| |
| |
| |
An Rutgers van der Loeff-Basenau
door Hans Gosselink
An Rutgers van der Loeff werd geboren op 15 maart 1910 in Amsterdam. Haar vader, de eerste bacterioloog in Nederland, was een zwijgzame geleerde; haar moeder - een voor die tijd geëmancipeerde vrouw - was heel levenslustig. Zij zat boordevol initiatieven en was een geboren vertelster. An Basenau trouwde met haar jeugdvriend dr. Michaël (Miek) Rutgers van der Loeff. Zij kregen vier kinderen.
Naar het voorbeeld van haar moeder - en soms in samenwerking met haar - begon ze met het vertalen van boeken. Dat zij ten slotte is uitgegroeid tot schrijfster, is mede te danken aan de stimulerende invloed van Han Brinkman van uitgeverij Ploegsma, al kwam het schrijven altijd voor haar op het tweede plan; het gezin ging voor.
An Rutgers van der Loeff heeft zich ook intensief beziggehouden met de promotie van het jeugdboek. Op latere leeftijd legde zij zich met name toe op het schrijven over oudere mensen en over tuinieren. Tuinieren was een hobby van haar op het door haar vader gebouwde huis ‘pax’.
Na de dood van haar man, in april 1982, werd het wonen op ‘pax’ haar te zwaar. In 1985 verhuisde zij naar het Rosa Spierhuis.
An Rutgers van der Loeff en haar man waren beiden lid van de Vereniging voor Euthanasie. Zij was er diep van overtuigd, dat een mens het recht heeft het leven in eigen hand te nemen, als dat leven geen zin meer lijkt te hebben. Op 19 augustus 1990 rondde zij haar leven af.
An Rutgers van der Loeff-Basenau heeft ook gepubliceerd onder het pseudoniem Rutger Bas. Zij is diverse keren voor haar werk bekroond, zo- | |
| |
wel in Nederland als in het buitenland. In 1968 kreeg zij de Nederlandse Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur voor haar gehele oeuvre. Daarnaast kreeg zij de volgende onderscheidingen:
- in 1955 de prijs van het Beste Jeugdboek van het Jaar gekozen door de cpnb voor Lawines razen.
- in 1957 de Deutscher Jugendbuchpreis, Auswahlliste voor Lawinen über dem Dorf.
- in 1958 de Deutscher Jugendbuchpreis, Auswahlliste voor Das verlorene Licht.
- in 1959 de Deutscher Jugendbuchpreis für das beste Sachbuch voor Pioniere und ihre Enkel.
- in 1959 de Medal in the Junior Book Award Program of the Boy's Club of America voor Avalanche.
- in 1960 de Deutscher Jugendbuchpreis, Auswahlliste voor Der Staudamm von Saint Sylvestre.
- in 1961 de anwb-prijs voor literair werk op toeristisch gebied samen met Jenny Dalenoord voor Gideons reizen.
- in 1966 de Österreichischer Staatspreis für Jugendliteratur voor Mensch oder Wolf...?
- in 1967 de Deutscher Jugendbuchpreis, Auswahlliste voor Mensch oder Wolf...?
- in 1971 de Gouden medaille van de stad Verona voor Uomo o Lupo?
- in 1976 de Premio Europeo di Letteratura Giovanile ‘Provincia di Trento’ voor De reus van Pech-zonder-end.
- in 1977 de Deutscher Jugendbuchpreis für das beste Jugendbuch voor Ich bin Fedde.
| |
Werk
An Rutgers van der Loeff wist informatie en documentatie over een bepaald onderwerp uitstekend te combineren met een boeiende en toch vaak nuchtere verteltrant. Zonder aan de eigen identiteit van An Rutgers van der Loeff tekort te doen, zou gezegd kunnen worden dat de onderzoeker in haar het ‘vaderlijk erfdeel’ was, de vertelster het ‘moederlijk erfdeel’. An Rutgers van der Loeff was een schrijfster, die in allerlei situaties de confrontatie tussen de mens en zijn medemens - soms de confrontatie tussen twee totaal verschillende werelden - op een boeiende wijze wist te beschrijven. Het duidelijkst komt dit tot uiting in Mens of wolf?, waarin de hoofdpersoon een psychologisch gevecht levert tegen het Hitlerregime, dat alleen maar tot afbraak kan leiden; ook in de moeilijkheden die de kinderen in De kinderkaravaan moeten overwinnen voor ze hun doel bereiken. In Gideons reizen en in Gewoon in het ongewone is het een botsing tussen rijk en arm, de confrontatie van de westerse wereld met de derde wereld.
