| |
| |
| |
Sheila Och
door Annemarie Terhell
Sheila Och werd in 1940 in Engeland geboren, waar haar Tsjechische vader en Slowaakse moeder zich twee jaar eerder als immigranten hadden gevestigd. De eerste taal die zij leerde was Engels. Toen het gezin in 1945 terugkeerde naar Praag, sprak de kleine Sheila geen woord Tsjechisch.
Na de middelbare school bezocht zij in Praag de filmacademie, waar ze les kreeg van onder anderen Milan Kundera, wiens werk zij zeer bewonderde en van wie zij veel leerde over tekstopbouw. Na het voltooien van haar opleiding werkte zij voor film, televisie en uitgeverijen. Na het abrupte einde van de Praagse Lente en de inval van de Sovjet-troepen in 1968 vertrokken veel van haar collega's naar het Westen. Ook Och besloot te vluchten en vestigde zich in 1971 in West-Duitsland. Opnieuw ervoer zij hoe het was de taal van een land niet te beheersen.
Ze vond werk bij een educatieve non-profit organisatie die zich inzet voor de waarden van de democratie. Daarnaast schreef zij zich in aan de Universiteit van Keulen, waar zij negen jaar later promoveerde in de Germanistiek. Vanaf het moment dat Tsjechië na de val van het communisme weer toegankelijk werd, bezocht zij regelmatig haar vaderland.
Haar eerste twee kinderboeken schreef Och in het Tsjechisch. Het zout der aarde en het domme schaap ontstond tijdens haar eerste zomer in de Bondsrepubliek, toen zij noodgedwongen enkele maanden alleen thuis was. Een vriend zond het manuscript naar een emigrantenuitgeverij in Toronto. Het duurde tot 1990 voor het boek in Duitsland verscheen. De Nederlandse vertaling kreeg een Zilveren Griffel. Karel, Jarda und das ware Leben, in Nederland verschenen onder de titel Het geld ligt op straat, viel in 1997 de Deutsche Jugendliteraturpreis ten deel.
| |
| |
Hierna schreef Och nog twee kinderboeken in het Duits. Zij overleed in 1999.
| |
Werk
De vier kinderboeken die Sheila Och schreef zijn uiteenlopend van onderwerp en sfeer, maar kenmerken zich door een poëtische en ironische manier van schrijven. Och was een meester in het verzinnen en beschrijven van potsierlijke situaties, die soms grenzen aan het absurde. Ondanks de tragiek van haar verhalen wist zij door haar humor de toon altijd licht en open te houden. Haar werk is niet autobiografisch, maar haar verhalen spelen wel tegen de achtergrond van haar eigen leven. Zo is Het zout der aarde en het domme schaap gesitueerd in Praag ten tijde van het communisme en beschrijft Het geld ligt op straat de verwarrende situatie in deze stad na de Fluwelen Revolutie in 1989. In Bitte ein neue Welt, Herr Ober worstelt een Tsjechische jongen die naar Duitsland is geëmigreerd met het aannemen van een nieuwe identiteit en het aanleren van een nieuwe taal, een ervaring die Och zelf ook heeft doorgemaakt.
Haar personages hebben vaak een bijzondere grootvader die veel voor ze betekent. Karel uit Het geld ligt op straat vindt zijn grootvader het verstandigste lid van het gezin, hij leent altijd een luisterend oor en voelt ondanks zijn hoge leeftijd aan hoe belangrijk het is om de tijdgeest te begrijpen. In Balaban Neumann, der Hund wordt de hond Balaban ingelijfd in een gezin om de lege plaats aan tafel in te nemen die is ontstaan na het overlijden van grootvader.
