van School-idyllen, dat in 1900 verscheen en direct veel succes had. Een jaar later publiceerde zij De Tweelingen, in 1903 't Veulen en in 1907 de hekkesluiter In den dop. Opvallend in haar korte verhalen en romans voor volwassenen zijn thema's als de verlaten eenzame vrouw (De stille getuige, 1906), huwelijkstrouw en heimelijke ontrouw (Vriendin, 1920 en Offers, 1932), driehoeksverhoudingen en platonische liefde (Charlotte von Stein, 1921).
Met de roman Voor de poort (1912) werd zij als gelijke geaccepteerd door de literaire wereld. Zij won er vrienden mee als Ary Prins, Johan de Meester en Johan Huizinga. Zelf zegt zij: ‘Toen ik aan Voor de poort begon, liet ik mijn ergste jeugdzonden achter mij, de slordigheden van de meisjesboeken, de overvloedige stippellijntjes van De stille getuige.’
Voor de poort gaat over de onbeantwoorde liefde van een landelijke freule voor een cavallerie-officier. Bij het zoeken naar geluk komt zij niet verder dan de ‘poort’. Het in stilte lijden van de in wezen eenzame mens speelt ook in haar andere belangrijke werk een vooraanstaande rol. In Letje, of de weg naar geluk (1926) doet zij dat op een ironische, soms sarcastische toon. ‘Letje was het kind van mama, papa en oma,’ zo begint de bundel schetsen over het meisje dat omstreeks de eeuwwisseling opgroeit in een verstikkend Hollands kleinsteeds milieu.
Zij verrastte in 1905 haar publiek met haar levensverhaal Zo was het ongeveer. In 1951 ontving zij de Van der Vies-prijs voor haar toneelstuk Zie de maan schijnt.
School-idyllen vertelt over het korte leven van het weesmeisje Jet van Marle. Zij wordt grootgebracht door een humeurige oom en tante. Gelukkig is zij met haar vriendinnen en vrienden. Jet van Marle is een gangmaakster en leeft zich uit op school. De gevolgen blijven niet uit. Pretjes en feestjes gaan voor straf aan haar voorbij en pas na veel soebatten mag Jet, die een prachtige stem heeft, op zangles. Het leven lacht haar toe wanneer haar broer Huug uit de Oost overkomt en Karel van Laer meer dan een goede vriend wil zijn. Juist dan wordt ze ernstig ziek en sterft op haar zeventiende verjaardag.
Net zoals vele meisjes uit die tijd had ook Top Naeff een grote liefde voor de boeken van Louise Alcott. De invloed van de Amerikaanse schrijfster van Little Women is in de Nederlandse meisjesliteratuur voor het eerst duidelijk aanwezig in School-idyllen. Jet van Marle lijkt op Jo March, ook zij is de wildebras met het gouden hart. Toch heeft Top Naeff de door haar bewonderde schrijfster niet klakkeloos nagevolgd: de liefdeloze omgeving waarin Jet opgroeit en haar ontroerende dood zijn nieuwe elementen in het Nederlandse meisjesboek. Bovendien slaagde Top Naeff er als eerste in een min of meer realistisch beeld te geven van het schoolleven.