Hoe boeiender een figuur of een onderwerp voor haar werd, des te gedrevener ging An Rutgers van der
| |
| |
Loeff te werk. Bij haar ontspanningsboeken, zoals Vals spoor in Waterland, Het uur van de Scapinezen en De reus van Pech-zonder-end toonde zij zich minder geïnspireerd.
Een aantal van haar boeken bevat autobiografische elementen. In Anna Menander schetst zij het leven van haar peettante Anna Alsing. Ook in De reus van Pech-zonder-end gebruikt zij elementen uit haar eigen leven. En in Alleen tegen alles de puberteit van haar zoon Paul.
Op latere leeftijd kreeg zij er behoefte aan minder serieus te werk te gaan en iets lichtvoetigers te schrijven. Ze schreef toen onder het pseudoniem Rutger Bas, een samenvoeging van Rutgers van der Loeff en Basenau, De reus van Pech-zonder-end en de boeken die daarbij hoorden.
Niet onvermeld mag blijven haar belang voor de schoolboekjes. In nauwe samenwerking met Andries Oldersma, schoolhoofd te Amsterdam, schreef ze voor die tijd heel vooruitstrevende schoolboeken. Ze ging zelf bij Oldersma in de klas zitten om contact te krijgen met haar ‘lezerspubliek’. Zo ontstonden o.a. Het wilde land/Iedersland, Lieverdjes en ijzervreters, Jimmy en Ricky en vele andere.
Tussen de bedrijven door bleef ze ook nog vertalen, zowel literatuur voor volwassenen als jeugdboeken.
Hoewel haar stijl zich in de laatste jaren enigszins heeft ontwikkeld, kan van An Rutgers van der Loeff niet worden gezegd dat zij mooi schreef. Maar de bewogenheid waarmee een onderwerp werd benaderd, woog ruimschoots op tegen het niet altijd even vlekkeloze taalgebruik.
| |
Kinderboeken
Zelf zei An Rutgers van der Loeff eens over het schrijven van kinderboeken: ‘Voor kinderen moet je helder schrijven. Je moet je grondig documenteren. Dat vraagt veel meer tijd dan het schrijven zelf. Kinderen willen boeken die echt zijn en spannend. Wat je over landen of achtergronden vertelt moet waar zijn. Kinderen hebben daar recht op. Ze zijn bovendien vaak kritischer dan volwassenen. Je moet hen niet onderschatten.’ (Gosselink/Gosselink, An Rutgers van der Loeff)
In bijna al haar boeken hield ze zich aan deze eis. Haar streven naar helderheid en volledigheid maakten haar verhalen soms wijdlopig, vooral in beschrijvingen van situaties en weergaven van gedachten. In haar verhalen klonk altijd de stem van de goedbedoelende vertelster. Zij stak de kinderen met haar idealisme een hart onder de riem. In haar meeste boeken vereenzelfdigde zij zich met de ‘underdog’, met volwassen of jonge mensen die het slachtoffer dreigden te worden - of reeds waren - van heersende krachten. Zo schreef ze over asociale milieus, kinderbescherming, rassendiscriminatie, de vredesgedachte, puberteit, lawines, gehan- | |
| |
dicapte kinderen, ontwikkelingshulp, vreemde volkeren, enz.
| |
De kinderkaravaan
Dit inmiddels klassieke kinderboek berust op een historisch gegeven. Bron: een kranteknipsel. Het is de beschrijving van de onmenselijk zware tocht van de zeven kinderen Sager door het noordwesten van Amerika. Na de dood van de beide ouders neemt John, de oudste jongen, de leiding op zich. Hoe goed An Rutgers van der Loeff zich toen al bewust was van het feit dat het verzamelen van documentatiemateriaal van essentieel belang was, bleek wel uit dit eerste kinderboek. Twee jaar lang bestudeerde ze oude kaarten en reisjournalen. Voor het schrijven van het boek had ze maar drie weken nodig. Het werd een van haar populairste boeken. Een Nederlands meisje schreef haar eens: ‘Mevrouw, heeft U een foto van John Sager van De kinderkaravaan? Ik ben verliefd op hem.’
| |
Mens of wolf?
