| |
| |
| |
Carry Slee
door Helma van Lierop-Debrauwer
Foto: Chris van Houts
Carry Slee is op 1 juli 1949 in Amsterdam geboren. Ze volgde een opleiding aan de Academie voor Expressie door Woord en Gebaar, waar ze in 1975 haar diploma haalde. Daarna werkte ze tien jaar als docent drama op een school voor mode en kleding in Zaandam. Ze nam ontslag om zich helemaal met schrijven te kunnen bezighouden.
Al op jonge leeftijd begon ze met het schrijven van verhaaltjes. In haar onderwijstijd bedacht ze korte verhalen over Keetje Karnemelk die ze aan haar dochters voorlas. Die verhaaltjes werden geplaatst in het kindertijdschrift Bobo. Haar eerste boek, Rik en Roosje, verscheen in 1989 bij Van Holkema & Warendorf. Ook haar andere boeken zijn vrijwel allemaal door deze uitgeverij gepubliceerd. In 2001 stapte ze over naar Prometheus dat een kinderboekenfonds begon.
De boeken van Carry Slee worden door kinderen zeer gewaardeerd. In 1992 ontving ze haar eerste prijs van de Nederlandse Kinderjury in de categorie 10 t/m 12 jaar voor Verdriet met mayonaise. Vanaf 1994 komt ze ieder jaar in de lijst van de Nederlandse Kinderjury, dan wel de Jonge Jury voor: als prijswinnaar en/of als tip. In 1999 kreeg ze zelfs prijzen in alle drie de categorieën: in de categorie 6 t/m 9 jaar voor Meester Paardenpoep, in de categorie 10 t/m 12 jaar voor Afblijven! en in de Jonge Jury voor Pijnstillers.
In 1993 ontving Carry Slee voor Sneeuwman, pak me dan de Venz Kinderboekenprijs voor het best verkochte boek van dat jaar. In een interview vertelde de schrijfster deze bekroning niet als een prijs te zien: ‘Het zegt niet of kinderen je werk mooi vinden - kinderen hebben er helemaal niets mee te maken -, niet of de recensenten je werk waarderen; er zit geen enkel lite- | |
| |
raire oordeel achter. Het zegt alleen dat je boek goed verkocht is.’
Die Venz-prijs zette haar aan het denken. Ze belandde naar eigen zeggen in een crisis en vond dat ze een andere weg moest inslaan, omdat ze te commercieel bezig was. Het resultaat was Haas & Kip dat in 1995 verscheen. Dit boekje met zes poëtische dierenverhaaltjes publiceerde zij onder de naam Sophie Mileau. Dat ze dit boek en ook het later verschenen Anne (1996) en De verborgen prins (1997) onder pseudoniem schreef, komt, zo zegt ze zelf, ‘omdat ik bang ben dat anders mijn vaste lezers het gevoel krijgen een kat in de zak gekocht te hebben. Wilde ik voorheen altijd boeken schrijven die heel veel kinderen mooi zouden vinden; nu sta ik mezelf toe ook boeken te schrijven puur voor mezelf! Of voor een ander stukje van mezelf.’
In 2001 maakte ze met het autobiografische Moederkruid haar debuut als auteur voor volwassenen.
Carry Slee woont samen met haar vriendin Elles en heeft twee dochters. Belangrijk voor haar is ook hond Doenja. Over Doenja schreef ze twee boekjes: Hier waak ik (1996) en Doenja de boekenbakker (1999).
| |
Werk
Carry Slee schrijft voor kinderen van alle leeftijdscategorieën. Gestimuleerd door haar dochters begon ze met het schrijven van verhaaltjes voor jonge kinderen. De verhalen over Rik en Roosje en de tweeling Iris en Michiel gaan over belevenissen van kleuters. In de boekjes over de tweeling staat steeds één onderwerp centraal. In Hallo baby! (1992) is dat bijvoorbeeld gezinsuitbreiding. Zowel de verhalen over Rik en Roosje als die over Iris en Michiel laten zien dat de tijden van Jip en Janneke en Saskia en Jeroen veranderd zijn. Er is sprake van niet-traditionele samenlevingsvormen en ook de verhouding tussen jongens en meisjes is anders dan vroeger. Zo woont de moeder van Roosje samen met een vriendin en is Michiel in sommige opzichten banger uitgevallen dan Iris.
