| |
| |
| |
Peter de Smet
door R. van Eijck
Peter de Smet is geboren op 4 juli 1944 in Amsterdam. Omdat zijn vader mede-eigenaar was van een reclamebureau, begon ook hij na zijn mulo-opleiding een carrière in de reclame, bij verschillende bureaus in Amsterdam, Antwerpen en Brussel.
In zijn vrije tijd tekende hij stripverhalen. In 1968 slaagde hij er in één van deze verhalen, de komische ridderstrip Fulco, gepubliceerd te krijgen in het Belgische tijdschrift Het Kapoentje. Door ziekte moest hij dit verhaal halverwege afbreken.
In 1985 kreeg hij de Stripschapsprijs voor zijn gehele oeuvre.
| |
Werk
Na aanvankelijk teruggekeerd te zijn in de reclamewereld, probeerde Peter de Smet in 1971 opnieuw een striploopbaan op te bouwen, ditmaal bij het Nederlandse tijdschrift Pep. Voor dit blad tekende hij De Generaal, een serie gagstrips over een Generaal die bezeten is van het idee de Macht over te nemen van de Maarschalk in Het Fort.
Toen deze strip succes bleek te hebben, tekende De Smet in 1972 voor Pep twee nieuwe strips, Anna Tommy en Joris PK. Het eerste verhaal was gebaseerd op een scenario van Yvan Delporte over een uiterst geëmancipeerde vrouwelijke detective, terwijl Joris PK zich in de Middeleeuwen afspeelt en op humoristische wijze de pogingen beschrijft van ridder Joris om, samen met de onbehouwen ex-piraat Plok, zijn vorst op de troon te houden.
Anna Tommy bleek een eenmalig verhaal, maar van Joris PK verschenen vier delen in Pep (1972-1974) en twee in Nieuwe Revu (1974-1975), waarheen Peter de Smet uitweek om zijn risico's te spreiden, toen het
| |
| |
voortbestaan van Pep onzeker was geworden.
Voorafgaand aan de laatste twee Joris PK-verhalen had hij voor Nieuwe Revu al Het Hopmysterie getekend, met in de hoofdrol Hubert Draadklaver, schoonmaker en geheim agent tegen wil en dank. In 1974 verscheen in Pep nog een tiental afleveringen van de gagstrip Fiedel, over een niet al te gemotiveerde guerillero, ergens in Latijns-Amerika.
Naast zijn strips bleef Peter de Smet reclamewerk maken, zoals in 1975 de strip Pieter Pienter voor de Postgiro en in 1978 voor De Bijenkorf. Daarnaast tekende hij voor de overheid, waarvoor hij in het blad Straks studeren jarenlang humoristische beroepskeuze-strips maakte met hoofdfiguren als Xavier Bloothoofd en Kareltje Zorgdrager.
In 1976 deed Peter de Smet een poging om een serieuze strip te tekenen in een minder karikaturale stijl, Het goud van de HMS Cornwall, dat in Mickey Maandblad verscheen. Het is bij deze ene poging gebleven, omdat humor toch zijn sterkste kant bleek.
In 1977 werd De Smet gevraagd mee te werken aan Le Trombône Illustré, een bijlage van Spirou, het Franstalige zusterblad van Robbedoes. In Le Trombône, waarin de stripmakers een grote mate van vrijheid kregen omdat het blad voor een ouder publiek bedoeld was, publiceerde De Smet twee gagstrips: Viva Zapapa, waarmee hij het guerillero-thema van Fiedel weer oppakte, en Le Cuirassé Honneur et Patrie, over een pantserschip en zijn prettig gestoorde opvarenden. Een jaar later verhuisde Le Cuirassé naar A Suivre, een stripblad voor volwassenen, omdat Le Trombône het niet langer dan een halfjaar uithield.
Voor Donald Duck maakte Peter de Smet in 1981 twee verhalen van de dierenstrip Otto, Olivier en Oscar, over enkele dieren die op zoek zijn naar een soort Luilekkerland. Een jaar later begon hij in Panorama met de wekelijkse gagstrook Anno 3000... en nog wat, over prehistorische voorouders van de mens, en weer een jaar later tekende hij twee stripalbums van De Diamannetjes, een reclamestrips voor Diamant Frituurvet, over de keukenploeg van koning Liflaf XXIV.
