| |
| |
| |
Richard Scarry
door Judith Eiselin en Robert Gooijer
Richard McClure Scarry werd op 5 juni 1919 geboren in Boston, Massachusetts. Zijn opleiding verliep aanvankelijk stroef. Na een weinig succesvolle lagere schooltijd brak hij zijn opleiding aan een business school in Boston voortijdig af. Pas na verscheidene pogingen tot toelating werd hij aangenomen bij de Boston School for Fine Arts, waar hij van 1938 tot 1941 studeerde. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog brak hij ook deze studie af voor een opleiding tot officier, waarna hij enige tijd in Noord-Afrika en Italië vertoefde. Als art director, redacteur, schrijver en tekenaar was hij betrokken bij tijdschriften die het moreel onder de troepen moesten versterken. Daarnaast tekende hij landkaarten.
Na de oorlog verhuisde Scarry naar New York waar hij zich als commercieel tekenaar vestigde. In 1946 kreeg hij de opdracht een kinderboek te illustreren, The Boss of the Barnyard. Daarna verrichtte hij regelmatig freelance werk als kinderboekenillustrator, waarbij hij samenwerkte met de schrijvers Kathryn en Byron Jackson. In deze periode ontmoette Scarry kinderboekenschrijfster Patricia Murphy met wie hij in 1949 trouwde. Zij verhuisden naar Ridgefield, Connecticut, waar Scarry in 1951 zijn eigen kinderboeken begon te maken (The Great Big Car and Truck Book).
Scarry's eerste commerciële succes, Best Word Book Ever (Mijn leuke woordenboek) uit 1963, is karakteristiek voor een groot deel van zijn oeuvre. Het is een woordenboek in plaatjes met ruim 1400 woorden. Het concept bleek zeer aan te slaan. Daarna produceerde hij ieder jaar een aantal geïllustreerde boeken. Zijn boeken zijn in 28 talen vertaald en bereikten een totale oplage van meer dan 100 miljoen exemplaren.
In 1969 verhuisde het gezin Scarry met zoon Richard ‘Huck’ Scarry, tegenwoordig zelf kinderboekenschrijver en -illustrator, naar Gstaad, Zwitserland.
Scarry kreeg in 1976 voor Richard Scarry's Great Steamboat Mystery (Mijn leuk avonturenboek) een nominatie voor de Edgar Allan Poe Award for Children's Mystery.
Hij overleed op 30 april 1994 in Gstaad.
| |
Werk
Richard Scarry verbeeldt de wereld steeds op dezelfde manier. Hij gaat uit van de alledaagse werkelijk- | |
| |
heid, waarbij dieren de plaats innemen van mensen. Hij heeft een voorkeur voor kleine, gedetailleerde tekeningen waarop de dieren druk bezig zijn met allerlei menselijke activiteiten. Zij werken als postbode, stratenmaker, tandarts en brandweerman - beroepen of functies die kinderen ook in hun directe omgeving aantreffen. Hij ontdoet de dieren van hun werkelijke eigenschappen, geeft ze kleren en laat ze rechtop lopen. Geüniformeerde kattenbewakers in de dierentuin kunnen zonder conflicten omgaan met de muizen die de dierentuin bezoeken. In de hokken van de dierentuin daarentegen zijn leeuwen en tijgers te zien in hun rol van dier. In de slagerij verkoopt een varken met een schort voor spek en worsten. Omdat Scarry zijn informatie op een vermakelijke manier wil overbrengen, vindt hij dit soort inconsequenties irrelevant. In interviews benadrukt hij steeds het educatieve doel van zijn werk. Dierfiguren in de rol van mensen zouden de indentificatiemogelijkheden voor het kind versterken. Scarry gebruikt veel, deels exotische diersoorten, maar heeft een voorkeur voor katten, konijnen, varkens en beren.
Zijn bekendste boeken Mijn leuk wereldje (1965), Mijn leuk ABC (1966) en De mensen van Bezigstad (1978) zijn encyclopedisch van opzet. Scarry toont een bepaald onderwerp en laat alle personen, objecten en activiteiten zien die daarmee te maken hebben. Bij alle voorwerpen en personen staat de naam of het beroep vermeld, soms wordt in een paar zinnen de werking van iets uitgelegd. Hoewel sommige onderwerpen Scarry's voorkeur hebben (auto's, branden en grootschalige verkeersongelukken), zijn de boeken breed van opzet. Hij behandelt elementaire zaken als cijfers, letters, kleuren en vormen. Ook ingewikkelder begrippen komen aan bod, zoals het bouwen van huizen en de werking van machines. Slechts zelden is er sprake van dramatische ontwikkeling in het verhaal of de uitwerking van karakters. Alles draait om de informatieoverdracht. Scarry heeft een aantal centrale karakters die, zoals in Mijn leuk ABC, telkens terugkomen, maar ook dan gaat het om de onderwerpen en niet om de karakters.