De Oostduitse Lene Stoïke leeft met haar zoontje Erlof tijdens de oorlogsjaren in Silezië. Haar man is door de nazi's geïnterneerd. Het contrast van de rust van het mooie Silezië met het fysieke en psychische oorlogsgeweld speelt een belangrijke rol in het verhaal. Ontroerend wordt beschreven hoe Lene haar zoon opvoedt in de geest van menslievendheid en hoe zij hem telkens, zelfs in de meest wanhopige situaties,
Illustratie van Carl Hollander uit De kinderkaravaan
voorhoudt niet in iedere mens een wolf te zien. Lene laat zich door de afbraak om haar heen niet beïnvloeden. Zij blijft zich consequent richten op de opbouw van een nieuwe wereld. De kracht die zij uitstraalt is zo groot dat haar zoon Erlof en haar pleegzoon Bart niet anders kunnen dan haar volgen.
Het boek is gebaseerd op een ware gebeurtenis. Door haar zoon leerde An Rutgers van der Loeff ‘Lene Stoïke’ kennen. An Rutgers van der Loeff zei van haar: ‘Ik heb nooit een ander ontmoet die een zo diepe indruk op mij heeft gemaakt.’ (Margriet, 18-10-1974)
| |
| |
Het boek werd eerst bij Ploegsma uitgegeven en later bij Querido. Helaas is in de uitgave van Querido veel geschrapt.
| |
Lawines razen
Bij het ontstaan van dit boek speelde Han Brinkman van uitgeverij Ploegsma een grote rol. Hij wilde graag een jeugdboek over bergen en lawines. An Rutgers van der Loeff wilde er eerst niet aan beginnen. Zij hield helemaal niet van bergen, in tegenstelling tot haar man. Uiteindelijk ging ze toch naar Zürich om daar in de bibliotheek van alles over lawines en bergen te weten te komen. Op de terugreis bezocht zij het Pestalozzi-dorp. Dit was een internationaal kinderdorp voor slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Toen begon het verhaal voor haar pas te leven. In het boek biedt een groep jongens uit het Pestalozzi-dorp hulp, als een Zwitsers dorp door een lawine wordt getroffen.
De beschrijvingen van de lawines en hun gevaren zijn goed weergegeven. Maar nog meer indruk maakt het verantwoordelijkheidsgevoel en de troost die uit dit boek spreekt.
Het is opmerkelijk dat juist het boek waar ze aanvankelijk zo tegenop zag, haar de eerste cpnb-bekroning opleverde.
| |
An Rutgers van der Loeff en de jeugdliteratuur
An Rutgers van der Loeff is van onschatbare betekenis geweest voor de ontwikkeling van de
Illustratie van Bert Bouman uit Lawines razen
jeugdliteratuur in binnen- en buitenland. Niet alleen zijn haar boeken in veel landen vertaald en diverse malen bekroond, ook heeft zij mondeling en schriftelijk bij talloze gelegenheden haar zeer eigen mening gegeven over het goede kinderboek. In de geschiedenis van de jeugdliteratuur heeft zij zich een plaats verworven als een goed vertelster en als een van de pioniers van de na-oorlogse jeugdliteratuur. Deze auteurs wilden de jeugdige lezers niet langer afschermen van de harde realiteit. In hun verhalen wilden zij juist over de onzekerheden en de gebreken van de
| |
| |
volwassen wereld schrijven om kinderen geestelijk voedsel te geven en ze op te laten groeien tot evenwichtige volwassenen. An Rutgers van der Loeff zei in De druiven zijn zoet het volgende: ‘Ik wil iedereen wel naar het goede kinderboek slepen (...) Ik wil de kinderen iets in handen spelen (...) Spelen wel te verstaan, want lezen moet een plezier zijn (...) We moeten trachten vlucht te geven aan hun fantasie en hun inlevingsvermogen scherpen. Want armzalig is hij, die alleen maar in eigen schoenen kan staan.’
