| |
| |
| |
Wim Meuldijk
door Janneke van der Veer
Willem (Wim) Meuldijk werd op 8 juni 1922 te Schiedam geboren. Hij groeide op in Rotterdam, waar zijn vader opzichter in een verzorgingshuis was. Meuldijk had vier zussen en een broer die al op jonge leeftijd aan bronchitis overleed. Zelf had hij last van astma, waardoor hij een tamelijk beschermde jeugd heeft gehad, de Openluchtschool bezocht en in gezondheidskolonies verbleef. Aan voetballen en andere buitenspelletjes kon hij niet meedoen. Daarom zocht hij zijn heil in de fantasie. Zo organiseerde hij poppenkastvoorstellingen voor de buurkinderen, waarvoor hij zelf een poppenkast maakte en verhalen schreef. Na het voltooien van de handelsschool ging hij op kantoor werken bij een flessenhandel. Daarnaast volgde hij tekenlessen. In 1942 debuteerde hij als schrijver/tekenaar in Het Volk en Voorwaarts met het stripverhaal ‘Sneeuwvlok de eskimo’. Hij nam toen ontslag bij de flessenhandel. Om aan tewerkstelling in Duitsland te ontkomen, dook hij regelmatig onder. De bombardementen die hij tijdens de oorlog in Rotterdam meemaakte, bezorgden hem een levenslange afkeer van geweld.
Vanaf 1953 leverde hij teksten voor hoorspelen, en later ook voor cabaretprogramma's. Zijn bekendheid dankt hij vooral aan de televisieserie Pipo de Clown, waarvoor hij de verhalen schreef en die vanaf 1958 werd uitgezonden door de vara.
In 1951 trouwde hij met Else Arntzenius. Uit dit huwelijk werden een zoon (1952) en een dochter (1955) geboren; de laatste, Belinda, trad in de schrijversvoetsporen van haar vader. Nadat het huwelijk in 1970 was geëindigd in een scheiding, maakte Meuldijk in een kampeerbus lange reizen, onder meer door Spanje en Noord-Afrika.
| |
| |
In 1962 ontving hij een Nipkovschrijf voor zijn bijdrage aan de Nederlandse televisie. Het Stripschap kende hem in 2003 de Bulletje & Boonestaak-schaal toe.
Wim Meuldijk overleed op 27 december 2007 in Vera (Spanje), waar hij sinds 1973 woonde.
| |
Werk
Aanvankelijk richtte Wim Meuldijk zich op het schrijven en tekenen van stripverhalen. Kort na de Tweede Wereldoorlog begon hij met Ton van Heusden het stripblad Sneeuwvlok. Naast de gelijknamige strip maakte hij voor dit blad onder het pseudoniem Wimm de stripverhalen ‘Pirandello’ en ‘Plukkie Buksjek’. In dezelfde periode schreef en tekende hij ook een beeldverhaal over het straatschoffie Ketelbinkie. Het werd gepubliceerd in verschillende kranten, waaronder Het Rotterdamsch Parool. De populariteit ervan bracht Meuldijk en Van Heusden ertoe Sneeuwvlok vanaf 1948 voort te zetten onder de titel Ketelbinkie-krant. Het blad verscheen tot 1957. Zowel de strip ‘Sneeuwvlok’ als ‘Ketelbinkie’ is later in boekvorm uitgegeven.
Meuldijks kinderboeken zijn gebaseerd op door hem geschreven hoorspelen en televisieseries. Hij debuteerde hij in 1957 met Pim en Wiebe en het gestolen eiland, waarvan het hoorspel uit 1953 dateert. Dit verhaal over een avontuurlijke zeereis naar de Zuidpool, waar Wiebe en Pim samen met baron Alfons, de vioolspelende clown Koko en kapitein Krakepit de clown Kalehasie moeten zoeken, bevat dezelfde ingrediënten als Pipo de Clown. Er is sprake van een gevaarlijke reis, er moet een probleem worden opgelost en er zijn vijanden. Diverse personages spreken krom (Koko) of met een accent (Wiebe), er is een vrouw die erg zorgzaam is en vooral aan poetsen en dweilen denkt (Juffrouw Snibbel) en het verhaal loopt goed af.
Fantasie speelt een grote rol in de verhalen van Wim Meuldijk. Een belangrijk element is dat ze over mensen gaan die naast de alledaagse werkelijkheid staan en hun vijanden met slimheid en humor tegemoet treden. Dit laatste heeft te maken met Meuldijks aversie tegen geweld; agressieve personages en gewelddadige scènes ontbreken.
