| |
| |
| |
Willy Spillebeen
door Jet Marchau
Willy Spillebeen is op 30 december 1932 geboren in een landbouwersgezin in de West-Vlaamse gemeente Westrozebeke. Van zijn vader erfde hij de kritische zin, van zijn moeder, een stille, kunstminnende en vrome vrouw, de wat zwaarmoedige aard. Hij volgde Grieks-Latijnse humaniora en behaalde via de Centrale Examencommissie een lesbevoegdheid. Tijdens zijn adolescentie verdiepte hij zich in de klassieke Vlaamse en Nederlandse dichters en de Franse romantici en symbolisten. Zijn eerste poëzie werd door hun werk beïnvloed. Gedurende dertig jaar combineerde hij het lesgeven in Frans en Nederlands met zijn schrijverschap.
Van september 1990 tot juni 1991 was hij in opdracht van het ministerie van Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap de eerste Vlaamse ‘writer in residence’ in de Verenigde Staten. Hij verbleef als gastdocent aan het Department of German van de Madison University in Wisconsin.
Spillebeen publiceert proza en poëzie. Daarnaast is hij actief als vertaler, criticus en essayist. Zowel zijn romans voor volwassenen als die voor jongeren vielen geregeld in de prijzen. Voor De hel bestaat (1984) ontving hij de Jacob Van Maerlantprijs, de Prijs van de provincie West-Vlaanderen en de Interprovinciale Prijs voor het jeugdboek. Met Doornroosjes honden (1985) verwierf hij de Prijs van de Povincie West-Vlaanderen in de categorie novelle en kort verhaal.
| |
Werk
Willy Spillebeen schrijft voornamelijk voor volwassenen, maar zijn thema's blijken ook adolescenten aan te spreken. Het experimentele proza dat hij in de jaren zestig publiceerde, was sterk ikgericht en doordrongen van twijfel en angst. Na Steen des aan-
| |
| |
stoots (1970) ontpopte hij zich als een maatschappelijk betrokken verteller. In zijn romans toont hij verschillende facetten van de vaak absurde en vooral gewelddadige samenleving. Hij maakt het kwaad zichtbaar en verzet zich tegen iedere vorm van onderdrukking, machtsmisbruik, uitbuiting, oorlog of geweld. Een epische vertelvorm en strakke structuur maken zijn boodschap toegankelijk voor een groot publiek.
Zijn eerste verhaal voor de jeugd, Hij is een vijand en een vriend (1970), speelt in 1944 en stoelt op jeugdherinneringen. Op de hoeve van Johans ouders is een Duitse soldaat ingekwartierd. Johan heeft moeite met de vijandige houding van zijn vader; ook de afstraffing van Duitsgezinde dorpsgenoten bij de bevrijding stuit hem tegen de borst. Zo tast hij de grenzen van goed en kwaad af. Het verhaal is geschreven in een eenvoudige taal en geldt als een vingeroefening voor later werk.
In De hel bestaat (1984) gaat Spillebeen dieper in op de thema's onderdrukking, uitbuiting, corruptie en willekeur. Het verhaal omspant een periode van ruim vier eeuwen en belicht de onderdrukking van de Centraal-Amerikaanse Maya-bevolking op drie verschillende tijdstippen in de geschiedenis. In het eerste deel, dat in 1562 speelt, raakt de Spaanse bisschop Diego de Landa in de ban van het verhaal van de laatste Maya-koning. De geestelijke bericht over de bloederige onderdrukking van de Quiché-Maya's door de Spaanse veroveraars. Zijn boek gaat verloren. In het tweede deel, dat gesitueerd is in de negentiende eeuw, gaan twee Amerikaanse archeologen op zoek naar oude Maya-ruïnes en ontdekt de Franse priester- archeoloog Charles Brasseur het verdwenen boek van Diego de Landa. Hij vertaalt het in het Frans. Het derde deel sluit aan op de actualiteit van 1978. De Belgische ontwikkelingshelper Bert Vereecke kiest uitdrukkelijk voor de armen en sluit zich aan bij de verzetsbeweging.
In een verantwoording bij De hel bestaat stelt Spillebeen de vraag naar ‘waarheid’ en ‘verdichting’ in een roman. In hoeverre kan een schrijver de geschiedenis interpreteren en zelf invullen? Die vraag beheerst zijn hele oeuvre en stelt hij nadrukkelijk in Anastasia (2001). Deze roman, een aanklacht tegen de waanzin, het machtsmisbruik en het geweld van de Russische revolutie en de twee wereldoorlogen in België, balanceert tussen werkelijkheid en fictie.
