| |
| |
| |
Cyrille Offermans
door Sandra van Bruinisse
Cyrille Offermans is op 8 april 1945 in Geleen geboren. Na het behalen van zijn hbs-b-diploma studeerde hij Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Hij werkt als docent Nederlands in het voortgezet onderwijs en publiceert essays, kritieken en jeugdromans. Op de middelbare school schreef hij in de schoolkrant, daarna in studentenblaadjes, De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland. Sinds 1983 maakt hij deel uit van de redactie van Raster.
Aanvankelijk schreef Offermans alleen voor volwassenen. Met De Vogelman debuteerde hij in 1994 in de jeugdliteratuur. Van 1996 t/m 1999 maakte hij deel uit van de jury van de Woutertje Pieterse Prijs. Hij ontving diverse prijzen voor zijn werk voor volwassenen: in 1984 de J. Greshoffprijs voor zijn essaybundel De kracht van het ongrijpbare, in 1992 de Pierre Bayleprijs voor de literatuurkritiek en in 2001 de Busken Huetprijs voor De ontdekking van de wereld.
| |
Werk
In zijn essays en kritieken demonstreert Offermans een eigenzinnige kijk op een boek, schrijver of kunstenaar. Hij schrijft vanuit de persoonlijke noodzaak om te reageren. Zijn liefde voor literatuur ontstond toen hij kennis maakte met het werk van afwijkende, nieuwe schrijvers als Lucebert, Hugo Claus en Van Ostaijen. ‘Ik heb het geluk gehad op te groeien in een tijd waarin een hele generatie kunstenaars zich wou vrij vechten. Mijn puberale onmin met de wereld liep in de pas met een culturele revolutie die toch wel een beetje gaande was in de wereld van de literatuur en de kunst en daar kon ik dus aan refereren.’ Zijn hart gaat uit naar schrijvers en kunstenaars die niet passen in een systeem, die alles open willen houden, die in verzet zijn, iedere vorm van idealisme en abstrahering afwijzen, die
| |
| |
putten uit de eigen omgeving en directe ervaring.
Als docent Nederlands neemt hij regelmatig deel aan discussies over het literatuuronderwijs. ‘Literatuur en school beginnen steeds meer onverenigbare grootheden te worden. De vrijheid van geest die het literaire lezen veronderstelt wordt door de school als organisatie niet alleen niet bevorderd, ze wordt zelfs in hoge mate onwenselijk geacht.’ Het literatuuronderwijs is een meningencultuur geworden. ‘We worden niet langer verondersteld een zekere kennis of een zeker inzicht over te dragen, maar we moeten daarentegen luisteren naar de kinderen. Zij moeten zoveel mogelijk aangezet worden te vertellen wat zij overal van vinden.’ Literatuur is daardoor volgens Offermans een soort vrijetijdsbesteding geworden.
Als redactielid van het tijdschrift Raster schreef hij een verhaal voor het speciale nummer over kinderliteratuur dat in 1991 verscheen, getiteld ‘John Cage’. Het oogstte onverwachte bijval. Op verzoek schreef hij rond dit verhaal nog twee andere verhalen. ‘Kaspar’, het langste van de drie verhalen, maakte het boek tot een samenhangend geheel. Zo ontstond De Vogelman (1996), Offermans' debuut in de jeugdliteratuur.
Offermans typeert de personages in zijn jeugdboeken als dromers. ‘Ik houd wel van afwijkende types, randfiguren, mensen die zijn begiftigd met een rijke verbeelding.’ De Vogelman (1996), Dossier Simon N. (1997) en Rosa (2000) zijn verwant aan elkaar en vormen in zekere zin een eenheid. De Vogelman gaat over Lot, Dossier Simon N. over Lots broer Freek en Rosa over haar vriendin Rosa. Offermans koos bewust voor deze opzet. ‘Gewoon om een beetje houvast te hebben aan enigszins vertrouwde personages.’ Zijn werkwijze bij het schrijven van jeugdboeken verschilt wel met die van de boeken voor volwassenen, maar het taalgebruik past hij nauwelijks aan. ‘Hier en daar vervang ik misschien een paar woorden, maar mijn stijl wijkt niet af.’
