| |
| |
| |
Daan Remmerts de Vries
door Joke Linders
Foto © Chris van Houts
Daan Remmerts de Vries werd op 5 april 1962 geboren in Leeuwarden en groeide op in Amstelveen. Hij was de jongste in een gezin waar tekenen, lezen en schrijven de normaalste zaken ter wereld waren. Van de grootvader van moederskant, Hendrik Calkoen, kreeg hij zijn eerste lessen in schilderen met olieverf. In de familie De Vries van vaderskant zaten veel mensen met een kunstzinnige inslag - musici, schrijvers, vertellers, verzamelaars. Met uitzondering van de schrijver Jacob van Lennep waren die dikwijls te onaangepast om iets te bereiken. De vader van Daan, die een hoge positie in de rechterlijke macht bekleedde, nam in 1972 om praktische redenen de naam Remmerts erbij; Daans moeder ging op haar vijftigste studeren en werd toen psychotherapeute.
Na een opleiding tekenen en handvaardigheid aan d'Witte Lelie in Amsterdam stond Daan Remmerts de Vries een half jaar voor de klas. Voor iemand die graag reist en een toekomst als popmuzikant voor ogen had, was dit niet de meest ideale baan. In een poging op zijn eentje een beroemde band te worden, vertrok hij op 28-jarige leeftijd naar Londen. Toen hij bij geen enkele platenmaatschappij voet aan de grond kreeg, besloot hij zich toe te leggen op het schrijven en tekenen van verhalen voor kinderen.
Hij debuteerde in 1990 met Zippy en Slos, korte verhaaltjes over twee katten met tegengestelde karakters waarbij hij zelf krachtige linoleumsneden maakte. Hij illustreert zowel boeken van anderen als zijn eigen teksten, maar het komt ook voor dat
| |
| |
hij het illustreren van zijn teksten aan anderen overlaat. Zo maakte Philip Hopman de tekeningen voor het prentenboek Voordat jij er was (2009), een scheppingsverhaal dat alles op z'n kop zet. Zijn eerste Vlag en Wimpel voor teksten ging naar Willis; het doet er niet toe (1999), een wonderlijk mengsel van fantasie en werkelijkheid. Voor Godje, een verhaal over pesten vanuit het perspectief van de pester, is hem de Gouden Griffel van 2003 toegekend. Twee jaar later kreeg hij een Zilveren Griffel voor De Noordenwindheks, gevolgd door een eervolle vermelding van de griffeljury voor Bernie King en de magische cirkels (2008). Voor zijn illustraties in Mijn tuin, mijn tuin van Ted van Lieshout ontving hij in 1997 een Vlag en Wimpel.
Omdat hij niet kan en wil kiezen, schrijft hij afwisselend voor jonge lezers, tieners en volwassenen. Het naar zijn eigen jeugd en adolescentie verwijzende IJspaleis (2003) is beter ontvangen dan Zo zal ik bij je zijn (2006) dat hemzelf juist dierbaar is. Beide boeken leunen zowel door onderwerp als hoofdpersonen aan tegen de jeugdroman waarin de liefde nog een leerschool is. Dankzij de stijl stijgen ze daar ook weer bovenuit. Als redacteur van het kinderblad BoekieBoekie ontwikkelde hij de serie Kwast - een aap vertelt over kunst; voor het Hoe Overleef Ik-magazine leverde hij een vervolgverhaal; in het blad Natuur aan de basis heeft hij al jaren een eigen column. Hij was medewerker aan de televisieserie Koekeloere en schreef in opdracht van theatergroep Lucifer een toneelstuk voor kinderen: De grens. Voor NRC Handelsblad maakte hij samen met Judith Eiselin de feuilleton Kliffhanger en schreef hij de column Dappere dieren. Af en toe experimenteert hij met films waarvoor hij zelf de scenario's én de muziek schrijft.