In Scarry's latere werk krijgt de tekst een iets belangrijker rol toebedeeld en maakt hij gebruik van een verhaallijn, zoals in 't Zit in de lucht (1971). Maar ook daar dient het katje Hukkie, de hoofdpersoon, voornamelijk om de lezer van locatie naar locatie te voeren. Van Hukkie weet de lezer slechts enkele details, bijvoorbeeld wie zijn familieleden zijn. Aan het eind van het verhaal heeft Hukkie geen ontwikkeling doorgemaakt. Scarry bedient zich ook vaak van een kunstmatig of abrupt einde: een gezamenlijke maaltijd waarbij alle personen die in het boek voorkwamen aanwezig zijn, een wijze raad van
| |
| |
Uit Mijn eerste leesboek
de alwetende verteller of één van Scarry's geliefde, slapstick-achtige verkeersongelukken. Ook in de sprookjesboeken van Scarry, Goudlokje en de drie beren (1979) en De wolf en de zeven geitjes (1979), blijft de tekst summier.
Hoewel het vergroten van de woordenschat van zijn lezers Scarry's eerste doel is, lijkt hij de lezers juist vanwege de moralistische raadgevingen en de nadruk op goede manieren ook te willen opvoeden. Al Scarry's figuurtjes zijn braaf en oppassend, met als uitzondering de aap Bananen Bennie. Zijn hardnekkige neiging tot diefstal van bananen leidt ertoe dat hij in De mensen van Bezigstad wordt gearresteerd. Een verblijf in de gevangenis brengt hem tot het inzicht dat hij andermans eigendommen moet respecteren.
Er is in Scarry's schrijverschap en in de stijl van zijn tekeningen geen opvallende ontwikkeling aan te wijzen. Alle boeken bevatten eenzelfde stramien.
| |
Waardering
De in het Nederlands vertaalde boeken van Richard Scarry zijn vaak samengesteld uit verschillende Amerikaanse boeken, waardoor veel uitgaven niet echt ‘nieuw’ zijn. Door de Nederlandse critici is zijn werk sinds 1980 veelal genegeerd. De huiselijke, brave uitstraling van Scarry's werk is in de jaren zeventig door veel Nederlandse en Europese critici veroordeeld. Scarry zou zijn publiek een traditioneel rollenpatroon voorhouden, vooral wat de positie van de vrouw aangaat. Ook zijn verbeelding van een technocratische maatschappij, met veel auto's en fabrieken, werd niet gewaardeerd. De Zweedse recensente Ulla Hammer typeerde zijn werk als volgt: ‘Scarry's maatschappij is een vrijwel hiërarchisch opgebouwd patriarchaat [-]. Scarry's boeken hebben de functie van een leermethode van een ontmenselijkte, door de techniek beheerste mannenmaatschappij’.
Als Scarry in 't Zit in de lucht een kennelijke poging tot maatschappijkritiek onderneemt, suggereert de Volkskrant dat de luchtvervuiling in het boek meer te maken heeft met de dikke sigaar van Pappa Kat dan met de walmende fabrieken die op de achtergrond te zien zijn. Anderen
| |
| |
betitelden zijn werk als te fantasievol en vonden dat hij te gesimplificeerde informatie biedt (J. Winnips). In Nederland was Miep Diekmann positief. Zij schreef over Mijn leuk wereldje dat kinderen dankzij dit boek inzicht krijgen in de werking en samenhang van de hen omringende dagelijkse omgeving. Ook roemde zij het ‘werkelijk magnifieke evenwicht tussen illustraties en tekst’.
De Amerikaanse critici waren in het algemeen positiever. Norah Smaridge noemde het ontkennen van Scarry's kwaliteiten een vorm van ‘intellectual snobbery’. Zij meende dat Scarry's aantrekkingskracht voor kinderen ligt in de overeenkomsten die zijn boeken vertonen met zogenaamde ‘comic strips’, waarin de illustraties eenzelfde beweeglijkheid vertonen.
