Ceulaer een bewerking van Lannoo's Jeugdencyclopedie; van de tweede tot en met de zesde druk deed hij de bewerking alleen.
Van zijn jeugdboeken verschenen de hardcovers onder zijn eigen naam. De goedkope uitgaven, waaronder de kwartjesboeken, werden deels onder pseudoniem gepubliceerd. Hij gebruikte daarvoor de namen Karel Fernandez, Jan Slonecznik en Alex Tersoest.
Zijn debuut Jeugdstad (1937) is mogelijk geïnspireerd op het in die tijd zeer bekende Boys' Town in Amerika. In 1940 verschenen de jeugdboeken De strijd om het nikkelen beertje en De strijd om het ven. Het eerste boek gaat over twee rivaliserende groepen scholieren die om beurten een nikkelen fietsornament bemachtigen. Het verhaal speelt tegen de achtergrond van armoede, werkloosheid en vertwijfeling. In De strijd om het ven brengen twee groepen elkaar vijandige hbs'ers hun vakantie door op een buitengoed. Ze leveren strijd om het terrein, aanvankelijk op oneerlijke en onsportieve wijze. Door een tornado en na het ingrijpen van de eigenaar van het buitengoed komt daar verandering in.
In 1948 volgde De band der bandelozen, twee jaar later herdrukt als Wat willen jullie worden? Een groep hbs'ers wil na de oorlog de schade van ontbeerd plezier inhalen en springt uit de band. Een van de scholieren raakt door de achteloosheid van een ander ernstig gewond bij een brand. Tussen alle problemen door ontdekken enkele jongens voor welk beroep ze het meest geschikt zijn.
In opdracht van de Spaarbank Vereeniging schreef Hans Pennarts in 1949 Slimme Oude Peet, een geestig verhaaltje met de bedoeling de jeugd tot sparen te stimuleren.
Vanaf 1936 was hij een productief schrijver van kwartjesboeken, verhalen voor ‘echte Hollandse jongens’. Onder eigen naam publiceerde hij de serie Zeven jongens van Jan de Wit. Onder het pseudoniem Alex Tersoest verschenen één jaar na de oorlog drie deeltjes over een jongensclub die in het verzet opereert: De gele envelop, De clandestiene club en Geheim verzet.
De jeugdboeken van Hans Pennarts hebben alles wat jongens van een boek verlangen, met name humor en spanning. In enkele boeken verwerkte hij gegevens over landen en volken, bijvoorbeeld in de Henk Riever-serie, gepubliceerd onder het pseudoniem Karel Fernandez. Er komen ook dieren in voor, vooral honden. Tussen de regels door toont Pennarts zich een goede, niet opdringerige opvoeder. Zo laat hij in Henk Riever in de Pampa (1936) het verschil zien tussen moed en roekeloosheid.
In diverse boeken komen de armoede en de crisis van de jaren dertig ter sprake. Pennarts heeft de uitzichtloosheid en de demoraliserende werking van de werkloosheid van nabij gekend. Hij beschrijft allerlei uitingen van solidariteit onder de armen en tussen