| |
| |
| |
Jan Simoen
door Jürgen Peeters
Foto: Uitgeverij Querido
Jan Simoen werd op 22 juli 1953 geboren in Oostende, maar groeide op in Middelkerke. In 1975 verhuisde hij naar Leuven (Vlaams-Brabant). Als kind las hij het liefst de avonturenverhalen van schrijvers als Karl May (Winnetou en Old Shatterhand) en Jules Verne (20.000 mijlen onder zee). Rond zijn achttiende ging zijn voorkeur uit naar het oeuvre van auteurs als Gabriel García Márquez, Herman Hesse en Tolkien. De briefroman Black Box van Amos Oz heeft hij meermalen herlezen en was van blijvende invloed op zijn schrijverschap. Na zijn studie Romaanse taal- en letterkunde, gevolgd door Communicatiewetenschappen, was Simoen jarenlang leraar Frans op een middelbare school in Leuven.
In de jaren tachtig werkte Jan Simoen regelmatig als toneelfotograaf en zo maakte hij kennis met regisseur Guy Cassiers, die hem aanmoedigde om te gaan schrijven. Dit resulteerde in een eerste toneelstuk voor volwassenen, Polaroid, dat in 1989 werd opgevoerd. In 1992 kreeg Simoen voor het stuk een eervolle vermelding bij de Toneelschrijfprijs. In 1993 verscheen zijn eerste kinderboek Duizend stenen ogen, voor lezers vanaf 8 jaar. Vrij snel daarna volgde zijn tweede toneelstuk De vierde stad, dat in 1995 tot jeugdboek werd omgewerkt.
In 1996 publiceerde Simoen de briefroman Met mij gaat alles goed, het eerste deel van een trilogie waarmee hij zich definitief een positie in de Nederlandstalige jeugdliteratuur verschafte. Het verhaal is deels gebaseerd op ware feiten; voor prota- | |
| |
gonist Jonas stond een goede vriend model die aan aids overleed. Later volgden En met Anna? (1999) en Veel liefs van Michaël (2005).
Hoewel Simoen zich vanaf dat moment meer op het schrijven van proza toelegde (kinderboeken, jeugdromans én een aanzienlijk aantal korte verhalen voor diverse tijdschriften), bleef hij ook voor het theater werken. Hij schreef verschillende toneelstukken, werkte voor het Festival van Vlaanderen en vertaalde toneelteksten.
Zijn werk is veelvuldig bekroond. Voor Met mij gaat alles goed kreeg hij in 1997 een Boekenwelp en de Provinciale Literatuurprijs Vlaams-Brabant 1998. Opvolger En met Anna? werd in 2001 gelauwerd door de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. De meeste waardering kreeg Slecht, dat zowel een Boekenwelp, de Gouden Zoen 2008 als de Driejaarlijkse Literatuurprijs van de Provincie West-Vlaanderen (2009) won. De Franse vertaling, Un sale gosse, werd in 2009 bekroond met de Prix Libbylit.
In 2010 werd bij Simoen kanker vastgesteld. Hij overleed in de nacht van 4 op 5 januari 2013 op 59-jarige leeftijd.
| |
Werk
Simoens passie voor toneel vindt duidelijk weerklank in zijn oeuvre, onder meer in de vele dialogen. Samen met een maatschappelijk engagement en de psychologische uitdieping van zijn personages typeren die levendige dialogen zijn jeugdboeken. In 1996 verscheen de adolescentenroman Met mij gaat alles goed, het eerste deel van een drieluik over de stiefbroers Michaël en Jonas en hun jongere (stief)zus Anna. Het boek is een bewerking van Het zicht op de heuvels, een toneelstuk voor jongeren dat Simoen schreef in 1994.