Een boek voor kinderen van zes jaar en ouder is Het drakepad (1990). Het gaat over de gevolgen die echtscheiding voor kinderen heeft.
Op de website van de Gouden Muis vertelt Slee dat de keuze voor een bepaalde doelgroep lange tijd min of meer afhankelijk was van de leeftijd van haar dochters. ‘[-] toen mijn oudste dochter 10 jaar was, besloot ik voor die leeftijd ook een boek te schrijven.’ Ze schreef Verdriet met mayonaise (1991). Later begon ze ook voor 12+ te schrijven.
In al haar boeken snijdt Carry Slee problemen aan waarvan zij denkt of weet dat kinderen ermee bezig zijn. Vaak heeft ze gezegd dat ze haar ideeën ontleent aan de brieven van jongeren in de vpro-gids. Onder meer Spijt! (1996) en Pijnstillers (1997) zijn op deze wijze tot stand gekomen.
Door het onderwerp zijn de boeken van Carry Slee voor kinderen heel her- | |
| |
kenbaar. Die herkenbaarheid wordt versterkt door de structuur van de boeken, die vrijwel steeds hetzelfde is. Zo is er in haar jongerenboeken steevast sprake van één, hooguit twee verhaallijnen, een hoofdpersonage dat in conflict raakt met zichzelf of de omgeving en een goede vriend of vriendin die ervoor zorgt dat hij of zij weer perspectief ziet. De nadruk ligt op de handeling. De boeken laten zich makkelijk lezen. De lezer wordt als het ware bij de hand genomen. Emoties zijn ingevuld.
De drie boeken die Carry Slee onder de naam Sophie Mileau schreef, zijn anders dan die ze onder haar eigen naam publiceerde. Haas & Kip (1995) is een filosofisch dierenverhaal. Centraal in de verhaaltjes over Haas en Kip staat het spelen met taal. Anne (1996) het tweede boekje dat ze onder pseudoniem schreef, is autobiografisch. De moeder van Anne heeft psychische problemen en Anne lijdt daar erg onder. Het boek is geschreven vanuit het perspectief van Anne die door de ellende met haar moeder wegvlucht in een fantasiewereld. Net als bij Haas & Kip moet de lezer in dit boekje tussen de regels door lezen en zelf de open plekken invullen. Hetzelfde geldt voor De verborgen prins (1997) dat gaat over een meisje dat leeft in een fantasiewereld. Wanneer ze zich verkleedt als een prins, voelt ze zich een prins. In het fantasiespel wordt ze verliefd op een ander meisje. De werkelijkheid verbreekt de betovering.
Illustratie van The Tjong Khing uit Haas & Kip
| |
Spijt!
Jochem wordt in de klas gepest. Zijn klasgenoten schelden hem uit voor ‘zeug’ en behandelen hem gemeen omdat ze hem stil en traag vinden. Jochem verweert zich niet en de leraren hebben weinig in de gaten, ook omdat ze het probleem niet willen zien. Op een dag kan Jochem het niet meer aan en pleegt zelfmoord. Zijn klasgenoten en leraren blijven vol spijt achter. Het verhaal wordt verteld vanuit het gezichtspunt van David. Hij is een klasgenoot van Jochem. In feite vindt hij het verkeerd dat andere kinderen uit de klas Jochem pesten, maar hij doet zijn mond niet open omdat hij in de klas geen buitenstaander wil zijn en ook omdat hij in beslag genomen wordt door zijn verliefdheid op Vera. David zegt Jochem te zullen helpen, maar wanneer deze een beroep op hem doet, stuurt hij hem weg omdat hij liefdesverdriet heeft. En dan is het te laat. De ergste pesters worden van
| |
| |
school gestuurd en de andere klasgenoten van Jochem besluiten hun leven te beteren.