Elaine Moss prees zijn verbeeldingskracht, zijn humor en de veilige, gezellige sfeer in de tekeningen. Opvallend is dat Scarry's tekeningen en visuele grapjes internationaal gezien op meer waardering kunnen rekenen dan zijn teksten, die doorgaans stijfjes, braaf en oppervlakkig worden gevonden.
| |
Bibliografie
Niet in het Nederlands vertaald
|
Great Big Car and Truck Book (1951), Nursery Tales (1958), The Hickory Dickory Clock Book (1961), My First Word Book (1986), Richard Scarry's Simple Simon and Other Rhymes (1988), Watch Your Step, Mr Rabbit! (1991), Huckle Cat's Busiest Day Ever (1993). |
In het Nederlands vertaald werk
|
Rabbit and His Friends (1953): Rolle bolle beest. Vertaald door Annie M.G. Schmidt. Amsterdam, De Bezige Bij, 1959. |
Best Word Book Ever (1963): Mijn leuk woordenboek. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1964. |
Busy Busy World (1965): Mijn leuk wereldje. Bewerkt door J. Peels. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1969. |
Storybook Dictionary (1966): Mijn leuk ABC. Bewerkt door W.K. Goderis. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1969. |
The Early Bird (1968): Kijk en lees met Scarry. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1978. |
What Animals Do (1968): Wat de dieren doen. Amsterdam, De Bezige Bij, 1970. |
Richard Scarry's Great Big Schoolhouse (1969): Mijn leuk schooltje. Bewerkt door J. Peels. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1970. |
Richard Scarry's ABC Word Book (1971): Eerste woordenschat. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1980. |
Richard Scarry's Great Big Air Boek (1971): 't Zit in de lucht. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1981. (In 1978 herdrukt onder de titel Mijn leuk Scarryboek.) |
Great Big Mystery Book (1972): Mijn leuk avonturenboek. Vertaald door R. Vliek. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1979. |
Funniest Storybook Ever (1972): Mijn leuk verhalenboek. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1980. |
Richard Scarry's Best Counting Book Ever (1975): Mijn leuk getallenboek. Bussum, Van Reemst, 1976. |
Busiest People Ever (1976): Het drukke volkje van Bezigstad. Bussum, Van Reemst, 1977. |
Learn To Count (1976): Tel je mee? Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1978. |
Richard Scarry's Lowly Worm Sniffy Book (1978): Rinus rups vertelt. Vertaald door H. van den
|
| |
| |
Heuvel. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1980. |
Postman Pig and His Busy Neighbours (1978): Lezen met Pietje Postbode. Vertaald door H. van den Heuvel. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1980. |
Busy Town, Busy People (1978): De mensen van Bezigstad. Bewerkt door A. van Luyk. Bussum, Van Reemst, 1978. |
Richard Scarry's Best First Book Ever (1979): Eerste kijk en lees boek. Vertaald door J.G. Steur. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1980. |
Goudlokje en de drie beren. Vertaald door J.G. Steur. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1979. |
De wolf en de zeven geitjes. Vertaald door J.G. Steur. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1979. |
Boeken geïllustreerd door Richard Scarry
|
Kathryn Jackson, Kerstverhalen van Richard Scarry. Bewerkt door J. Peels. Antwerpen, Zuid Nederlandse Uitgeverij, 1973. |
K. en B. Jackson, Het feestvarken. Bewerkt door H.G. Hoekstra. Amsterdam, De Bezige Bij, 1959. |
Leah Gale, De beesten van boer Jansen. Bewerkt door Annie M.G. Schmidt. Amsterdam, De Bezige Bij, 1965. |
M.W. Brown, De kleine Indiaan. Bewerkt door H.G. Hoekstra. Amsterdam, De Bezige Bij, 1965. |
R. Miller/N Nolte, Het Koekemannetje. Bewerkt door Annie M.G. Schmidt. Amsterdam, De Bezige Bij, 1959. |
Over Richard Scarry
|
L. Kingman, Illustrators of Children's Books 1957-1966. Boston, The horn book Inc, 1968. |
M.E. Ward, Authors of Books for Young People. Metuchen NJ., The Scarecrow press, 1971. |
A. Commire, Something About the Author, vol 2. Detroit, Gale research company, 1971, blz 218-221. |
D. Demontreville, Third Book of Junior Authors. New York, The H.W. Wilson company, 1972, blz 251-252 |
J. Winnips, Wil u nog gestampte wolf? In: Kleuteropvoeding, jaargang 51 (1972), nr. 10. |
Norah Smaridge, Richard Scarry. In: Famous Author-Illustrators for Young People. Dodd, Mead and company, 1973. |
Elaine Moss, Richard Scarry. In: Signal. South Woodchester, Thimble press, 1974. |
J. Wintle, The Pied Pipers. New York, Paddington press Ltd, 1974, blz 64-77. |
Ulla Hammar, Het dierenboek als spiegel van de samenleving. In: De werkelijkheid in beeld. Reeks Buiten het Boekje, Den Haag, NBLC, 1982, deel 1, blz 7-37. |
Ria de Scheppert, Richard Scarry. In: Jeugdboekengids, jaargang 26 (1984), nr. 8. |
41 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1996
|
|