Met mij gaat alles goed vertelt over twee oorlogen, namelijk Jonas' strijd tegen het hiv-virus en de oorlog in voormalig Joegoslavië, waarmee Michaël via zijn vriendin Marta te maken krijgt. Met de zin uit de titel schermt Jonas zich af voor zijn familie. Als hij besmet raakt met het virus, neemt hij aanvankelijk alleen zijn stiefbroer Michaël en boezemvriend Hugo in vertrouwen en pas later het thuisfront. Parallel aan Jonas' inwendige oorlog groeit de politieke onrust in Joegoslavië, het land waar Michaël, zijn moeder Irina en vriendin Marta vandaan komen. Het tweede deel van de roman focust op Jonas' verbeterde relatie met zijn vader en zijn groeiende engagement voor vluchtelingen uit Joegoslavië. In het derde deel, ‘Bestanden’, belicht Simoen voornamelijk het verwerkingsproces bij Joans' ouders. Met mij gaat alles goed laat zich lezen als een verzameling brieven, telegrammen en faxen van diverse afzenders. Precies die wisselende invalshoeken zorgen voor een genuanceerd beeld van heikele thema's als aids, oorlog en politieke vluchtelingen.
| |
| |
Het vervolg, En met Anna?, speelt vijf jaar na Jonas' overlijden en focust op Jonas' jongere zusje, de ondertussen 16-jarige Anna. Michaël en Marta zijn drie jaar eerder tijdens een vn-missie in Bosnië spoorloos verdwenen. Familieleden hebben de hoop opgegeven hen nog levend terug te zien, tot Anna brieven ontvangt van Hugo, waarin hij meldt dat hij Michaël en Marta heeft gezien. Omdat Anna's ouders voorlopig van niets mogen weten, gaat Anna op onderzoek uit. Het verhaal wordt in de ik-vorm verteld vanuit verschillende personages: Anna, Michaël, Hugo, Irena en enkele vrienden. In de proloog voert vanuit het hiernamaals Jonas het woord.
In het derde deel Veel liefs van Michaël staat Michaël centraal. Vanaf het begin is duidelijk dat de door iedereen dood gewaande Michaël zijn zoontje Misja heeft ontvoerd. Niet de zoektocht naar de kleuter en naar de dader overheerst, maar de psychologische impact van Michaëls daad en de vraag naar het waarom. Dit sluitstuk van de trilogie is conventioneler van opzet dan de overige delen.
In de korte adolescentenroman Slecht (2007) vertelt de 16-jarige Nathan van binnenuit wat er voorafging aan zijn arrestatie. Opgesloten in een verhoorkamer op het politiebureau overdenkt hij tussen de verhoren door de (ethische) consequenties van zijn wandaad. Ook dit verhaal heeft een maatschappelijk-sociaal gerelateerde thematiek.
Omslag Veel liefs van Michaël
Ik ben Alice (2010), het allereerste Vlaamse Slashboek bij uitgeverij Querido, getuigt van een sterk realistische invalshoek. Het is het resultaat van de samenwerking tussen Simoen en een jonge anorexiapatiënte, Alice Dupont, die hem haar waargebeurde verhaal vertelde. De hoofdfiguur blikt terug op een bijzonder bewogen jaar waarin haar leven volledig werd bepaald door de ziekte.
Vlak voor Simoens dood verscheen De nacht van 2 april (2012), met als setting de Vlaamse badplaats Middelkerke. Dit boek wilde Simoen, die al twee jaar ziek was, nog
| |
| |
graag publiceren. Het beschrijft zijn tiende levensjaar, dat de auteur zelf als de mooiste periode uit zijn leven beschouwde: ‘Wie tien is, is almachtig. In zijn hoofd tenminste. Je kunt alles zijn wat je maar wilt: een Duitse officier, een Engelse bommenwerper of Old Shatterhand. Alleen zit de werkelijkheid soms tegen: je mág eigenlijk nog niets, terwijl je zoveel in je hebt. Tien jaar oud zijn en spelen in de duinen met een decor van bunkers: dat was het mooiste jaar van mijn leven.’ (Uit een interview met De Standaard)
Samen met de Oostendse tekenaar en illustrator Patrick Storms creëerde Simoen het ontwapenende personage Sigi, een jongen van 12 ¾ jaar die zijn best doet om een echte ‘puber’ te zijn. Sigi verhaalt ongedwongen over het dagelijkse leven als tiener, waarbij schoolse perikelen en de moeizame band met zijn vader en diens nieuwe vriendin veel aandacht krijgen. Als rebellerende puber geeft Sigi ongezouten commentaar op hun beslissingen, om er vervolgens radicaal tegenin te gaan. Personages verworden tot karikaturen, maar blijven geloofwaardig. Sigi's vader Henk en zijn West-Vlaamse vriendin, die als overtuigd vegetariër in gesprek gaat met groenten, moeten het op grappige wijze ontgelden. Precies die ontwapenende, kritische houding zorgt voor herkenbaarheid en empathie bij jonge lezers. Sigi's avonturen verschenen aanvankelijk maandelijks in het educatieve tijdschrift iD en werden later gebundeld in Sigi en Sigi 2 (respectievelijk 2003 en 2004). Querido publiceerde in 2008 Goed bezig, Sigi!, het derde deel van Sigi's avonturen, met nieuwe verhalen. Sigi & Julia (2009) is een omvangrijker verhaal. Sigi zet alles op alles om een hoofdrol te krijgen in de schoolmusical ‘Romeo en Julia’. Hij is tot over zijn oren verliefd op Heidelinde en vindt het een onverdraaglijke gedachte dat iemand anders dan hijzelf haar in de rol van Romeo mag kussen.