| |
Werk
Om het gevaar van een vast stramien te vermijden - het mag geen maniertje worden - experimenteert Daan Remmerts de Vries als illustrator vaak met nieuwe vormen waarin verschillende technieken versmelten. Voor zijn eerste boek, Zippy en Slos (1990) creëerde hij linoleumsneden in zwart-wit. Voor Otter en Dodo (2003), een prentenboek voor alle leeftijden, liet hij zich inspireren door de potloodtekeningen van E.H. Shepard en het werk van Arthur Rackham. Voor twee coproducties met Ted van Lieshout - Mijn tuin, mijn tuin (1996) en Klein groen koffertje (2001) - gebruikte hij collageachtige technieken. In prentenboeken waarvan hij zowel de tekst als de tekeningen verzorgt, experimenteert hij eveneens met uiteenlopende technieken. ‘De enige expressionist onder de Nederlandse illustratoren’, noemde Ted van Lieshout hem om die reden. Ten slotte vond hij een stijl van werken die hem paste, artistiek vernieuwend en uitdagend tegelijk.
| |
| |
Illustratie van Daan Remmerts de Vries uit Circus Pingies
Zo gebruikt hij voor zijn collages verschillende soorten bedrukt papier, schilder- en tekenmaterialen. Het liefst probeert hij voor elk nieuw boek iets nieuws. ‘Ik denk dat het nuttig is om soms in beelden te denken, dan weer in flarden tekst en soms in klanken. Het een versterkt het ander.’ De afwisseling houdt hem scherp en bovendien vraagt elk verhaal om een eigen aanpak en stijl. Zo ontstond Droomkonijn (2008) op basis van reusachtige schilderijen vol expressieve uilen en konijnen die in verkleinde vorm in het boek terechtkwamen. De wonderlijke vermenging van fantasie en werkelijkheid refereert aan Alice in Wonderland - een wit konijn en een uil die van niemand zijn - maar ook aan zijn eigen leven. De wisselwerking tussen tekst en illustraties is bijzonder effectief. De uitbundige collages laten emoties zien die in de tekst slechts tussen de regels staan. Voor de illustraties in Voordat jij er was (2009) reikte hij collega Philip Hopman een nieuwe aanpak aan: tekeningen die langzaam overgaan in foto's. ‘Dat vond ik heel spannend,’ zegt Hopman. ‘Ik kon niet terugvallen op routine maar moest echt mijn hersens pijnigen.’
Voor de meeste van zijn prozateksten levert Daan Remmerts de Vries zelf de illustraties, meestal op basis van gemengde technieken. De ene keer gewassen inkt met potlood, witsel en een kader eromheen, de andere keer juist een lossere lijnvoering. Voor de meeste van zijn boeken maakt hij zelf de omslagen omdat hij die tijdens het schrijven al voor zich
| |
| |
ziet. De meeste bewondering heeft hij voor kunstenaars die een zekere losheid paren aan durf. Wel Picasso maar niet Margritte, wel Matisse maar geen Dali. Rembrandt inspireert hem vanwege diens sublieme lichtwerkingen, Vermeer vanwege zijn kleurgebruik en composities. Zijn voorkeur voor het afbeelden van dieren is niet los te zien van zijn interesse voor alles wat de natuur te bieden heeft: tijgers in India, walvissen in Canada, gieren in de Pyreneeën maar ook de ons meer vertrouwde dieren als uil, konijn en slak. Voor de verslagen van zijn reizen over de wereld maakte hij tal van foto's die hem bij het illustreren vaak van pas komen.
