| |
| |
| |
Dagmar Stam
door Joke Bellemans
Dagmar Stam is op 10 september 1945 in Amsterdam geboren. Ze studeerde in haar geboorteplaats aan de modeacademie, afdeling tekenen. Na haar studie werkte ze ongeveer zes jaar op een reclamebureau. Tegelijk volgde ze enkele jaren de avondopleiding Vrije Grafiek aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Daarna is ze gaan freelancen.
Aanvankelijk deed ze veel reclamewerk. Later kwam het accent te liggen op tijdschriften en nog later op bladen en boeken voor kinderen, waaronder schooluitgaven. Een van de eerste dingen die ze als zelfstandige deed, was het illustreren van de rubriek ‘Libelle weet 't’ in het weekblad Libelle. Ze bleef dit werk zo'n zestien jaar doen. Vanaf 1979 werkte ze ook regelmatig voor het kleuterblad Bobo.
In 1994 kreeg ze samen met Carry Slee de Venz Kinderboekenprijs voor Sneeuwman, pak me dan, met bijna 19.000 exemplaren het best verkochte kinderboek van 1993.
| |
Werk
De eerste kinderboeken die Dagmar Stam van illustraties voorzag, waren Bas loopt weg en Wie wil koek?, boeken van Nini Jurriëns die beide verschenen in 1978. Enkele jaren later illustreerde ze Eend op de pot (1981) van Nannie Kuiper. Toen dit boek in 1982 een Gouden Griffel kreeg, werden de schijnwerpers automatisch ook op de pentekeningen van Dagmar Stam gericht. In 1998 maakte ze overigens voor een herdruk van Eend op de pot nieuwe illustraties, ditmaal in aquarel en met kroontjespen.
Dagmar Stam heeft het geluk gehad te mogen samenwerken met populaire schrijvers als Jacques Vriens, Vivian den Hollander en vooral Carry Slee. In de jaren tachtig illustreerde ze verschillende boeken van Burny Bos. Bij zijn verhalen over het peutermeisje Knofje,
| |
| |
Uit Dag, Sinterklaasje van Jacques Vriens
eerst verschenen in Bobo, maakte ze paginagrote illustraties waarbij ze aquarel combineerde met kleurpotlood. Knofje is een parmantig meisje met een staartje rechts boven op haar hoofd. Ze beleeft avonturen in een voor peuters en kleuters bekende wereld. De grapjes, het verdriet en het plezier van Knofje heeft Dagmar Stam op een duidelijke, vaak ontroerende manier tot uiting gebracht.
Omdat haar werk zo goed aansloot bij de belevingswereld van jonge kinderen, kreeg Dagmar Stam steeds vaker het verzoek illustraties te maken voor deze leeftijdsgroep. Veel succes had de reeks smalle voorleesboekjes die uitgeverij Van Holkema & Warendorf vanaf 1983 uitgaf. Doordat alle boekjes door Dagmar Stam waren geillustreerd, een herkenbare lay-out hadden en steeds een bepaald thema behandelden, hadden veel mensen nauwelijks in de gaten dat die boekjes door verschillende auteurs geschreven waren. Jacques Vriens schreef drie deeltjes over de kleuter Mieke en haar peuterbroertje Wouter, waarbij respectievelijk Sinterklaas, Kerst en Pasen het thema zijn. De boekjes Van Vivian den Hollander gaan over de kleuter Marije en behandelen thema's als de eerste schooldag, ziekenhuis en verhuizing. Van Carry Slee verschenen in deze reeks negen boekjes over de tweeling Iris en Michiel. Vier daarvan hebben een van de seizoenen tot onderwerp, de andere deeltjes behandelen zulke voor jonge kinderen herkenbare onderwerpen als zwemles, feest, een baby erbij, vakantie, jarig zijn. De omslagen in deze reeks zijn in kleur, de binnentekeningen in zwartwit.
Opvallend is dat Dagmar Stam in deze periode een andere manier van werken ontwikkelde. Haar illustraties in zwartwit werden lichter, er is meer wit in de tekeningen en er zijn ook meer lichte grijstinten. De lijnvoering werd wat losser, schetsmatiger. Ook ging ze minder met inkt en meer met potlood werken. Deze ontwikkeling is duidelijk te zien wanneer Dag, Sinterklaasje uit 1983 gelegd wordt naast Een bed op wieltjes uit 1995.
