| |
| |
| |
Dirk Nielandt
door Ingeborg Hendriks
© Standaard Uitgeverij
Dirk Nielandt werd op 5 augustus 1964 geboren in Vilvoorde (België). Als kind bedacht hij al verhaaltjes en maakte hij stripverhalen en kranten vol zelfverzonnen nieuws. Na de middelbare school koos hij voor de ict-sector. Als ict-specialist in het bedrijfsleven kon hij echter zijn draai niet vinden. Na twee jaar nam hij ontslag. Hij begon als freelance journalist artikelen te schrijven voor onder meer Top-Magazine, De Morgen en Humo. Van 1994 tot 1996 was hij hoofdredacteur van Suske en Wiske Weekblad.
Begin jaren negentig begon hij een carrière in de televisiewereld. Hij was onder andere eindredacteur van Lap!, een talkshow voor en door kinderen, en huisscenarist van Schuif af, een kinderprogramma met sketches. Ook schrijft hij regelmatig sketches voor Het Klokhuis.
In 1995 debuteerde hij als auteur van kinderboeken met Traan. Het prentenboek Wie, dat hij maakte met illustratrice Marjolein Pottie, werd in 1999 bekroond met een Boekenwelp.
| |
Werk
Zijn eerste drie boeken schreef Dirk Nielandt voor kinderen vanaf een jaar of tien. Daarna breidde hij zijn doelgroep zowel naar onderen als naar boven uit. Aan de ene kant van het spectrum staan de prentenboeken voor peuters en kleuters en verhalen voor beginnende lezers. In 2001 verscheen een roman voor jongeren vanaf veertien jaar.
Nielandts debuut Traan (1995) kenmerkt zich door humor en absurditeit, eigenschappen die ook in veel van zijn latere boeken zijn terug te vinden. Traan is geboren in een vrouwengevangenis en huilt zo hartverscheurend dat iedereen er week van wordt. Zonder het zich bewust te zijn, heeft hij daarmee de mensen
| |
| |
om hem heen in zijn macht, want niemand kan zijn tranen zien zonder hem te willen vertroetelen en beschermen. Dat komt goed van pas als de gevangenisbewaarders hem op straat zetten en hij een volledig onbekende wereld betreedt. Aanvankelijk stort Traan zich achteloos in het avontuur, maar als hij hoort over een minister die gevulde koelkasten verzamelt en de mensen in het land honger laat lijden, zoekt hij het avontuur welbewust op om het land te redden. Zijn weg voert door een oerwoud vol hindernissen. Eerst langs een grappenmaker die hem de verkeerde kant opstuurt en hem het slechte advies geeft om niet meer te huilen, en vervolgens langs een stam televisieverslaafden, een struikrovende kapitein en scheldende dolfijnen in een idyllisch meer.
De absurde humor is bij Nielandt vaak verweven met maatschappijkritiek. In Traan is dat de verontwaardiging over de ongelijke verdeling van de welvaart en de macht van de media. Deze thema's komen ook aan bod in Kuiltje (1997) en Villa Lummelmaar (2001). Kuiltje is de dochter van een boksende moeder met baard en een principieel werkloze vader die zich amuseert met basketbal en mensen in de maling nemen. Aanvankelijk is Kuiltje een ‘gewoon’ meisje. Later komt ze in verzet tegen de onrechtvaardigheid in de wereld. Cruciaal in het verhaal is de vondst, in de bureaula van de president, van een geheimzinnig zwart boek met daarin alleen de volgende tekst: ‘De mensen hun hoofden vullen met nullen, hun buiken met angst, hun benen met wedijver’. De betekenis hiervan komt in het verhaal in allerlei kolderieke situaties naar voren.