Schrijven is net zo verlichtend als tekenen, vindt Daan Remmerts de Vries. ‘Muziek maken, schilderen, schrijven, het komt allemaal uit hetzelfde vaatje.’ Hij voelt een constante drang het leven en de mensen te onderzoeken. De ene keer levert dat een prentenboek op, de andere keer een griezelverhaal, jeugdboek of roman voor volwassenen. Hoewel zijn verhalen in principe verzonnen zijn, moeten ze wel altijd realiteitswaarde hebben. Juist omdat in de botsing tussen fantasie en werkelijkheid de wonderlijkste dingen ontstaan. Zelfs expliciet magische verschijnselen probeert hij zo te beschrijven dat ze echt gebeurd zouden kunnen zijn. Om dat te bereiken, hebben de dieren in zijn verhalen een eigen persoonlijkheid met eigen, individuele eigenaardigheden. Twee van zijn katten, de beschaafde dikke huiskat Zippie en de magere, iets minder beschaafde zwerfkat Slos, vormden de hoofdfiguren van zijn debuut uit 1990. In het zestien jaar later verschenen Circus Pingies, een avontuur van Zippie en Slos (2006) organiseren de karakters uit zijn allereerste kinderboek een circusvoorstelling op het strand. Doen alsof blijkt een handig hulpmiddel als je een stervende zwaan wilt uitbeelden.
De inspiratie voor De ontdekkingsreizigers (1997) lijkt Remmerts de Vries gevonden te hebben bij Astrid Lindgren. Het mannetje Jan-Willem dat een totaal andere logica hanteert dan de meeste volwassenen, doet denken aan Karlsson van het dak. Zijn soms wel heel bizarre voorstellen bieden de naamloze ik-figuur veel houvast. Ook de taal van De ontdekkingsreizigers is uitermate speels en aanstekelijk. ‘“Wat doe je hier, tussen al deze kale bergen?” vroeg ik. “Ik loop met je mee,” zei hij. “Ja, dat zie ik,” zei ik, “maar je woont toch wel ergens?” “Jazeker,” zei hij, “ik woon in mijn vel. Maar voordat jij kwam woonde ik nog nergens. Want jij hebt mij zojuist bedacht.”’
Er is hem wel verweten dat hij te elitair zou schrijven. Maar die beschuldiging wijst Daan Remmerts de Vries verontwaardigd af. Ten eerste moeten er ook voor de wat knappere lezertjes boeken geschreven worden
| |
| |
Uit Meneer Kandinsky was een schilder
| |
| |
en ten tweede hoeft niet elk boek voor iedereen toegankelijk te zijn! Bovendien heeft hij vanaf het allereerste begin voor verschillende leeftijden geschreven. Hebben prentenboeken als Blote beer (1998), Ridder Prikneus (2003), Droomkonijn (2008) en Voordat jij er was (2009) nog een filosofische, bijna existentiële ondertoon, Bernie King en de magische cirkels (2008) en Bernie King in een donkere spiegel (2009) zijn pure ‘fantasy’ in de traditie van Dahl, Lindgren en Schmidt. Alles kan: vleesetende planten, hebzuchtige vaders en buurvrouwen met heksenstreken.
De Olivierboeken in de populaire Vlinderreeks, een soap in boekvorm voor jongeren die net de overstap naar het secundaire onderwijs hebben gemaakt, zijn directer van toon en realistischer. Lydia Rood, Hans Kuyper, Nanda Roep en Daan Remmerts de Vries bedachten voor deze reeks ieder een eigen figuur die vaak vlinders in de buik heeft. Marike, Douwe, Tanja en Olivier belanden in dezelfde brugklas en worden natuurlijk verliefd. Ieder van hen heeft thuis het nodige te stellen met ouders, broers of zusjes. Olivier, een ogenschijnlijk nogal rebelse jongen die vast van plan is een interessanter leven te leiden dan zijn ouders, komt uit de koker van Daan Remmerts de Vries. Hij lijkt een beetje op de jongen die hij vroeger zelf was. Per karakter zijn er vijf delen.
De hoofdpersoon in de eerste roman voor volwassenen, IJspaleis (2003), lijkt als twee druppels water op Olivier maar is wat ouder. Max Teilinger is negentien en bijna van school af als het boek begint. Met zijn witte laarzen en lange jas is hij een opvallende verschijning in het duffe Amstelveen waar niet veel te doen is. Het verschil met de Olivierboeken is dat leven en relaties een stuk ingewikkelder blijken als je meer keuzes en verantwoordelijkheden hebt; de stijl is ook poëtischer.
