| |
| |
| |
Atie Siegenbeek van Heukelom
door Janneke van der Veer
Foto: Familiearchief Siegenbeek van Heukelom
Agatha Abrahamina (Atie) Siegenbeek van Heukelom werd op 11 april 1913 geboren als dochter van een Rotterdamse huisarts. Net als haar twee jaar oudere zus Bep tekende ze veel in haar kindertijd. Hoewel haar maatschappelijke achtergrond het niet noodzakelijk maakte, koos ze voor een carrière waarmee ze in haar eigen levensonderhoud kon voorzien. Op haar zeventiende verhuisde ze naar Amsterdam om daar aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs enige tijd de opleiding binnenhuisarchitectuur te volgen. In de jaren 1934-1936 vervolgde ze haar studie in Berlijn, waarna ze deze in München voltooide.
In 1938 keerde ze terug naar Nederland. Korte tijd werkte ze als etaleur bij de Bijenkorf, daarna kon ze in Amsterdam aan de slag bij het reclamebureau Co-op 2 van Paul Guermonprez en zijn echtgenote Trude Jalowetz. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte ze betrokken bij het verzet. In 1944 werd ze opgepakt, waarna ze via Kamp Vught en werkkamp Reichenbach terechtkwam in het concentratiekamp Ravensbrück.
Na de oorlog besloot ze als freelancer te gaan werken. Dankzij contacten via de Gebonden Kunsten federatie (GKf) verwierf ze uiteenlopende opdrachten. Zo verzorgde ze illustraties voor Denken en Doen, het tijdschrift van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, deed ze reclamewerk, ontwierp ze borduurpatronen en tekende ze prentbriefkaarten voor het Nederlands Comité voor Kinderpostzegels. In deze periode begon ze ook
| |
| |
met het illustreren van kinderboeken. Haar debuut maakte ze in Kleine Kauri en Lappi (1947) van Stefan Júlíusson. Voor enkele boeken verzorgde ze ook de tekst.
Ook anderszins boeiden jeugdboeken haar. Ze bracht een grote, internationale collectie prentenboeken bijeen waarin tal van bijzondere uitgaven zijn opgenomen. Deze verzameling maakt tegenwoordig deel uit van de Bijzondere Collecties van de Universiteitsbibliotheek Amsterdam.
Atie Siegenbeek van Heukelom bleef tot op hoge leeftijd doorwerken. In de loop van de jaren negentig keerde ze terug naar de richting die ze aanvankelijk koos: binnenhuisarchitectuur. Op 14 februari 2002 overleed ze in Amerongen, waar ze sinds de jaren zestig woonde.
| |
Werk
Atie Siegenbeek van Heukelom illustreerde ruim tien kinder- en jeugdboeken, waaronder de bloemlezing Rood-wit-blauw (1957) - kindergedichten verzameld door Mies Bouhuys -, De eerste schoolreis (1961) van Janke Siebenga, Het laantje met de lindeboom (1972) van Leonie Kooiker en verschillende schoolboekjes. Tevens maakte ze enkele beeldverhalen; voor het kindertijdschrift Kris Kras tekende ze bijvoorbeeld halverwege de jaren zestig ‘Leentje Loos’ en ‘Familie Kipstra’, en voor het Utrechtsch Nieuwsblad eind jaren zestig ‘Catootje, Pien en Petra’.
Als inspiratie voor haar tekeningen gebruikte ze foto's; vrijwel nooit tekende ze uit haar hoofd. Qua techniek paste ze zowel het aquarelleren als de lijntekening toe, en een enkele keer de gouache. Het zwart van Oost-Indische inkt combineerde ze vaak met zachte kleuren. Haar veelal schetsmatige tekeningen zijn speels en humoristisch. De vlotte tekenhand die eruit spreekt, doet denken aan Jo Spier, wiens werk Atie Siegenbeek van Heukelom nogal bewonderde.
Tot haar oeuvre behoren ook enkele door haarzelf geschreven kinderboeken. Het eerste vindt zijn oorsprong in 1956: onder de naam ‘tante Atie’ schreef ze dagelijks als troost een brief aan Bernard, het zieke zoontje van een vriendin. Daarin vertelde ze over de vijf katten in haar tuin. De geestige verhaaltjes voorzag ze van expressieve tekeningen in de aquareltechniek. In 1964 werd ‘Brieven aan Bernard’ als strip opgenomen in Het Stadsblad. Datzelfde jaar verscheen bij Kris Kras Uitgeversmaatschappij NV een boekuitgave. Een tweede kinderboek van haar hand is Arabella de hemelkat, in 1966 uitgegeven door Kris Kras. Dit verhaal, net als Brieven aan Bernard met handgeschreven tekst, gaat over een kat die al acht jaar dood is, in de kattenhemel woont, nog een keer bij haar vroegere vrouwtje gaat kijken en pas terugkeert naar de kattenhemel als de vrouw een nieuwe poes
| |
| |
Illustratie uit Arabella de hemelkat
gevonden heeft. In 1973 verscheen bij uitgeverij Lemniscaat een door Atie Siegenbeek van Heukelom geschreven en geïllustreerd boek over een familie die zich inzet voor het milieu: Het Wereld Wonder, of de familie Fluite protesteert.