In Villa Lummelmaar introduceert Nielandt zijn hoofdpersonen als in een reclamespotje: ‘Rik had niet gelogen. De shampoo met bloemenparfum, thee-extract en kaneelolie deed haar blonde lokken nog meer stralen. Ze voelden soepel en zacht, sterk en gezond aan. Haar haar golfde als zijde over haar schouder.’ Als dochter van een reclamemaker kan Lisa het niet begrijpen dat hun nieuwe auto, ‘uitgerust met banden voor eindeloos rijplezier’, op weg naar school een lekke band krijgt. Vanaf dat moment begint haar perfecte wereldje smetjes te vertonen. Dat verergert nog als ze in contact komt met de sjofele bewoner van Villa Lummelaar. Via hem leert ze een heel andere wereld kennen: een onvolmaakte en rommelige wereld waarin nog plaats is voor spontaniteit en onvoorspelbaarheid. Aan het eind van het verhaal blijkt dat Nielandt zijn lezers erin heeft geluisd, zoals consumenten zich in het werkelijke leven een rad voor ogen laten draaien door soaps en reclamespotjes. Plotseling verandert het perspectief en bevindt de lezer zich in een televisiestudio: ‘“Cut,” riep de regisseur. “Goed werk, jongens. Aflevering 3404 zit erop.”’
| |
| |
De boeken van Nielandt lijken een pleidooi voor burgerlijke ongehoorzaamheid. Zijn hoofdpersonen zijn origineel en anarchistisch, net als Nielandts favoriete boekenpersonage Pippi Langkous. Kuiltje en Traan verzetten zich tegen de regering van hun land, Lisa uit Villa Lummelmaar verkiest onafhankelijkheid boven een luxe leventje dat door de commercie wordt gedicteerd. In verschillende interviews verwees Nielandt naar een uitspraak van kernfysicus Gary Zukov: ‘Het belang van onzin kan nauwelijks overdreven worden.’ Volgens Nielandt is dit het basisidee van zijn boeken. ‘Als je niet op een waanzinnig onzinnige manier naar de wereld kunt kijken en erover nadenken, dan creëer je nooit iets fundamenteels nieuws.’ (Leesidee jeugdliteratuur)
Ook in de verhalenbundel Een geval apart (1996) raken de hoofdpersonen in absurde situaties verzeild. Joris ontwaakt in een leeg en muisstil ziekenhuis, Tom ontdekt dat er letterlijk ‘niets’ gebeurt, Sofie merkt tijdens een oppasklus dat de wieg van de baby leeg is en Kevin stuit tijdens een feestje op een kamer met lijken. In tegenstelling tot de kolderieke humor in Traan, Kuiltje en Villa Lummelmaar overheerst hier de mysterieuze spanning. De lezer wordt meegezogen in de absurde werkelijkheid van het verhaal en staat, samen met de hoofdpersoon in het verhaal, voor een raadsel dat om een oplossing vraagt.
| |
Prentenboeken
Het prikkelen van de lezers, het stimuleren om mee te denken en te fantaseren, komt ook tot uiting in de prentenboeken die Nielandt maakte voor zijn jongste doelgroep. Wie (1998), gemaakt in samenwerking met Marjolein Pottie, nodigt peuters en kleuters uit actief betrokken te zijn. Het boek heeft een minimum aan tekst en een strakke opbouw. Op de linkerpagina staat telkens een zoekvraag, bijvoorbeeld ‘Wie is jarig?’, ‘Wie gaat naar school?’ of ‘Wie is bloot?’. Met behulp van de tekeningen op de rechterpagina kan een antwoord gevonden worden op die vragen. Dit nodigt uit tot deduceren en combineren. Op de vraag ‘Wie gaat naar school?’ lijkt het antwoord te zijn: de jongen met de schooltas. De andere personages vallen af wegens leeftijd (een baby en een man van middelbare leeftijd), hun activiteit (hond uitlaten) of hun uitrusting (een meisje met een vakantiekoffer en een zonnebril, een man in uniform met de attributen van een postbode). Het boek biedt echter meer mogelijkheden dan alleen het aanwijzen van het ‘goede’ antwoord. Voor wie doordenkt, is er vaak meer dan één goed antwoord mogelijk. Misschien moet de postbode toevallig een brief naar school brengen... Zo roepen de tekeningen allerlei nieuwe vragen op. Noem je iemand alleen ‘bloot’ als hij helemaal geen kleren aan heeft, zoals een plassende baby, of
| |
| |
Wie heeft er haast? Illustratie Marjolein Pottie uit Wie nog
ook als hij alleen een luierbroek draagt, zoals de Japanse samoerai? En ook het varken heeft geen kleren aan, noem je dat dan ook bloot?
