jeugdromans, Joselito (1977). Het gaat in dit realistisch geschreven boek om de treurige lotgevallen van het Indiaanse gezin Caldera, dat door sociale nood langzaam aan lager wal raakt. De sociaal-politieke lading van het boek is evident: het bevat een felle aanklacht tegen uitbuiting en onderdrukking.
In haar beginwerk voor de jeugd is het sociaal-politieke element veel minder nadrukkelijk aanwezig. Haar eerste echte jeugdboek, dat ze na enkele korte verhalen in 1972 laat verschijnen onder de titel Hinterm Haus der Wassermann, is een sprookjesachtig verhaal over de vriendschap tussen een prinses en een waterwezen.
Evenmin realistisch maar wel degelijk sociaal-politiek gekleurd is het grappige verhaal over Koenraad en Killewamba. Een papierhandelaar en een zwarte medisch studente besluiten de handen ineen te slaan en mensenredder te worden. Zo trekken ze er per helicopter op uit om de bewoners van een door een olieramp bedreigd eiland van de hongerdood te redden. In En straks komt Emilie schrijft zij over de problematiek rond gastarbeiders.
De realistische tendens in haar werk voor jongeren blijft sterk. In Auf einem langen Weg zijn twee kinderen aan het eind van de Tweede Wereldoorlog op de vlucht met hun moeder. Bij een bombardement raken ze van hun moeder gescheiden en moeten ze zich er alleen doorheen slaan.
In Zuid-Amerika spelen haar volgende twee jeugdboeken. De dag dat de meisjes het niet langer pikten vertelt hoe de dienstmeisjes in een Zuid-Amerikaans plattelandsstadje gaan staken voor een beter loon. Ik heb honger en dorst gaat over het gezin Soto, dat van zijn land verdreven door een rijke fabrikant, poogt in de stad een nieuw bestaan op te bouwen. Thematisch vertoont het verhaal een duidelijke verwantschap met Joselito.
Angstaanjagend is het jeugdboek
De laatste kinderen (1983). Op nuchtere,
Illustratie van Friedrich Kohlsaat uit Koenraad en Killewamba