An Rutgers van der Loeff heeft ook meegewerkt aan de oprichting van het - inmiddels gestaakte - jeugdtijdschrift Kris Kras. In de jaren zeventig steunde ze de werkgroepen die een anti-autoritaire opvoeding voorstonden.
| |
Waardering
Afgemeten aan het aantal bekroningen dat haar ten deel is gevallen, heeft An Rutgers van der Loeff in binnen- en buitenland veel waardering geoogst voor haar werk. Ook de pers in binnen- en buitenland was grotendeels positief over haar werk. Men had met name veel lof voor de goede karaktertekeningen en de benaderingswijze van diverse sociale problemen in haar boeken. Ook had men waardering voor haar idealisme, dat vaak gepaard ging met een goed gevoel voor humor. Een paar uitspraken: ‘... sterk ideologisch...’ (Mens of wolf?); ‘... gezonde opvoedende waarde... mooie karaktertekeningen...’ (Rossy, dat krantenkind); ‘... humoristisch zeer sterk...’ (Lawines razen); ‘... groot evenwicht tussen onderwerp en compositie...’ (Gideons reizen).
Er waren ook andere geluiden: ‘... stijl niet erg fraai...’ (Mens of wolf?); ‘... flauwe en vaak onnatuurlijke gesprekken...’ (Lawines razen); ‘... breed uitgewerkt... oppervlakkige psychologie...’ (Gideons reizen).
Ook op principiële gronden kreeg An Rutgers van der Loeff minder waardering; met name de idil ‘... roemt de karakters, maar acht de dood van Pépé wel reëel maar minder gelukkig en heeft twijfels over het katholieke karakter van het verhaal...’ (Ze verdrinken ons dorp); ‘... nu zij direct een sexuele ethiek propageert die vanuit katholiek standpunt onaanvaardbaar is, moeten we helaas dit voortreffelijk geschreven boek afwijzen...’ (Alleen tegen alles).
In het algemeen heeft de pers veel lofvoor de wijze waarop zij serieus allerlei problemen in haar boeken verwerkt. Al is het feit dat An Rutgers van der Loeff zich door haar gedrevenheid wel eens laat meeslepen, niet altijd gunstig voor haar stijl. Ook blijft het een feit dat de progressieve benadering van haar onderwerpen, hoe goed ook, niet door iedereen even gunstig werd ontvangen.
Tot slot nog een ‘andersoortige’ waardering, die zij heeft ondervonden naar aanleiding van De kinderka-
| |
| |
ravaan. Toen An Rutgers van der Loeff bijna klaar was met haar manuscript, kreeg zij te horen dat er al jaren een boek in Nederland over dit onderwerp in omloop was. Het betrof De jonge held van Honoré Willsie Morrow. Haar uitgever hielp haar over de teleurstelling heen. Haar boek zou toch heel anders worden. En dat werd het. Toch zou jaren later, in 1980, An Rutgers van der Loeff door B.A. Dasberg-Komkommer worden beschuldigd van plagiaat. An Rutgers antwoordde dat zij noch dat boek, noch de andere boeken over hetzelfde onderwerp had gelezen. (Joke Linders, An Rutgers van der Loeff)
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Het oude huis en wij (1941), Zweden, droom en werkelijkheid (1948), Anna Menander (1951), Vader, de kinderen en ik (1953), De druiven zijn zoet (1967), Mijn tuin, klein erfgoed (1977), Een leven lang (1981), Met mijn tuin in de wolken (1982), De seizoenen van mijn leven (1985, gewijzigde druk van Mijn tuin, klein erfgoed). |
Kinderboeken