De diepte van een Zweeds meer (2006) is een ontroerend boek over verlangen, vriendschap, vijftien zijn en volwassen worden. Zoals vaker ontstond het verhaal vanuit een eigen ervaring van de auteur, de ontmoeting met een eland tijdens een vakantie in Zweden. Hesther, Mo en de ouders van Mo bivakkeren in een huisje midden in de bossen aan de oever van een stil meer. De twee vriendinnen schromen niet om meneer Lillehammer, de eigenaar van het huisje, onbeschaamde vragen voor te leggen. ‘Meneer Billenham, doe joe hev é grote pik?’ Ze tekenen ook strips over smurfen die geroosterd worden boven een vuurtje. Het is een opwindende vakantie tot ze alle twee verliefd worden op de adembenemend mooie Lars en de vriendinnen ineens elkaars concurrenten zijn! De sprookjesachtige oerbossen veranderen in een immens landschap waarin Hesther eenzaam en hopeloos ronddwaalt. ‘Ik zag ergens een specht tegen een boom zitten. En ik zag een
| |
| |
eekhoorn omlaag glijden, alsof die stam met boter was ingesmeerd. “Wat deed 't er allemaal toe,”’ verzucht ze. Wat vriendschap had moeten zijn, verandert in snibbige vijandschap en wordt uiteindelijk een emotionele sprong richting volwassenheid. Als Hesther aan het eind van de vakantie in de warme zonnestralen door het bos loopt en ineens recht tegenover een eland staat, voelt dat ‘alsof alles opeens op z'n plek viel’.
Het vechten voor wie en wat je bent is ook het thema van Wie is Libby Skibner? (2007). Opnieuw een ik-verhaal vanuit een vrouwelijk personage afkomstig uit een muzikaal en elitair gezin. Libby snakt naar bevestiging en erkenning maar krijgt die alleen van een klasgenootje met een proletarische achtergrond. Deze sjabloonachtige voorstelling van zaken spat uit elkaar als Libby een onwaarschijnlijk soort helderziendheid ontwikkelt. De hilarische gevolgen daarvan onderstrepen de domheid of onverschilligheid van de volwassenen.
De veelzijdigheid van zijn schrijverschap blijkt uit het feit dat Daan Remmerts de Vries naast tienerboeken over de problemen van het opgroeien ook een aantal verhalen schreef waarin hij zijn thema's onderzoekt aan de hand van experimenten met taal, beeld en vorm. De Noordenwindheks (2004) bijvoorbeeld is een dubbel- of omkeerboek over twee kinderen in een ziekenhuis. Ze liggen op dezelfde kamer maar kunnen
Omslag Brigitte Slangen
elkaar vanwege het gordijn tussen hun bedden niet zien. Dat blijkt een uitdaging om van alles over die ander te bedenken. De lezer moet zelf beslissen welke zieke hij eerst zal bezoeken, of beter: aan welke kant van het boek hij wil beginnen. De fantasierijke Rifka heeft een ernstige huidaandoening, de verlegen Mori Brunel kampt met een levensbedreigende ziekte. Samen bedenken ze het verhaal van de Noordenwindheks aan wie je moet zien te ontsnappen omdat haar koude adem je doodziek maakt. Het bijzondere aan dit boek is
| |
| |
dat de lezer de twee hoofdpersonen pas echt leert kennen als hij de gebeurtenissen vanuit beide perspectieven tot zich heeft genomen. Zo lijkt Mori (net als Olivier eigenlijk) een nogal onhandige jongen die weinig interesse heeft voor anderen. Maar schijn bedriegt. Mori worstelt met het zwarte dat hem achtervolgt. ‘Het verschoof zich in de muren waar hij langs liep, het sijpelde, vloeibaar als olie, tussen de bakstenen en zweefde als vulkanische as in de lucht die hij inademde. Mori maakte zich er zorgen over, met een vreemd licht hoofd.’ En iemand met zorgen aan zijn hoofd reageert nu eenmaal anders. In dit aangrijpende boek biedt de verbeelding meer houvast dan de keiharde werkelijkheid. Alles wat je kunt bedenken is immers waar.