De verhalen zijn geschreven in een vlotte stijl en hebben vaart. Ze bevatten veel dialoog en humor. De figuren komen geregeld in komische situaties terecht en de tekst bevat veel taalgrapjes, zoals krom taalgebruik door een of meer van de personages en het gebruik van fantasierijke namen voor personen en plaatsen. Soms is sprake van een toespeling op de werkelijkheid. Zo komt in Pipo en het kindereiland (1964) het vissersdorp Poeswijk-aan-Zee voor, een naam die doet denken aan Katwijk aan Zee.
Naast Pipo de Clown schreef Meuldijk andere televisieseries voor kinderen, zoals Mik en Mak (1962), Rats
| |
| |
en Repel en Lollipop (1965), Timtatoe (1966) en Koning Bolo (1977). Ook deze verhalen zijn voor een deel in boekvorm verschenen.
In de periode 1982-2002 leverde hij teksten voor Sesamstraat.
| |
Pipo de Clown
Pipo is een clown met bolhoed, ruitjesjas en flapschoenen. Op zijn linkerwang staat een zonnetje. Met zijn vrouw Mammaloe en dochter Petra trekt hij in een door het ezeltje Nononono getrokken woonwagen de wijde wereld in. Onderweg geeft hij voorstellingen. Ontmoetingen met struikrovers, piraten, pareldieven en ander boeven vormen de aanzet tot allerlei avonturen. Vaak zijn daarbij ook de indiaan Klukkluk en circusdirecteur Dikke Deur betrokken. Andere min of meer vaste figuren zijn de zigeuner Felicio en de pareldieven Snuf en Snuitje.
In het eerste verhaal, Pipo de Clown (1960), is van een woonwagen nog geen sprake. Het clownsgezin woont op een benauwd zolderkamertje. Te voet gaan ze op pad om Klukkluk terug te brengen bij zijn moeder. In het tweede verhaal, Pipo en de Bibberhaai (1960), ruilt Pipo zijn zolderkamer voor de woonwagen en de circustent van Dikke Deur. Als ‘Circus Pipo’ trekken ze rond. Aanvankelijk moet Pipo zelf de kar trekken. Maar dan ontmoet Petra de zigeuner Felicio en kan de reis worden voortgezet met diens ezeltje Nononono.
Illustratie van Wim Meulijk uit Pipo en de Ridderschrik
Tussen 1958 en 1980 was Pipo de Clown regelmatig op de tv te zien. Cor Witschge speelde de rol van Pipo. Andere acteurs die mede het succes van de serie bepaalden, waren Willy Ruys als Dikke Deur en Herbert Joeks als Klukkluk. Meuldijk was intensief betrokken bij de keuze van de acteurs en opnamelocaties en bij het ontwikkelen van de decors. De tweede pipowagen is door hemzelf gebouwd.
In 1966 werd een reeks korte verhaaltjes uitgezonden rond zeven uur 's avonds. Elke uitzending eindigde
| |
| |
met Pipo's legendarisch geworden woorden ‘Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen’. Eind jaren negentig namen tv-presentator Ivo Niehe en Belinda Meuldijk het initiatief voor een nieuwe televisieserie, die er uiteindelijk niet kwam. Wel twee speelfilms: Pipo en de Bosbas (1998) en Pipo en de p-p-parelridder (2003), met acteur Joep Dorren als Pipo.
In 1960 verschenen de verhalen voor het eerst in boekvorm, met illustraties van Meuldijk. Ook werden verhalen opgenomen in de weekbladen Donald Duck (ca. 1960-1968) en Margriet (1968-1976) en in de Margriet Winterboeken (1964-1975). In 1969 ging in Donald Duck de ballonstrip ‘Pipo de Clown’ van start, met tekeningen van Jan van der Voo en tekst van Wim Meuldijk.
In de verhalen is sprake van enige ontwikkeling. Aanvankelijk draaide alles om het avontuur, latere verhalen bevatten ook informatie over de landen waar de gebeurtenissen zich afspelen.
Pipo de Clown was erg populair. Het blijvende succes van de serie verklaarde Meuldijk in 1974 als volgt: ‘Je kan een kinderprogramma uitsluitend op het spannende verhaal gooien, maar dan denken ze er later nooit meer aan. Ik geloof dat een programma kinderen bijblijft door de verschillende karakters (-). Kinderen zijn zo langzamerhand een beetje overvoerd met spanning, we kunnen de kant van het plezier weer een beetje uit. Humor en warmte komen steeds meer terug.’