Kenmerkend voor Simoens stijl is zijn gebruik van jongerentaal, die hij probeert te benaderen zonder geforceerd of gewild populair te doen. In een interview met Leesgoed zegt hij daarover: ‘En ik ga als leraar natuurlijk ook veel met jongeren om en weet daardoor dus ook wel een beetje hoe ze praten, maar daar kun je niet alles van overnemen. Die gasten van zestien, zeventien praten ongelooflijk plat, die taal kun je niet in een boek zetten. En je kunt ook geen zes keer “keineig” en “vet cool” in één zin gebruiken. Op die manier creëer je geen jongerentaal, dan zit je er weer net naast. Het werkt echt niet op papier. Het is ongelooflijk moeilijk om net de juiste toon te vinden. Al te modieuze termen probeer ik net te vermijden, want die waaien ook heel snel weer over. [...] Ik probeer me dus te beperken tot de blijvers en voor de rest zoek ik het meer
| |
| |
in de toon waarop jongeren iets zeggen. Die toon is voor mij belangrijker dan de exacte woorden die ze gebruiken.’
| |
De nacht van 2 april
Hoewel De nacht van 2 april gebaseerd is op het tiende levensjaar van Jan Simoen, is het niet geheel autobiografisch. De waarheid werd op enkele plekken geweld aangedaan, aldus de auteur in zijn nawoord. Elk hoofdstuk is voorzien van een illustratie van Peter Simoen, broer van de schrijver.
Simoen neemt de lezer mee naar het Middelkerke van begin jaren zestig. De duinen en het domein van prins Karel in Raversijde vormen het speelterrein van Joris, zijn broer Pieter en hun vrienden. Samen met hun nieuwe klasgenoten, de tweeling Marc en Luc, spelen ze er bijna dagelijks oorlogje en zoeken ze de geheime, onderaardse gang die uit de Tweede Wereldoorlog stamt. Als Joris thuis in een verborgen legerkistje spullen van zijn vader ontdekt uit de oorlog, wordt zijn aandacht vooral getrokken door een vergeelde foto uit 1939. Naast zijn ouders staat een onbekende man, aangeduid als ‘M.’.
Dat de (nasleep van de) Tweede Wereldoorlog bij de bevolking nog niet geheel is verwerkt, blijkt uit het feit dat de Duitser Ludwig, die met zijn hondenkar door de kuststreek trekt, brutaal wordt aangevallen. Joris vermoedt dat deze voormalige soldaat, de vergeelde foto én Pier Storme,
Illustratie van Peter Simoen uit De nacht van 2 april
een zonderlinge dorpsfiguur, iets met elkaar te maken hebben, maar ziet aanvankelijk geen samenhang.
Op een broeierige augustusavond komen de verschillende verhaallijnen samen; als de jongens tijdens een spel op het domein van prins Karel de gewonde Pier uit een konijnenklem redden, loodst hij hen samen met Ludwig door een onderaardse gang. Enkel aan Joris vertellen de twee over de band die er was tussen Ludwig en Marcel Landuyt, de onbekende figuur op de foto. Door toedoen van Ludwig is Marcel tijdens de oorlog - onbedoeld - om het leven gekomen. Deze bekentenis, die door zijn ouders wordt toegelicht, markeert het einde van de zomervakantie, en meteen ook het einde van Joris' kindertijd, als hij voor het eerst naar de middelbare school gaat.