| |
Godje
Dit boek heeft de vorm van een cirkelvertelling. Begin en eind omarmen het feitelijke verhaal over een akelig soort pestkop die hoopt bij de lezer een luisterend oor te vinden. ‘Ons dorp heeft allemaal huizen die nieuw zijn. Die nieuwe huizen zijn niet mooi en niet lelijk. Je kunt er eigenlijk niets over zeggen. Zelfs de tuinen lijken erg op elkaar. En de straten lijken ook op elkaar. Daardoor is het net alsof ze niet echt zijn.’ Robbie voelt zich er niet thuis. Het is er te beperkt, te onecht en daarom creëert hij zijn eigen spanning. Hij commandeert zijn vriendjes op een gruwelijke manier. Toch volgen die hem, juist omdat Robbie de indruk geeft dat hij de sleur kan doorbreken. Hij wil de wereld naar zijn hand zetten en terroriseert zijn vrienden, maar in feite overschreeuwt hij daarmee zijn eigen onzekerheden. Die onzekerheid en zijn wil om te ontsnappen aan de eentonigheid van het bestaan, maken dat de lezer toch sympathie voor hem blijft opbrengen. Godje is een pleidooi voor de kracht van fantasie, die dankzij de korte, krachtige zinnen net zo dwingend is als het stoere ettertje. Pas naar het einde toe lijkt er iets van vriendschap en contact te gloren. Net als in De diepte van het meer lukt dat pas als de hoofdfiguur zich openstelt voor wat de natuur te bieden heeft aan rust en ruimte.
| |
Waardering
In de twintig jaar dat Daan Remmerts de Vries zich ontwikkelde tot de veelzijdige artiest die hij inmiddels is, waren de reacties op zijn werk overwegend positief. Hoewel opgeleid tot docent tekenen kreeg hij nog maar weinig waardering voor zijn illustratiekunst: één Vlag en Wimpel voor de prenten in Mijn tuin, mijn tuin (1996) van Ted van Lieshout. Dat het Haags Gemeentemuseum in het voorjaar van 2010 ruimte maakte voor een expositie van zijn beeldende werk tot dat moment ervoer hij als een bijzondere erkenning.
Unaniem enthousiast is men over zijn meesterschap als schrijver. Na
| |
| |
een Vlag en Wimpel van de griffeljury voor Willis, het doet er niet toe won hij in 2003 de felbegeerde Gouden Griffel met Godje. ‘Door de vervreemdende gebeurtenissen, de verwevenheid van fantasie en werkelijkheid ademt het boek een sfeer die zich het best laat typeren met de woorden meeslepend en intrigerend. Remmerts de Vries daagt zijn lezer uit in het verhaal mee te gaan. De jury heeft die uitdaging aangenomen en kreeg daarvoor zoveel terug dat ze de Gouden Griffel een terechte beloning vond’, aldus het juryrapport.
Maarten 't Hart betitelde Godje als ‘een klein meesterwerk’. NRC Handelsblad prees de subtiliteit van de probleemstelling en De Groene Amsterdammer bewonderde met name de lichtvoetige, poëtische en tegelijk eenvoudige wijze van schrijven.
De Noordenwindheks dat hem een Zilveren Griffel opleverde werd door de Volkskrant betiteld als een ‘ontroerende protestbrief tegen de grote mensen’; Vrij Nederland waardeerde vooral de wijze waarop Remmerts de Vries in de huid van zijn beide hoofdpersonen wist te kruipen. Doordat het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds het boek opnam in de brochure voor Bologna is het inmiddels vertaald in het Duits en het Koreaans.
