| |
| |
| |
Květa Pacovská
door Annemarie Terhell
Květa Pacovská is op 28 juli 1928 in Praag geboren. Zij studeerde aan de School voor Toegepaste Kunsten in Praag, waar ze les kreeg van Emil Filla, een beeldend kunstenaar die een belangrijke rol speelde in het Tsjechische modernisme. Hij bracht zijn studenten in contact met het werk van Kandinsky, Miró, Schwitters, Klee en Picasso, een kennismaking die voor Pacovská's ontwikkeling van groot belang was.
Na haar studie exposeerde Pacovská diverse malen als vrij beeldend kunstenaar voordat zij belangstelling kreeg voor het illustreren van prentenboeken. Zij debuteerde als illustratrice in de jaren zestig met een uitgave van de sprookjes van Andersen en Grimm. In de loop der jaren schreef en illustreerde ze meer dan zestig kinderboeken, waarvan slechts een handjevol titels in het Nederlands taalgebied verscheen. Haar boeken genieten over de hele wereld bekendheid en zijn vertaald in onder meer het Duits, Engels, Frans, Japans, Italiaans, Portugees en Chinees.
Pacovská is tientallen malen voor haar werk onderscheiden. Zij won in 1983 de Gouden Appel van Bratislava, in 1988 de Grand Prix des Premi Catalonia in Barcelona en in 1991 de Duitse Kinderliteraturspreis. De kleine koning werd in 1993 bekroond met een Zilveren Griffel. De belangrijkste prijs die Pacovská in ontvangst mocht nemen was de Hans Christian Andersen-medaille voor haar hele oeuvre in 1992.
| |
Werk
Květa Pacovská maakt tekeningen, schilderijen, collages, beelden en papieren installaties. Met haar werk beweegt ze zich op het vlak tussen illustratie en de vrije beeldende kunst. In de jaren tachtig en negentig legde zij zich toe op het maken van vrijstaande boekobjecten waarin zij haar idee dat het boek een vorm van architectuur is tot het uiterste doorvoerde. In haar constructies van papier, karton en metaal is het boek een object in de ruimte dat zijn praktische functie grotendeels verloren heeft.
Ook haar werk voor kinderen, waarin zij veel aandacht besteedt aan de vormgeving, beschouwt zij het boek als een vorm van kunst. ‘Een prentenboek is de eerste tentoonstelling die een kind bezoekt’ is haar opvatting. Haar prentenboeken bevatten vaak uitsnijdingen, doorkijkjes, ingenieuze uitvouwbladen en beweegbare elementen.
| |
| |
Uit De kleine koning
In kleurgebruik en compositie streeft Pacovská steeds naar een maximum aan contrast. Ze gebruikt vooral heldere primaire en secundaire kleuren, waarbij rood altijd de hoofdrol speelt. In haar illustraties combineert zij bij voorkeur verschillende technieken, zoals verfspatten, vetkrijt, potlood en collages van karton, papier, enveloppen of muziekpapier. Ze laat kleurvlakken met elkaar contrasteren: een egaal rood geschilderd vierkant plaatst ze naast een groen vlak dat uitbundig gearceerd is met potlood.
Haar prentenboeken spelen in een droomwereld die bevolkt wordt door fantasiefiguren als opgeblazen kikkers, vliegende varkens, maanmannetjes en sliertige clowns. De toon van haar verhalen is licht humoristisch. De wezens zijn clownesk getekend; vaak hebben ze een grijns op hun gezicht, een grote rode neus en een karakteristiek oog hoog op het voorhoofd. Soms geeft ze haar prentenboeken een speelgoedachtig uiterlijk door te werken met spiegeltjes of kleuren als zuurstokroze.
De kleine koning, het eerste prentenboek dat in het Nederlands verscheen, is een ingetogen liefdesverhaal over een koning die veel van tulpen houdt en dat geluk met een prinses wil delen. De expressieve, gestileerde vormen en afwisselende technieken zijn zeer karakteristiek voor het werk van Pacovská. De vele hartjes in zachte tinten als roze en groen geven dit prentenboek een zoete uitstraling.