Wie kreeg veel aandacht in de pers en is inmiddels in negentien talen vertaald. Na dit succes maakten Dirk Nielandt en Marjolein Pottie het vervolg Wie nog? dat op dezelfde leest is geschoeid. In het groot formaat prentenboek Zoekhuis 101 (2003) kunnen de lezers kamers bekijken van een huis waar een verjaardagsfeestje aan de gang is. Bij elke kamer staat een zoekvraag centraal, zoals bij de gang: ‘101 dingen die je in de gang achterlaat, behalve één’. En bij de griezelkamer: ‘101 dingen om bang voor te zijn, behalve vier’. Onder aan de pagina worden allerlei andere vragen gesteld. Zoekvragen als ‘Waar heeft de krokodil zich verstopt?’, weetvragen als ‘Waar is de tandem? Kun je uitleggen wat dat is?’, telvragen als ‘Hoeveel rollen wc-papier zie je?’ en vragen naar eigen ervaring, zoals ‘Wat vind je het leukste speelgoed?’ Op zijn zoektocht naar de antwoorden komt de lezer/kijker allerlei ongerijmdheden op het spoor: een pakje lucifers dat in het water drijft, een smeltende sneeuwpop op het bed, Pinokkio met zijn lange neus boven een pot met een drol erin, enz. De details in het boek nodigen uit tot fantaseren en verhalen bedenken.
| |
| |
Ook in de prentenboeken Aldo en het zwaard (met tekeningen van Koet), Prinses rent gaat naar buiten (illustraties van Katrien van Schuylenbergh) en de serie Mambo en Co (tekeningen en vormgeving Tamar) worden vragen aan de lezer gesteld. In deze boeken zijn de vragen echter ingebed in een verhaal. Aldo en het zwaard (2002) heeft als ondertitel ‘een denk-even-mee-boek’. Het verhaal wordt onderbroken door vragen die de lezer uitnodigen mee te denken met Aldo. Prinses Binnen rent naar buiten (2003) is een educatief prentenboek dat kinderen veilig wil leren omgaan met het verkeer. Hoofdpersoon is een prinses die voor het eerst buiten de muren van het paleis komt en geconfronteerd wordt met druk verkeer. Gelukkig helpt een leeftijdgenootje haar de belangrijkste gevaren te omzeilen. De dialoog tussen de prinses en het jongetje wordt onderbroken door denk- en praatvragen als ‘Wat moet je doen als je bal de straat oprolt?’ en ‘Waarom mag je niet tussen twee geparkeerde auto's de straat oplopen?’
Ook Dichtbij, ver weg (2003), met tekeningen van An Candaele, nodigt uit tot meedoen en -denken. In dit geval gaat het om een nader onderzoek van de begrippen ‘dichtbij’ en ‘ver weg’. Een spel met perspectief toont de betekenis van ‘dichtbij’ en ‘ver weg’ in de ruimtelijke betekenis. Daarnaast worden de begrippen ook in de context van de tijd geplaatst (‘In de zomer is de winter ver weg’) en wordt er gespeeld met letterlijke en figuurlijke betekenissen. (‘Als papa mij knuffelt, is hij dichtbij. Als papa boos is zijn de knuffels ver weg. Is papa dan ver weg?’). Zo worden jonge kinderen gestimuleerd te filosoferen over en te spelen met taal.
