| |
| |
| |
Bart Moeyaert
door Karen Ghonem-Woets
Foto © Diego Franssens
Bart Moeyaert is op 9 juni 1964 in Brugge geboren als jongste in een gezin met zeven zonen. Na de middelbare school studeerde hij Nederlands, geschiedenis en Duits aan een lerarenopleiding in Brussel. Moeyaert debuteerde in 1983 op 19-jarige leeftijd met de jeugdroman Duet met valse noten, die bekroond werd door de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury. Hij werkte jaren als redacteur voor verschillende jeugdtijdschriften. In 1995 maakte hij van schrijven zijn beroep. Sinds 2002 is hij docent Creatief Schrijven aan de afdeling Woordkunst van het Koninklijk Conservatorium in Antwerpen. In januari 2006 werd hij voor de duur van twee jaar benoemd tot stadsdichter van Antwerpen.
Moeyaert schrijft romans, verhalen, gedichten, toneelteksten en scenario's. Hij vertaalt (jeugd)boeken uit het Duits, Engels en Frans en treedt op als acteur en verteller. Uit zijn samenwerking met het Nederlands Blazers Ensemble kwamen De Schepping en Het Paradijs voort, teksten die door hemzelf gelezen werden bij uitvoeringen van Die Schöpfung en Die Jahreszeiten van Haydn.
Veel van Moeyaerts boeken zijn bekroond. Vijf keer mocht hij een Boekenleeuw in ontvangst nemen: voor Kus me, Blote handen, Het is de liefde die wij niet begrijpen, De Schepping en De Melkweg (in resp. 1992, 1996, 2000, 2004 en 2012). Boekenwelpen waren er voor Een kuil om in te wonen, Voor altijd, altijd, Mansoor, De brief die Rosie vond en Dani Bennoni (in resp. 1991, 1993, 1997, 1998 en 2005). Moeyaert kreeg drie keer een Zilveren Griffel: voor Blote handen, Het beest heet Mona en De Schepping (in resp. 1996, 2002 en 2004). Bovendien ontving hij de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Jeugdliteratuur voor Blote han-
| |
| |
den (1996), de Woutertje Pieterse Prijs voor Broere (2001), de Gouden Uil Jeugdliteratuur voor Luna van de boom en de Nienke van Hichtumprijs voor Dani Bennoni (2006). Blote handen werd in 1998 ook bekroond met de Deutsche Jugendliteraturpreis en de Norske Oversetterpremien. Moeyaert is verschillende keren genomineerd voor de internationale Hans Christian Andersen Award en de Astrid Lindgren Memorial Award.
| |
Werk
Bart Moeyaert heeft een breed en veelzijdig oeuvre opgebouwd. Naast prentenboeken publiceert hij boeken voor beginnende lezers, fictie voor kinderen en jongeren en adolescentenromans. In 2003 kwam hij met een bundel gedichten voor jongeren, Verzamel de liefde. Hij is in zijn werk beïnvloed door de Britse auteur Aidan Chambers, over wie hij ter afsluiting van zijn opleiding tot leraar in 1987 een scriptie schreef. Van hem leerde hij volgens Annemie Leysen, die Moeyaerts werk veelvuldig heeft besproken en in samenhang geanalyseerd, ‘dat leesvoer voor jongeren ook literaire aandacht vraagt. Compositie, stijl en psychologische diepgang zijn even belangrijk, zo niet belangrijker, als een lekker lezend, spannend verhaal.’ (Ons Erfdeel).
Moeyaert behandelt in zijn werk geen grote maatschappelijke thema's; zijn verhalen gaan over menselijke relaties, met name over de macht en onmacht in deze relaties. Hij schrijft over individuele levens waarin kleine voorvallen vaak verstrekkende gevolgen hebben en diepe emoties oproepen. Hij is een meester in het suggereren van onderhuidse spanningen en gevoelens van beklemming.
Voor jonge lezers schreef Moeyaert teksten van prentenboeken. In Afrika achter het hek (1995), waarvoor Anna Höglund de tekeningen maakte, komen een vrouw uit Kameroen en haar buurjongen dichter tot elkaar als zij uit heimwee in haar tuin een lemen hut heeft gebouwd en de jongen uitnodigt op de thee. Haar verhalen over Kameroen wekken de interesse van de jongen naar dit verre, voor hem vreemde land. Kitty Crowther maakte de tekeningen voor Grote oma's (1999), een fantasievol verhaal over het verschil tussen grote oma's, die lastig zijn, en kleine oma's, die lief zijn, verhalen vertellen en spelletjes doen. Van dezelfde makers verscheen in 2000 Meneer Bas maakt heel wat mee, drie verhalen over de speelse meneer Bas. Luna van de boom (2000) is een voorleesverhaal over een schatrijke koning die een geheimzinnige boom in zijn tuin heeft. Moeyaert bewerkte hiervoor een Slowaaks sprookje. Het boek is geïllustreerd door Gerda Dendooven. Samen met Wolf Erlbruch maakte hij De Schepping (2003), een vrije bewerking van het scheppingsverhaal, en Het Paradijs (2010), een prentvertelling voor
| |
| |
jongeren, waarin hij het verhaal van Adam en Eva in de tuin van Eden navertelt. Ook voor Olek schoot een beer en kwam met een veer op zijn muts weer thuis (2006) maakte Erlbruch de illustraties. Het is een bewerking van het Russische sprookje ‘De vuurvogel’.