|
De kinderkaravaan. Met illustraties van Laura Kuiper. Amsterdam, Ploegsma, 1949. |
Amerika, pioniers en hun kleinzoons. Met illustraties van Rein van Looy. Meppel, Roelofs van Goor, 1951. (3e, gewijzigde druk, Amerikaans avontuur, Amsterdam, Ploegsma 1965.) |
Mens of wolf? Amsterdam, Ploegsma, 1951. (7e, gewijzigde druk, Amsterdam, Querido, 1964.) |
Rossy, dat krantenkind. Met illustraties van Rein van Looy. Amsterdam, Ploegsma, 1952. |
De terugkeer. Amsterdam, Ploegsma, 1952. (2e, gewijzigde druk, samen met en onder de titel van Je bent te goed, Giacomo, Amsterdam, Querido, 1969. 3e druk, samen met en onder de titel van Je bent te goed, Giacomo, Eindhoven, Grootdruk uitgeverij, 1977.) |
Voor een kans op geluk. De vaart van de ‘Miss Jane’. Amsterdam, Ploegsma 1953. (2e druk, Een kans op geluk, Amsterdam, Querido, 1968. Herdruk, Amsterdam, Grote letterbibliotheek, 1975.) |
Lawines razen. Met illustraties van Alie Evers. Amsterdam, Ploegsma, 1954. |
Jimmy en Ricky. Met illustraties van Rein van Looy. Amsterdam, Ploegsma, 1955. (2e, gewijzigde druk, Amsterdam, Ploegsma, 1959.) |
Het licht in je ogen. Met illustraties van A. Molenaar. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1956. (3e, gewijzigde druk, met illustraties van Bab Siljée, Amsterdam, Ploegsma, 1971.) |
Je bent te goed, Giacomo. Amsterdam, Ploegsma, 1957. (2e druk, Amsterdam, Querido, 1969, bevat ook De terugkeer. 5e druk, Eindhoven, Grootdruk uitgeverij, 1977, bevat ook De terugkeer. Herdruk, samen met en onder de titel van Morgen is de toekomst, Amsterdam, Ploegsma 1980.) |
Konijne-Japie. Met illustraties van Alie Evers. Amsterdam, Ploegsma, 1957. (2e druk, Baarn, Bosch en Keuning, 1965.) |
Ze verdrinken ons dorp. Met illustraties van A.E. Inckel. Amsterdam, Ploegsma, 1957. |
Het verloren koffertje. Met foto's van H.H. Baudert. Amsterdam, Ploegsma, 1958. (7e, gewijzigde druk, met illustraties van Jaap Nieuwenhuis, Amsterdam, Ploegsma, 1981.) |
Dat zijn de M-brigadiers. Met medewerking van Leonard de Vries. Met illustraties van Elly van Beek. Amsterdam, Ploegsma, 1959. |
Gideons reizen. Met illustraties van Jenny Dalenoord. Amsterdam, Ploegsma, 1960. (5e, gewijzigde druk, Amsterdam, Ploegsma, 1982.) |
| |
| |
Het wilde land. Met illustraties van Jenny Dalenoord. Alphen a/d Rijn, Samsom, 1961. (6e druk, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1975.) |
Iedersland. Met illustraties van Jenny Dalenoord. Alphen a/d Rijn, Samsom, 1961. (6e druk, 2e-3e oplage, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1975.) |
Alleen tegen alles. Amsterdam, Ploegsma, 1962. (3e druk, Amsterdam Querido, 1970.) |
Steffos en zijn paaslam. Met illustraties van Jenny Dalenoord. Alphen a/d Rijn, Samsom, 1962. (2e druk, 2e-3e oplage, Groningen, Wolters-Noordhoff, 1971.) |
Het witte huis in het groen. Met illustraties van Bert Bouman. Alphen a/d Rijn, Samsom, 1962. |
Vlucht Wassillis, vlucht. Met illustraties van Jenny Dalenoord. Amsterdam, Ploegsma, 1962. (5e druk, Amsterdam, Hema, 1987.) |
Kinderen van 1813. Met illustraties van Otto Dicke. Groningen, Wolters, 1963. |
Bevrijdingsspel van 1813. Met illustraties van Abe Kuiper. Groningen, Wolters, 1963. |