In 1984 werd Peter de Smet mederedacteur en -uitgever van Titanic, een nieuw striptijdschrift voor volwassenen, waarheen hij De Generaal liet verhuizen en waarin hij ook enkele gags tekende van De Bevrijders, na Fiedel en Viva Zapapa zijn derde strip over guerillero's. Titanic bleek geen succes: na vier nummers werd het tijdschrift overgenomen door Uitgeverij Arboris, waarna De Smet zijn Generaal weer in Eppo (de opvolger van Pep) liet verschijnen.
In 1985 startte hij een titelloze gagstrip in het tijdschrift Ezelsoor, over een hongerige rat en een wezel,
| |
| |
die later ook in Kuifje verscheen. Een jaar later begon hij in Panorama een wekelijkse gagstrook over de werkloze Lodewijk, die zich met blijmoedige eenvoud door het leven slaat. In 1989 beleefde Viva Zapapa zijn comeback in Kuifje. Van deze strip zijn inmiddels twee albums verschenen en bovendien zijn er plannen voor een reeks korte tekenfilms voor televisie.
| |
De Generaal
De kracht van Peter de Smet ligt in de verbale humor van zijn korte strips. Het onderwerp van zijn langstlopende serie, De Generaal, is uiterst beperkt. De Generaal wil, bijgestaan door de Professor, de Soldaat en een rammelende tank, de Macht grijpen. De Macht is een abstractie, gesymboliseerd door Het Fort, waarin zich de Maarschalk bevindt. Het verwoesten van Het Fort of de arrestatie van de Maarschalk zal automatisch de Macht doen overgaan op de Generaal. Dus is de Generaal voortdurend op weg naar Het Fort in steeds nieuwe vermommingen of met steeds andere wapentuig, bedacht door de Professor. Iedere poging tot machtsgreep eindigt echter steevast in een fiasco.
In De Generaal voert Peter de Smet steeds nieuwe originele vermommingen en bijfiguren ten tonele, die de Generaal in het bezit moeten stellen van Het Fort. Een bonte rij zonderlingen, waarin De Smet op milde wijze af en toe satire levert op de hedendaagse maatschappij, heeft reeds de strip bevolkt,
ieder met zijn eigen taalgebruik. Want ondanks het beperkte gegeven, heeft de strip zich reeds meer dan honderd afleveringen staande kunnen houden door de humor in vooral de originele dialogen. Peter de Smets stripfiguren drukken zich uit in oeverloos gezwam, ongebruikelijke woordkeuze en veel omhaal van woorden, van een hoog humoristisch gehalte.
Naast deze opvallende vorm van dialoog wordt De Generaal gekenmerkt door een geheel eigen tekenstijl. Aanvankelijk waren de tekeningen nog houterig en geïnspireerd op andere strips, maar al snel is er een
| |
| |
vorm geschapen die zich niet meer met andere stripverhalen laat vergelijken. De opbouw van de figuren, de sprekende gebaren en het vermogen om allerlei gelaatsuitdrukkingen in beeld te brengen, vormen een hechte eenheid met de originele dialogen. Dit humoristisch samenspel van tekst en tekeningen is er de oorzaak van dat Peter de Smet de Generaal-strip, ondanks het feit dat deze op een uiterst beperkt gegeven is gebouwd, reeds meer dan twintig jaar levend heeft kunnen houden.
Dat het taalgebruik van De Smet zeer origineel is, wordt onder meer bewezen door het feit dat zijn strips moeilijk vertaalbaar zijn. Er zijn enkele pogingen in het Frans gedaan, maar zonder veel succes.
| |
Waardering
De andere strips van Peter de Smet zijn op dezelfde combinatie van tekst en tekeningen gebaseerd. Het onderwerp van het verhaal of de tijd waarin de strip is gesitueerd, zijn niet zo belangrijk; het gaat steeds om de humor, vooral in de dialogen. Dit is ook de reden waarom De Smet slechts enkele lange vervolgverhalen heeft gemaakt. Zijn kracht ligt eerder in korte humoristische sketches dan in lange avonturenverhalen met ingewikkelde wendingen. Zijn vervolgverhalen zijn meer een aaneenschakeling van korte grappen dan een goed gestructureerd, zich logisch ontwikkelend geheel. De plot van een lang verhaal dient bij hem uitsluitend als kapstok om een aantal grappen aan op te hangen. De laatste jaren houdt De Smet zich dan ook, naast een incidenteel Generaal-verhaal, voornamelijk bezig met Viva Zapapa, waarvan de grappen meestal slechts één pagina omvatten; en met Lodewijk, die zijn belevenissen tot slechts één strook beperkt ziet. Juist in deze beperktheid kan De Smet zijn humor en opvallende dialogen het beste kwijt.