In zijn verhalen voor beginnende lezers stelt Moeyaert universele emoties aan de orde. Zo ontmoet de achtjarige Nanne in Voor altijd, altijd (1992) een vrouw die bij een bevroren vijver rouwt om haar verdronken dochtertje. In Echt weg is niet zo ver (1993) wacht Roos geduldig op haar vader die van huis is weggegaan. In Die steeg van ons (1995) wordt Marthe jaloers wanneer haar buurjongen Arjan is gevraagd voor een speciale zangschool in Wenen. Deze drie verhalen zijn in 2008 gebundeld verschenen in Missen is moeilijk. Ook Durf voor drie (2007) is een bundeling van eerder verschenen verhalen voor beginnende lezers: Het beest heet Mona (2001), Een kuil om in te wonen (1990) en De brief die Rosie vond (1997). In deze drie verhalen staan de hoofdpersonen voor een dilemma: mag je terugpesten, kan een moeder ziek zijn en mag je een brief van een ander openen? Rotraut Susanne Berner maakte speciaal voor deze bundel nieuwe illustraties.
In verhalen als Het boek van Niete (1988), Blote handen (1995) en Mansoor (1996), voor lezers vanaf een jaar of tien, staat de wereld van de jeugdige hoofdpersonen recht tegenover
Illustratie van Annet Schaap uit Mansoor
die van de volwassenen, waarmee Moeyaert onderstreept dat volwassenen de gevoelens van kinderen vaak niet begrijpen en zelfs manipuleren. Ze beseffen daarbij meestal niet wat hun gedrag bij kinderen aanricht. Zo worden in Mansoor drie kinderen meegesleept in een familieruzie en komen de spanningen die tussen de volwassenen leven tot uiting in hun spel en gedrag. In Blote handen raken Ward en zijn boezemvriend Bernie al spelend steeds verder van huis, tot op het terrein van Betjeman, een ruwe kerel die iedereen slaat.
Verhalen als Duet met valse noten (1983), Terug naar af (1986), Suzanne Dantine (1989), Kus me (1991), Het is de liefde die we niet begrijpen (1999), Broere (2000) en Dani Bennoni (2004) zijn geschikt voor lezers vanaf een jaar of dertien.
| |
| |
Moeyaerts debuutroman Duet met valse noten, gebaseerd op zijn dagboek, waarin hij ook verzonnen verhalen optekende, gaat over de verwarring die een eerste liefde teweeg kan brengen. Ter gelegenheid van Moeyaerts 25-jarig jubileum als schrijver is het boek in 2008 herdrukt en voorzien van een nawoord. Terug naar af beschrijft een week uit het leven van een onzekere scholier, die gezakt is voor zijn examen en weinig begrip ontmoet van zijn omgeving. Moeyaert heeft in deze jeugdroman zijn eigen ervaringen met zittenblijven verwerkt. Ook voor Broere putte hij uit zijn eigen geschiedenis: het is het relaas van zijn jeugd, dat de sfeer van de jaren zestig ademt. De broers zijn ondeugend maar gaan, zoals het destijds hoorde, welopgevoed door het leven. Ze vormen vaak als het ware ‘één broer met zeven hoofden’, maar hebben toch elk een eigen identiteit, wat in de ondertitel benadrukt wordt: ‘de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste, en ik’.
De liefde is het onderwerp in Het is de liefde die wij niet begrijpen. Centraal staat de familie van een niet bij naam genoemd meisje. Zij vertelt over de vele liefdes van haar moeder, die steeds op de verkeerde mannen valt, over de (mannen)liefde van haar broer, en over haar eigen liefde voor haar jongere zusje en voor de homoseksuele broer. In drie verhalen die elkaar in chronologie opvolgen, laat ze zien wat haar bezighoudt, en wat haar reactie is op het ongrijpbare om haar heen.
In 2012 verscheen een bundeling van twee eerder verschenen verhalen: Kus me en Wespennest (1997), dat een herziene herdruk is van Suzanne Dantine. Het eerste gaat over vier jongeren die elkaar ontmoeten bij een meer. Ze hebben allemaal een geheim dat ze met niemand kunnen delen. Het tweede verhaal gaat over een dag uit het leven in een klein dorp, dat beheerst wordt door roddel en achterklap.
Dani Bennoni speelt zich af in 1939. Moon, de broer van de 11-jarige Bing, is opgeroepen voor het leger. Bing houdt hem levend en aanwezig door zijn (te grote) voetbalkleren aan te trekken en zijn favoriete sport te willen beoefenen. Van Moons vriend Dani Bennoni, een beroemde voetballende dorpsgenoot, eist Bing dat hij hem les geeft. Dani weigert dat, maar Bing en zijn vriend Lenny verzinnen een list om Dani toch zo ver te krijgen.
