| |
| |
| |
Uri Orlev
door Wilma van der Pennen
Jerzy Henryk Orlowski is geboren op 24 februari 1931 in Warschau (Polen), als zoon van Maksymilian en Zofia Orlowski, beiden van joodse afkomst. In 1958 veranderde hij zijn naam officieel in Uri Orlev. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak werd zijn vader, die diende in het Poolse leger, gevangen genomen door de Russen. Jerzy, zijn moeder en zijn jongere broer Yigal woonden van 1939 tot 1943 in het getto van Warschau. Nadat hun moeder was overleden werden de kinderen Orlowski opgevoed door een tante, met wie zij samen naar het concentratiekamp Bergen-Belsen werden gedeporteerd. Na de oorlog emigreerde Uri Orlev naar Israël, waar hij naar school ging en werkte in een kibboets in het zuiden van Galilea. Hij is getrouwd en heeft vier kinderen.
Orlev is binnen en buiten Israël vaak onderscheiden. Voor The beast of darkness (1976) kreeg hij onder meer de Zeev-prijs van het Israëlische ministerie van opvoeding (1977). Zijn meest bekroonde boeken zijn Haii Berehov Hatziporim (Het eiland in de Vogelstraat) en Haish Mehasad Hasheni (De man van de andere kant). Beide werden negen keer onderscheiden. Voor Het eiland in de Vogelstraat kreeg Orlev onder andere de Haifa University Prize for young readers (1981), in 1985 de Edgar Allan Poe Award (Amerika), in 1986 een Zilveren Griffel (Nederland) en in 1990 de Janusz Korczak International Prize. De man van de andere kant werd onder meer bekroond met de Preis der Leseratten en de Batchelder Award (1991) en met de National Jewish Book
| |
| |
Award (1992). Moedertje Brei kreeg in april 1987 de Pluim van de Maand. In 1992 werd Orlev genomineerd voor de Hans Christian Andersenprijs.
| |
Werk
Orlev schreef zijn eerste gedichten toen hij elf jaar was, in het Pools, de taal van zijn kinderjaren. Toen hij het later opnieuw probeerde, merkte hij dat hij dat niet kon in zijn nieuwe taal, het Hebreeuws en ook niet meer in het Pools. Hij begon verhalen te schrijven voor volwassenen. Toen hij vijfenveertig was schreef hij zijn eerste jeugdboek. In Israël is Orlev ook bekend als auteur voor televisie en radio en als vertaler van Poolse boeken in het Hebreeuws. Hij vertaalde onder andere werk van Janusz Korczak, de kinderarts uit het getto in Warschau en schrijver van kinder- en jeugdboeken.
Uri Orlev publiceerde, naast twee romans en een verhalenbundel voor volwassenen, voornamelijk boeken voor kinderen onder twaalf jaar, waarvan alleen Savta Soreget (Moedertje Brei) in het Nederlands is vertaald. In ons land werd hij bekend door zijn boeken voor jongeren vanaf twaalf jaar over de Holocaust.
Orlev debuteerde in 1956 met een roman voor volwassenen, Hayale-oferet (Loden soldaatjes), die in 1988 in het Nederlands werd vertaald en als jeugdboek is uitgegeven. Het is het grotendeels autobiografische verslag van zijn jeugdervaringen. Net als de auteur en zijn broertje creëren de twee jongens uit het verhaal een eigen fantasiewereld met behulp van loden soldaatjes, die zij altijd bij zich weten te houden. Zo zijn zij in staat de gruwelijke werkelijkheid het hoofd te bieden. Orlev gelooft in de kracht van de fantasie. Die kan mensen in staat stellen zich te handhaven in de moeilijkste situaties.
In De man van de andere kant beschrijft Orlev hoe het is om pas laat te ontdekken zelf van joodse afkomst te zijn. De hoofdpersoon van dit boek, Marian, wist aanvankelijk niet dat hij joods was. Zijn ouders hadden dit altijd voor hem verzwegen en hem een katholieke opvoeding gegeven. Orlev beschrijft van binnenuit de omslag in de houding ten opzichte van de joden: hij kende de schokkende ervaring te merken dat hij, net als de meeste Polen toen, een hekel had aan joden, terwijl hijzelf joods bleek te zijn. Net als Marian heeft hij moeten leren omgaan met zijn eigen vooroordelen.
Ook in Lydia, koningin van Palestina maakt Orlev gebruik van zijn eigen ervaringen. De tienjarige Lydia wordt door haar moeder vooruit gestuurd naar Palestina, als het voor de mensen van joodse afkomst in Roemenië te moeilijk wordt vanwege de Duitse agressie. Ze wordt opgenomen in een kibboets, waar ze wacht op de komst van haar moeder. Lydia is een weerbaar maar ook gevoelig kind. Ze aanvaardt de dingen die haar overkomen, maar levert zich er
| |
| |
Illustratie van Jan Jutte uit Moedertje Brei
niet willoos aan over. Door middel van een rollenspel met haar poppen weet zij haar gevoelens goed te kanaliseren.
