| |
| |
| |
Anton Quintana
door Joke Linders
Foto: Wubbe de Jong
Anton Quintana, auteursnaam van Anton Adolf Kuyten, is de oudste van een tweeling die op 6 september 1936 in Amsterdam geboren werd. Zijn moeder was een Baskische afstammelinge van Spaanse grootgrondbezitters, zijn vader een zeeman van Nederlandse komaf. Omdat er bij zijn geboorte iets mis ging, kwam de ene helft van zijn gezicht scheef te staan. Dat maakte hem voor zijn moeder tot het wolfje, een mislukt mormel, terwijl zijn broer de knappere en geslaagde was. Die ongelijkheid zou zijn leven tekenen.
Na de dood van hun moeder, werd de tweeling in het Amsterdamse Burgerweeshuis geplaatst. Ook daar zette de rivaliteit tussen de broers zich voort. André paste zich aan en kreeg de gelegenheid zijn tekentalenten te ontplooien, Anton verzette zich tegen elke vorm van inkapseling. Hij was veel ziek en had grote moeilijkheden op school, tot hij op advies van een psycholoog aan zijn gezicht werd geopereerd en in en een pleeggezin werd geplaatst. Op zeventienjarige leeftijd ging hij er vandoor en begon hij door Europa te zwerven, waarna hij in Spanje als landloper werd opgepakt en in de gevangenis van Cerona belandde. Daar begon hij te schrijven, vrijwel op hetzelfde moment dat zijn tweelingbroer André in Nederland begon te dichten. Een nieuwe vorm van concurrentie tussen de twee broers. Toen André dit ontdekte, bedong hij dat Anton zich zou beperken tot het schrijven van jeugdboeken, avonturenverhalen en misdaadromans. Aan die eis heeft Anton een tijd toegegeven.
Na twee avonturenboeken voor
| |
| |
volwassenen en twee jeugdboeken, Padjelanta (1973) en De adelaar (1974), begon Quintana aan het schrijven van hoorspelen en televisie-scenario's. Hoewel Duel in de diepte en Kris Pusaka, beide oorspronkelijk bedoeld als televisiespel en later ook in boekvorm verschenen, zeer geprezen werden, lag zijn hart meer bij de jeugdroman.
De dood van zijn broer in 1979 was zo'n traumatische ervaring voor Anton dat hij daarna geruime tijd niet meer kon lezen en schrijven. Om die reden heeft hij De bavianenkoning, dat in 1983 met een Gouden Griffel werd bekroond, moeten dicteren aan een vriend. Pas met Het boek van Bod Pa (1995), waarvoor Quintana de Libris Woutertje Pieterse Prijs én een Gouden Uil ontving, lukte het hem zich enigszins los te maken van zijn tweelingbroer. ‘Je kunt pas veranderen als een ander sterft. Dat geldt voor de rups, voor de krab, voor mij en voor Pelgrim, de jongen in het boek. Die geneest pas als hij zijn leidsman overwint.’ Inmiddels heeft Quintana echter aangekondigd dat ook zijn volgende boeken, een trilogie, helemaal in het teken zullen staan van de folie a deux die hem en zijn broer getroffen heeft.
| |
Werk
Niet alleen het leven van Anton Quintana is gedomineerd door zijn tweelingschap, ook zijn werk. Het rivaliteitsmotief, vaak in combinatie met inwijdingsrituelen (Padjelanta en De bavianenkoning) en het zoeken naar de eigen identiteit (Het boek van Bod Pa), komt in vrijwel alle verhalen van Quintana voor. Zowel in zijn stukken voor radio en televisie als in zijn jeugdromans.
Een ander belangrijk motief in zijn werk, het verlangen naar de vader, is eveneens terug te voeren op eigen ervaringen. Quintana heeft zijn vader nooit gekend. Kort voor de oorlog verliet hij vrouw en kinderen om zich aan te sluiten bij de Duitsers. Toen Anton een jaar of twaalf was en vanwege zijn ziektes veel op bed moest liggen, raakte hij geheel in de ban van Tecumseh, de bosindiaan uit De stralende ster van Fritz Steuben. Deze leverde hem de archetypische vaderfiguur die hij nodig had en die zowel in De vuurman als in Het boek van Bod Pa op allerlei manieren gestalte kreeg. Ook Tecumseh had een tweelingbroer en net als Anton trok hij de wereld in om zijn ideaal te realiseren.