In Rover, dronkeman (2000), Ongelikt (2001) en Drie zusters (2004) zijn theaterteksten opgenomen die Moeyaert schreef voor verschillende gezelschappen. Het eerste werk gaat over Ondine, die zich erg alleen voelt, als haar vader het huis uitgejaagd is en haar moeder niet naar haar omkijkt. Ze besluit haar vader te zoeken, maar eerst moet ze zelf een beetje rustiger zijn. Ongelikt is een bewerking van King Lear van Shake- | |
| |
speare, maar dan benaderd vanuit het perspectief van Lears dochters. Drie zusters ontstond op basis van improvisaties van drie actrices die zich lieten inspireren door het gelijknamige toneelstuk van Tsjechov.
Zowel het karakter als de doelgroep van Moeyaerts werk is nogal eens onderwerp van discussie onder literaire critici. In 2001 vatte Gerda de Leeuw Moeyaerts ontwikkeling als volgt samen: ‘Geleidelijk aan werd Bart Moeyaert wat Aidan Chambers een auteur noemt en was hij niet langer een schrijver. Schrijvers kunnen zinnen achter en onder elkaar zetten en een verhaal vertellen. Ze weten: als het een triest verhaal is, laat je het regenen en als het een beangstigend verhaal is, laat je de bliksem flitsen en de donderslagen rollen. [-] Als “auteur” schrijft Bart Moeyaert vanuit zijn personages, levensecht maar ook relativerend, met de nodige humor: hij heeft een “zachte” aanpak. Bovendien draagt hij zorg voor zijn lezers, zonder hen echter alles voor te kauwen of hen te betuttelen. Een verhaal wordt niet rechttoe rechtaan verteld maar langzaam, vanuit verschillende perspectieven opgebouwd, gesuggereerd. Een auteur “moet” een boek schrijven en dat is dus niet hetzelfde als een boek maken volgens vooropgesteld schema. Een boek moet groeien zodat de emoties, de warmte, de sfeer tussen de regels voelbaar worden.’ (Lezen over Bart Moeyaert).
Volgens De Leeuw is het gevolg van deze opvatting over het schrijverschap dat Moeyaert niet voor één bepaalde leeftijdsgroep schrijft. Moeyaert heeft zelf regelmatig te kennen gegeven weinig waarde te hechten aan leeftijdsaanduidingen. Als auteur vraagt hij zich niet af voor welke categorie lezers hij schrijft; hij schrijft voor zichzelf en de leeftijdsaanduiding komt van de uitgever.
| |
Suzanne Dantine
Suzanne Dantine is het boek waarmee Moeyaert, zoals Chambers het uitdrukte, van ‘schrijver’ steeds meer ‘auteur’ werd, en dat door Moeyaert zelf zijn ‘echte debuut’ is genoemd.
Het verhaal speelt zich af op één warme augustusdag, waarop de gemoederen in het kleine dorp in de buurt van Brussel, waar de veertienjarige Suzanne Dantine samen met haar moeder woont, hoog oplopen, en 's avonds een Midzomerfeest plaatsvindt. In het dorp zijn de meningen verdeeld over de geluidsoverlast van een hondenkennel, gerund door Heleen en echtgenoot Rudi. Carla, een vroegere vriendin van Suzannes moeder, heeft een petitie opgesteld om de kennel weg te krijgen. De meeste dorpsbewoners hebben deze petitie ondertekend. Ook Suzannes moeder zwicht voor de druk, hoewel ze eerst, net als Suzanne, Heleen steunde. Samen met Wolf, een wat mysterieuze jongen die een marionettenshow in het dorp wil op- | |
| |
voeren, probeert Suzanne de gemoederen te bedaren. Deze actie heeft echter het tegenovergestelde effect.
Het verhaal bestaat uit drie delen. In het eerste deel worden de gebeurtenissen steeds afgewisseld door flashbacks uit de eerste zeven jaar van Suzannes leven. Hierdoor krijgt de lezer een beeld van de relaties en geheimen die een belangrijke rol spelen in het verhaal van die ene dag in augustus. Er wordt verteld wat er met Suzannes vader is gebeurd, hoe het komt dat Suzannes moeder lange tijd aan de kant van Heleen stond, en wat de relatie tussen Suzanne en Heleen is. In het tweede deel staan de elkaar snel opvolgende gebeurtenissen tijdens het Midzomerfeest centraal. In een epiloog kijkt Suzanne een jaar later op alle gebeurtenissen terug. Ze is dan met haar moeder en met Heleen naar de stad verhuisd.
