| |
| |
| |
Moni Nilsson-Brännström
door Kitty Nooy
Moni Nilsson-Brännström is op 24 februari 1955 geboren in Stockholm (Zweden). Haar moeder was een immigrante en haar vader ‘een typische Zweed uit een arme kunstenaarsfamilie’. Ze studeerde taalwetenschappen en had daarna allerlei baantjes, van kinderopvang tot secretaressewerk. Ze is getrouwd en heeft drie zoons.
In 1983 debuteerde ze als schrijfster met Bartolomeus och spöket (Bartolomeus en het spook). Haar eerste boek over Tsatsiki, een jongetje dat is voortgekomen uit een vakantieliefde, werd verschillende malen door uitgevers afgewezen, maar toen het eindelijk verscheen, was het meteen een succes. Bara Tsatsiki (De wereld van Tsatsiki), het derde deel in de serie, kreeg in 1998 in de Nils Holgersson-plakette, een jaarlijkse prijs voor het beste Zweedse kinder- of jeugdboek.
Over Tsatsiki zijn twee films gemaakt. De eerste, Tsatsiki: morsan och polisen (Tsatsiki, mam en de politieman), werd in 2000 op het filmfestival in Berlijn uitgeroepen tot beste kinderfilm en won in Zweden vier keer goud: beste film, beste regie, beste script en beste camerawerk.
| |
Werk
De meeste boeken van Moni Nilsson-Brännström die in het Nederlands zijn vertaald, gaan over het jongetje Tsatsiki. Verder verscheen nog Schoolkamp, waarin een driedaagse vakantie beschreven wordt vanuit het perspectief van verschillende deelnemers, kinderen in de hoogste klas van de basisschool.
Tsatsiki-Tsatsiki Johansson, zoals hij voluit heet, is een liefdeskind, ‘ontstaan uit een bruisende, brandende liefde’. Zijn moeder is dol op het Griekse gerecht tzatziki, gemaakt van yoghurt met komkommer en knoflook. Omdat ze dubbel zoveel van haar zoon houdt, voert hij tweemaal tsatsiki in zijn naam (met een s). Tsatsiki heeft zijn vader, die octopusvanger in Griekenland is, nooit gezien. Aan het begin van het eerste deel, Tsatsiki, heeft hij wel wat anders aan zijn hoofd: Tsatsiki gaat voor het eerst naar school, wordt verliefd op Maria en vindt zijn bloedbroeder in Per Hammar. Later gaat het toch aan hem knagen dat iedereen een vader heeft en hij alleen maar een slechte vakantiefoto. In Tsatsiki in Griekenland gaat hij zijn vader opzoeken.
Moni Nilsson-Brännström ziet televisie en computers als haar grootste concurrenten en merkt aan haar eigen
| |
| |
kroost dat kinderen een boek opzij leggen als het niet meteen boeit. Daarom ‘vermoeit’ ze haar lezers niet met ‘overbodige’ passages, zoals natuurbeschrijvingen. Haar taalgebruik is direct en de fantasierijke situaties en gekke gebeurtenissen volgen elkaar in hoog tempo op. In ieder deel is Tsatsiki een jaartje ouder en zijn avonturen groeien met hem mee. Zo zijn er verschillende stadia in zijn houding tegenover zoenen.
De Tsatsikiboeken ademen een aanstekelijke levenslust. Ze zijn luchtig, vrolijk, opgewekt en grappig. Ook zware onderwerpen zoals de dood van opa beschrijft Nilsson-Brännström in een lichte toon, subtiel en gevoelig. De personages voelen zich af en toe de gelukkigste mensen van de wereld en roepen regelmatig dat het leven fantastisch en heerlijk is. In het eerste deel hebben Tsatsiki en zijn moeder een huurder in huis, de soldaat Gerben. Als hij gaat trouwen, roepen Tsatsiki en zijn moeder op het moment suprême om het hardst NEE. Ze willen namelijk dat Gerben voorgoed bij hen blijft, maar dan als echtgenoot en vader. Het zusje dat zich vervolgens aandient, ziet in een file het levenslicht.
Moni Nilsson-Brännström richt met deze verhalen een monument op voor de alleenstaande moeder. Tsatsiki heeft de ‘meisjesachtigste moeder van heel Stockholm’. Ze speelt met Lego, besmeert haar boterhammen met pindakaas én jam en kan op haar handen lopen terwijl ze ondertussen met haar tenen wiebelt. Ze heeft een eigen leven, speelt in de band De Rode Rebellen en neemt minnaars mee naar huis - maar haar zoon gaat altijd voor. Nilsson-Brännström schetst een vrouw van vlees en bloed: iemand die niet kan klokkijken, slecht is in poetsen en bakken, soms depressief is, maar ook zelfverzekerd, moedig, creatief, warm en vooral origineel. Tsatsiki krijgt van haar belangrijke levenslessen mee: dat je sterk wordt van liefde, dat je van veel mensen tegelijk kunt houden, dat je moet staan voor jezelf en voor de dingen waar je in gelooft en dat je moet opkomen voor de zwakkeren.