Alle boeken van Orlev - voor welke leeftijd en over welk onderwerp dan ook - eindigen positief. Hij kiest er voor het positieve van elke gebeurtenis en van ieder mens naar voren te laten komen. Dat ook zijn boeken over de Holocaust positief eindigen vindt hij niet in strijd met de historische realiteit: ‘I just don't think that in reality all stories end badly...’ In Moedertje Brei, een verhaal op rijm, komt deze instelling ook naar voren. Hoewel Moedertje Brei alles wat ze heeft gebreid, haar huis en haar kinderen, weer uithaalt omdat de kinderen niet worden geaccepteerd zoals ze zijn, eindigt daar niet haar geschiedenis: Orlev verzekert de lezer dat Moedertje Brei gewoon weer opnieuw zal beginnen, ergens anders, in een andere wereld. Hij verwijst hier naar het verhaal van Penelope, de vrouw van Odysseus, die 's nachts het kleed waaraan zij overdag zit te weven, weer uithaalt om daarmee het kiezen van een nieuwe echtgenoot uit te stellen.
| |
Het eiland in de Vogelstraat
De elfjarige Alex en zijn vader wonen in een getto, in een niet nader genoemde stad in Polen. De moeder is tijdens een razzia door de Duitsers verdwenen. Alex en zijn vader bereiden zich voor op de onvermijdelijke aanval van de Duitsers op het getto. Ze hebben een schuilkelder, samen met hun buren, met daarin een voorraad voedsel en water. Op een dag worden de joden voor transport bij elkaar gedreven. Alex weet te ontsnappen. Hij heeft met zijn vader een plaats afgesproken waar ze op elkaar zullen wachten, als het mis zou gaan. Alex is er vast van overtuigd dat zijn vader hem daar zal komen halen. Het duurt langer dan verwacht. Op een soort eiland midden in het getto weet hij te overleven. Hij woont in een half ingestort huis van waaruit hij over de
| |
| |
muur van het getto kan kijken en de wereld van de Polen aan de andere kant van de muur kan gadeslaan. Hij is erg vindingrijk en moedig, zeker als het winter wordt en in de huizen van het verlaten getto bijna geen voedsel meer te vinden is. Hij ontdekt een doorgang naar buiten, raakt in contact met een meisje van de Poolse kant, en is zo moedig de Poolse dokter te halen als een gewonde verzetsstrijder, die tijdelijk bij hem woont, hoge koorts heeft. Na vijf maanden, als hij er zelf bijna niet meer in gelooft, keert zijn vader terug.
Alex' leven is een voortdurend balanceren tussen leven en dood. In de beginperiode is zijn tamme witte muis het enige levende wezen waartegen hij kan praten. Later heeft hij ook wat contact buiten het getto, kan hij spelen met Poolse kinderen in het park. Toch blijft de situatie levensbedreigend omdat overal verraders zijn. Alex denkt steeds aan de levenslessen van zijn vader en probeert telkens in diens geest te handelen. Zijn creativiteit en standvastigheid helpen hem door deze moeilijke periode heen.
| |
De man van de andere kant
Orlev vertelt het verhaal dat een Poolse journalist hem twee maanden voor zijn dood heeft toevertrouwd. De veertienjarige Marian moet zijn stiefvader Antoni helpen om via de gangen van het riool voedsel en goederen naar het getto te smokkelen. Antoni handelt niet uit menslievendheid, hij is volgens Marian zelfs fel antisemiet, maar omdat hij veel geld kan verdienen aan de tot wanhoop gedreven joden. Marian deelt zijn antisemitische opvattingen. Onder invloed van een paar vrienden berooft hij een uit het getto gevluchte jood van zijn geld. Als zijn moeder dit bij toeval te weten komt is ze erg ontdaan. Ze vertelt Marian het tot dan toe verzwegen verhaal van zijn afkomst. Zijn vader, die in gevangenschap is overleden, was ook joods.
Marian voelt zich schuldig ten opzichte van de joden. Tijdens een razzia helpt hij een joodse man vluchten, en zorgt ervoor dat deze bij zijn grootouders kan onderduiken. Jozek en Marian raken bevriend. Dan breekt de opstand in het getto uit. Jozek wil terug naar zijn vrienden en Marian is bereid hem daarbij te helpen. Door een granaatontploffing wordt de terugweg afgesneden en moet Marian in het getto blijven. Samen met enkele rijke joden wordt hij door zijn stiefvader bevrijd uit het brandende getto. Door de gebeurtenissen leert Marian zijn stiefvader, maar ook zijn moeder en grootouders beter begrijpen en waarderen.