Het zoeken naar de eigen identiteit blijkt met name uit de confrontatie tussen eenling en massa, natuur en cultuur. Zo moet de Zweedse student uit Padjelanta om te kunnen overleven in de woeste eenzaamheid van Lapland zijn toevlucht zoeken bij de oude jager Vasko. Morengaroe, de buitenstaander uit De bavianenkoning, heeft in de eenzaamheid van het Kenyaanse binnenland een strijd te leveren op leven en dood met de bavianenkoning en met zichzelf. Terwijl Pelgrim uit Het boek van Bod Pa
| |
| |
door de strijd met zijn onbegrijpelijke sjamaan in de stilte van de steppen enig besef krijgt van wat er van een mens in dit leven gevraagd wordt. In al deze gevallen wordt de overwinning behaald, zij het niet zonder enig verlies.
Ook in het leven van Quintana speelt die strijd. Op zijn reizen door Spanje, Lapland, Indonesië, Bonaire en Sumatra heeft hij veel avonturen doorstaan. Zijn verlangen naar erkenning en waardering resulteerde in een enorme productie, waaronder De adelaar, een serie thrillers rond Rufus, De ijzeren harp, hoorspelen en televisiedrama's. Sinds De bavianenkoning werkt hij echter niet meer in opdracht. ‘Aanpassing aan de smaak van anderen leidt maar tot verloedering,’ zei hij tegen Willem Kuipers. Dit boek, ontstaan nadat hij zes weken alleen en zonder wapens door de rimboe van Sumatra was getrokken, markeert de omkeer in zijn leven. Hij wilde bewijzen dat hij ook zonder zijn broer kon overleven. Eén week van die tocht is volledig uit zijn herinnering weggevaagd. In die zin kan de bavianenkoning gezien worden als een sleutelroman voor het leven van Quintana zelf. Het symboliseert de zoektocht van de mens naar de ander, de groei naar zelfstandigheid en het hanteren van grenzen.
| |
Padjelanta
Padjelanta is de naam die de Lappen gaven aan het nog ongerepte land in het hoge Noorden van Scandinavië. Bo, een student en buitenbeentje, verruilt zijn veilige en welvarende omgeving voor het harde leven van de toendra. Hij wil weten wat werkelijk belangrijk is in het leven en in hemzelf en hij denkt dat bij de Lappen te kunnen vinden. Daar wordt hij echter door de oude Lapse jager, Vasko de dwerg, uitgelachen en voor ‘toerist’ uitgemaakt. Dat prikkelt Bo nog meer. Hij wil juist laten zien wat hij waard is en gaat op zoek naar het ongerepte en zuivere. Pas als hij erin slaagt het hoofd te bieden aan de gevaren van de hem omringende natuur, groeit er toenadering tussen hem en Vasko, die ten slotte als een vader zijn leven voor hem geeft. De dood van deze vaderfiguur maakt de zoon het overleven mogelijk, al beseft hij dat hij daarvoor terug moet keren naar de bewoonde wereld.
Het verhaal is sober, maar indringend verteld en goed gedocumenteerd. Bo's stellingname tegen alles wat de cultuur van de Lappen aantast is krachtig en overtuigend. Henk Eisma vergeleek Bo met Philip uit Philip en de anderen van Cees Nooteboom en noemde het een tocht door het niemandsland van de puberteit. Hij plaatste Padjelanta op één lijn met klassieke jeugdromans als Afke's Tiental van Nienke van Hichtum en Lawines razen van An Rutgers van der Loeff-Basenau.
| |
| |
| |
De bavianenkoning
Tien jaar na Padjelanta kwam Quintana met het boek dat hem de zo zeer begeerde erkenning bracht. De bavianenkoning is gesitueerd in Kenya en is in feite een zoektocht naar de zin van het leven. Als Morengaroe, die half Massaï is en half Kikoejoe - een parafrase op Quintana die half Spaans en half Nederlands is -, door beide stammen verstoten is, dwaalt hij door de rimboe in de wetenschap dat hij niet lang zal kunnen overleven.