Bij het succes heeft ongetwijfeld meegespeeld dat Pipo een rasoptimist is; hij zorgt altijd voor een oplossing, ook al weet hij soms niet hoe. ‘Ja Mammaloe, Pipo doet wat, maar wat?’ is een bekende uitspraak van hem. Eigenlijk is Pipo een groot kind, een volwassene die gek doet en zich niet altijd verstandig gedraagt. De zorgzame Mammaloe bakt onder alle omstandigheden pannenkoeken, maakt ‘soep met sliertjes’ en doet de was.
Ook de combinatie van het veilige huisje (de woonwagen) en het avontuurlijke reizen droeg bij aan de populariteit van de serie. Evenals het taalgebruik. Bijna elk personage heeft z'n eigen idioom en/of uitdrukkingen. Sommige hiervan zijn spreekwoordelijk geworden, zoals ‘sapperdeflap’ en ‘van de gekke’.
| |
Waardering
Het werk van Wim Meuldijk was bij het publiek erg populair. Dat geldt zowel voor de stripverhalen, met name de krantenstrip ‘Ketelbinkie’, als voor de hoorspelen en televisieseries. Vooral aan de tv-serie over Pipo de Clown zijn, zowel voor als na het overlijden van Wim Meuldijk, artikelen in kranten en tijdschriften gewijd. Daarin wordt onder meer een verklaring gezocht voor het succes van Pipo bij de kijkers. Henk van Gelder wijst in NRC Handelsblad op de onuitputtelijke fantasie die Meuldijk in de verhalen tentoon- | |
| |
spreidt en op het feit dat hij heel wat gevleugelde woorden heeft voortgebracht.
Aan de verhalen in boekvorm over Pipo is zowel in de vakliteratuur als in kranten en tijdschriften nauwelijks aandacht besteed. De populariteit van de boeken, die blijkt uit de herdrukken en de grote diversiteit aan uitgaven, lijkt een afgeleide van het succes van de tv-serie. Dit succes kwam eveneens tot uiting in de merchandising: in de cassettes, dvd's, video's en vele reclameartikelen die rond Pipo, zijn gezin en vrienden zijn geproduceerd.
| |
Bibliografie
Keuze uit de jeugdboeken
|
Pim en Wiebe en het gestolen eiland; een boek voor de jeugd naar het gelijknamige hoorspel van Wim Meuldijk. Bewerkt door Max van Amstel. Met illustraties van A. Teeuwisse. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1957. |
Opa Dribbel en de Goudkoorts; een boek voor de jeugd naar het gelijknamige hoorspel van Wim Meuldijk. Bewerkt door Max van Amstel. Met illustraties van Arie Teeuwisse. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, 1958. |
Opa Dribbel in het Wilde Westen. Hallum, Van der Meulen Eierbeschuit, [ca. 1958]. |
Pipo de Clown. Een verhaal voor de jeugd naar de gelijknamige televisie-serie. Met illustraties van Wim Meuldijk en foto's uit de televisieserie. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1960. (Ook verschenen als Pipo de Clown. Met illustraties van Wim Meuldijk. Baarn, Bosch & Keuning, BK Boekenkring, z.j. Verder verschenen met illustraties van Wim Meuldijk. Baarn, De Fontein, 1990.) |
Pipo en de Bibberhaai. Een verhaal voor de jeugd naar de gelijknamige televisie-serie. Met illustraties van Wim Meuldijk en foto's uit de televisieserie. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1960. (Ook verschenen met illustraties van Wim Meuldijk. Baarn, Bosch & Keuning, BK Boekenkring, z.j. Verder verschenen met illustraties van Wim Meuldijk. Baarn, De Fontein, 1990.) |
Pipo en de Slaapridder. Een verhaal voor de jeugd naar de gelijknamige televisie-serie. Met illustraties van Wim Meuldijk en foto's uit de televisieserie. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1960. (Ook verschenen met illustraties van Wim Meuldijk. Baarn, Bosch & Keuning, BK Boekenkring, z.j. Verder verschenen met illustraties van Wim Meuldijk. Baarn, De Fontein, 1990.) |
Pipo en Felicio in Kaliefland. Een verhaal voor de jeugd naar de gelijknamige televisie-serie. Met illustraties van Wim Meuldijk en foto's uit de televisieserie. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1963. |
