919. |
Met de Rembrandt naar Genua: een reisverhaal. Met illustraties van B. Reith. Wageningen, Gebr. Zomer & Keuning, Stamperius-Bibliotheek, serie 34, nr. I, 1920. |
Door de Zwitsersche bergen: een reisverhaal. Met illustraties van B. Reith. Baarn, E.J. Bosch Jbzn, Stamperius-Bibliotheek, serie 35, nr. I, 1921. |
Janneman en de droomkabouter. Met illustraties van B. Reith, Baarn. E.J. Bosch Jbzn, Kleine Stamperius Bibliotheek, nr. II, 1921. |
Lotte. Met illustraties van J.G. Kesler. Baarn, E.J. Bosch Jbzn, Stamperius-Bibliotheek, serie 36, nr. III, 1922. |
St. Nicolaas te Zierikzee. Zierikzee, A.C. de Mooy, 1925. |
Het leven van Michiel Adriaansz. de Ruyter. Met illustraties van Pol Dom. Alkmaar, Gebr. Kluitman, 1931. |
Tusschen de roode en zwarte tonnen. Met illustraties van Pol Dom. Alkmaar, Gebr. Kluitman, 1932. |
Het leven van Willem van Oranje. Met illustraties van J.H. Isings Jr. Alkmaar, Gebr. Kluitman, 1933. |
Over kinderboeken
|
Schoolbibliotheken. In: Het Nieuwe Schoolblad. Amsterdam, jaargang 3 (1885), nr. 3. |
Een Boekenlijst I, II en III. In: Het Nieuwe Schoolblad. Amsterdam, jaargang 7 (1889), nr. 41, 42 en 43. |
Over kinderlectuur. Baarn, Hollandia, Paedagogische vlugschriften voor ouders en opvoeders, 1910. Serie I, no. 9. |
Over Jacob Stamperius
|
Stamperius Bibliotheek. Beredeneerde Catalogus van de Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd. Heusden, L.J. Veerman, 1900. |
Jan Ligthart, Jongensleven door J. Stamperius. In: Het Schoolblad, 25-11-1902. |
Stamperius' Bibliotheek. Catalogus. Heusden, L.J. Veerman, 1904. |
Jan Ligthart, Neêrland weer vrij! In: School en leven, 19-6-1913. |
Boeiende Jongens- en Meisjesboeken vindt ge in de Stamperius Bibliotheek. Baarn, E.J. Bosch Jbzn, ca. 1921. |
Onze Keurcollectie uit de Stamperius-Bibliotheek. Baarn, E.J. Bosch Jbzn, z.j. |
D.L. Daalder, Wormcruyt met suycker. Historisch-critisch overzicht van de Nederlandse kinderliteratuur. Amsterdam, 1950. |
Stamperius tekende een Zeeuws dorp uit 1870. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 11-5-1951. |
Lea Dasberg, Het kinderboek als opvoeder. Assen, 1980. |
Anne de Vries, Wat heten goede kinderboeken? Amsterdam, Querido, 1989. |
Hannah Leuvelink e.a., Kleur voor kinderen. Het kinderboek in een Haagse tentoonstelling van 1893. Zutphen/Den Haag, 1993. |
Toos Zuurveen, Van Zedenleer tot Bruintje Beer. Kampen, 1996. |
| |
| |
Janneke van der Veer, De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, ofwel Stamperius-Bibliotheek. In: Boekenpost, jaargang 7 (1999), nr. 41. |
Plakboek Piet Maaskant. Recensies uit het plakboek van J. Stamperius, betreffende titels uitgegeven in de serie De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd / overgetypt en soms van eigen commentaar voorzien door Piet Maaskant. (Het archief van Maaskant bevat tevens correspondentie, knipsels, foto's en documenten alsmede een manuscript van een boek over J. Stamperius. Tot publicatie is het echter niet gekomen. Het Plakboek Piet Maaskant bevindt zich in het archief van het Letterkundig Museum te Den Haag.) |
52 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2000
|
|