In Och's Tsjechische romans worstelen Praagse jongeren om zich een eigen plaats te verwerven binnen de samenleving. Beide boeken bevatten veel maatschappijkritiek. Het zout der aarde en het domme schaap beschrijft op spottende wijze de tragiek van de communistische maatschappij, zonder al te zwaar op de hand te worden. Door haar manier van vertellen die volgens sommigen aansluit bij de grote verteltraditie van de Tsjechen, schuilt in iedere traan wel een lach. Het geld ligt op straat speelt na de val van het communisme en is een stuk luchthartiger van toon.
| |
Het zout der aarde en het domme schaap
Dit tragikomische verhaal gaat over de zestienjarige Jana die met haar tamelijk ongewone grootvader in een deprimerende kelder in het communistische Praag woont. De twee zijn straatarm en proberen hun inkomen van zevenhonderd kronen, bestaande uit wezengeld, pensioen en studietoelage door allerlei baantjes aan te vullen tot het bestaansminimum. Jana tobt over het leven en het volwassen worden en voert in bed eindeloze gesprekken met haar ‘Stemmen’, ongrijpbare vrouwelijke geesten die haar wijzen op haar eigen tekortkomingen en haar goede raad en ideeën influisteren.
Jana's anarchistische grootvader koestert zijn plaats als verschoppeling
| |
| |
van de samenleving (‘Geld mijn lieve Jana, maakt slaven van de mensen’). Zijn onaangepaste levenshouding leidt tot absurde spektakels. Hij hangt zich regelmatig zogenaamd op om de postbode de stuipen op het lijf te jagen of verkondigt zijn ‘constant veranderende opvattingen over het leven’ luidkeels op straat en laat zich arresteren. Na het proces dat hierop volgt en waar grootvader zich geweldig op verheugt, worden Jana en haar grootvader gescheiden. Haar grootvader wordt gedwongen opgenomen in een bejaardenhuis en Jana gaat naar een weeshuis. Ze dreigen het contact te verliezen, tot Jana beseft hoezeer zij door het lot zijn verbonden. Ze ziet in dat grootvader haar met zijn warmte en eigenzinnigheid heeft leren wapenen tegen de armoede en uitzichtloosheid.
| |
Het geld ligt op straat
De twaalfjarige Karel woont met zijn ouders, puberzus en wijze maar eigenaardige grootvader in het vrije Praag van na 1989. Samen met zijn boezemvriend Jarda zoekt hij naar een zinnige besteding van de zomervakantie. De jongens besluiten rijk te worden - want, redeneert Karel: ‘Rijke mensen hadden geen problemen. Rijke mensen waren gelukkig, rijke mensen hadden tennisschoenen, ook als ze niet tennisten.’ ‘Alles hebben wat je niet nodig hebt’, zegt Jarda, ‘dat is rijkdom.’
Karel en Jarda experimenteren op komische wijze met de mogelijkheden
Omslagtekening: Annet Schaap
die het kapitalisme hun biedt. Ideeën genoeg. Ze beginnen met de verkoop van tramkaartjes en als dat niet lucratief genoeg blijkt, beproeven ze hun geluk met het vangen van regenwormen voor de Praagse hengelaarsvereniging. Als na een dag zwoegen blijkt dat het buurjongetje Jirka de hele dagopbrengst heeft opgepeuzeld, besluiten ze het roer weer om te gooien en deze eigenaardige gewoonte van Jirka te gaan exploiteren. Een ploeg van de Duitse televisie heeft veel belangstelling voor de hongerige baby en betaalt
| |
| |
zelfs honderdvijftig kronen om de voorstelling te mogen filmen.
Zo belanden de vrienden van de ene komische situatie in de andere. Ze verkopen bloemen op het kerkhof, investeren in een boek over fietsen repareren en demonstreren een nieuw merk tandpasta in het centrum van Praag. Na twaalf ambachten en dertien ongelukken dringt bij Karel het besef door dat geld verdienen iets te maken heeft met iets kunnen. Aan het einde van de zomervakantie hebben ze slechts duizend kronen verdiend, maar zijn ze een ervaring rijker.
Het geld ligt op straat is met vaart geschreven, in vlotte dialogen en sprankelende zinnen. De humor is slapstickachtig, maar wordt nergens flauw. Ondanks de verwijzingen naar het communistisch regime en de politieke omwentelingen zijn de avonturen van Karel en Jarda ook toegankelijk voor niet-Tsjechische kinderen.
| |
Waardering
Het zout der aarde en het domme schaap werd positief onthaald in de Nederlandse en Vlaamse pers. Luc Lannoy typeerde het boek als ‘eigenaardig’ en herkende in de scenische opbouw en de manier waarop dialoog en beschrijving in elkaar haken Ochs achtergrond als filmmaakster. Wel maakte hij zich zorgen of ‘de onconventionele manier waarop deze tragikomedie gestalte krijgt, [-] jonge lezers kan vervreemden’. Judith Eiselin noemde Sheila Och ‘een meester in het groteske’ en zag overeenkomst in sfeer met Mystiek Lichaam van Frans Kellendonk.