Bij uitgeverij De vier windstreken verschenen twee boeken van Pacovská
| |
| |
op reusachtig formaat in een doorzichtige plastic kaft. In Torens hellen de torens Avocado en Avocano in de schemering een beetje over om elkaar een geheim in te fluisteren. De tekst van dit mysterieuze verhaal, waarin iedereen wil leren vliegen, is geschreven in Pacovská's karakteristieke potloodhandschrift en speelt een duidelijke rol in haar compositie.
| |
MidderNachtSpel
In dit prentenboek op reusachtig formaat nodigt een clown de maan uit in het theater om getuige te zijn van een toneelspel waarin iedereen voortdurend van rol en kostuum wisselt. Door stroken van de bladzijde om te slaan veranderen de hoofden, benen en buiken van de toneelspelers: het trommelende varken verandert in een droevige pierrot of een geelgroen gestipte draak. Het silhouet van de maan is uitgesneden in het kaft en aan een touwtje in de rug bevestigt. De vele muzikale verwijzingen in de collages als notenbalken, trommels en een trompet komen op betoverende wijze tot leven in de gelijknamige interactieve cd-rom van Tsjechische makelij. Door de muis van de pc te bewegen verschuiven kleurvlakken of lopen verhaalscènes in elkaar over en zijn verschillende instrumenten en melodielijnen met elkaar te combineren. Zelfs de kleinste details, zoals een sliert van potloodgekras, zijn op verrassende wijze in dit vormenspel verwerkt. De plompe roze ballerina blijkt uiterst gracieus op de muziek heen en weer te wiegen en de groen gestipte kikker kan worden opgeblazen door hem te voeren met krantenpapier.
| |
Waardering
De kleine koning, het eerste prentenboek van Pacovská dat in het Nederlands werd vertaald, verscheen nadat zij de Hans Christian Andersenmedaille al had ontvangen en haar werk in het buitenland grote bekendheid genoot. Ook hier prees de pers het oorspronkelijke en artistieke karakter van Pacovská's werk, al twijfelden sommige critici aan de bruikbaarheid van het boek voor een jong publiek. Lieke van Duin typeerde het werk van Pacovska in Trouw als ‘extravert, feestelijk en brutaal.’ Ze prees de onbevangen helderheid, de geraffineerde compositie en grafische vormgeving in De kleine koning, maar vond de technische uitwerking van MidderNachtSpel teleurstellend. Ondanks de bekroning van De kleine koning met een Zilveren Griffel, is Pacovská's werk hier veel minder bekend dan in bijvoorbeeld Duitsland of Frankrijk.
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Open Space. Met medewerking van Jean-Claude Marcade. Benteli, 2001. |
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde kinderboeken
|
Michael Ende, Momo (1973), Rumpelstilzchen erzählt...: aus der Märchenwelt der Brüder Grimm (1986), Das Tier mit den Funkelaugen (1990), Eins,
|
| |
| |
fünf, viele (1990), Grün, rot, alle: ein Farbenspielbuch (1992), Rotrothorn (1999). |
Door Květa Pacovská geschreven en geïllustreerd
|
Der kleine Blumenkönig (1991): De kleine koning. Vertaald uit het Duits en bewerkt door Imme Dros. Voorschoten, De vier windstreken, 1992. |
Mitternachtsspiel (1993): MidderNachtSpel. Vertaald uit het Duits door Henk Figee. Voorschoten, De vier windstreken, 1993. |
Türme (1995): Torens. Vertaald uit het Duits door M.E. Ander. Voorschoten, De vier windstreken, 1995. |
Door Květa Pacovská geïllustreerd
|
Jurij Brezan, Die Abenteuer des Kater Mikosch: Kater Mikosch (1992). Vertaald uit het Duits door Bart Moeyaert. Tilburg, Elzenga, 1993. |
Said, Es war einmal eine Blume (1998): Er was eens een bloem. Vertaald uit het Duits door Joukje Akveld. Voorschoten, De vier windstreken, 1998. |
CD-roms
|
Alfabet: Spelen met de letters van het alfabet. Weesp, Keec, 2000. |
MidderNachtSpel: familietheater voor creatievelingen. Weesp, Keec, 2000. |
Over Květa Pacovská en haar werk
|
Barbara Scharioth, The art of Kveta Pacovská. Grossau-Zürich, Michael Neuegebauer/ New York, North-South Books, 1993. |
Lieke van Duin, Er zit een olifantje in het web. Over: Kater Mikosch. In: Trouw, 5-5-1993. |
Jan Smeekens, Prenten wijzen de weg naar het Stedelijk. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 16-9-1994. |
Lieke van Duin, De maan houdt van het theater. Over: MidderNachtSpel. In: Trouw, 13-4-1994. |
Jant van der Weg, Kruipboeken en kijkgaatjes. In: Friesch Dagblad. 10-2-1999. |
62 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2003
|
|