In 1997, toen Moeyaert van zijn Vlaamse uitgeverij verhuisde naar Querido, verscheen een zowel inhoudelijk als stilistisch drastisch herziene versie van het boek onder de titel Wespennest. Het verhaal begint niet meer met de komst van Wolf, maar met de geboorte van Suzanne, en eindigt minder hoopvol.
| |
De Melkweg
Het verhaal van De Melkweg speelt op een warme dag in de zomervakantie. De broers Bossie en Oskar en hun vriendin Geesje zitten op een muurtje, dat de scheiding vormt tussen een magazijn waar afgedankte
Omslagillustratie: Ben McLaughlin
spullen verzameld worden en de stille straat De Melkweg. Ze beschouwen het als hun ‘clubhuis’ en komen er dikwijls samen, met of zonder afspraak. De zomervakantie is bijna voorbij. Er gebeurt weinig, totdat de klok zes uur slaat en de kinderen een oude vrouw die zij ‘Nancy Sinatra’ noemen, en haar hond ‘Jeckyll’ zien voorbijkomen. Bossie stelt een weddenschap voor: wie raadt wie het eerste doodgaat, de oude vrouw of haar hond, mag een dag lang bepalen wat ze gaan doen. Wanneer de vrouw de dag na deze weddenschap niet om zes uur met haar hondje langskomt, slaat de drie kinderen de angst om
| |
| |
het hart. Hierdoor wordt een aantal gebeurtenissen in gang gezet; de kinderen zijn bang dat de weddenschap, dat wil zeggen hun fantasie en hang naar verhalen, de realiteit is gaan bepalen, en proberen erachter te komen wat er met ‘Nancy’ en haar hond is gebeurd. Dat brengt hen onder meer naar een kerkhof en een ziekenhuis met een gang vol aftakelende mensen.
Het verhaal wordt verteld vanuit Oskar, de jongste en gevoeligste van de broers. De vader van Bossie en Oskar heeft het druk met zijn werk als journalist, hun moeder is in Italië. De lezer komt er gaandeweg achter dat zij zich in Italië heeft teruggetrokken om over haar huwelijk na te denken. De onzekerheid van de jongens daarover wordt nog versterkt door het gebrek aan kennis over wat er met ‘Nancy’ en haar hond gebeurd kan zijn. Wanneer Bossies aandacht wordt getrokken door een meisje, wil hij niet meer altijd zijn jongere, aanhankelijke broer fysieke dan wel emotionele geborgenheid bieden. Nadat de broers de spot hebben gedreven met Geesjes oogafwijking en Geesje treurt om haar overleden tante, maar de broers daar geen compassie voor tonen, trekt zij zich terug en wordt onbereikbaar voor de broers. De relatie tussen de broers, de broers en Geesje, en de broers en hun vader wordt uiteindelijk weer hersteld. Of hun moeder ook weer naar huis terugkeert, blijft de vraag.
De Melkweg is een psychologisch portret van een gezin en van vriendschappen, waarin de relaties bewegen tussen intimiteit en afstand, verbondenheid en eenzaamheid, ruzie en verzoening, realiteit en fictie. Het gaat hierbij om de fictie van het spel en het verhaal, die vele functies heeft: van een manier om zich meer verbonden te voelen tot een manier om de werkelijkheid naar je hand te zetten. Dat je met dat laatste onbedoeld ook angst kan oproepen, is wat de drie kinderen in De Melkweg ervaren.
| |
Waardering
Recensenten noemen Moeyaerts werk poëtisch, beeldend, filmisch, sfeervol en intens. Ze prijzen de auteur om het verbeelden en verwoorden van complexiteit door middel van een ‘uitgepuurde stijl’, zoals Jürgen Peeters het in De Leeswelp verwoordt. Hierdoor ervaart de lezer Moeyaerts verhalen als proza waarin geen woord te veel staat.
Over het beeldende karakter van Moeyaerts vertelstijl schrijft Jen De Groeve in haar bespreking van De baas van alles: ‘Moeyaert is geen man van beschrijvingen, hij laat de taal spreken, roept in ritme, toon en klank heel efficiënt zintuigprikkelende beelden op.’ (De Leeswelp). Annemarie Terhell ervaart dit in Broere: ‘Er gebeurt heel weinig, maar juist over alledaagse dingen kan Bart Moeyaert betoverend vertellen. Je ziet de beelden haarscherp voor je, alsof je de
| |
| |
geur van stamppot en zeep kunt ruiken.’ (Kids Week).
Vaak wordt Moeyaerts vermogen tot het beschrijven van herkenbare en indringende emoties geroemd. Bea Ros schrijft naar aanleiding van Broere: ‘Dit verhaal laat zien hoe kinderen vanuit hun vesting de wereld beschouwen. En hoe ze, zonder nog echt te begrijpen, dingen feilloos weten aan te voelen. Moeyaert maakt dat in dit boek op een prachtige manier zichtbaar.’ (Didaktief & School).