Het thema van het boek is actueel en herkenbaar voor de doelgroep. De personages - de pesters, het slachtoffer en de meelopers - worden weinig genuanceerd beschreven. De gebeurtenissen zijn belangrijker dan de psychologische uitwerking van de personages. Hierdoor en door het expliciet verwoorden van de emoties is Spijt! een boek waarin de boodschap centraal staat.
| |
Haas & Kip
Haas & Kip is een bundel poëtische verhalen over vriendschap. Hoofdpersonages zijn Haas en Kip. Net als in de verhalen van Arnold Lobel, Max Velthuijs en Toon Tellegen zijn de soortnamen tevens de eigennamen. Haas en Kip hebben een ‘menselijke’ relatie: hecht, warm, maar niet altijd zonder problemen. Ze zijn in veel opzichten aan elkaar tegengesteld. Zo wil Kip op avontuur, ‘naar de andere kant van de berg’, terwijl Haas liever ‘niet te ver’ gaat. De verhaaltjes gaan over de grotere en kleine conflicten tussen Haas en Kip. Hun relatie blijkt uiteindelijk altijd tegen de problemen bestand, ook al lijkt het er even op dat Haas en Kip ‘stuk’ is. Zowel Haas als Kip zijn van het mijmerende soort. Ze denken graag na over de essentie van het leven, over tijd, over alleen zijn en over succes en mislukking. In hun reflectie op het leven neemt de betekenis van woorden een belangrijke plaats in. De taalspelletjes van Sophie Mileau zijn nu eens verrassend, dan weer teveel van het goede.
Sommige lezers stellen zich de vraag in hoeverre de verhaaltjes over Haas en Kip origineel genoemd mogen worden. Een aantal vindt dat in enkele verhaaltjes wel heel erg nadrukkelijk tegen de traditie wordt aangeleund. Een voorbeeld is het verhaaltje waarin Haas en Kip zich ieder inspannen om de ander alleen te laten zijn. Wie dit verhaal legt naast ‘De verrassing’ uit Een jaar bij Kikker en Pad van Arnold Lobel wordt getroffen door de overeenkomsten. En Haas en Kip die stuk zijn, doet sterk denken aan het vogeltje in Kikker en het vogeltje van Max Velthuijs dat ‘kapot’ is. Andere lezers zijn van mening dat het Sophie Mileau wel gelukt is een andere vorm te vinden.
| |
Waardering
Carry Slee is bijzonder populair bij kinderen, maar krijgt aanzienlijk minder waardering in de literaire kritiek. Over haar boeken voor jonge kinderen zijn de recensenten in het algemeen positiever dan over haar jongerenboeken. Men is te spreken over de levendigheid, de warmte en de veiligheid die uit haar boeken voor de allerjongsten spreekt. Herkenbaarheid is een andere eigenschap die veelvuldig wordt genoemd, niet alleen in de besprekingen van boeken voor jonge lezers, maar ook in de recensies van haar jongerenboeken. Over die eigenschap wordt niet altijd in positieve zin
| |
| |
gesproken. De boeken van Carry Slee, en met name haar jongerenboeken, hebben steeds dezelfde opbouw, de problemen worden zelden uitgewerkt en de personages blijven oppervlakkig. Er zit volgens een aantal recensenten wel ‘spanning’ in boeken als Spijt!, Afblijven! (1998) en Razend! (2000) maar kwalificaties als ‘vernieuwend’ of ‘origineel’ zijn volgens niemand van toepassing.
Over de boeken van Sophie Mileau zijn de recensenten veel meer te spreken. Haas & Kip wordt door Selma Niewold een ‘fraaie bundel poëtische verhalen’ genoemd, waarin weliswaar ‘stemmen van andere schrijvers’ doorklinken, maar waarin ze ‘genoeg eigen geluid’ laat horen. Daar is overigens niet iedereen het mee eens. Judith Eiselin is van mening dat Mileau het niveau van Tellegen niet haalt. De woordspelingen zijn soms ‘wat al te melig’. Het autobiografische Anne wordt poëtisch genoemd. Daarnaast prijst men het als ‘ontroerend’. Lieke van Duin mist de relativering en spreekt van een ‘loodzwaar’ boek. De verborgen prins wordt door Jan van Coillie ‘betoverend’ gevonden, zowel voor wat betreft de taal als de inhoud.