Op zijn zwerftochten stuit hij op een troep bavianen en raakt hij verwikkeld in een tweegevecht met hun ‘koning’. Morengaroe raakt ernstig gewond maar weet nog net zijn tegenstander te doden. Dat maakt hem in de ogen van de andere bavianen automatisch tot de volgende bavianenkoning. Een tijdlang zweeft zijn lichaam tussen leven en dood, maar eenmaal hersteld moet hij zich aanpassen aan het leven en denken van de bavianen. Door het beest in hemzelf aan te spreken, lukt dat ook en is hij niet langer de outcast. Toch blijft hij zich anders voelen dan zijn mede-bavianen. Het lukt hem niet zijn menselijk denkvermogen uit te schakelen, hetgeen de redding betekent voor hem en zijn troep als er weer eens gevaar dreigt. Net als Bo in Padjelanta wordt het Morengaroe na enige tijd duidelijk dat hij, om te worden wie hij is, terug zal moeten keren naar de mensen. Een mooi Nietzschiaans thema, vooral omdat hij zijn scepsis tegenover de mensen behoudt.
| |
De vuurman
Ook in De vuurman behandelt Quintana de problemen van de buitenstaander, maar dit keer in het decor van het achttiende-eeuwse Zuid-Limburg. Tegen wil en dank komt Michiel, een weesjongen, terecht bij de bokkenrijders, een troep woestelingen die plunderend en brandschattend hun recht halen bij de rijkere boeren en burgers. Hoewel Michiel wel oog heeft voor de rechten van de bokkenrijders, wil hij niets met ze te maken hebben. Toch wordt hij steeds opnieuw in hun armen gedreven. De zanger Dujardin, een van de belangrijkste bendeleden, maakt hem duidelijk dat hij niet anders kan. Als Michiel ten slotte als de leider van de bokkenrijders gehangen wordt, is dat het dramatische maar overtuigende gevolg van de keuzes die hij uiteindelijk heeft kunnen en durven maken.
Het verhaal is episodisch geschreven en bevat veel details. Het geeft een boeiend portret van het maatschappelijk leven in de achttiende eeuw en is onmiskenbaar spannend dankzij een vakkundige afwisseling van actie en dialoog in een sterk, geselend proza.
| |
Het boek van Bod Pa
Bod Pa is een dwerg, een mismaakte, blinde, lamme dwerg, een dronken zielepoot, een potsierlijke aardappelkabouter
| |
| |
Bandillustratie Fred de Heij
die altijd gevolgd wordt door een wolf en een raaf. Hij is ook de ge heimzinnige ruiter uit het Noorden, een sjamaan die alle wetten tart. De vader van Perregrim vraagt hem zijn zoon die met een voortdurend brekend been kampt, te komen genezen. Bij de eerste ontmoeting gaat het al mis. Bod Pa reageert heel anders dan alle magiërs en genezers voor hem. Hij noemt de jongen bij een andere naam: Pelgrim, wat reiziger betekent. Want in de ogen van Bod Pa zijn alle mensen reizigers die hun doel nog moeten vinden. In plaats van smeerseltjes of gebeden zadelt hij hem op met rare opdrachten en daagt hij hem uit tot vreemde gesprekken waarin de jongen zichzelf moet zien te vinden.
De vertelling zit vol mythologische symbolen, geheimzinnige spreuken en ongebruikelijke gebeurtenissen. Doordat Quintana zijn verhaal plaatste in een niet gedefinieerd toendralandschap en in een niet nader omschreven tijd, kreeg het verhaal een mythologische sfeer. Pelgrim is voortdurend bezig zich te verwonderen over de noodzaak van beweging en verandering. ‘De dood stelt minder voor dan je denkt. Sterven is alleen afschrikwekkend voor wie niet echt geleefd heeft,’ legt Bod Pa zijn leerling uit.