Niet alleen bij het stripminnend publiek, maar ook bij zijn collega's vindt het werk van Peter de Smet veel waardering. Een aantal jongere tekenaars heeft zich duidelijk door hem laten inspireren, vooral in de tekenstijl, want De Smets humor, met name in de dialogen, is te persoonlijk om door anderen met succes nagevolgd te kunnen worden.
| |
Bibliografie
De Generaal
|
De Generaal. Handleiding voor het grijpen van de macht of 11 manieren hoe het niet moet. Haarlem, Oberon, 1973.
1. | Alle macht aan de Generaal. Haarlem, Oberon, 1976. |
2. | De machteloze Generaal. Haarlem, Oberon, 1977. |
3. | Allemachtig!... De Generaal. Haarlem, Oberon 1978. |
4. | De Generaal zoekt 't hogerop. Haarlem, Oberon, 1978. |
5. | De Generaal in vuur en vlam. Haarlem, Oberon, 1979. |
|
| |
| |
6. | De Generaal vliegt er uit. Haarlem, Oberon, 1980. |
7. | De erfenis van Oom Jules/Revolutie in San Cochabamba. Haarlem, Oberon, 1981. |
8. | De Generaal geeft 'm van katoen. Haarlem, Oberon, 1982. |
9. | De Generaal doet het weer. Haarlem, Oberon 1983. |
10. | De Generaal valt in de prijzen, Haarlem, Oberon, 1985. |
11. | De Generaal ziet er geen gat meer in. Haarlem, Oberon, 1986. |
12. | De Generaal in zaken. Haarlem, Oberon, 1988. |
|
Joris PK
|
1. | Het toernooi. Haarlem, Oberon, 1973. |
2. | Het zwingende zwaard. Haarlem, Oberon, 1976. |
3. | De valse koning. Haarlem, Oberon, 1976. |
4. | Het goddelijk profiel. Haarlem, Oberon, 1977. |
Anna Tommy
|
1. | Moord achter de schermen. Haarlem, Oberon, 1976. Tekst: Yvan Delporte. |
Hubert Draadklaver
|
1. | Het Hopmysterie. Bovenkarspel, De Meulder, 1980. |
Avonturen in Diamantland
|
1. | De mafketel van de Diamannetjes. Rotterdam, Diamantland, 1983. |
2. | Verkiezingen bij de Diamannetjes. Rotterdam, Diamantland, 1984. |
Otto, Olivier en Oscar
|
1. | Het verdwenen water, Haarlem, Oberon, 1984. |
Lodewijk
|
1. | Wat is zonde... Vijfhuizen, Boemerang/Torpedo, 1990. |
2. | La vie en rose. Vijfhuizen, Boemerang/Torpedo, 1990. |
Viva Zapapa
|
1. | Revolutie. Brussel, Lombard, 1990. |
2. | Hondsdagen, Brussel, Lombard, 1991. |
Over Pieter de Smet
|
Rob van Eijck, Peter de Smet: mijn humor ontstaat per ongeluk. In: Stripschrift, jaargang 7 (1973), nr. 55/56, blz. 4-8. |
Gerard Aartsen, Peter de Smet: Joris is een lullige hoofdfiguur die maar wat rondhobbelt. In: Striprofiel, nr 9 (1974), blz. 22-25. |
Rob van Eijck, Interview Peter de Smet. In: Beeldspraak, Breda, Brabantia Nostra, 1978. |
Rob van Eijck, Ja hoor! Het is weer zover! Iemand heeft de deur van paviljoen drie weer open laten staan! In: Vrt of 10 jaar De Generaal. Haarlem, Oberon, 1981. |
Maarten de Meulder, Peter de Smet: Het is een beetje een verward verhaal. In: Striprofiel, nr 45 (1982), blz. 39-41. |
Rob van Eijck, 15 jaar De Generaal. Haarlem, Oberon, 1986. |
Erik Spaans, De Generaal strijdt (met bijbelfiguren) om de macht. In: Stripschrift, jaargang 21, (1987) nr 216, blz. 32-34. |
31 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1993
|
|