| |
| |
| |
Waardering
Critici waarderen de realistische invalshoek van Simoens verhalen, waarbij de auteur aandacht besteedt aan maatschappelijk-sociale problemen zoals aids, anorexia en geweld zonder dat pedagogisch-didactische intenties overheersen. Annelies De Waele uit in Knack haar waardering voor de gedegen uitwerking van de maatschappelijke achtergrond in Slecht: ‘Tussendoor laat de auteur bij monde van ondervrager en beklaagde een aantal hete maatschappelijke hangijzers en universele vragen en oorzaken passeren. Waarom het lijkt alsof jongeren gewelddadiger zijn, bijvoorbeeld. Of hoe volwassen gezagsdragers “moeilijke” jongeren uit de criminaliteit proberen te houden.’ Koen Driesen merkt op dat Simoen in Slecht wel morele kwesties aankaart, maar geen pasklare antwoorden wil bieden: ‘Na eerdere sterke adolescentenromans is Simoen erin geslaagd in een gebald verhaal een meeslepend thrillerelement te combineren met een boeiende psychologische karakterschets van een puber en zijn omgeving. Waarbij hij vermijdt schuldvragen te beantwoorden of zich uit te spreken over goed en kwaad.’ Annemie Leysen sluit zich in haar recensie van Slecht in De Morgen volledig aan bij haar collega's: ‘Met veel inleving en begrip voor alle partijen, voor een ontspoorde jongen én voor een verstandige en oprecht luisterende politieman, schreef Simoen een boeiend en overtuigend portret, waarin ook rake en geestige observaties een plek krijgen.’
Meer nog dan de inhoudelijke rijkdom, waarderen recensenten en literatuurwetenschappers Simoens sterke stilistische capaciteiten. ‘Er wordt een stevige vaart aangehouden in het boek. Dat heeft alles te maken met de - soms wat buitensporige - balorige en onstuimige vertelstijl van het hoofdpersonage. De uitroeptekens, scheldpartijen en woorden als “fuck”, “shit” en “pissed” zijn niet te tellen. Simoen beheerst het jongerenjargon perfect en kent de jeugdige fascinatie voor films als The Godfather en Scarface en voor hun hele cultuur als geen ander’ (De Morgen).
De aandacht voor jongeren, hun eigen leefwereld en specifieke taal, maakt deel uit van Simoens eigenheid, en wordt zowel door jongeren als volwassenen geapprecieerd. Rita Ghesquiere schrijft in Kerknet over Slecht: ‘De vinnige stijl, doorspekt met jongerentaal verhoogt zeker de herkenbaarheid.’ Joke Linders stelt naar aanleiding van En met Anna?: ‘Simoen is, vooral in de dialogen, krachtig, indringend en overtuigend. Als adolescent zou ik dit boek graag verslonden hebben’ (Literatuur zonder leeftijd).
Veel recensenten prijzen Simoens humor, vooral in de reeks rond Sigi. Patrick Jordens noemt Goed bezig, Sigi! een ‘schelmenroman’, waar je ‘de eigenlijke absurditeit van het
| |
| |
leven’ doorheen voelt (De Morgen). Ook Slecht heeft volgens Annemie Leysen humor: ‘Een boeiend en overtuigend portret, waarin ook rake geestige observaties een plek krijgen’ (De Morgen). Marije van der Schaaf waardeert Simoens gevatte, grappige opmerkingen in De nacht van 2 april: ‘De hoofdstukken, voorzien van kleine zwart-witillustraties, geven een mooie sfeertekening van het Vlaanderen van de jaren zestig, met dito taalgebruik. Met veel warmte, humor en inlevingsvermogen geschreven’ (Biblion).