Het verhaal is geschreven in een meeslepende en beeldende verteltrant. Elk hoofdstuk begint met een haiku, waarvan de betekenis in het daarop volgende hoofdstuk belicht wordt. Hoewel het ontstaan van Het boek van Bod pa voor Quintana zelf een lijdensweg van jaren is geweest, beschouwt hij het ook als het boek waarin hij als schrijver zichzelf kon worden. De dubbele bekroning met de prestigieuze Libris Woutertje Pieterse Prijs en een Gouden Uil bevestigden hem daarin.
| |
Waardering
De waardering voor het werk van Quintana heeft net als Quintana zelf een tweeslachtig karakter. Tegenover de lof voor zijn vertel- | |
| |
lerscapaciteiten die hij in al zijn werk toont, staat scepsis over de complexiteit van zijn thema's. Een boodschap als ‘Leven doe je alleen door het te doen’ kan volgens Bregje Boonstra tegelijkertijd als naïef en uitdagend worden ervaren. Tegenover lofprijzingen over zijn evocatieve en visuele taalgebruik staan aanmerkingen over het zware, gedragen en weinig subtiele karakter van zijn taal dat ‘compact en tegelijkertijd treiterig wijdlopig is’, volgens Lieke van Duin. Peter van den Hoven benadrukt dat Quintana schijnbaar moeiteloos speelt met tegenspraken en contrasten, paradoxen en uitersten, bevrijdende humor en diepgravende betekenissen. ‘Quintana is in dit boek (Het boek van Bod Pad) zelf een pelgrim in de taal, een begenadigd reiziger, sjamaan en verteller die vele lezende volgelingen gegund zij.’
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Het kille ontwaken (1969), De overlevende (1970), Een grote taak op Onyx (1973), Bloed, zweet en tranen (1982). |
Jeugdboeken
|
Padjelanta. Op leven en dood in de toendra. Amsterdam, Van Goor, 1973. |
De adelaar. En andere avonturenverhalen. Met illustraties van The Tjong Khing, Leiden, Sijthoff, 1974. |
Duel in de diepte. Gebaseerd op de gelijknamige kro-televisieserie. Amsterdam, Van Goor, 1979. |
Natuurlijke vijand. Amsterdam, Loeb, 1980. |
De ijzeren harp. En andere fantastische verhalen, Amsterdam, Van Goor, 1981. |
De bavianenkoning. Amsterdam, Van Goor, 1982. (Vierde druk: Amsterdam, Querido, 1996.) |
Hij die terugkomt. Verhalen voor jong en oud. Amsterdam, Loeb, 1983. |
Strijd om het bestaan. Met illustraties van Jos Looman. Bayum, De Lijn, 1983. (Dzjengis Khan, deel 1, nr. 30; en deel 2, 1984, nr. 31. Bibliotheek van het Nederlandse beeldverhaal) |
De vuurman. Amsterdam, Van Goor, 1987. (Derde, volledig herziene druk: Amsterdam, Querido, 1997.) |
Het boek van Bod Pa. Amsterdam, Querido 1995. |
Over Anton Quintana
|
Herman Verschuren, De buitenstaander. In: En nu over jeugdliteratuur, jaargang 10 (1983), nr. 5. |
Jan Huisman, Misschien is schrijven wel een gebrek. In: Algemeen Dagblad, 10-9-1983. (Interview) |
Willem Kuipers, Anton Quintana's ‘folie a deux’. In: de Volkskrant, 7-10-1983. (Interview) |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 10 (1986), nr. 16. |
Henk Eisma, Padjelanta. In: Hervormd Nederland, 7-6-1989. |
Cathérine van Houts, Gaan om te gaan. In: Het Parool, 29-9-1995. (Interview) |
Lieke van Duin, Vreemdeling in eigen land, in eigen ziel. In: Trouw, 8-11-1995. |
Joke Linders, Je kunt geen brekebeen blijven. In: Algemeen Dagblad, 17-11-1995. |
Selma Niewold, Bod Pa is lelijk en meestal dronken. In: de Volkskrant, 2-12-1995. |
Peter van den Hoven, Pelgrim. In: Vernieuwing, tijdschrift voor onderwijs en opvoeding, jaargang 55 (1966), nr. 1. |
Bregje Boonstra, De wind in een doosje doen. In: De Groene Amsterdammer, 17-1-1996. |
Joke Linders, De woede eindelijk te boven. In: Algemeen Dagblad, 8-3-1996. (Interview) |
44 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1997
|
|