Illustratie van Ietje Rijnsburger uit Nu is 't welletjes, zei mijn vader
In Nederland zijn drie boeken van Schins verschenen. Nu is 't welletjes, zei mijn vader (1985) is een autobiografisch verhaal over haar jeugdervaringen tussen 1950 en 1960. Met name het leven in een groot, hecht gezin neemt in dit boek een belangrijke plaats in. Ze vertelt over de voortdurende strijd om de aandacht van de ouders, de drang je te willen onderscheiden, het gekissebis over huishoudelijke karweitjes en vooral over het gevoel van eenzaamheid, juist binnen zo'n grote groep kinderen. Ook de positieve kanten van het opgroeien met negen broers en zussen komen aan bod: de gezelligheid, de steun die je ondervindt van de anderen, het saamhorigheidsgevoel en de geborgenheid. In de periode die ze beschrijft - die tussen haar zevende en zeventiende jaar - overleed plotseling de huishoudster, de vrouw die zij als haar tweede moeder zag. Deze onverwachte dood maakte grote indruk op haar. Naast gezinsperikelen beschrijft ze hoe het was om op te groeien in de jaren vijftig. Ze vertelt over verjaardagspartijtjes, de toneelvereniging, de middelbare school en de rol van de kerk.
Ik ben niet alleen van mezelf (1989) speelt ook in de jaren vijftig. Centraal staat opnieuw het opgroeien in een rooms-katholiek gezin dat zich niet al te strak aan de regels van de kerk houdt. De toon is echter persoonlijker en er ligt meer nadruk op zaken buiten het gezin. Schins legt daarmee een tijdsbeeld vast, maar tegelijk heeft het boek een universeel karakter, door de beschrijving van de problematiek van een opgroeiend meisje, die van alle tijden is.
In Het gebeurde op een dag (1988) wordt de plotselinge dood van de broer van de hoofdpersoon, de twaalfjarige Iekie, beschreven. Haar ouders hebben hun handen vol aan hun eigen verdriet en verliezen dat van hun dochter uit het oog. Iekie vindt troost bij haar opa; haar oma helpt bij het aanvaarden van de gebeurtenissen.