Het thema waanzin en machtsmisbruik is sterk aanwezig in Een pluisje van de zee (1989). Spillebeen baseerde deze realistische, psychologische roman over een Vietnamese bootvluchteling op het levensverhaal van een van zijn leerlingen. Tan komt toevallig in een groep vluchtelingen terecht en belandt na een lange en zware zwerftocht in België. Bij de vergeefse pogingen te integreren in opvang- | |
| |
gezinnen voelt hij zich voortdurend in de steek gelaten. Hij ontwikkelt een getraumatiseerde persoonlijkheid en kampt met een schuldgevoel tegenover zijn Vietnamese familie. Een oude non wint zijn vertrouwen, noteert zijn levensverhaal en biedt inzicht in zijn complexe persoonlijkheid. De relatie met een grootvader, die met zijn verhalen over de waanzin van Tweede Wereldoorlog een link legt naar de onmenselijke ervaringen en wanhoop in Vietnam, zorgt voor een definitieve ommekeer. Het relaas is geschreven vanuit diverse personages en standpunten en confronteert de lezer met een onherstelbare cultuurschok.
De strak gecomponeerde novelle voor volwassenen Doornroosjes honden (1983) staat vaak op de leeslijsten van adolescenten. Het verhaal gaat over de achtjarige Cindy en haar moeder, die vergeefs op zoek zijn naar vriendschap en liefde. Cindy voelt zich verraden door het vertrek van twee mensen van wie ze hield: haar vader Walter en haar stiefvader Ibrahim. Ook mist ze haar hond Tristan, die doodgeslagen is. Uit overlevingsdrift ontwikkelt Cindy een dubbele persoonlijkheid. In haar droomwereld is zij een prinses en komt ze los van de troosteloze, gewelddadige realiteit waarin ze met haar gefrustreerde moeder leeft. Uiteindelijk neemt ze slaappillen, om net als Doornroosje na honderd jaar wakker gekust te worden door een droomprins.
Omslag: Aanzet
De novelle Het toeval (1989), in 2003 in omgewerkte vorm uitgegeven als jeugdboek, is een cynische aanklacht tegen machtsmisbruik. Een persoonsverwisseling van twee kleuters brengt een reeks toevallige gebeurtenissen op gang. Door een misverstand wordt de vierjarige Paolo niet afgehaald van school. De werkster verwart hem met een kind uit een ontwricht gezin en via een wraakzuchtige politieman en een zelfgenoegzame rechter belandt Paolo in een tehuis voor in de steek gelaten kinderen. Als zijn ouders opdagen, weigert de rechter het kind mee te geven. Paolo krijgt enkele malen een
| |
| |
‘toeval’, wordt verkeerd behandeld en sterft. De moeder wreekt zich door de rechter te vermoorden. Net als in De hel bestaat, Doornroosjes honden en Anastasia koos Spillebeen voor een driedelige, strakke structuur. Binnen elk hoofdstuk wisselt het vertelperspectief drie keer. Het geeft de lezer een genuanceerde kijk op de gebeurtenissen.
Het werk van Spillebeen getuigt van een veelzijdig vakmanschap. Dat hij door zijn zwerftocht langs vele uitgeverijen niet altijd de erkenning kreeg die hij verdient, ontmoedigt hem niet. Schrijven blijft zijn voornaamste doel: ‘Ik kon evengoed zelfmoord plegen als ik niet met schrijven doorging. Ik leef om te schrijven.’