Alle avonturen van Pipo de clown. Met illustraties van Wim Meuldijk. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1963. (ABC voor de jeugd, nr. 28.) |
Pipo en de Ridderschri; een nieuw avontuur in een oude tijd van een bekende clown en zijn vriend Felicio (als sliertjesridder) voor alle grote, kleine, dikke en dunne kinderen. Met illustraties van Jan Wesseling. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1964. (ABC voor de jeugd, nr. 42.) |
Pipo en het kindereiland. Een vreemd avontuur op een ver eiland met rovers, robots en veel plezier voor alle grote en kleine, dikke en dunne kinderen! Met illustraties van Jan Wesseling. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1964. (ABC voor de jeugd, nr. 49.) |
Pipo en de Waterlanders. Met illustraties van Jan Wesseling. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1965. |
Rats en Repel en Lollipop; avonturen uit het leven van twee straatmuzikanten naar het gelijknamige
|
| |
| |
televisiespel. Met illustraties van Jan Wesseling. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1965. |
Sjoerd en de Zeerovers. Rotterdam, CO-OP, Nederlandse Verbruikscoöperaties, [1965]. |
Pipo en de rommeltijger, Pipo en Lollipop, Pipo en de parelschoen, Pipo en de pijlkunst, Pipo en de plofmotor, Pipo en de vreemde snuiter. Met illustraties van Jan Wesseling. Z. pl., Honig-Soepen, [1967]. |
Pipo en Japio, Pipo en Petra's avontuur, Pipo en leven met Klukkluk, Pipo en de zeepkistenwedstrijd, Pipo en de dikke deur-val. Met illustraties van Jan Wesseling. Z. pl., Sunil, [1967]. |
Pipo en de wonder-aarde. Met foto's van Guusje de Zoete. Amsterdam, Van Lindonk, [1967]. (Uitgegeven voor Van der Plaats, koffiebranderijen, theepakkerijen Bolsward.) |
Pipo en het oog van Ox. Met illustraties van J. Nieuwenhuis en omslag van J. Wesseling. Amsterdam, De Geïllustreerde Pers, 1968. |
Pipo en het diepzeegeheim. Met illustraties van Wim Meuldijk. Rotterdam, Lever's Zeep-Maatschapp? (Sunil), [196x]. |
Pipo bakt het weer bruin. Met illustraties van Jan Wesseling. Z. pl., King Corn Stout brood, [196?]. |
40 Welterusten verhaaltjes, verteld door Pipo. Met illustraties van J. Wesseling. Leiden, Nederlandse Rotogravure Maatschappij N.V., 1970. |
Pipo in het land Marobia. Zes delen. Met illustraties van Francien van Westering. Amsterdam, Deltos Elsevier, [1974]. |
Pipo en het grachtengeheim; een nieuw avontuur in een oude stad: naar het gelijknamige VARA televisieprogramma. Bussum, De Gooise Uitgeverij, [1975]. |
Pipo en de piraten van Toen; naar het gelijknamige VARA televisieprogramma. Bussum, De Gooise Uitgeverij, [1976]. |
Pipo en de lachplaneet; naar de gelijknamige VARA-televisieserie. Met illustraties van Berna van de Rest. Bussum, De Gooise Uitgeverij, 1977. |
Pipo en de grote driekamp. [Utrecht], Bruna, 1977. |
Pipo en de Noorderzon. Deel 1. Het geheim van de bergen. Naar de gelijknamige televisieserie. [Huizen, N.H.], Classics Lektuur, 1978. |
Pipo en de Noorderzon. Deel 1. Op zoek naar de Trollenkoningin. Naar de gelijknamige televisieserie. [Huizen, N.H.], Classics Lektuur, 1978. |
Pipo en de trollenvrouw. [Amsterdam], Mulder Holland, [1978]. |
Pipo en de brooddief. [Amsterdam], Mulder Holland, [1978]. |
Pipo vindt Plom-zus in het land van Sjeik Jakkie Né. [Amsterdam], Mulder Holland, [1978]. |
Pipo plezierboek. Z. pl., Ariel, [1978]. |
Pipo is er weer! Met illustraties van Will Berg. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [ca. 1983]. |
Pipo en de schatten van Tonto. Met illustraties van Will Berg. [Heerhugowaard], Kluitman, Alkmaar, [1984]. |
Pipo en de zwanen van Zonzonia. Met illustraties van Will Berg. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, [1984]. |