Dagmar Stam gaf ook Pinkeltje een nieuw gezicht. Vanaf begin jaren tachtig werden de klassieke verhalen van Dick Laan gepubliceerd in Libelle. Omdat de oorspronkelijke zwartwit-te-
| |
| |
Uit Knofje, waar zit je? van Burny Bos
| |
| |
keningen van Rein van Looy enigszins uit de tijd waren, kreeg Dagmar Stam het verzoek nieuwe illustraties te maken. Later verschenen de verhalen ook in boekvorm, in een eigentijdse bewerking van Corrie Hafkamp en met illustraties van Dagmar Stam. In aquarel en potlood gaf zij, afwisselend in kleur en zwartwit, het kleine mannetje een ietwat mollig, kinderlijk voorkomen.
De figuurtjes die Dagmar Stam tekent zijn meestal aan de mollige kant. In een interview met Regina te Grotenhuis uit 1985 zegt ze daarover: ‘Dunne sprietjes, hoe zal ik het zeggen, die trekken mij niet zo aan. Ik ben helemaal mal van dikke wangetjes: die rollen vet... Heerlijk!’. Om te voorkomen dat ze te veel zou doorslaan, ging ze regelmatig op bezoek in een (kleuter)klas. Ook als ze met haar eigen kinderen naar het strand of naar zwemles ging, nam ze vaak tekenmateriaal mee. Dan schetste ze kinderen in alle kleuren en maten, waardoor haar werk nauwer aansloot bij de realiteit.
Opvallend in haar oeuvre zijn de grappige wipneusjes die veel figuren hebben. Ze is er steeds alert op mensen een tijdloos uiterlijk te geven, zodat haar illustraties niet te snel verouderen. De kleding die haar figuren dragen bestaat meestal uit een egaal gekleurde, wijdvallende broek en een trui waarin bij uitzondering een motiefje is verwerkt. Jassen, schoenen en kapsels zijn steeds eenvoudig van model.
In 1988 verscheen een reeks die ze zelf had bedacht: ‘Mix en maak...’, bestaande uit vier delen: Je eigen huis, Je eigen voertuig, Je eigen kleding en Je eigen dier. De bladen in deze boekjes zijn in het midden horizontaal doorgesneden waardoor met de aparte boven- en onderkanten een heleboel grappige combinaties gemaakt kunnen worden.
In 1990 begon Dagmar Stam de verhaaltjes te illustreren die Francine Oomen schreef over het duo Saartje en Tommie. Aanvankelijk verschenen deze in 39 afleveringen in het veelbekeken tv-programma Sesamstraat. Later werden de verhalen ook in Bobo gepubliceerd en uitgegeven in boekvorm. De boekjes verschenen in diverse maten en materialen: als badboekje, zacht stoffenboekje, kartonboekje of als koffertje compleet met vouwblad en uit te drukken figuurtjes waarmee de kinderen zelf hun eigen Saartje-en-Tommie-verhaal kunnen spelen.
Schrijfster en illustratrice voelden elkaar voortreffelijk aan en maakten voor Bobo ook ‘Voorleesverhalen uit Knuffeldorp’. In 1998 verschenen deze verhalen in boekvorm. De vele illustraties in heldere aquareltinten belichten de dagelijkse belevenissen van dokter Knuff en een hele reeks knuffeldieren.
Carry Slee is de schrijfster met wie Dagmar Stam het intensiefst heeft samengewerkt. In 1989 verscheen Morgen mag ik in het diepe, het eerste van negen voorleesboekjes over de al eerder genoemde tweeling Iris en Michiel. De boekjes waren enorm populair en
| |
| |
Uit De konijnenkeuteldropfabriek van Carry Slee
stonden zowel op school als thuis in de boekenkast. Een andere serie die veel succes had is ‘De kinderen van de Grote Beer’. Daarin wordt een groepje van vijf vriend(inn)en gevolgd van groep 1 tot en met groep 8 van de basisschool. Het is een meegroei-serie, over elk leerjaar verscheen een deel. In 1998 publiceerden Carry Slee en Dagmar Stam het eerste deel uit de serie ‘Kwispelstaartjes’. In elk van de vier deeltjes leren Eefje en haar broer Mark dieren kennen die in een bepaalde omgeving leven. Dagmar Stam illustreerde nog veel meer boeken van Carry Slee, waarvan sommige voor iets oudere kinderen zijn bedoeld, zoals Verdriet met mayonaise, dat in 1992 bekroond werd door de Nederlandse Kinderjury.