| |
Bibliografie
Voor volwassenen
|
Moederkruid. Amsterdam, Prometheus, 2001. |
Jeugdboeken
|
Rik en Roosje. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1989. |
Morgen mag ik in het diepe... Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1989. |
Het drakepad. Met illustraties van Alex de Wolf. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1990. |
Hieperdepiep. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1990. |
Verdriet met mayonaise. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1991. |
Rood met witte stippen: een boekje over herfst. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1992. |
Kaatje Knal en de biefstukbende. Met illustraties van Georgien Overwater. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1992. |
Hallo baby! Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1992. |
Er zit een vlieg in mijn oog. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1992. |
Met zonder jas: een boekje over de lente. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1993. |
Confetti conflict. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1993. |
Het bliksemeiland. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1993. |
Sneeuwman, pak me dan: een boekje over de winter. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1993. |
De smoezenkampioen. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1994. |
Kilometers cola en knetterende ruzie. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1994. |
Zandtaartjes: een boekje over de zomer. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1994. |
Ridder Schijtebroek. Met illustraties van Alex de Wolf. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1994. |
Het groot geluksboek: voor de kleine Astraia. Met illustraties van Dagmar Stam. Weesp, Family Productions, 1994. |
| |
| |
Lekker weertje koekepeertje. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1995. |
Geklutste geheimen met strafwerk toe. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1995. |
We zijn er bijna! Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1995. |
Een kringetje van tralala. Deel 1 van de kinderen van de Grote Beer. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1996. |
Wiebelbiebeltanden. Deel 2 van de kinderen van de Grote Beer. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1996. |
Opgepast, ik lust een hele boekenkast. Deel 3 van kinderen van de Grote Beer. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1996. |
Spijt! Houten, Van Holkema & Warendorf, 1996. |
Hier waak ik: lezen op eigen risisico. Doenja over de boeken van Carry Slee. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1996. |
Pijnstillers. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1997. |
Piep, zei de muis. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1997. |
Vervalst. Houten, Met illustraties van Dagmar Stam. Van Holkema & Warendorf, 1997. |
Rekenen in het oerwoud. Deel 4 van de kinderen van de Grote Beer. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1997. |
Help! Juf is verliefd. Deel 5 van de kinderen van de Grote Beer. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1997. |
Een krokodil in de heg. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
Feestkriebels. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
Meester Paardenpoep. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
Afblijven! Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
De konijnenkeuteldropfabriek. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
Klapzoenen en valsspelers. Deel 6 van de kinderen van de Grote Beer. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1998. |
Kappen! Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
De knorreborreboerderij. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
Markies Kattenpies. Met illustraties van Harmen van Straaten. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
Schreeuwende slaapzakken en stiekeme stropers. Deel 7 van de kinderen van de Grote Beer. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
De zonnetjesbroek. Met illustratie van The Tjong King. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
Doenja de boekenbakker. Doenja over de boeken van Carry Slee. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1999. |
Bikkels. Met illustraties van Roelof van der Schans. Amsterdam, CPNB, 1999. Kinderboekenweekgeschenk. |
Een broodje gras en linke soep. Deel 8 van de kinderen van de Grote Beer. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2000. |
Razend. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2000. |
Hokus pokus... plas! Met illustraties van Harmen van Straaten. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2000. |
Giechelvisjes. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2000. |
Ei, ei, ei, we zijn zo blij. Met illustraties van Dagmar Stam. Houten, Van Holkema & Warendorf, 2000. |
Onder het pseudoniem Sophie Mileau
|
Haas & Kip. Met illustraties van The Tjong King. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1995. |
Anne. Met illustraties van Harrie Geelen. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1996. |
De verborgen prins. Met illustraties van Margriet Heymans. Houten, Van Holkema & Warendorf, 1997. |
| |
| |
Over Carry Slee en Sophie Mileau
|
Documentatiemap auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur. Den Haag, NBLC, 1992, nr. 20. |
Truusje Vrooland-Löb, Van Carry Slee tot Sophie Mileau. In: Leesgoed, jaargang 22 (1995), nr. 1, blz. 20-21. |
Martijn de Bont en Henk Peters, Haas & Kip waren er niet eerder. Over de intertekstualiteit in de boeken van Sophie Mileau. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 10 (1996), nr. 38, blz. 143-164. |
Selma Niewold. Over Haas & Kip. In: de Volkskrant, 25-3-1995. |
Judith Eiselin. Over Haas & Kip. In: NRC Handelsblad, 9-6-1995. |
57 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2001
|
|