Vlucht uit de poolnacht. Met illustraties van Jenny Dalenoord. Alphen a/d Rijn, Samsom, 1964. |
Een vlinder achterna. Met illustraties van Mance Post. Amsterdam, Ploegsma, 1964. |
Als je zou durven. Amsterdam, Ploegsma, 1965. |
Alles om een speelplaats. Met illustraties van Mance Post. Groningen, Wolters, 1965. (2 dln.) |
De elfstedentocht. Met illustraties van Robert Nix. Amsterdam, De Bezige Bij, 1965. |
August en Roosje. Met illustraties van Charles Boost. Groningen, Wolters, 1966. (2 dln.) |
Lieverdjes en ijzervreters. Met illustraties van Charles Boost. Groningen, Wolters, 1966. (2 dln.) |
Vriend of vijand. Met illustraties van J. Sanders. Groningen, Wolters, 1966. (2 dln.) |
Vals spoor in Waterland. Met illustraties van J. Sanders. Amsterdam, Ploegsma, 1967. |
Het uur van de Scapinezen. Met illustraties van Dick Stolwijk. Amsterdam, Ploegsma, 1968. (2e, gewijzigde druk, Spionage in de Studio, Amsterdam, Ploegsma, 1982.) |
Donald. Amsterdam, Querido, 1969. |
Het wilde land/Iedersland. Met illustraties van Jenny Dalenoord. Amsterdam, Ploegsma, 1970. |
Met open ogen. Alphen a/d Rijn, Samsom, 1969. |
Wrak onder water. Met illustraties van Fiel van der Veen. Amsterdam, Ploegsma, 1970. (Herdruk van dl. 1, Ramp op zee, Amsterdam, de Hema, 1988.) |
Gewoon in het ongewone; Een verhaal over jonge vrijwilligers in ontwikkelingswerk in Afrika. Amsterdam, Ploegsma, 1971. |
Ik ben Fedde. Amsterdam, Ploegsma, 1972. |
Rutger Bas, De reus van Pech-zonder-end. Met illustraties van Carl Hollander. Amsterdam, Ploegsma, 1974. (Herdruk, De lieverdjes Plok, Amsterdam, Ploegsma, 1983.) |
Rutger Bas, De dubbele bodem van Pech-zonder-end. Met illustraties van Carl Hollander. Amsterdam, Ploegsma, 1975. (Herdruk, De lieverdjes Plok, Amsterdam, Ploegsma, 1983.) |
Het kerstverhaal. Naar schilderijen van Erna Emhardt. Amsterdam, Ploegsma, 1975. |
Rutger Bas, Het goud van Pech-zonder-end. Met illustraties van Carl Hollander. Amsterdam, Ploegsma, 1976. (Herdruk, De lieverdjes Plok, Amsterdam, Ploegsma, 1983.) |
Morgen is de toekomst. Amsterdam, Ploegsma, 1980. (Bevat: Morgen is de toekomst, Iedereen heeft wat, Je bent te goed, Giacomo). |
Die man daar is mijn vader. Met medewerking van Miek Dorrestein. Met illustraties van Reintje Venema. Amsterdam, Ploegsma, 1981. |
Een rare zaak. Met illustraties van Ietje Rijnsburger. Amsterdam, Ploegsma, 1983. |
De lieverdjes Plok. Met illustraties van Carl Hollander. Amsterdam Ploegsma, 1983. (Bevat: De reus van Pech-zonder-end, De dubbele bodem van Pech-zonder-end, Het goud van Pech-zonder-end). |
Een snoer van parels. Met illustraties van Bab Siljée. Amsterdam, Ploegsma, 1984. |
| |
| |
Je geld of je leven. Met illustraties van Ietje Rijnsburger. Amsterdam, Ploegsma, 1985. |
Over An Rutgers van der Loeff-Basenau
|
J. Daane, Ontmoeting met An Rutgers van der Loeff-Basenau. In: De Openbare Bibliotheek, jaargang 4 (1961), nr. 5, blz. 182-186. |
An Rutgers van der Loeff-Basenau. Waarom schrijf ik kinderboeken? In: De druiven zijn zoet. Groningen, Wolters, 1967, blz. 26-38. |