Zijn griezelboeken en dan met name Bernie King en de magische cirkels dat eveneens een Vlag en Wimpel kreeg, werd door Pjotr van Lenteren in de Volkskrant afgeserveerd als te slordig. Karel Berkhout in NRC Handelsblad, Harm de Jonge in Dagblad van het Noorden, Thomas de Veen van KidsWeek én de griffeljury daarentegen hadden grote waardering voor de humor, het vertelplezier en de spectaculaire ontknoping; Hanneke van den Berg (Haarlems Dagblad) vergeleek de aanpak met die van de door de auteur bewonderde Roald Dahl.
In het kinderliteraire veld van het begin van de eenentwintigste eeuw onderscheidt het werk van Daan Remmerts de Vries zich door de wijze waarop hij zijn thema's onderzoekt. Langs steeds andere wegen verkent hij het overgangsgebied tussen fantasie en werkelijkheid, maar ook dat tussen vriendschap en vijandschap, zelfvertrouwen en onzekerheid. Voor die verkenning hanteert hij zowel algemene psychologische inzichten als zijn eigen ervaringen. Zijn toon en benadering vallen op, want een nieuwe Remmerts de Vries wordt in vrijwel alle kranten en tijdschriften besproken. Vijf van zijn titels zijn inmiddels vertaald in het Duits. Misschien wel omdat zijn werk zich niet beperkt tot één genre of één publiek vinden ook mensen van buiten de kinderliteratuur hem een interessant dubbeltalent.
| |
| |
| |
Bibliografie
Voor volwassenen
|
Pokémon, gids voor ouders (2000), IJspaleis (2003), Zo zal ik bij je zijn (2006) |
Door Remmerts de Vries geïllustreerde kinder- en jeugdboeken
|
Ted van Lieshout, Mijn tuin, mijn tuin. Amsterdam, Leopold, 1996; tweede druk Querido 2001. |
Ted van Lieshout, Klein groen koffertje. Amsterdam, Leopold, 2001. |
Cornald Maas, Muizemans. Amsterdam, Prometheus, 2002. |
Hermine Landvreugd, Sofie en de vergeetziekte. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Sjoerd Kuyper, Sjaantje doet alsof. Amsterdam, Nieuw Amsterdam, 2007. |
Francine Oomen, Waar is Sinterklaas? Daar is Sinterklaas!. Douwe Egberts, 2009. |
Door Remmerts de Vries geschreven (en soms ook geïllustreerde) kinder- en jeugdboeken
|
Zippy en Slos. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Bloemendaal, Altamira, 1990. |
Pavel Panda. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Bloemendaal, Altamira, 1992. |
Het kerstfeest van Zippy en Slos. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Bloemendaal, Altamira, 1992. |
Circus op het strand: nieuwe voorleesverhalen van Zippy en Slos. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Bloemendaal, Altamira, 1993. |
De ontdekkingsreizigers. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Leopold, 1997. |
Blote beer. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Querido 1998. |
Willis; het doet er niet toe hoe. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Leopold, 1999. |
Een wild feest. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Tilburg, Zwijsen, 1999. |
Oliviers dagboek. Amsterdam, Elzenga, 2001. |
De stille oorlog van Olivier. Amsterdam, Leopold, 2001. |
Godje. Amsterdam, Querido, 2002. |
Ridder Prikneus. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Querido, 2003. |
Otter & Dodo. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Rotterdam, Stichting Autoped, 2003. |
Ondersteboven. ILCO, 2003. |