Van zijn moeder zou Tsatsiki best af en toe een dagje mogen spijbelen van school. Als hij liefdesverdriet heeft, kruipen ze samen twee dagen in bed met een video en chips. Ook in Tsatsiki's gedrag zit een licht anarchistische ondertoon. Hij doet regelmatig dingen waarvan hij weet dat zijn moeder ze niet goed vindt: spelen met messen en lucifers, gevaarlijke straten oversteken, alleen naar de stad gaan. ‘Het was niet goed voor moeders om alles te weten’. Soms doet hij zelfs dingen waarvan hij weet dat ze fout zijn, zoals stelen uit een winkel. Maar vroeg of laat gaat zijn geweten knagen, zodat hij het uiteindelijk altijd opbiecht.
Er gebeuren in de wereld van Tsatsiki ook akelige dingen, maar die zijn voor hem allerminst vanzelfsprekend. Samen met zijn moeder strijdt hij tegen onrecht. Zwervers krijgen geld en allebei nemen ze het op voor kinderen die gepest worden. Zijn moeder
| |
| |
gaat op hoge poten naar school, prikt de directeur in zijn buik, pakt zijn bril af en stelt hem persoonlijk aansprakelijk voor al het pesten op school.
De Tsatsikiboeken zijn eigentijds en taboedoorbrekend. Tsatsiki houdt zich liever bezig met liefdesbrieven en tongzoenen, dan met de dingen die hij op school leert. De jongens spelen vadertje en moedertje met de zussen van Per Hammar en eindigen bloot in bed. De moeder van Per reageert geschokt als ze de kinderen betrapt, maar de moeder van Tsatsiki zegt dat iedereen vroeger die spelletjes heeft gedaan.
Ook de gevoelens zijn herkenbaar. Iedereen wil populair zijn, maar wanneer ben je cool en wanneer een mietje? Soms is Tsatsiki de held, dan weer voelt hij zich totaal mislukt en eenzaam. Hij leert dat alle leden van het gezin zich wel eens buitengesloten voelen. Hij leert ook dat hij niet jaloers hoeft te zijn op Maarten Piskonijn, die door zijn moeder liefderijk in huis wordt opgenomen. Want deze grootste pester van de school heeft thuis alleen een dronken vader.
| |
Schoolkamp
Malin vindt haar dagboek terug. Daarin beschrijft ze haar ervaringen gedurende een schoolkamp in het laatste jaar van de basisschool. De dagboekfragmenten in Schoolkamp worden afgewisseld met hoofdstukken waarin de andere deelnemers in een soort estafette om beurten hun verhaal vertellen. De stoere Marcus bijvoorbeeld, die niet mee
Illustratie van Ceseli Josephus Jitta uit Tsatsiki
durft op kamp. Of de dikke Josefin die denkt dat niemand haar echt mag. Uit deze eenentwintig portretjes blijkt dat iedereen de hoofdrol speelt in zijn eigen leven. Er zijn kinderen van gescheiden ouders bij, kinderen uit grote gezinnen en kinderen zonder broers of zussen. Allemaal hebben ze hun problemen, of ze nu arm of juist heel rijk zijn. Ze worstelen met vergelijkbare kwesties: de grootte van borsten of piemels, de vraag of ze er wel bij horen en wie er verkering heeft met wie. Aan de ene kant willen ze nog spelen, aan de andere kant willen ze al volwassen zijn
| |
| |
en roken of zich opmaken. Moni Nilsson-Brännström schrijft heel open over masturbatie en homo-erotische gevoelens. In de loop van drie dagen worden eeuwige banden gesmeed. Maar de vraag is voor hoe lang.
| |
Waardering
De Tsatsikiboeken zijn behalve in Zweden en Nederland ook populair in Denemarken, Noorwegen, Finland en Duitsland. In minder vrijgevochten landen, zoals de Verenigde Staten of Engeland, zijn de boeken daarentegen taboe. Uitgevers reageren geschokt omdat er woorden als ‘neuken’ in voorkomen en baldadige kinderen die hun middelvinger opsteken. In Nederland zijn de boeken vrijwel meteen opgenomen in het rijtje ‘Klassiekers van de Kinderliteratuur’. Volgens Marieke Henselmans heeft de serie ‘de humor en warmte van Astrid Lindgren, de dromerigheid en wilde fantasie van Kees de jongen, de onderkoelde humor van Adrian Mole’ (de Volkskrant).
Toch heeft deze lof op zich laten wachten, want in eerste instantie lieten de landelijke dagbladen de Tsatsikiboeken links liggen. Misschien omdat Selma Niewold in de Volkskrant het tweede deel afkraakte: het voortkabbelende verhaal valt wat haar betreft onder de categorie leesvoer; de bewust alleenstaande moeder doet haar denken aan de correctheidseisen voor jeugdboeken uit de jaren zeventig. Provinciale dagbladen daarentegen waren vanaf het begin enthousiast: ‘meeslepend verhaal vol humor’ (Friesch Dagblad), ‘een bruisend jeugdboek’ (Haarlems Dagblad), ‘meer dan alleen maar leuk’ (Dagblad de Limburger). Men waardeert vooral de luchtige en grappige beschrijvingen van ernstige onderwerpen.