J.V. Suurmond, Bibliografie van en over A.M.M. Rutgers van der Loeff-Basenau. Werkstuk van de Frederik Müller Akademie. Amsterdam, 1969. |
An Rutgers van der Loeff-Basenau, How to handle a subject. In: De Openbare Bibliotheek, jaargang 14 (1971), nr. 9, blz. 400-402. |
F. Daalder en I. Daalder, Van Wormcruyt met suycker tot jeugdliteratuur. Purmerend, Muusses, 1973, blz. 23, 24, 40, 113, 123, 200, 204-209, 211-222. |
L.J.M. Gosselink-van Hagen en H. Gosselink, An Rutgers van der Loeff-Basenau. Den Haag, NBLC, 1973. Monografieën, serie d nr. 1 (3e, gewijzigde druk, serie j, nr 2, 1979). |
[Anoniem], De kinderkaravaan. In: Over de mensen uit oude boeken. Stichting Nederlandse Schoolradio, 1973-1974. |
An Rutgers van der Loeff-Basenau, Kinderen worden vaak onderschat. In: Margriet, 18-10-1974. |
H.J. Hollaar, An Rutgers van der Loeff. Met open ogen. In: Verkenningen op het gebied van jeugdliteratuur, jaargang 5 (1974/1975), nr. 6/7, 79-82, nr. 8, blz. 105-117. |
Het kinderboek vanuit een andere hoek. Samengesteld door de werkgroep kinder- en jeugdliteratuur. Den Haag, NBLC, dl. 1 (1974), blz. 10, 19, 55, 56; dl. 2 (1976), blz. 22, 64, 65. |
J. van de Raa-Eggink (red.), Schrijvers op school 1975-1976. Utrecht, 1975, blz. 48. |
J. Linders-Nouwens en E. Schuring-van Ketwich Verschuur. In: Oude mensen in kinderboeken. Den Haag 1976, blz. 65-66. |
S.G. Campen en C. van der Burg, De onderste plank; het jeugdboek nader bekeken. Zeist, NIB, 1976, blz. 37, 39, 48, 51, 140, 141, 144, 150, 151. |
D. Witte, Kinderen zijn geweldig belangrijk. In: Elegance, 5-5-1976. |
F. de Swert, Over jeugdliteratuur. Tielt, Lannoo, 1977, blz. 9, 42, 47, 136, 137, 141-143, 147, 163, 166, 248, 260, 368-373. |
An Rutgers van der Loeff, Mijn tuin, klein erfgoed. Amsterdam, Ploegsma, 1977. |
An Rutgers van der Loeff-Basenau, Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, jaargang 2 (1978), nr. 25, (gewijzigde druk, jaargang 3 (1979), nr. 25 en verdere aanvullingen). |
M. Bartling, Over de jonge speurders, An Rutgers van der Loeff, Vals spoor in Waterland. In: Lé 6; informatie over schrijvers en boeken voor mavo/lbo, jaargang 5 (1979/1980), nr. 2, blz. 4-10. |
M.H. Arbuthnot, Children and books. London, 1981, blz. 365. |
Nel Teeuwen-Opheij, Staan in andermans schoenen; An Rutgers van der Loeff. In: Refleks, jaargang 1982, nr. 1. Den Haag, NBLC. |
Joke Linders-Nouwens, Ik schrijf bij voorkeur over essentiële zaken. In: En nu over jeugdliteratuur, jaargang 11 (1984), nr. 3, blz. 91-94. |
An Rutgers van der Loeff-Basenau, De seizoenen van mijn leven. Amsterdam, Ploegsma, 1985. |
Grootboek. Groningen, Wolters, 1988, blz. 135-139. |
Anne de Vries, Wat heten goede kinderboeken? Amsterdam, Querido, 1989, blz. 221, 222-224, 230, 266, 275, 291. |
De hele Bibelebontse berg. Amsterdam, Querido, 1989, blz. 311, 322, 420-422, 453, 456, 540, 633-635. |
Joke Linders-Nouwens, An Rutgers van der Loeff; een bibliografie. Baarn, De Prom, 1990. |
Joke Linders-Nouwens, In goede herinnering aan An Rutgers van der Loeff-Basenau. In: Documentatieblad kinder- en jeugdliteratuur, 4e jaargang (1990), nr. 15 (inlegvel). |
26 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1991
|
|