| |
Waardering
Dagmar Stam kreeg al vrij snel in haar carrière naamsbekendheid. Voor een deel is dat te danken aan de populariteit van de schrijvers van wie ze werk illustreerde. Gaandeweg is er waarschijnlijk een wisselwerking ontstaan: mede door de illustraties van Dagmar Stam bleef het werk van de auteurs aantrekkelijk.
De recensenten hebben zich bijna onveranderlijk enthousiast getoond over het werk van Dagmar Stam. Ze weet sfeer te scheppen en geeft de gevoelens en karakters van de hoofdpersonen goed weer. Samen met Carry Slee ontving ze in 1994 voor Sneeuwman, pak me dan de Venz Kinderboekenprijs, een prijs die toegekend wordt aan het boek met de hoogste omzetcijfers. Vakjury's zoals de Penseeljury
| |
| |
hebben het werk van Dagmar Stam nooit bekroond.
| |
Bibliografie
Kinderboeken van Dagmar Stam
|
Je eigen dier. Utrecht, Van Reemst, 1988. |
Je eigen huis. Utrecht, Van Reemst, 1988. |
Je eigen kleding. Utrecht, Van Reemst, 1988. |
Je eigen voertuig. Utrecht, Van Reemst, 1988. |
Keuze uit door Dagmar Stam geïllustreerde kinderboeken
|
Nini Jurriëns, Bas loopt weg. Tilburg, Zwijsen, 1978. |
Nini Jurriëns, Wie wil koek? Tilburg, Zwijsen, 1978. |
Burny Bos, Knofje, waar zit je? Haarlem, Oberon, 1980. |
Geertje Gort, Wat is dat voor een kar? Tilburg, Zwijsen, 1980. |
Burny Bos, Mark en Maartje. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1981. |
Nannie Kuiper, De eend op de pot. Den Haag, Leopold, 1981. (Herdruk met nieuwe illustraties: Tilburg, Zwijsen, 1998 in de serie ‘Leesleeuw’.) |
Corrie Hafkamp, Jaap en Jopper. Tilburg, Zwijsen, 1982. |
Corrie Hafkamp, Pinkeltje en het winkeltje. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1982. (Deel 1, naar een idee van Dick Laan.) |
Nannie Kuiper, Mijn beer heeft altijd wat. Den Haag, Leopold, 1983. (Herdruk met nieuwe illustraties: Tilburg, Zwijsen, 1999 in de serie ‘Leesleeuw’) |
Jacques Vriens, Dag, Sinterklaasje. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1983. |
Burny Bos, Een verlegen jongetje. Haarlem, Oberon, 1984. |
Jacques Vriens, O, denneboom. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1984. |
Burny Bos, Knofje en Elisabeth. Haarlem, Oberon, 1985. |
Dick Laan, Pinkeltje: voorleesverhalen uit Libelle. Weesp, Van Holkema & Warendorf, 1985. |
Anke de Vries, Kijk ook eens naar mij. Tilburg, Zwijsen, 1985. |
Burny Bos, De groeten van Knofje. Haarlem, Oberon, 1988. |
Corrie Hafkamp, Pinkeltje krijgt bezoek. Bussum, Van Holkema en Warendorf, 1988. (Deel 28, naar een idee van Dick Laan.) |
Nannie Kuiper, Blootje spelen. Amsterdam, Leopold, 1989. |
Carry Slee, Morgen mag ik in het diepe. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1989. |
Carry Slee, Rik en Roosje. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1989. |
Jacques Vriens, Drie ei is een paasei. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1989. |
Carry Slee, Hieperdepiep. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1990. |
Burny Bos, Het Burny Bos verhalenboek. Heemstede, Big Balloon, 1991. |
Els van Delden, De liefste moeder van de wereld. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1991. |
Jaak Dreesen, Bas aan zee. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1991. |
Vivian den Hollander, Voor 't eerst naar school. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1991. |
Francine Oomen, Blijven eten bij Saartje en Tommie. Amsterdam, Van Goor, 1991. (Blokboekje) |
Carry Slee, Verdriet met mayonaise. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1991. |
Els van Delden, Eetbrieven. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, 1992. |
Nannie Kuiper, Daar ben ik dan. Amsterdam, Averroès, 1992. |
Francine Oomen, Saartje en Tommie op de boerderij. Amsterdam, Van Goor, 1992. (Kofferboekje) |
Francine Oomen, Flappie is ziek. Amsterdam, Van Goor, 1992. (Saartje en Tommie tv-boekje). |