Recensenten wijzen ook op de relatie tussen de ogenschijnlijke eenvoud van zowel stijl als gedachten en de ruimte die dit biedt aan de lezer voor verbeelding en interpretatie. Zo stelt Jen De Groeve dat Moeyaerts spaarzaamheid met woorden, uitleg en omschrijvingen tot open plekken leidt, ‘die je de ruimte geven om aan te vullen vanuit je eigen verbeelding’. Ze spreekt in dit verband van ‘de kracht van het impliciete’. Volgens De Groeve wordt de perfecte symbiose in Olek schoot een beer tussen gedachte en formulering ‘op geen enkel moment gestoord door een stilistisch teveel.’ (De Leeswelp). Annemie Leysen benadrukt in haar bespreking van Het is de liefde die we niet begrijpen de door deze stijl verborgen geheimen: ‘Zoals eerder al in Blote handen en Wespennest laat Bart Moeyaert veel aan de aandachtige lezer over. Woorden moeten gewikt en gewogen worden, geheimen zitten tussen de regels, niets wordt helemaal uitgesproken.’ (De Morgen).
De genoemde kwalificaties gelden ook voor Moeyaerts poëzie. Els Van Steenberghe stelt dat elk gedicht in Verzamel de liefde leest als een klein verhaal, ‘dat met een minimum aan woorden een maximum aan beelden, gedachten en gevoelens oproept’. De gedichten vormen samen ‘een moedige filosofische en literaire constellatie’, verbonden door de levensvisie dat leven liefde verzamelen en proeven is. (Leesidee jeugdliteratuur).
In het juryrapport bij de bekroning van De Melkweg met de Boekenleeuw 2012 staat: ‘Dit is literatuur, grote literatuur, voor kleine en grote mensen: verrassend en mooi geformuleerd, rijk, sober, suggestief en uitermate sfeervol, en bovendien meesterlijk opgebouwd, zin na zin. De Melkweg is een boek dat, bijna onopgemerkt, bulkt van het vakmanschap’.
| |
Bibliografie
Voor volwassenen
|
Gedichten voor gelukkige mensen (2008), Graz (2009). |
Jeugdboeken
|
Duet met valse noten. Averbode, Altiora, 1983. (15e druk: Querido, 2008) |
Terug naar af. Averbode, Altiora, 1986. (Top) |
Het boek van Niete. Met illustraties van Joke van Eyck. Averbode, Altiora, 1988. (Jeugdboekenweekgeschenk) |
Een klap is geen kus. Met illustraties van Ruud Bruijn. Tilburg, Zwijsen, 1989. (Boekenwurm) |
| |
| |
Mijn tuin uit! Met illustraties van Annemie Heymans. Tilburg, Zwijsen, 1989. (Draaimolen) |
Suzanne Dantine. Averbode, Altiora, 1989. (Top) |
Een kuil om in te wonen. Met illustraties van Annemie Heymans. Tilburg, Zwijsen, 1990. (Neushoorn) |
Een boot in de mist. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 1991. (Leestoffee) |
Kus me. Averbode, Altiora, 1991. |
Voor altijd, altijd. Met illustraties van Annemie Heymans. Tilburg, Zwijsen, 1992. (Bizon-boek) |
De man in de maan. Met illustraties van Georgien Overwater. Tilburg, Zwijsen, 1992. (Ster) |
Echt weg is niet zo ver. Met illustraties van Annemie Heymans. Tilburg, Zwijsen, 1993. (Bizon-boek) |
Die steeg van ons. Met illustraties van Annemie Heymans. Tilburg, Zwijsen, 1995. (Bizon-boek) |
Afrika achter het hek. Met illustraties van Anna Höglund. Amsterdam, Querido, 1995. |
Blote handen. Met illustraties van Peter van Poppel. Amsterdam, Querido, 1995. |
Mansoor. Amsterdam, Querido, 1996. (In 1997 herdrukt onder de titel Mansoor of hoe we Stina bijna dood kregen.) |
De brief die Rosie vond. Met illustraties van André Soillie. Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1997. (2de druk: Van Holkema & Warendorf, 1998). |
Wespennest. Amsterdam, Querido, 1997. (Herziene herdruk van Suzanne Dantine.) |
Grote oma's. Met illustraties van Kitty Crowther. Amsterdam, Querido, 1999. |
Het is de liefde die we niet begrijpen. Amsterdam, Querido, 1999. |
Meneer Bas maakt heel wat mee. Met illustraties van Kitty Crowther. Amsterdam, Querido, 2000. |
Luna van de boom. Met illustraties van Gerda Dendooven en een cd met muziek van Filip Bral. Brussel, Pantalone, 2000. |
Broere: de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste, en ik. Met illustraties van Gerda Dendooven. Amsterdam, Querido, 2000. (9de, uitgebreide herdruk: Querido, 2010) |