Olivier en het beest. Amsterdam, Leopold, 2003. |
Magic Olivier. Amsterdam, Leopold, 2003. |
De liefste Olivier. Amsterdam, Leopold, 2004. |
De Noordenwindheks. Amsterdam, Querido, 2004. |
De neuskabouters. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Van Goor, 2004. |
Over het uitkomen van wensen (en hoe je dit kunt laten gebeuren). Met illustraties van Philip Hopman. 's-Gravenhage, Kinderboekenmarkt, 2005. |
Moffel en Piertje; Piertje is jarig. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Hilversum, Klaproos; Teleac/NOT, 2005. |
Gedropt. Amsterdam, Leopold, 2005. |
Vlinders verliefd. Amsterdam, Leopold, 2006. (Bevat: Daan Remmerts de Vries, De stille oorlog van Olivier; Nanda Roep, Tanja is verliefd; Lydia Rood, Marieke... hahaha; Hans Kuyper, Douwe en de vreemde vogel.) |
Vlinders in de brugklas. Amsterdam, Leopold, 2006. (Bevat: Hans Kuyper, Brief voor Douwe; Daan Remmerts de Vries, Oliviers dagboek; Nanda Roep, Tanja's song; Lydia Rood, Marikes vijfde geheim.) |
Circus Pingies: een avontuur van Zippy en Slos. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Querido, 2006. |
De diepte van een Zweeds meer. Rotterdam, Lemniscaat, 2006. (Kidsbibliotheek) |
Moffel en Piertje; Arie is een kunstenaar! Met il- |
| |
| |
lustraties van Daan Remmerts de Vries. Hilversum, FC Klap; Teleac/NOT, 2006. |
Lieve Muis. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Querido, 2007. |
Wie is Libby Skibner? Amsterdam, Querido, 2007. |
Moffel en Piertje; de kloffel van Moffel. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Hilversum, FC Klap; Teleac/NOT, 2007. |
Droomkonijn. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Querido 2007. |
Bernie King en de magische cirkels. Amsterdam, Querido 2008. |
Voordat jij er was. Met illustraties van Philip Hopman. Amsterdam, Querido, 2009. |
Bernie King in een donkere spiegel. Amsterdam, Querido, 2009. |
Meneer Kandinsky was een schilder. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Leopold, 2010. |
Monster Muis. Met illustraties van Daan Remmerts de Vries. Amsterdam, Querido, 2010. |
Over Daan Remmerts de Vries
|
Heleen & Thomas, Daan Remmerts de Vries vecht voor wat echt is. In: NRC Handelsblad, 1-7-1988. (interview) |
Marjoleine de Vos, Iets groots en heel moeilijks. In: NRC Handelsblad, 30-7-1999. (over Willis; het doet er niet toe hoe) |
Aukje Holtrop, Kinderboek. In: Vrij Nederland, 4-9-1999. (over Willis; het doet er niet toe hoe) |
Marjoleine de Vos, De meeste meisjes zijn mooi. In: NRC Handelsblad, 11-1-2002. (over De stille oorlog van Olivier) |
Judith Eiselin, In de greep van een stoer ettertje. In: NRC Handelsblad, 13-9-2002. (over Godje) |
Belle Kuijken, Chaos in het hoofd. In: De Morgen, 18-9-2002. (over Godje) |
Mai van Loon, Godje. In: Leesidee Jeugdliteratuur, 1-10-2002. |
Judith Eiselin, Doe je best, mannenfluit. In: NRC Handelsblad, 28-2-2003. (over Olivier en het beest) |
Anne Versloot, ‘Ik schrijf voor de geoefende elite’. In: Vrij Nederland, 4-10-2003. (interview) |
Mirjam Noorduijn, Ontsnappen uit de lege wereld. In: De Groene Amsterdammer, 11-10-2003. (over Godje) |
Arjen Fortuin, Als de liefde nog een leerschool is. In: NRC Handelsblad, 17-10-2003. (over IJspaleis) |