In zijn boeken speelt Offermans een creatief spel; zo laat hij passages naar elkaar verwijzen. Zijn boeken zijn daardoor vooral geschikt voor geoefende lezers. ‘Ik ben al blij als jongeren het boek met plezier lezen en iets oppikken van de contrasten die ik erin verwerkt heb. Als de lezer zich eens een halve keer achter zijn oor krabt, ben ik tevreden.’ De verstoorde relatie tussen verstand en gevoel en de resonantie van het verleden, verbonden met het verlangen naar geborgenheid, zijn de belangrijkste thema's in zijn werk.
| |
Afzonderlijke werken
In De Vogelman (1996) is Lot het hoofdpersonage. De lezer krijgt drie episodes uit haar leven te zien. In het titelverhaal ‘De Vogelman’ is ze met haar familie op vakantie in Zwitserland. Daar neemt ze, geïnspireerd door de Vogelman, een duik in een bergmeer. De Vogelman heeft zich
| |
| |
Omslag: Dooreman & Hendrickx
voor haar ogen vanaf de bergtop met kunstvleugels de diepte in gestort. In het tweede verhaal wordt Lots hamster John Cage ziek en gaat dood. Het derde verhaal staat in het teken van haar rol als Kaspar Hauser in een schooltoneelvoorstelling. In De Vogelman komt de strijd tussen gevoel en verstand tot uitdrukking in Lots pogingen een volwassen kijk op haar omgeving te ontwikkelen en haar fantasie te beheersen.
In Dossier Simon N. (1997) staat Lots broer Freek centraal. Lot zelf blijft op de achtergrond aanwezig. Het boek gaat over Freeks vriendschap met Simon. Die komt nieuw bij Freek in de klas. Freek is door hem gebiologeerd, maar zijn toenaderingspogingen lopen op niks uit. Na een tijdje komt Simon zelf naar Freek toe en nodigt hem uit op zijn kamer. Vanaf dan komt Freek veel te weten over Simon en zijn relatie met zijn vader. Simons vader is het Project Zoon begonnen om Simon te modelleren naar zichzelf. Simon is daarom een tegenoffensief begonnen: het Project Vader. Het gaat hard tegen hard, mede doordat vader en zoon vergelijkbare karakters hebben.
In Rosa (2000) keren Lot en Freek beiden terug. Hoofdpersoon van dit boek is Rosa, of ‘Roosje’. Roosjes moeder is acht jaar geleden bij een auto-ongeluk omgekomen. Roosje heeft dit nooit goed verwerkt en is verlegen en in zichzelf gekeerd. Vriendinnen heeft ze niet. Het liefst trekt ze zich terug op haar kamer om te knutselen aan haar kijkdozen, herinneringen aan haar moeder op te halen of haar brieven te schrijven. Van haar vader en haar ‘nieuwe moeder’ hoeft ze geen steun te verwachten. Na Roosjes kennismaking met Lot volgt er een ommekeer. Lot is de tegenpool van Roosje: open, spontaan en nergens bang voor. Samen melden ze zich aan als redactielid voor de schoolkrant. Roosje komt regelmatig bij Lot thuis, wat haar zelfvertrouwen versterkt en haar nieuwe puzzelstukjes geeft omtrent de dood van haar moeder. Lots vader heeft haar namelijk gekend.
| |
| |
Veel elementen uit De Vogelman, zoals Kaspar Hauser, keren in dit boek terug. Offermans belicht Lots familie nu vanuit Roosjes kant. De doorwerking van het verleden en het verlangen naar geborgenheid spelen in Rosa een prominente rol. Zo hoopt Roosje in de kledingzaak Second Hand Rose kleding van haar moeder te vinden, die haar vader heeft weggedaan. Naarmate Rosa dichter bij de waarheid over haar moeder komt, vindt ze de Rosa van vroeger terug. Tegelijkertijd ontdekt ze een nieuwe Rosa die volwassen leert denken en verliefd wordt. De vroegere geborgenheid wordt door het verlangen naar een toekomstige afgelost.
| |
Waardering
De waardering voor De Vogelman was nogal wisselend. Het boek werd humoristisch, herkenbaar en realistisch genoemd. Sommige recensenten waren negatief over de structuur. Eén daarvan was Bregje Boonstra (De Groene Amsterdammer): ‘Met toewijding en vasthoudendheid probeert Offermans haar [Lot] in beeld te krijgen, waarbij er van een samenhangende vertelling, met oorzaak en gevolg, begin, midden en einde nauwelijks sprake is, zelfs niet binnen de drie afzonderlijke verhalen.’ Het feit dat het boek realistisch geschreven is, maakt dat men zich voortdurend vragen gaat stellen. Het gevolg hiervan is, volgens Boonstra, dat de vragensteller de verteller in de hoek gaat dringen.