| |
Waardering
In de vakliteratuur is nauwelijks aandacht besteed aan het werk van Atie Siegenbeek van Heukelom. De besprekingen in kranten en tijdschriften beperken zich veelal tot Brieven aan Bernard (1964) en Arabella de hemelkat (1966). Over het algemeen zijn de recensies positief. Zo is Arabella de hemelkat door een aantal critici uitgeroepen tot ‘De keuze der kritiek; het beste kinderboek van 1966’, een bekroning die een reactie was op het feit dat een vakjury in dat jaar geen enkel boek geschikt achtte voor de prijs Kinderboek van het Jaar. Arabella de hemelkat is bovendien opgenomen in de selectie van de 50 bestverzorgde boeken van 1966.
De recensent van Elseviers Weekblad noemt Brieven aan Bernard ‘een juweel van een boekje’. Naar aanleiding van Arabella de hemelkat schrijft een redacteur van Eva: ‘De tekeningen van de schrijfster, die ook het bijzondere geestige boekje Brieven aan Bernard maakte, vormen met de tekst een uitstekend geheel.’ J.C. Villerius (Nieuwe Rotterdamsche Courant) noemt Arabella de hemelkat op het eerste gezicht ‘een charmant stukje werk’, maar hij maakt ook kanttekeningen. Deze betreffen onder meer het door elkaar gebruiken van de tegenwoordige en de verleden tijd, alsmede de toepassing van de term ‘kattenhemel’. Dit laatste ziet Villerius als een uiting van het ‘krampachtige streven naar originaliteit, dat rusteloze zoeken naar altijd weer nieuwe vondsten [dat er de oorzaak van is] dat het absurdste in verhalen voor kinderen nog niet absurd genoeg schijnt te zijn’.
De bewaard gebleven fanmail vormt een bewijs van de populariteit van de boekjes bij de lezers. In 2001 verscheen op initiatief van een neef, Jan Siegenbeek van Heukelom, in eigen beheer een herdruk van beide uitgaven. Van Arabella de hemelkat verscheen tevens een vertaling in het Engels: Arabella, the heavenly cat (1969).
Het Wereld Wonder, of de familie Fluite protesteert (1973) trok de aan- | |
| |
dacht van Simon Carmiggelt. Onder het pseudoniem Kronkel wijdde hij er in Het Parool een column aan, waarin hij de pedagogische boodschap van het verhaal op de korrel neemt. Hij noemt de poging van Atie Siegenbeek van Heukelom om kinderen bewust te maken van milieuproblemen ‘glimlachende indoctrinatie’.
| |
Bibliografie
Door Atie Siegenbeek van Heukelom geschreven en/of geïllustreerde boeken voor volwassenen (keuze)
|
In vogelvlucht; inleiding tot de geschiedenis van de vrouwenbeweging in Nederland (1949); Burgerschap en Burgerzin (1951); Uw paranimf (ca. 1958); Bevrijdingsfeest 5 mei 1960 (1960); Het goud van Caxamalca (1960); Textielkennis (1962); Er zitten zóveel mogelijkheden in zitten (1966); Amsterdam in kruisjes (1969); Schellekoorden in kruisstreek (1970); Artis in kruisjes (1971); Laat ons niet in de steek (1978); Leren lesgeven in volksdansen (1980); Zo ben je daar: kampervaringen (1981); Het dialect voor de adel (1985); Volksdansen, een uitingsvorm. |
Door Atie Siegenbeek van Heukelom geschreven en geïllustreerde jeugdboeken
|
Brieven aan Bernard. Amsterdam, Kris Kras Uitgeversmaatschappij, 1964. |
Arabella de hemelkat. Amsterdam, Kris Kras Uitgeversmaatschappij, 1966. |
Het Wereld Wonder, of de familie Fluite protesteert. Rotterdam/Lemniscaat, [1973]. |
Door Atie Siegenbeek van Heukelom geïllustreerde jeugdboeken
|
Stefan Júlíusson, Kleine Kauri en Lappi; een IJslands kinderverhaal voor kinderen van 7-9 jaar. Amsterdam, ‘Keizerskroon’, [1947]. |