Rover, dronkeman; toneel. Amsterdam, Querido, 2000. |
Een boot in de mist. Met illustraties van Juliette de Wit. Tilburg, Zwijsen, 2001. (Leesleeuw) |
Eerst zien & Mansoor, of Hoe we Stina bijna doodkregen. Met illustraties van Annet Schaap. Amsterdam, Querido, 2001. |
Het beest heet Mona. Met illustraties van Gerda Dendooven. Tilburg, Zwijsen, 2001. (Spetter) |
Ongelikt; gebaseerd op King Lear van Shakespeare. Amsterdam, Querido, 2001. |
De Schepping. Met illustraties van Wolf Erlbruch. Amsterdam, Querido, 2003. |
Verzamel de liefde. Amsterdam, Querido, 2003. |
Dani Bennoni (lang zal hij leven). Amsterdam, Querido, 2004. |
Drie zusters. Amsterdam, Afijn, 2004. |
Olek schoot een beer en kwam met een veer op zijn muts weer thuis. Met illustraties van Wolf Erlbruch. Amsterdam, Querido, 2006. |
De baas van alles. Met illustraties van Katrien Matthys. Antwerpen, Manteau; Amsterdam, De Harmonie, 2007. |
Durf voor drie. Amsterdam, Querido, 2007. (Bundeling van Een kuil om in te wonen, De brief die Rosie vond en Het beest heet Mona, met nieuwe illustraties van Rotraut Susanne Berner.) |
Missen is moeilijk; drie verhalen over de tijd na het afscheid. Amsterdam, Querido, 2008. (Bundeling van Voor altijd, altijd, Echt weg is niet zo ver en Die steeg van ons.) |
Het Paradijs. Met illustraties van Wolf Erlbruch. Amsterdam, Querido, 2010. |
De Melkweg. Amsterdam, Querido, 2011. |
Wespennest & Kus me. Amsterdam, Querido, 2012. |
| |
| |
Over Bart Moeyaert (selectie)
|
Herman De Graef, [Over Terug naar af]. In: Jeugdboekengids, jaargang 29 (1987), blz. 170-171. |
Rindert Kromhout, [Over Terug naar af]. In: de Volkskrant, 28-7-1987. |
Joke Linders-Nouwens, [Over Het boek van Niete]. In: Leesgoed, jaargang 15 (1988), nr. 2, blz. 84-85. |
Dirk Musschoot, Schrijven is prettig zwoegen. In: Het Volk, 24-10-1989. [Interview] |
Lieke van Duin, Bart Moeyaert, jong Vlaams talen. In: Trouw, 24-1-1990. [Over Susanne Dantine] |
Luc Lannoy, Een vreemd eend die niet bijt. In: Jeugdboekengids, jaargang 32 (1990), nr. 1, blz. 6-8. [Over Susanne Dantine] |
Tilly Stuckens, Jeugdschrijver Bart Moeyaert maakt belofte waar met novelle Kus me. In: De Standaard, 3-11-1991. |
Luc Lannoy, De diepten van de eenvoud. Literair edelsmeedwerk van Bart Moeyaert. In: Jeugdboekengids, jaargang 33 (1991), nr. 9, blz. 281-282. [Over Kus me] |
Joke Linders, Een hete zomermiddag. In: Algemeen Dagblad, 16-1-1992. [Over Kus me] |
Jan Smeekens, Wat een geheim, zei Lena toonloos. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 7-2-1992. [Over Kus me] |
Lieke van Duin, Droevige liedjes zijn altijd mooi. In: Trouw, 24-6-1992. [Over Voor altijd, altijd] |
Rita Ghesquiere, Grensverkeer en grensvervaging. In: Dietsche Warande & Belfort, jaargang 137 (1992), nr. 6, blz. 725-730. [Over Kus me] |
Carolien Zilverberg, Eigenwijze ouders. In: NRC Handelsblad, 31-7-1992. [Over Voor altijd, altijd] |
Carolien Zilverberg, Treurnis. In: NRC Handelsblad, 2-10-1992. [Over Kus me] |
Esther Bootsma, [Over Kus me]. In: Trouw, 8-11-1992. |
Karel Maartense, Elke auteur is een meesterdief: interview met Bart Moeyaert. In: Leesgoed, jaargang 20 (1993), nr. 4, blz. 180-183. [Interview] |
Luc Lannoy, [Over Voor altijd, altijd]. In: Jeugdboekengids, jaargang 35 (1993), nr. 2, februari 1993, blz. 59-60. |
Cornald Maas, [Over Echt weg is niet zo ver]. In: de Volkskrant, 19-6-1993. |
Tilly Stuckens, [Over Die steeg van ons]. In: De Standaard, 10-8-1995. |
Marjoleine de Vos, Wij waren één paar schoenen. In: NRC Handelsblad, 29-9-1995. [Over Blote handen] |
Annemie Leysen, In de greep van lettergrepen. In: De Morgen, 13-10-1995. [Over Die steeg van ons] |
Luc Lannoy, [Over Blote handen]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 1 (1995), nr. 8, blz. 284. |
Joke Linders, [Over Blote handen]. In: Algemeen Dagblad, 20-10-1995. |
Tilly Stuckens, Macht en onmacht van een plastic hand. In: De Standaard der letteren, 30-10-1995. [Over Blote handen] |
Selma Niewold, Nog nooit was de zee zo kaal geweest. In: de Volkskrant, 4-11-1995. [Over Blote handen] |