| |
Waardering
Het werk van Dirk Nielandt wordt in de pers positief gewaardeerd vanwege de absurde humor, de originaliteit en de fantasie. Zijn debuut Traan kreeg in België een lovende ontvangst. Jet Marchau maakte zelfs een vergelijking met Roald Dahl. In Nederland trok Nielandt vooral de aandacht met het prentenboek Wie. Bregje Boonstra in De Groene Amsterdammer: ‘Dirk Nielandt vraagt van de kleine lezers in spe dat ze heel goed kijken en al behoorlijk goed kunnen deduceren en combineren. [-] Marjolein Pottie maakte grappige, karikaturaal getinte tekeningetjes met duidelijke details, waarover kind en volwassene eindeloos kunnen praten en van mening verschillen.’ Wie viel echter niet bij iedereen in goede aarde. Wendy de Graaff in Leesgoed: ‘Wie vindt dit leuk? [-] Ik vind dat dit boek kinderen onderschat en domme dingen laat doen. [-] Waarom niet wat meer open vragen gesteld waarbij een kind zelf in kan vullen, kan fantaseren en de illustraties dan duiden?’
De belangrijkste kritiek op het werk van Nielandt is gericht op de to- | |
| |
meloosheid van zijn fantasie en het gebrek aan dosering en uitwerking. Jet Marchau over Villa Lummelmaar: ‘De pointe is verrassend, verwarrend en grappig. Toch vraagt de originele idee om wat meer uitwerking om voldoende effect te scoren. Ook al is het leuk dat lezers voortdurend op het verkeerde been worden gezet, toch staan te grote gedachtesprongen een coherente verhaallijn in de weg.’ (Leesideeën Off Line)
Andere recensenten waarderen Nielandt juist omdat hij zijn lezers uitdaagt tot zelf nadenken en fantaseren. Vanessa Joosen merkt in Leesidee jeugdliteratuur op: ‘Een bruikbaar filosofisch prentenboek zoals Dichtbij, ver weg van Dirk Nielandt stimuleert de vragen van de kinderen, zonder op een sluitend antwoord aan te willen sturen.’
| |
Bibliografie
Kinder- en jeugdboeken
|
Traan. Met illustraties van Marjolein Pottie. Mechelen, Bakermat, 1995. |
Beestenhoed. Met illustraties van Marjolein Pottie. Mechelen, Bakermat; Gaia, 1996. |
Een geval apart. Mechelen. Bakermat, 1996. |
De boomhutboom. Met illustraties van Tine Vercruysse. Amsterdam, Zirkoon, 1997. |
Kuiltje. Met illustraties van Marjolein Pottie. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1997. |
Mijn hondje blaft niet. Met illustraties van An Candaele. Amsterdam, Zirkoon, 1997. |
Lambik: het grote detectiveboek. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1998. |
Wie. Met illustraties van Marjolein Pottie. Antwerpen, Standaard Jeugd / Weert, Van Buuren Uitgeverij, 1998. |
Het leven van de Boeddha. Met illustraties van An Candaele. Schoten, Kunchab, 1999. |
De vliegende keuken: een reisverhaal vol lekkere recepten. Met illustraties van An Candaele. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2000. |
Fiola houdt niet van water. Met illustraties van Tamar. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2000. (Serie Mambo en Co.) |
Hop naar bed. Met illustraties van Marjolein Pottie. Tilburg, Zwijsen, 2000. |
Verstoppertje. Met illustraties van Tamar. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2000. (Serie Mambo en Co.) |
Wie nog? Met illustraties van Marjolein Pottie. Tilburg, Zwijsen, 2000. |
Arto maakt het bont. Met illustraties van Tamar. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2001. (Serie Mambo en Co.) |
Fiola is bang. Met illustraties van Tamar. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2001. (Serie Mambo en Co.) |
Mambo is jarig. Met illustraties van Tamar. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2001. (Serie Mambo en Co.) |
Poes en het boek. Een samenleesboek. Met illustraties van Marjolein Pottie. Tilburg, Zwijsen, 2001. |
Tolke telt mee. Met illustraties van Tamar. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2001. (Serie Mambo en Co.) |