A.D. Hildebrand (samenst.), Ons jeugdboek; een bonte verzameling spannende verhalen, spelletjes, knutselwerkjes, puzzels en wetenswaardigheden voor onze jongens en meisjes. Amsterdam, Het Parool/N.V. De Nieuwe Pers, [1954]. |
Greet Oenema, Hand in hand; methode voor het aanvankelijk lees- en taalonderwijs. Amsterdam, J.F. Duwaer & Zonen, [ca. 1955]. |
Mies Bouhuys, Zo leren wij lezen; methode voor het aanvankelijk lees- en taalonderwijs voor de Christelijke school. Zes delen. Amsterdam, J.F. Duwaer & Zonen, [1956-1958]. |
Mies Bouhuys, Rood-wit-blauw; bloemlezing kindergedichten voor de Lagere School. Amsterdam, J.F. Duwaer & Zonen, 1957. |
Mies Bouhuys, In spin, de school gaat in; voorlopertje. Amsterdam, J.F. Duwaer & Zonen, [1958]. |
Guillaume van der Graft, De twaalfjarige in de tempel; bloemlezing religieuze gedichten voor school en thuis. Amsterdam, J.F. Duwaer & Zonen, 1958. |
Henriette Wijdeveld, Zo leren wij lezen; methode voor het aanvankelijk lees- en taalonderwijs voor de R.K. school. Zes delen. Amsterdam, J.F. Duwaer & Zonen, [ca. 1960]. |
Janke Siebenga, De eerste schoolreis. Den Haag, Van Goor Zonen, [1961]. |
Toos Blom, Doe je mee, Paul?. Den Haag, Van Goor Zonen, [1962]. |
P. Joh. Zonruiter, Rekenboek. Twee delen. Meppel, H. ten Brink, Voor hart, hoofd en handen [1962-1963]. |
Marijke van Bolhuis, In de bloementuin. Den Haag, Van Goor Zonen, [1964]. |
Leonie Kooiker, Het laantje met de lindeboom. Rotterdam, Lemniscaat, 1972. |
Over Atie Siegenbeek van Heukelom (keuze)
|
Dick Dooijes, Nederlandse illustrators (2): Atie Siegenbeek van Heukelom. In: Drukkersweekblad, jaargang 48 (1960), nr. 3, blz. 82-83. |
Guus Inckel, Illustratrice, een gezellig beroep. Over Jenny Dalenoord, Alie Buitenkant-Evers, Rie Kooyman, Jettie Treumann-Oli- |
| |
| |
vier, Atie Siegenbeek van Heukelom en Fiep Westendorp. In: Vrouwenpost, jaargang 14 (1957), nr. 2, blz. 78-81. |
[Anoniem], Poesen, olifanten, apen. In: Elseviers Weekblad, 1-8-1964. |
[Anoniem], Arabella de hemelkat. In: Eva, 29-10-1966. |
J.C. Villerius, Een hemelkat op aarde. In: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28-10-1967. |
J.F. Wentzel, Arabella en de Miezelmannen. In: Ons gezin; maandblad onder red. v/d Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting en Gezinsleiding, jaargang 34 (1968), nr. 1, blz. 6-9. |
Kronkel [= Simon Carmiggelt], Milieu. In: Het Parool, 22-5-1973. |
Atie Siegenbeek van Heukelom, Zeven maanden in Duitse concentratiekampen. In: ICODO-info, jaargang 2 (1995), nr. 1, blz. 7-37. |
Jolande Withuis, De gekleurde draadjes kwamen uit de kleren van andere gevangenen. Borduren om het kamp te overleven. In: Opzij, mei 1995, blz. 16-21. |
Jolande Withuis, Hoera! Kleur!. In: NRC Handelsblad, 12-4-2002. |
Koosje Sierman, Dwarsverbanden. Voor de liefhebbers van Atie Siegenbeek van Heukelom. In: Compres; vaktijdschrift voor grafisch management, jaargang 27 (2002), nr. 11, blz. 18-21. |
Kroon & Wagtberg Hansen, Den Haag, Atie Siegenbeek van Heukelom. Verzet en vrouwenemancipatie. Op: http://adviz.nl/nl/wiki/atie-siegenbeek-van-heukelom/. |
Janneke van der Veer, Leven, werk en verzameling van Atie Siegenbeek van Heukelom. In: Boekenpost, jaargang 21 (2013), nr. 128, blz. 8-11. |
96 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2014
|
|