Jan van Coillie, Joke Linders, Selma Niewold, Jos Staal, Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Baarn, De Fontein; Groningen, Wolters-Noordhoff, 2004. |
Belle Kuijken, Een broze droomwereld. In: De Morgen, 18-2-2004. (over De Noordenwindheks) |
Jinke Obbema, Moeder is een loeder. In: Vrij Nederland, 20-11-2004. (over De Noordenwindheks) |
Monique Snoeijen, Zwart achter de dingen. In: NRC Handelsblad, 26-11-2004. (over De Noordenwindheks) |
Truska Bast, De ijskoude adem van de heks. In: Het Parool, 3-12-2004. (over De Noordenwindheks) |
Pjotr van Lenteren, Protestbrief tegen grote mensen. In: de Volkskrant, 10-12-2004. (over De Noordenwindheks) |
Annemarie Terhell, Knokken tegen de Noordenwindheks. In: KidsWeeks, 14-1-2004. (over De Noordenwindheks) |
Ilona Plichart, Circus Pingies: een avontuur van Zippy en Slos. In: De Leeswelp, 1-6-2006. |
Thomas de Veen, De popster of de tweede keus. In: KidsWeek, 22-9-2006. (over De diepte van een Zweeds meer) |
Annemarie Terhell, Oog in oog met een eiland. In: KidsWeek, 4-10-2006. (over De diepte van een Zweeds meer) |
Thea Detiger, ‘Weten is beminnen’. In: De Telegraaf, 10-10-2006. (interview) |
Monique Snoeijen, De ontmaagde meisjes van Remmerts de Vries. In: NRC Handelsblad, 22-12-2006. (over De diepte van een Zweeds meer) |
Vanessa Joosen, Een lente vol prenten. In:
|
| |
| |
De Standaard, 27-4-2007. (over Lieve Muis) |
Karel Berkhout, Meidengegiechel bij Remmerts de Vries. In: NRC Handelsblad, 7-9-2007. (over Wie is Libby Skribner?) |
Thomas de Veen, Libby Skribner bestaat niet. In: KidsWeek, 21-9-2007. (over Wie is Libby Skribner?) |
Harm de Jonge, Falende communicatie en de kunst van het waarzeggen. In: Dagblad van het Noorden, 28-9-2007. (over Wie is Libby Skribner?) |
Arie Storm, Kiezen tussen snobby ouders en volkse vriendjes. In: Vrij Nederland, 29-9-2007. (over Wie is Libby Skribner?) |
Bas Maliepaard, Uil heeft heel warme vleugels. In: Trouw, 28-4-2008. (over Droomkonijn) |
Hanneke van den Berg, Prentenboeken maken is een vak apart. In: Haarlems Dagblad, 17-5-2008. (over Droomkonijn) |
Patrick Jordens, Originele romance. In: De Morgen, 25-6-2008. (over Droomkonijn) |
Pjotr van Lenteren, Griezelboek? Doen we even! In: de Volkskrant, 24-9-2008. (over Bernie King en de magische cirkels) |
Harm de Jonge, Bernie krijgt een apenstaart. In: Dagblad van het Noorden, 17-10-2008. (over Bernie King en de magische cirkels) |
Hanneke van den Berg, Remmerts de Vries brengt ode aan Roald Dahl. In: Haarlems Dagblad, 25-10-2008. (over Bernie King en de magische cirkels) |
Thomas de Veen, Bernie wordt een echte aap. In: KidsWeek, 7-11-2008. (over Bernie King en de magische cirkels) |
Karel Berkhout, In de greep van de buurvrouw. In: NRC Handelsblad, 7-11-2008. (over Bernie King en de magische cirkels) |
Joukje Akveld, ‘Verzilver je ideeën voor ze verflensen’. In: Lezen, jaargang 4 (2009), nr. 2. (interview) |
Hanneke van den Berg, De schepping maar dan heel anders. In: Haarlems Dagblad, 2-9-2009. (over Voordat jij er was) |
Harm de Jonge, De schepping en het riool van Biesterkrimp. In: Dagblad van het Noorden, 30-10-2009. (Over over Bernie King en de donkere spiegel en Voordat jij er was) |
websites
|
www.kjoek.nl |
www.leesplein.nl |
www.queridokind.nl |
82 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2010
|
|