Carry Slee, Hallo baby. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1992. |
Carry Slee, Rood met witte stippen. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1992. |
Dagmar Stam en Francine Oomen, Het verkleedpartijtje. Met foto's van Gerhard Jaeger. Amsterdam, Van Goor, 1992. |
Els van Delden, Hoe durf je! Kampen, La Rivière en Voorhoeve, 1993. |
Nannie Kuiper, Wat ga jij doen? Amsterdam, Averroès, 1993. |
Francine Oomen, Het stripboek van Saartje en Tommie. Amsterdam, Piccolo, 1993. |
| |
| |
Francine Oomen, Koken met Saartje en Tommie. Amsterdam, Piccolo, 1993. (Doe-boekje) |
Carry Slee, Het bliksemeiland. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1993. (Ter gelegenheid van de Kinderboekenweek) |
Carry Slee, Confetticonflict. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1993. |
Carry Slee, Met zonder jas. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1993. |
Carry Slee, Sneeuwman, pak me dan. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1993. |
Anne Takens, Het Grote Boek voor Sinterklaas en Kerstmis. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1993. |
Corrie Hafkamp, Het grote boek van Pinkeltje. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1994. (Naar de boeken van Dick Laan.) |
Vivian den Hollander, Een huis vol dozen. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1994. |
Francine Oomen, Het knutselboek van Saartje en Tommie. Amsterdam, Piccolo, 1994. |
Carry Slee, Kilometers cola en knetterende ruzie. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1994. |
Carry Slee, De smoezenkampioen. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1994. |
Carry Slee, Zandtaartjes. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1994. |
Anne Takens, Wie achter is mag voor. Kampen, Kok Educatief, 1994. |
Vivian den Hollander, Een bed op wieltjes. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1995. |
Francine Oomen, Saartje en Tommie in bad. Amsterdam, Piccolo, 1995. (Badboekje) |
Carry Slee, Geklutste geheimen met slagroom toe. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1995. |
Carry Slee, We zijn er bijna! Houten, Van Holkema & Warendorf, 1995. |
Francine Oomen, Het grote Saartje en Tommie boek. Amsterdam, Piccolo, 1996. |
Carry Slee, Een kringetje van tralala. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1996. (Deel 1 van ‘De kinderen van de Grote Beer’.) |
Francine Oomen, Saartje en Tommie in de supermarkt. Amsterdam, Piccolo, 1997. |
Carry Slee, Help, juf is verliefd. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1997. (Deel 5 van ‘De kinderen van de Grote Beer’.) |
Carry Slee, Vervalst. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1997. |
Francine Oomen, Voorleesverhalen uit knuffeldorp. Amsterdam, Piccolo, 1998. (Twaalf verhalen die eerder verschenen in Bobo.) |
Carry Slee, De konijnenkeuteldropfabriek. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
Carry Slee, Meester Paardenpoep. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
Carry Slee, Piep, zei de muis. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. (Kwispelstaartjes) |
Vivian den Hollander, Alweer die groep drie! Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
Over Dagmar Stam
|
Regina te Grotenhuis, Ik ben helemaal mal van dikke wangetjes. In: Zutphens Dagblad, 17-10-1985. (Interview) |
Thea Detiger, Pinkeltje wordt vijftig. In: De Telegraaf, 1-7-1989. |
Lieke van Duin, Lees vooral de kleine lettertjes op het affiche. In: Trouw, 9-2-1994. |
Documentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, jaargang 18 (1994), nr. 13. Den Haag, NBLC. |
Jan Smeekens, Plezier in het lezen is het begin. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 18-2-1994. |
53 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2000
|
|