| |
Anastasia
Anastasia is het verhaal van drie vrouwen, drie ‘Anastasias’ die elk in een verschillende periode van de geschiedenis op zoek zijn naar hun identiteit. Hoofdpersoon Anja blikt terug op haar vijfde jaar secundair onderwijs, toen ze een relatie begon met klasgenoot Kurt en de liefde en de seksualiteit ontdekte. Een geschiedenis-opdracht brengt haar niet alleen in de ban van haar naamgenote Anastasia, de jongste tsarendochter, maar roept ook het levensverhaal van haar overgrootmoeder Anna (stasia) in herinnering. ‘Moemoe’ verruilde noodgedwongen het welgestelde leven in Rusland voor een armetierig bestaan in Vlaanderen. De waanzin van de Russische repressie maakte plaats voor de waanzin van de wereldoorlogen. In beide verhalen verfijnt Spillebeen zijn aanklacht tegen oorlog, geweld en machtsmisbruik. ‘Waarheid’ en ‘verdichting’ worden op de twee vlakken afgewogen. De ‘waarheid’ van het goed gedocumenteerde verhaal van de Russische revolutie en de gruwelijke moord op de tsarenfamilie wordt aangevuld met ‘verdichting’ over de mogelijke ontsnapping van de jongste tsarendochter Anastasia. De ‘waarheid’ van het levensverhaal van Moemoe wordt door Anja's vader, een overtuigd communist, aangevochten als een overdreven romantisch verhaal, een ‘verdichting’. Drie hoofdpersonen kleuren drie periodes van de geschiedenis in. Het levert niet alleen drie boeiende levensverhalen op, maar ook aangrijpende historische beelden die door ‘verdichting en waarheid’ vakkundig tot leven komen.
| |
Waardering
Recensenten prijzen Spillebeens vakmanschap en het literaire gehalte van zijn werk. De hel bestaat wordt door Jeugdboekengids gekenschetst als een gevoelvol, goed gedocumenteerd en vlot geschreven verhaal, dat de lezers indringend laat nadenken over thema's als verdrukking, uitbuiting, corruptie en willekeur. Luc Lannoy prijst het boek als een zowel verhalend als documentair bijzondere sterke historische roman (Leesidee Jeugdliteratuur). In hetzelfde tijdschrift noemt Nico Donkers Een pluisje van de zee een sterke roman die een aangrijpend beeld schetst van de moeilijke
| |
| |
situatie van een Vietnamese bootvluchteling aan het einde van de jaren zeventig. Volgens Lannoy (Leesidee Jeugdliteratuur) heeft Anastasia een trefzekere sfeer en toonzetting en schept de roman een knap evenwicht tussen documentair informeren en episch vertellen. Marleen Colpin oordeelt in Leesidee Jeugdliteratuur dat de verschillende vormen en perspectieven van waaruit Het toeval geschreven is, het verhaal tot een meesterwerk maken.
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Gedichten 1959-1973 (1973), De krabben (1967), Steen des aanstoots (1970), Herinneringen aan de toekomst (1979), Het goede doel van het geweld (1980), Doornroosjes honden (1983), De varkensput (1985), Moeder is een rat (1986), Cortés of De Val (1987), Het toeval (1989), De andere oorlog (1988), Gods gouden ogen (1998), De hunker naar troost of de ongestorven doden (2001), De heuvel (2002). |
Jeugdboeken
|
Hij is een vijand en een vriend. Antwerpen, Brito, 1970. (Opnieuw uitgegeven onder de titel Vijand en vriend. Antwerpen/Apeldoorn, Berghmans Uitgevers, 1984.) |
De hel bestaat. Antwerpen/Amsterdam, Manteau, 1984. |
Een pluisje van de zee. Antwerpen/Baarn, Houtekiet, 1989. (Herdruk: Leuven, Davidsfonds, 1998. |
Anastasia. Leuven, Davidsfonds/infodok, 2001. |
Het toeval. Leuven, Davidsfonds. Infodok, 2003. (Herwerking van Het toeval. Antwerpen, Houtekiet, 1989.) |
Over Willy Spillebeen
|
Liliane Claeys, Aangenaam Willy Spillebeen. Documentatiemappen van Vlaamse Jeugdauteurs, jaargang 9 (1991). |
Koen Vermeiren, Willy Spillebeen. Torhout, Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers, 1988. (Monografieën van West-Vlaamse schrijvers) |
Red., [over De hel bestaat]. In: Jeugdboekengids, november 1988. |
Jos Van Thienen, Willy Spillebeen. Antwerpen, Vereniging Vlaamse Leerkrachten, 1991. |
Herman de Graef, Vijand en vriend. In: Jeugdboekengids, oktober 1989. |
Nico Donkers, Een pluisje van de zee. In: Leesidee jeugdliteratuur, mei 1999. |
Luc Lannoy, Verhalen hebben hun eigen waarheid. Een portret van Willy Spillebeen. In: Leesidee jeugdliteratuur, september 2001. |
Marleen Colpin, Toeval, noodlot, onverschilligheid? Willy Spillebeen: Het toeval. In: Leesidee jeugdliteratuur, juni 2003. |
64 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2004
|
|