Werk
Walter Scott was al vroeg geinteresseerd in oude volksverhalen en balladen. Zijn literaire carrière begon dan ook met het vertalen van balladen van onder anderen Bürger en Goethe. In 1802 en 1803 verscheen Minstrelsy of the Scottish border, een lang gedicht waarmee hij groot succes had. Er volgden meer gedichten, allemaal even succesrijk - totdat Byron zijn eerste werk publiceerde. Scott erkende in hem zijn meerdere en stopte met het schrijven van poëzie.
Hij richtte zich nu volledig op het schrijven van romans, waarvan de eerste, Waverly, in 1814 verscheen. De stof ontleende hij meestal aan de Schotse of Engelse geschiedenis. Van zijn Schotse romans wordt The Heart of Midlothian als de beste beschouwd. Van de romans die in Engeland spelen, zijn Ivanhoe en Kenilworth de bekendste. Naast deze Engelse en Schotse romans schreef hij ook nog vier kruisvaardersromans en twee romans die op het Europese continent spelen.
Walter Scott was een slecht stylist. ‘Hij stapelde bijzinnen en tussenzinnen op elkaar alsof de punt nog niet bestond,’ aldus Maarten 't Hart in een essay. De intrige in zijn romans is over het algemeen zwak, iets wat hij zelf toegaf en waarmee hij in Old Mortality de spot dreef. In een artikel in Bzzlletin schreef Gerard de Vries dat zijn romans niettemin de indruk wekken, hecht van structuur te zijn. Hij was echter vooral een groot verteller; zijn boeken hebben tempo, humor en actie. Hij was een meester in het beschrijven van massascènes.
Walter Scott wordt gezien als een schrijver van historische romans. Toch gaat het in zijn werk niet in de eerste plaats om het verbeelden van het verleden: historische gebeurtenissen vormen in zijn romans slechts een achtergrond voor de hoofdfiguren, waar in feite alles om draait. Deze hoofdfiguren zijn meestal vertegenwoordigers van de bezittende klasse, mensen met landgoederen en met een uitgebreide, adellijke stamboom. Eer en maatschappelijk aanzien zijn voor hen belangrijke waarden; hun gedrag wordt bepaald door de verplichtingen die stand en afkomst opleggen. Het zijn meestal aardige lieden; hun slechtste karaktereigenschappen zijn ijdelheid, koppigheid en strengheid, - verder zijn ze tamelijk kleurloos. De bijfiguren wist Scott beter tot leven te brengen, met name door karakteristieke dialogen.
Onderscheid tussen goed en kwaad bestaat er niet in de romans van Scott. Doordat eer en maatschappelijk aanzien het belangrijkst zijn voor de hoofdfiguren, wordt de keuze voor een partij niet bepaald door principes maar door omstandigheden. Twijfel over de gemaakte keuze blijft voortdurend aanwezig. Maarten 't Hart: ‘Scotts grootheid als schrijver ligt