Dossier Simon N. werd positief gewaardeerd. Het boek boeit van begin tot eind, is meeslepend en herkenbaar met een strakke compositie en klassieke spanningsboog. Volgens Muriel Boll leest de lezer meer dan Offermans schrijft. ‘Er ontstaat als het ware een tweede verhaal in je hoofd, als je ontdekt hoe voorvallen verband houden met elkaar, vooruit of terug wijzen’ (De Stem).
De waardering voor Rosa was weer wisselend. Sommige recensenten vonden Rosa een spannend boek, vlot geschreven en met een interessante thematiek, andere vonden het een symbolisch boek, vol mooie beelden over de zoektocht naar jezelf. Judith Eiselin (NRC Handelsblad) vond dat Offermans te ver doordrijft, zowel wat betreft stijl als inhoud. ‘Offermans wil niet in de val trappen van de jeugdroman, waarin het verhaal zich doorgaans volgens verwachting afrolt. Hij wil het gewone leven vangen, waarin daden zonder gevolgen blijven, observaties en gedachten vluchtig zijn en toch iets waard. Omdat hij daarin doordrijft, maken zijn boeken een onevenwichtige indruk.’ Peter de Boer (Trouw) vond de dialogen ‘boekig’ en de karaktertekening van de bijfiguren te zwart-wit. ‘Te vaak getuigt dit boek van de zelfvoldane moraal van de culturele correctheid.’
| |
| |
| |
Bibliografie
Voor volwassenen
|
Macht als trauma (1982), De kracht van het ongrijpbare (1983), De Evenwichtskunstenaar: Paul Klee (1989), Openluchtconcert (1991), Sporen van Montaigne (1994), Het Licht der rede (2000), De ontdekking van de wereld (2000). |
Jeugdboeken
|
De Vogelman. Amsterdam, Querido, 1996. |
Dossier Simon N. Amsterdam, Querido, 1997. |
Rosa. Amsterdam, Querido, 2000. |
Over Cyrille Offermans
|
Jan Campertstichting, Jan Campertprijzen 1984. Den Haag, BZZTôH, 1984. |
Janny Nijhof, Handboek voor het literatuuronderwijs Nederlands. Amsterdam, Bulkboek, 1993. |
Cyrille Offermans, John Cage. In: Raster 56, Amsterdam, De Bezige Bij, 1991. |
[Onbekend], Duikvlucht in de diepte. In: NRC Handelsblad, 11-6-1996. (Over De Vogelman) |
Annemie Leysen, Uit het echte leven gegrepen. In: De Morgen, 14-6-1996. (Over De Vogelman) |
Bregje Boonstra, Haatlijsten. In: De Groene Amsterdammer, 10-7-1996. (Over De Vogelman) |
Irene Verhiel, De dromers van Cyrille Offermans. In: De Limburger, 8-12-1997. (Over Dossier Simon N.) |
Muriel Boll, Een geheimzinnige vriend. In: De Stem, 6-1-1998. (Over Dossier Simon N.) |
Lieke van Duin, Project Zoon. In: Trouw, 11-3-1998. (Over Dossier Simon N.) |
Maaike Kroesbergen, Bam! In: Vrij Nederland, 8-7-2000. (Over Rosa) |
Judith Eiselin, Ontdekkingen over je moeder. In: NRC Handelsblad, 16-1-2000. (Over Rosa) |
Marnix Verplancke, Iedereen vindt wat hij vindt en doet wat hij doet. In: Knack, 7-6-2000. (Over De ontdekking van de wereld) |
Paul de Wispelaere, Een pleidooi voor lichtheid. In: De Morgen, 16-6-2000. (Over De ontdekking van de wereld) |
Irene Verhiel, Hoe Roosje Rosa werd. In: De Limburger, 16-6-2000. (Over Rosa) |
Peter de Boer, Roosje's vader is een bruut, Lots vader een engel. In: Trouw, 22-7-2000. (Over Rosa) |
Hans Groenewegen, Lezen en laten lezen. In: Hervormd Nederland, 29-7-2000. (Over De ontdekking van de wereld) |
Annie van den Oever, De ontdekking van de wereld. In: Vrij Nederland, 29-7-2000. (Over De ontdekking van de wereld) |
Robert Anker, Kandidaat Lauwerkrans. In: Het Parool, 11-8-2000. (Over De ontdekking van de wereld) |
Cyrille Offermans, Kind van de rekening. In: Literatuur zonder leeftijd, nr. 55, zomer 2001, blz. 250-261. |
59 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2002
|
|