Annemie Leysen, Het onuitgesprokene. In: De Morgen, 15-12-1995. [Over Blote handen] |
Aukje Holtrop, Kinderboeken. In: Vrij Nederland, 16-12-1995. [Over Blote handen] |
Lieke van Duin, Mysterie vol wraak op oudejaarsdag. In: Trouw, 27-12-1995. [Over Blote handen] |
Joyce Kammer, [Over Afrika achter het hek]. In: Haagsche Courant, 16-2-1996. |
Tilly Stuckens, [Over Mansoor]. In: De Standaard, 26-9-1996. |
Jan Van Coillie, De kracht van de suggestie. In: Uit de schaduw: Een beknopte geschiedenis van de West-Vlaamse en de Westfaalse jeugd- en kinderliteratuur. Brugge, Provincie West-Vlaande- |
| |
| |
ren, 1997, blz. 264-266. [Over oeuvre] |
Karin Van Camp, [Over Suzanne Dantine]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 3 (1997), nr. 9, blz. 311. |
Annemie Leysen, De sterke troeven van Bart Moeyaert. In: Ons Erfdeel, jaargang 41 (1998), nr. 2, blz. 261-265. [Over oeuvre] |
Anne Brumagne, Vrijheid in je hoofd. In: De Morgen, 28-5-1998. [Interview] |
Rita Ghesquiere, Bart Moeyaert. Kortrijk, VWS, 1998. |
Annemie Leysen, Mededogen voor het leven. In: De Morgen, 23-9-1999. [Over Het is de liefde die we niet begrijpen] |
Erik Vanhees, [Over Grote oma's]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 5 (1999), nr. 8, blz. 343. |
Jan Staes, [Over Het is de liefde die we niet begrijpen]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 5 (1999), nr. 8, blz. 364. |
Marjoleine de Vos, [Over Het is de liefde die we niet begrijpen]. In: NRC Handelsblad, 8-10-1999. |
Kathy Lindekens, Van kinderen en krijgers. In: De Morgen, 27-10-1999. [Over Grote oma's] |
Peter de Boer, [Over Het is de liefde die we niet begrijpen]. In: Trouw, 6-11-1999. |
Annemie Leysen, Prinsen die tot twaalf kunnen tellen. In: De Morgen, 1-3-2000. [Over Luna van de boom] |
Marita Vermeulen, [Over Luna van de boom]. In: De Standaard, 8-6-2000. |
Katrien Vloeberghs, Broere: de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste en ik. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 6 (2000), nr. 10, blz. 452-454. |
Jan Staes, Luna van de boom: een symfonie van woord, kleur en muziek. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 6 (2000), nr. 3, blz. 99. [Over Luna van de boom] |
Katrien Vloeberghs, Van de liefde weer terug: twee polen in het schrijverschap van Bart Moeyaert. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 6 (2000), nr. 7, blz. 310-312, 318. [Over Het is de liefde die we niet begrijpen en Terug naar af] |
Arjan Peters, [Over Broere]. In: de Volkskrant, 27-9-2000. |
Annemie Leysen, Geluk was toen heel gewoon. In: De Morgen, 29-11-2000. [Over Broere] |
Gerda Jacobs, Bart Moeyaert. Den Haag, Biblion Uitgeverij, 2001. (Lezen over) |
Jan Staes, Grote liefde, angst en een mep. Theaterteksten van Gerda Dendooven, Bart Moeyaert en Imme Dros. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 7 (2001), nr. 1, blz. 40-43. [Over Rover, dronkeman] |
Jan Staes, Alle meisjes heten popje. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 7 (2001), nr. 1, blz. 43-44. [Over Rover, dronkeman] |
Hans Ester, Vader, moeder, zes boers en de benjamin. In: Nederlands Dagblad, 16-4-2001. [Over Broere] |
Jan Staes: Bijna is soms helemaal. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 7 (2001), nr. 5, blz. 213-214. [Over Eerst zien & Mansoor, of Hoe we Stina bijna doodkregen] |
Bea Ros, Een kluitje broers. In: Didaktief & School, 1-9-2001. [Over Broere] |
Els Van Steenberghe, Ongelikt en vogelvrij: Bart Moeyaert bewerkt King Lear voor theatergezelschap Laika. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 7 (2001), nr. 8, blz. 338-341. [Over Ongelikt] |
Annemie Leysen, Ideale vakantielectuur voor klein en groot. In: De Morgen, 10-7-2002. [Over Het beest heet Mona] |
Marieke Henselmans, Hondje vertelt. In: De Volkskrant, 19-7-2002. [Over Het beest heet Mona] |
Judith Eiselin, Bananen op de neus van God. In: NRC Handelsblad, 26-9-2003. [Over De Schepping] |
Jeroen De Preter, Kies nooit voor de middelmaat. In: De Morgen, 1-10-2003. [Interview] |
