Werk
In 1781 bevatte het achtste deel van Vademecum für lustige Leute, een in Berlijn uitgegeven verzameling grappige verhalen, onder de titel ‘M-h-s-nsche Geschichten’ zestien anekdotes die toegeschreven werden aan een zekere heer ‘Von M-h-s-n’. In het negende deel van het vademecum volgden nog twee van deze verhalen. Hoewel het nooit bewezen is, gaat men ervan uit dat de anekdotes geschreven zijn door Raspe.
In elk geval gebruikte Raspe deze vertellingen toen hij aan Baron Munchausen's Narrative of his Marvellous Travels and Campaigns in Russia werkte. Hij zette de anekdotes in een logische volgorde en maakte er één verhaal van, dat hij situeerde in Rusland ten tijde van de Russisch-Turkse oorlog (1736-1739). Het 49 bladzijden omvattende boekje verscheen in 1785 anoniem in Oxford en was spoedig uitverkocht. Een jaar later verscheen een tweede editie. Deze was aangevuld met enkele ‘Sea Adventures’ van de baron. De derde editie, eveneens gepubliceerd in 1786, werd uitgebreid met ‘Futher Surprising Adventures’ en ‘Travels in Ceylon, Sicily, The South Seas and Elsewhere’.
De tweede editie, met ‘Wonderbaarlijke reizen en veldtochten in Rusland’ en ‘Zee-avonturen’, vormt de kern van de Munchausenverhalen. Met de derde editie had Raspe veel minder te maken; een deel van de daarin opgenomen vertellingen is van de hand van anderen. Ze beschrijven reizen naar gebieden als het gefantaseerde kaaseiland of de bodem van de Etna, waar de god Vulcanus een werkplaats heeft. De sterke verhalen van de baron, waarin een ijzeren logica werd toegepast in veelal reële situaties en omgevingen, zijn nu gecombineerd met ‘voyages imaginaires’ in de trant van Jonathan Swift in Gullivers Travels. Vanaf de derde editie werd als ondertitel dan ook ‘Gulliver revived’ toegevoegd.
W.F. Hermans prees in een essay Raspe om het karakter en vooral de toon die hij de baron meegaf. ‘Deze toon is nergens grappig, of geestig of ironisch, zelfs op een uitzondering na niet sarcastisch. De toon is deftig, kortaangemeten, maar niet haastig: stijf, zeer baronachtig kortom. Deze zo hyperfantastische geschiedenissen worden verteld alsof het eigenlijk allemaal vanzelf spreekt, alsof dit allemaal eigenlijk de moeite niet loont er woorden aan vuil te maken. Men heeft de indruk dat een niet nader genoemde aanwezige de baron na lang aandringen tot vertellen heeft overgehaald en dat hij zich hoffelijk, maar toch wel verveeld kwijt van de taak zijn gasten bezig te houden.’
Er is wel opgemerkt dat Raspe in Baron Munchausen's Narrative zijn eigen frustraties van zich af schreef. De baron overwint spelenderwijs moeilijkheden die vele malen groter zijn dan die waarmee Raspe zelf werd