| |
Waardering
Orlev oogstte met zijn verhalen over de Tweede Wereldoorlog vooral lof door de manier waarop hij de gebeurtenissen aan de orde laat komen. Orlev rangschikt deze zoals een kind ze beleeft: op één niveau volgen alledaagse, bizarre en
| |
| |
gruwelijke ervaringen elkaar op. Een kind denkt dat de wereld zo is. Bregje Boonstra over Loden soldaatjes: ‘Er spreekt eenzelfde bezeten noodzaak tot vertellen uit als uit Primo Levi's Is dit een mens. Waar Levi zichzelf en zijn lezer kwelt met de vraag naar de grenzen tussen menselijk en onmenselijk gedrag, registreert Orlev haast onderkoeld wat hij als jongetje meemaakte. Voor emoties is nauwelijks ruimte, want ‘hij is ervan overtuigd dat de wereld er zo uit hoort te zien’. Op een schijnbaar argeloze wijze rapporteert Orlev over de vreselijke dingen van het leven, zonder op sensatie uit te zijn en zonder sentimentaliteit. Lieke van Duin: ‘Schokkende boeken zijn het, geschreven in de nuchtere, sobere stijl van iemand die niet op sensatie uit is, maar de meest afschuwelijke gebeurtenissen nauwkeurig observeert, meer verbaasd dan ontzet.’ De kracht van zijn boeken zit in het feit dat Orlev nergens commentaar levert op wat er gebeurt. De lezer moet zijn eigen conclusies trekken. Zijn manier van vertellen is impliciet, en veronderstelt bij de lezers wel enige voorkennis.
| |
Bibliografie
Niet in het Nederlands vertaalde boeken
|
Voor volwassenen:
Till tomorrow (1958), The last summer vacation (1967). |
|
Voor kinderen en jongeren:
The beast of darkness (1976), The big little girl (1977), Noon thoughts (1978), The lion shirt (1979), Hole in the head (1979), It's hard tot be a lion (1979), Siamina (1979), The good-luck pacifier (1980), Mr. Mayor, let us sing (1980), Wings turn (1981), Big brother (1983), Journey to age four (1985), The wrong side of the bed (1986), Shampoo on tuesdays (1986), The Dragon's crown (1986), The lady with the hat (1990). |
|
In het Nederlands vertaalde boeken
|
The lead soldiers (1956): Loden soldaatjes. [Vertaald uit het Engels door Tamir Herzberg]. Baarn, De Fontein, 1988. (Oorspronkelijke titel: Hayale-oferet) |
Granny Knits (1980): Moedertje Brei. [Vertaald uit het Engels door Judith Herzberg]. Met illustraties van Jan Jutte. Amsterdam, Querido, 1986. (Oorspronkelijke titel: Savta Soreget) |
The island on Bird Street (1981): Het eiland in de Vogelstraat. [Vertaald uit het Engels door Tamir Herzberg]. Baarn, De Fontein, 1985. (Oorspronkelijke titel: Haii Berehov Hatziporim). |
The man from the other side (1988): De man van de andere kant. [Vertaald uit het Hebreeuws door Tamir Herzberg]. Baarn, De Fontein, 1989. (Oorspronkelijke titel: Haish Mehasad Hasheni) |
Lydia Queen of Palestine (1991): Lydia, koningin van Palestina. Vertaald door Tamir Herzberg. Baarn, De Fontein, 1994. |
Over Uri Orlev
|
Jan Loovers, Pools-Joodse schrijver. In: Het Dagblad, 30-11-1985. |
Joke Linders, Hoe was het in de oorlog? In: Algemeen Dagblad, 8-3-1988. |
Bregje Boonstra, Jodenvervolging. In: nrc Handelsblad, 29-4-1988. |
Gertie Evenhuis, Het getto door jongensogen gezien. In: Trouw, 4-5-1988. |
Lieke van Duin, Getto. In: Trouw, 20-9-1989. |
Aukje Holtrop, De opstand in het getto. In: Vrij Nederland, 7-10-1989. |
Mirjam Krekel, Schrijver Uri Orlev: Als kind was ik ook antisemiet. In: nrc Handelsblad, 15-11-1989. |
| |
| |
Uri Orlev. In: Children's Literature Review; excerpts from reviews, criticism and commentary on books for children and young people. Detroit, Michigan, Volume 30, blz. 162-167. |
Uri Orlev. In: Something about the author, facts and pictures about contemporary authors and illustrators of books for young people. Detroit, New York, Volume 58, blz. 137-138. |
Wendy Zierler, The yarn spinner. In: The Jerusalem Post Magazine, 21-2-1992, blz. 10-12. |
Jeffrey Garrett, Author spotlight: Uri Olev. In: Bookbird, jaargang 31 (1993), nr. 3, blz. 39-41. |
Documentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 18, nr. 1, Den Haag, nblc, 1994. |
Marjoleine de Vos, Een gedecideerd wicht. In: nrc Handelsblad, 29-4-1994. |
36 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 1994
|
|