Pas na het uitkomen van de eerste film werd de belangstelling van de landelijke pers gewekt. In die tijd verscheen in Nederland het vierde boek, Tsatsiki en Retzina. De critici waarderen daarin vooral de vrolijkheid. Men vindt het boek mooi, verrassend en ontroerend. Maar bij het laatste deel, Tsatsiki buitenspel, is ‘het constante jubelgevoel dat de eerste boeken opriep’ voor Karin van Camp een beetje over (Leesidee Jeugdliteratuur).
Aan Schoolkamp besteedde men beduidend minder aandacht. Sommige critici vinden eenentwintig karakterschetsen wel wat veel, ‘je zou van minder tureluurs worden!’ (Lieve Raymaekers in Klapper). Anderen, zoals Karin van Camp in Leesidee Jeugdliteratuur, zien dat deze methode de schrijfster ruimte biedt een breed gamma aan herkenbare puberale gevoelens te beschrijven.
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
Tsatsiki och Morsan (1995): Tsatsiki. Vertaald door Clementine Luijten. Met illustraties van Ceseli Josephus Jitta. Amsterdam, Piramide, 1997. |
Tsatsiki och Farsan (1996): Tsatsiki in Griekenland. Vertaald door Clementine Luijten. Met illustra- |
| |
| |
ties van Ceseli Josephus Jitta. Amsterdam, Piramide, 1998. |
Bara Tsatsiki (1997): De wereld van Tsatsiki. Vertaald door Clementine Luijten. Met illustraties van Ceseli Josephus Jitta. Amsterdam, Piramide, 1998. |
Tsatsiki och Kärleken (1999): Tsatsiki en Retzina. Vertaald door Clementine Luijten. Met illustraties van Ceseli Josephus Jitta. Amsterdam, Piramide, 2000. |
Tsatsiki - de boeken van de film! Vertaald door Clementine Luijten. Met illustraties van Ceseli Josephus Jitta. Amsterdam, Piramide, 2000. (Bevat Tsatsiki en Tsatsiki in Griekenland.) |
Tsatsiki och Retzina (2001): Tsatsiki buitenspel. Vertaald door Clementine Luijten. Met illustraties van Ceseli Josephus Jitta. Amsterdam, Piramide, 2001. |
Klassresan (2001): Schoolkamp. Vertaald door Clementine Luijten. Met illustraties van Ceseli Josephus Jitta. Amsterdam, Piramide, 2002. |
Meer Tsatsiki! Vertaald door Clementine Luijten. Met illustraties van Ceseli Josephus Jitta. Amsterdam, Piramide, 2002. (Bevat De wereld van Tsatsiki en Tsatsiki en Retzina.) |
Films
|
Tsatsiki: morsan och polisen (1999): Tsatsiki, mam en de politieman. Script door Ulf Stark. Regie: Ella Lemhagen. Zweden, 1999. |
Tsatsiki - Vänner för alltid (2002): Tsatsiki 2: vrienden voor altijd. Script door Moni Nilsson-Brännström. Regie: Eddie Thomas. Zweden, 2002. |
Over Moni Nilsson-Brännström
|
Jant van der Weg, Boeken als loflied op de fantasie. In: Friesch Dagblad, 27-8-1997. |
Boek van de dag. In: Haarlems Dagblad, 7-10-1997. |
Irene Verhiel, Liefdeskind van een octopusvisser. In: Dagblad de Limburger, 30-10-1997. |
Selma Niewold, Zacht rukje aan de oren. In: de Volkskrant, 24-4-1998. |
Karin van Camp, Tsatsiki. In: Leesidee Jeugdliteratuur, jaargang 4 (1998), blz. 187; jaargang 5 (1999), blz 68; jaargang 6 (2000), blz. 349; jaargang 7 (2001), blz. 314-315; jaargang 8 (2002), blz. 297. |
Nanda Roep, Oma ruikt naar zweet, maar dat geeft niet. In: Trouw, 16-9-2000. |
Jos van den Burg, Tsatsiki. In: Het Parool, 11-10-2000. |
Dana Linssen, Zoon van een inktvis-visser. In: NRC Handelsblad, 11-10-2000. |
Monique Brandt, De verderfelijke invloed van een kinderheld. In: Utrechts Nieuwsblad, 20-10-2000. (interview) |
Marieke Henselmans, Te gek gave coole liefde. In: de Volkskrant, 16-8-2002. |
Jann Ruyters, Vrolijke kinderfilm waarvan ook ouders kunnen genieten. In: Trouw, 12-10-2002. |
Marieke Henselmans, Over schoolkamp en homo's. In: de Volkskrant, 25-10-2002. |
Karin van Camp, Schoolkamp. In: Leesidee Jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002), blz. 354-355. |
Lieve Raymaekers, Schoolkamp. In: Klapper, jaargang 5, nummer 1, 2003. |
65 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2004
|
|