| |
Bibliografie
Jeugdboeken (keuze)
|
Duizend stenen ogen. Met illustraties van Klaas Storme. Mechelen, Bakermat, 1993. |
De vierde stad. Met illustraties van Klaas Verplancke. Mechelen, Bakermat, 1995. |
Met mij gaat alles goed. Amsterdam, Querido, 1996. |
Aan de rand van het strand. Met illustraties van The Tjong-Khing. Averbode, Altiora, 1997. |
En met Anna? Amsterdam, Querido, 1999. |
Sigi. Met illustraties van Patrick Storms. Averbode, Altiora, 2003. |
Sigi 2. Met illustraties van Patrick Storms. Averbode, Altiora, 2004. |
Met mij gaat alles goed & En met Anna? Amsterdam, Querido, 2005. (Bundeling) |
Veel liefs van Michaël. Amsterdam, Querido, 2005. |
Slecht. Amsterdam, Querido, 2007. |
Goed bezig, Sigi! Amsterdam, Querido, 2008. |
Sigi & Julia. Amsterdam, Querido, 2009. |
Ik ben Alice. Amsterdam, Querido, 2010. (Slash) |
De nacht van 2 april. Met illustraties van Peter Simoen. Amsterdam, Querido, 2012. |
Over Jan Simoen
|
Selma Niewold, [over Met mij gaat alles goed]. In: de Volkskrant, 20-12-1996. |
Lieke van Duin, [over Met mij gaat alles goed]. In: Trouw, 26-2-1997. |
Luc Lannoy, De schrijver als verteller en manipulator. In: Leesidee, jaargang 4 (1998), nr. 2, blz. 59. |
Quirin van Os, Zeg voortaan nooit meer ‘te laat’. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 12 (1998), nr. 46, blz. 227-238. |
Joke Linders, ‘Een verhaal moet altijd van binnenuit komen’. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 12 (1998), nr. 46, blz. 239-244. |
Luc Lannoy, En met Anna? Niet zó goed. In: Leesidee, jaargang 5 (1999), nr. 10, blz. 458. |
Selma Niewold, [over En met Anna?]. In: de Volkskrant, 10-12-1999. |
Joke Linders, [over En met Anna?]. In: Algemeen Dagblad, 4-2-2000. |
Peter de Boer, [over En met Anna?]. In: Trouw, 25-3-2000. |
Annemie Leysen, Borsten niet groter dan twee erwten op een plankje. In: De Morgen, 26-10-2005. [over Veel liefs van Michaël] |
Thomas de Veen, Oorlogstrauma's en een kind. In: KidsWeek, 13-1-2006. |
Jet Marchau, Veel liefs van Michaël. In: De Leeswelp, 1-2-2006. |
Ann Vertongen, ‘Ik ben wel weird, maar niet gek, snap je’. In: De Leeswelp, 1-11-2007. [over Slecht] |
Annemie Leysen, Sterke jeugdboeken die laveren tussen verfrissende humor en beklemmende tragiek. In: De Morgen, 7-11-2007. |
Annelies De Waele, (Geen) goed en slecht. In: Knack, 23-1-2008. [over Slecht] |
Veerle Vanden Bosch, Spiegeltje, spiegeltje. In: De Standaard, 25-1-2008. [over Slecht] |
Jaap Friso, Ik heet Sigiswald en daar kan ik niets aan doen. Op: www.jaapleest.nl, 30-10- |
| |
| |
2009. [over Goed bezig, Sigi!] |
Patrick Jordens, Veel meer dan een schelmenroman. In: De Morgen, 5-11-2008. [over Goed bezig, Sigi!] |
Jaap Friso, Leerkrachten zijn ook mensen. Op: www.jaapleest.nl, 25-10-2009. [over Sigi & Julia] |
Patrick Jordens, Een genot voor oog en oor. In: De Morgen, 4-11-2009. [over Sigi & Julia] |
Vanessa Joosen, Koekjes, rondjes en vierkantjes. In: De Standaard, 6-11-2009. [over Sigi & Julia] |
Jaap Friso, Alice vecht met alles. Op: www.jaapleest.nl, 18-10-2010. [over Ik ben Alice] |
Annemie Leysen, De pijn van het groeien. In: De Morgen, 10-11-2010. [over Ik ben Alice] |
Jaap Friso, Als het net even anders was gelopen. Op: www.jaapleest.nl, 4-11-2012. [over De nacht van 2 april] |
Kathleen Vereecken. ‘Ik ben blij met wat ik gehad heb’. In: De Standaard, 22-12-2012. [interview] |
Vanessa Joosen. Geheimen onder het zand. In: De Standaard, 10-1-2013. [over De nacht van 2 april] |
Thomas de Veen. Wie tien is, is almachtig in zijn hoofd. In: NRC Handelsblad, 18-1-2013. [over De nacht van 2 april] |
Websites
|
www.jansimoen.com |
www.leesplein.nl |
www.vilakakelbont.be |
92 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2013
|
|