Na de bekroning van Het zout der aarde en het domme schaap door de Griffeljury werd Het geld ligt op straat uitgebreid in de pers besproken en vrijwel unaniem lovend ontvangen. Zonder uitzondering prezen recensenten Ochs humor, taalgebruik en oorspronkelijke geest. Luc Lannoy typeerde de vertelstijl van de twaalfjarige Karel als ‘een combinatie van naïviteit en laconieke, droge humor’. Judith Eiselin stelde als enige zwakke plekken van het boek aan de kaak. Ze oordeelde dat ‘Karel een kinderblik heeft die voor een twaalfjarige al te naïef is’ en soms ‘houterige, te volwassen klinkende opmerkingen’ maakt waardoor het boek onevenwichtig wordt.
| |
Bibliografie
Niet in het Nederlands vertaald
|
Bitte ein neue Welt, Herr Ober (1998), Balaban Neumann, der Hund (1999). |
Jeugdboeken
|
Het zout der aarde en het domme schaap of Mijn waanzinnige leven met grootvader. Vertaald uit het Tsjechisch door Dagmar Bartonikova en Henja Schneider. Antwerpen, Houtekiet/Fontein, 1995. |
Het geld ligt op straat. Vertaald uit het Tsjechisch door Henja Schneider. Amsterdam, Querido, 1997. |
Over Sheila Och
|
Luc Lannoy, Is dit een grap of om te huilen? In: LeesIdee Jeugdliteratuur, jaargang 1 (1995), nr. 5, blz. 162. |
Caspar Markesteijn, Sheila Och biedt alles wat mooi boek te bieden heeft. In: Haarlems Dagblad, 24-6-1995. |
| |
| |
Baukje Wytsma, De kleur van het verlangen. In: Leeuwarder Courant, 18-8-1995. |
Lieke van Duin, Het verschil tussen Griffeljury en Kinderjury is poëzie. In: Trouw, 12-6-1996. |
Joke Linders, Het beest in de mens. In: Algemeen Dagblad, 30-8-1996. |
Preisträger Sparte Kinderbuch (uit het juryrapport van de Deutsche Jugendliteraturpreis); Zeigen daß es vorangeht... (Gesprek tusen Sheila Och en Doris Breitmoser, redactielid van JuLit). In: Julit Informationen, nr. 4, blz. 10-11. |
Luc Lannoy, over Het geld ligt op straat. In: LeesIdee Jeugdliteratuur, jaargang 3 (1997), nr. 7, blz. 216-217. |
Marja Boonstra, Een inktzwarte sneeuwwitje. In: Leeuwarder Courant, 11-4-1997. |
Judith Eiselin, Alles om rijk te worden. In: NRC Handelsblad, 11-4-1997. |
Muriel Boll, Waarom wil Karels vader toch geen pooier zijn? In: De Stem, 17-4-1997. |
Irene Verhiel, De queeste naar het grote geld. In: De Limburger, 17-4-1997. |
Joke Linders, over Het geld ligt op straat. In: Algemeen Dagblad, 7-5-1997. |
Jan van Coillie, Sappige wormen voor baby. In: Standaard der Letteren, 9-5-1997. |
Jant van der Weg, Jeugd met en zonder kansen. In: Friesch Dagblad, 28-5-1997. |
Selma Niewold, Verhalen van oude Ploon. In: de Volkskrant, 20-6-1997. |
Katrin Mock, Mit Humor das Leben meistern. In: Eselsohr (1999), jaargang 18 (1999), nr. 5, blz. 9. |
Franz Lettner, Ein Hund auf einem leeren Stuhl; Sheila Och hat ihr letztes Buch geschrieben. In: 1000 und 1 Buch, jaargang 49 (1999), nr. 4, blz. 23. |
Katrin Mock, Zum Tod von Sheila Och. In: Eselsohr, jaargang 1 (1999), nr. 10, blz. 39. |
59 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2002
|
|