Pipo en de trappelfiets. Met illustraties van Will Berg. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, Serie ‘als het zonnetje slapen gaat’, [1984]. |
Pipo en de wonderhond. Met illustraties van Will Berg. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, Serie ‘als het zonnetje slapen gaat’, [1984]. |
Pipo en de vogels. Met illustraties van Will Berg. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, Serie ‘als het zonnetje slapen gaat’, [1984]. |
Pipo en de Holle-Bolle-Draak. Met illustraties van Will Berg. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, Serie ‘als het zonnetje slapen gaat’, [1985]. |
Pipo en de zee-ezels. Met illustraties van Will Berg. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar, Serie ‘als het zonnetje slapen gaat’, [1985]. |
Pipo helpt Dikke Deur. Met illustraties van Will Berg. [Heerhugowaard], Kluitman Alkmaar,
|
| |
| |
Serie ‘als het zonnetje slapen gaat’, [1986]. |
Pipo en de Noorderzon. Met illustraties van Wim Meuldijk. Baarn, De Fontein, 1990. |
Pipo, Mammaloe en de Echo-kinderen. Met illustraties van Wim Meuldijk. Baarn, De Fontein, 1990. |
Dag vogels, dag bloemen...: een nieuw Pipo de clown avontuur. Met illustraties van Jan Wesseling. Leeuwarden, Columns Disc, [1995]. |
Pipo en zijn vriendjes, Pipo en de dieren. Met illustraties van Jan Wesseling. Z. pl., Maggi, z.j. |
Keuze uit de stripalbums
|
Ketelbinkie en het voetbalverhaal. [Amsterdam], [De Nieuwe Pers], [1954]. |
Pipo de clown in miniland. Met illustraties van Jan G.W. van der Voo. Amsterdam, De Geïllustreerde Pers, 1970. |
Ketelbinkie. Deel 1, 2 en 3, Laren, Skarabee, 1973. |
Pipo en de slaapridder. Met illustraties van Jan G.W. van der Voo. Laren, Skarabee, 1973. |
Pipo en de spooktrein. Met illustraties van Jan G.W. van der Voo. Laren, Skarabee, 1973. |
Pipo en de groeineus. Met illustraties van Jan G.W. van der Voo. Laren, Skarabee, 1973. |
Pipo in Smulgarije. Met illustraties van Jan G.W. van der Voo. Laren, Skarabee, 1973. |
Over Wim Meuldijk
|
Wim Meuldijk, Pipo en het bestaan. In: De Boekenkorf, nr. 18, december 1960. |
Margreet van Meuijlwijk, De meneertjes achter Pipo de Clown. Wim Meuldijk en Jan Wesseling. In: Margriet, nr. 18, 3-5-1974, blz. 106-115. |
[Anoniem], Wim Meuldijk schiet terug. In: Het Parool, 8-3-1975. |
Co Berkenbosch, De geestelijke vader van Pipo en Sesamstraat heeft gekozen voor de totale eenzaamheid, de kluizenaar van Vera. In: De Telegraaf, 1-3-1986. |
Harry Jansen, Pipo de clown in jeugdserie. In: De Gelderlander, 11-7-1990. |
[Anoniem], Pipo herrijst uit zijn tv-dood. In: De Telegraaf, 30-6-1998. |
Rob van der Nol, Wim Meuldijk. In: Stripschrift, jaargang 35 (2003), nr. 355. |
Henk van Gelder, Wim Meuldijk over de comeback van zijn schepping Pipo de Clown. In: NRC Handelsblad, 17-11-2003. |
Jan van Coillie e.a. (red.), Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Baarn, De Fontein; Groningen, Wolters-Noordhoff, 2004, blz. 231-232. |
Henk van Gelder, Auteur Pipo de Clown overleden. In: NRC Handelsblad, 27-12-2007 |
[Anoniem], Wim Meuldijk, auteur Pipo, overleden. In: Algemeen Dagblad, 27-12-2007. |
Bert Wagendorp, Bedenker van Pipo de Clown bouwde zelf diens woonwagen. In: de Volkskrant, 28-12-2007. |
[Anoniem], Bedenker Pipo de Clown overleden. In: Trouw, 28-12-2007. |
Aly Knol, In memoriam Wim Meuldijk 1922-2007. Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen. In: Dagblad van het Noorden, 28-12-2007. |
Wilma Naninga, Wim Meuldijk was geen miljonair. In: De Telegraaf, 30-12-2007. |
Marijke Verholt, ‘Sapperdeflap’. Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen. Catalogus van Pipo de Clown. Beckum, 2008. (In eigen beheer uitgegeven door Marijke Verholt en Joop Plasmeijer.) |
websites
|
www.wimmeuldijk.nl |
http://lambiek.net/aanvang/meuldijk.htm |
78 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2008
|
|