geestelijk gehandicapte Enzo. Rens beschrijft Enzo's gedrag alsof het heel normaal is. Hij hoort er gewoon bij; door de anderen in het dorp wordt hij geaccepteerd zoals hij is.
Willem-Jan van Puffelen, de tienjarige hoofdpersoon in Rauzer, vindt het leven saai en besluit dat hij niet langer Willem-Jan wil heten. Hij noemt zichzelf Rauzer (‘Dat betekent: wild tekeergaan, en dat is wat ik wil’) en loopt van huis weg als zijn ouders deze nieuwe naam niet willen accepteren. In de grote stad leert hij achter het station de zwervende alcoholist meneer Groothoff kennen en de zestienjarige Ine, een ‘gezelligheidsmevrouw voor eenzame meneren in auto's’, zoals Groothoff haar omschrijft.
Rens benadert de seksualiteit opmerkelijk vrijmoedig. Carlo met zijn grote kop bevat een passage waarin Carlo en Enzo masturberen. Het homoseksuele gedrag van Enzo wordt niet geproblematiseerd; het is een gegeven. Aan het eind van het boek vrijen Carlo en Janneke op het strand.
In Rauzer is van een seksuele relatie tussen Rauzer en Ine geen sprake. Rauzer mag bij Ine komen inwonen onder de voorwaarde dat hij niet volwassen wordt. Er ontstaat tussen de twee een hechte vriendschapsband. Als Rauzer er bij toeval achter komt hoe Ine haar geld verdient, is hij geschokt.
Het boek voldoet aan de behoefte van veel pubers aan avontuur en onafhankelijkheid, het op eigen benen staan. Rauzer verdient geld met het wassen van autoruiten. Hij komt met een hoop grotestadsellende in aanraking: drankverslaving, prostitutie, geweld, een poging tot zelfmoord. Zijn extreme naïviteit is niet erg geloofwaardig, al komt hij dan uit de provincie. Het verhaal bevat veel karikaturale types, kennelijk met de bedoeling het geheel vooral ‘leuk’ te houden. Maar deze typeringen botsen met de hoofdzakelijk realistische tendens van het verhaal.
Ook in Zes is oud, dat voor een jongere leeftijdsgroep is bestemd, staat de humor de dramatische strekking van het verhaal in de weg. Samen met haar vader maakt de zesjarige Laura een fietstocht. Onderweg worden ze door een auto van de weg gereden. Laura moet hulp halen; haar vader heeft een gebroken been en ligt in de wei te creperen van de pijn. Laura raakt niet in paniek en blijft grapjes maken. Ze houdt zelfs melige toespraakjes tot de koeien die ze tegenkomt.
In Carlo met zijn grote kop heeft Rens de humor evenwichtig in het verhaal geïntegreerd. Hij zag af van een zware problematiek en concentreerde zich geheel op wat zijn sterkste kant is: het scheppen van innemende, opgewekte en levenslustige karakters.