Suske en Wiske natuurboek: slim bekeken. Met illustraties van Willy Vandersteen. Antwerpen, Standaard Uitgeverij; Houten, Van Reemst, 2001. |
Villa Lummelmaar. Met illustraties van Mark Janssens Mark. Wielsbeke, De Eenhoorn, 2001. |
| |
| |
De beginneling. Vianen, The House of Books, 2001. |
Aldo en het zwaard: een denk-even-mee-boek. Met illustraties van Koet. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2002. |
Dag vis. Met illustraties van Annemie Berebrouckx. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Mees op nieuwe sokken. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Ridder Wout. Met illustraties van Daniëlle Schoothorst. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Kom gauw, pauw. Met illustraties van Marjolein Pottie. Tilburg, Zwijsen, 2003. |
Lief boos beest. Met illustraties van An Candaele. Tilburg, Zwijsen, 2003. |
Geheim gezocht. Met illustraties van Paula Gerritsen. Tilburg, Zwijsen, 2003. |
Dichtbij, ver weg. Met illustraties van An Candaele. Leuven, Davidsfonds, 2003. |
De prins zonder prinses. Met illustraties van Nicole Rutten. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2003. |
Prinses Binnen rent naar buiten: een verkeersboek voor kleuters. Met illustraties van Katrien van Schuylenbergh. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 2003. |
Zoekhuis 101. Met illustraties van Marjolein Pottie. Antwerpen, Standaard; Amsterdam, Memphis Belle, 2003. |
Mam, waar ben je? Met illustraties van Mark Janssens. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Met Frank Adam, Kolet Janssen e.a., Het grote Zwinvoorleesboek. Guitige dierenverhalen. Met illustraties van Anne Westerduin. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2004. |
Het hok van de geit. Met illustraties van Nicole Rutten. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
De Liedjesman. Met illustraties van Els van Egeraat. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Wat proef je Kaat? Met illustraties van An Candaele. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
De bus van Mees. Met illustraties van An Candaele. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Over Dirk Nielandt
|
Jet Marchau, [over Traan]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 1 (1995), nr. 5, blz. 180-181. |
Belle Kuijken, [over Traan]. In: De Morgen, 27-10-1995. |
Jet Marchau, Met de ongebreidelde fantasie van Dirk Nielandt. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 2 (1996), nr. 3, blz. 77. |
Jet Marchau, [over Kuiltje]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 4 (1998), nr. 1, blz. 27-28. |
Bregje Boonstra, [over Wie]. In: De Groene Amsterdammer, 6-1-1999. |
Annemie Leysen, [over Wie]. In: De Morgen, 4-2-1999. |
Jurryrapport Boekenwelp 1999, [over Wie]: op www.leesplein.nl |
Wendy de Graaff, Wie vindt dit leuk? In: Leesgoed, jaargang 26 (1999), nr. 4, blz. 167. |
Truusje Vrooland-Löb, [over Wie nog]. In: Leesgoed, jaargang 27 (2000), nr. 4, blz. 1999. |
Katje Van Dijck, [over De beginneling]. In: Focus Knack, 6-3-2002. |
Marita Vermeulen. ‘Ik schrijf vaak vanuit een gevoel van verontwaardiging.’ In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002), nr. 6, blz. 239-241. (Interview) |
Jan van Coillie, [over Aldo en het zwaard]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 8 (2002), nr. 6, blz. 241. |
Jet Marchau, [over Villa Lummelmaar]. In: Leesideeën Off Line 2000-2003, 31-12-2002. |
Vanessa Joosen, Filosofie en jeugdliteratuur. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), nr. 5, blz. 188-189. [over Dichtbij, ver weg] |
Marita Vermeulen, [over Ridder Wout]. In: SDLetteren, 4-9-2003. |
Chris Bulcaen, [over Lief boos beest]. In: Leeswelp (voorheen Leesidee jeugdliteratuur), jaargang 10 (2004), nr. 1, blz. 22-23. |
Internet
|
www.villakakelbont.be |
68 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2005
|
|