Annemie Leysen, [Over Verzamel de liefde]. In: De Morgen, 1-10-2003. |
| |
| |
Annemie Leysen, [Over De Schepping]. In: De Morgen, 1-10-2003. |
Els Van Steenberghe, [Over Verzamel de liefde]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), nr. 9, blz. 324. |
Els Van Steenberghe, De schepping van de schepping. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), nr. 8, blz. 325. [Over De Schepping] |
Els Van Steenberghe, In de greep van de drie zusters. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), nr. 9, blz. 412-413. [Over Drie zusters] |
Jan Van Coillie, Het kortste woord om van elkaar te houden]. In: Poëziekrant, jaargang 28 (2004), nr. 1/2, blz. 90-92. [Over Verzamel de liefde] |
Marita Vermeulen, Bart Moeyaert (lang zal hij leven). In: De Standaard, 16-9-2004. [Interview] |
Peter de Boer, Jonge intriganten: uitgekiende roman van Bart Moeyaert. In: Trouw, 18-9-2004. [Over Dani Bennoni] |
Annemie Leysen, Lang zal hij leven! In: De Morgen, 22-9-2004. [Over Dani Bennoni] |
Arjan Peters, Te grote voetbalschoenen. Bart Moeyaert weet precies wat het is om kind te zijn. In: de Volkskrant, 1-10-2004. [Over Dani Bennoni] |
Bregje Boonstra, Het gaat om wroeten en woelen. In: De Groene Amsterdammer, 8-10-2004. [Interview] |
Willem Jan Otten, Wat het was om kind te zijn. In: Vrij Nederland, 9-10-2004. [Over Dani Bennoni] |
Marita Vermeulen, We houden alles zoals het is. In: De leeswelp, jaargang 10 (2004), nr. 7, blz. 282. [Over Dani Bennoni] |
Karel Berkhout, Geen pingels over het halve voetbalveld. In: NRC Handelsblad, 22-10-2004. [Over Dani Bennoni] |
Thomas de Veen, Moons oude voetbalschoenen. In: Kids Week, 29-10-2004. [Over Dani Bennoni] |
Jürgen Peeters, Literatuur, dat is hongeren en eten tegelijk. In: De leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 2, blz. 54-56. [Interview] |
Jürgen Peeters, [Over Wespennest]. In: De Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 9, blz. 362-363. |
Jen De Groeve, Held in zijn hart. In: De Leeswelp, jaargang 12 (2006), nr. 4, blz. 132-133. [Over Olek schoot een beer] |
Truska Bast, Olek redt de meisjes. In: Het Parool, 18-5-2006. [Over Olek schoot een beer] |
Vanessa Joosen, Een magische veer. In: De Standaard, 26-5-2006. [Over Olek schoot een beer] |
Bas Maliepaard, Olek gaat goede daden verrichten! In: Trouw, 1-7-2006. [Over Olek schoot een beer] |
Patrick Jordens, Losse flodders. In: De Morgen, 19-7-2006. [Over Olek schoot een beer] |
Jen De Groeve, Bekijk het van twee kanten. In: De Leeswelp, jaargang 13 (2007), nr. 8, blz. 295. [Over De baas van alles] |
Marieke van Twillert, Drie tegen één, dat gaat lukken. In: NRC Handelsblad, 18-1-2008. [Over Durf voor drie] |
Jozefien Van Beek, Bart Moeyaert (44) viert 25ste verjaardag van zijn debuut ‘Debuut met valse noten’. In: De Morgen, 1-10-2008. [Over Duet met valse noten] |
Els Beerten: Engelbewaarder. In: De Standaard, 3-10-2008. [Over Duet met valse noten] |
Mirjam Noorduijn, Voor altijd, altijd. In De Groene Amsterdammer, 30-10-2008. [Over Missen is moeilijk] |
Jürgen Peeters, [Over Duet met valse noten]. In: De Leeswelp, jaargang 14 (2008), nr. 9, blz. 351. |
Patrick Jordens, Miniatuurtjes. In: De Morgen, 17 december 2008. [Over Missen is moeilijk] |
Jen De Groeve, Leven en dood in het paradijs. In: De Leeswelp, 2010, jaargang 16, nr. 7, blz. 256-257. [Over Het Paradijs] |
Jürgen Peeters, ‘Are you ready, boots? Start walkin!’. In: De Leeswelp, jaargang 17 (2011), nr. 5, blz. 169-170. [Over De Melkweg] |
| |
| |
Karin Kustermans, Oké, dit is dus mijn stem. Karin Kustermans in gesprek met Bart Moeyaert. In: De Leeswelp, jaargang 17 (2011), nr. 5, blz. 171-173. [Interview] |
Karen Ghonem-Woets, ‘Het komt er in het hele leven op neer dat mensen gezien willen worden.’ Een interview met Bart Moeyaert. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 26, nr. 87, voorjaar 2012, blz. 85-101. [Interview] |
Internet
|
www.bartmoeyaert.com |
www.leesplein.nl |
90 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2012
|
|