| |
| |
| |
Koos Meinderts
door Janneke van der Veer
Foto © Thijs Meinderts
Koos Meinderts is op 20 januari 1953 in Den Haag geboren en groeide op in een gezin met acht kinderen. Zijn vader werkte achtereenvolgens als tuindersknecht, arbeider bij de Plantsoenendienst en boswachter. Met boeken kwam Meinderts nauwelijks in aanraking, maar zijn vader vertelde graag verhalen. Al op jonge leeftijd begon hij te schrijven: wedstrijdverslagen en interviews voor de voetbalclub GDA in Loosduinen.
Na de havo volgde hij de Pedagogische Academie. Vanaf 1981 studeerde hij enkele jaren pedagogiek in Leiden en Utrecht.
Zijn eerste liedteksten schreef Meinderts in 1979 voor de popgroep Klein Orkest van Harrie Jekkers, die hij nog kende van de middelbare school. In 1983 verscheen zijn eerste jeugdboek: Mooi meegenomen. Het kwam voort uit twee op zichzelf staande korte verhalen die hij voor de Blauw Geruite Kiel, de kinderkrant van Vrij Nederland, had geschreven.
Meinderts is fulltime schrijver van kinderboeken, liedjes en teksten voor cabaret en kindertheater. Samen met Harrie Jekkers schreef hij een aantal boeken voor volwassenen, waaronder de satirische roman Tejo (1983), die uitgroeide tot een bestseller. Hij levert regelmatig bijdragen aan Kinderen voor Kinderen en schrijft om de twee jaar een musical voor Hofplein Rotterdam, voorheen Jeugdtheater Hofplein.
Voor het muziekalbum Roltrap naar de maan ontvingen Meinderts en Jekkers in 1985 een Edison. De teksten van deze plaat zijn later gebundeld in De kinderverslinder (1993). In 1991 ontving het duo voor ‘Terug bij af’ de Annie M.G. Schmidtprijs voor het beste Nederlandstalige theaterlied. In 2012 won
| |
| |
Meinderts met ‘Maite Maria’ de Willem Wilmink Prijs voor het beste kinderlied van dat jaar.
Meinderts is getrouwd met grafisch kunstenaar en illustratrice Annette Fienieg. In Utrecht deelt hij met haar de werkplaats Prenten & Boeken, waar ze uitsluitend eigen werk verkopen: boeken, cd's, illustraties, prenten en handbedrukte T-shirts. Fienieg leverde ook de illustraties voor de meeste boeken van Meinderts.
In 2003 ontving hij voor Keizer en de verhalenvader (2002) een Vlag en Wimpel. Ballade van de dood werd in 2009 bekroond met een Zilveren Griffel. In 2012 kregen Annette Fienieg en Koos Meinderts voor Bij ons in de straat (2012) de Leespluim van de maand oktober. De Duitse editie van Leen werd genomineerd voor de Duitse Jeugdliteratuurprijs 1997. Voor The Man in the Clouds, de Amerikaanse vertaling van De man in de wolken (2010), werd Meinderts en Fienieg de Gellet Burgess Award toegekend in de categorie Society & Culture.
| |
Werk
Koos Meinderts heeft zich ontwikkeld tot een veelzijdig kinderboekenauteur. Hij schrijft voor een brede groep kinderen, vanaf de kleuterleeftijd tot ongeveer 12 jaar. Een deel van zijn werk is specifiek gericht op beginnende lezers, zoals Er ging een vis uit fietsen (1997), Een big in de bus (2000), Van wie is dat ei? (2001) en De winter van opa Vlok (2002).
In zijn boeken is vaak sprake van een combinatie van alledaagse gebeurtenissen, humor en filosofische bespiegelingen. Met dat laatste zet hij kinderen aan het denken. In veel verhalen is de hoofdpersoon een dromerige jongen die mijmert over het leven en zijn plaats daarin, bijvoorbeeld Leen in Leen (1994), Keizer in de trilogie Keizer (2008) en Lucas in Lucas in de sneeuw (2008).
Vanaf het begin komt de dood voor in zijn verhalen en gedichten. Meinderts maakt dit thema bespreekbaar zonder het zwaar aan te zetten. Ook in de rijmvertelling Ballade van de dood (2008), gebaseerd op zijn prozadebuut Mooi meegenomen (1983), gebeurt het op een luchtige manier. Een koning is bang voor de dood. Op advies van geleerden laat hij de dood gevangen zetten, waarna niemand meer sterft en het land overvol raakt. Op zeker moment heeft de koning genoeg van het eeuwige leven. De dood wordt vrijgelaten, de koning sterft en iedereen is gelukkig.
In andere verhalen verwerkte Meinderts de dood op meer filosofische wijze. Soms vermijdt hij het woord. In het verhaal ‘Twee onvergetelijke vrienden’, opgenomen in Kuik en Vark en het vergeten verhaal (1994), wordt de dood aangeduid met ‘ophouden’ en ‘voorbijgaan’. De dieren Kuik en Vark vragen zich af wat er gebeurt als één van hen ‘voorbijgaat’, en of je dan vergeten
| |
| |
illustratie van Piet Grobler uit Ballade van de dood
raakt. De dood als deel van de kringloop van het leven komt aan bod in De vuurtoren (2007).
Het verlies van een ouder, en de gevoelens die dat met zich meebrengt, komt in verschillende verhalen voor. In Spin in de morgen (1986) is de moeder van Marijke overleden. De relatie tussen Marijke en haar vaders nieuwe vrouw is slecht, maar verandert in positieve zin als Marijke problemen heeft met een jongen. Van belang in dit verhaal zijn ook de dagboeken die Marijkes moeder schreef toen ze net zo oud was als haar dochter nu. In Lucas in de sneeuw spelen eveneens gevoelens rond het verlies van een ouder. Voor Lucas is de situatie behoorlijk gecompliceerd: hij worstelt niet alleen met de dood van zijn vader, maar ook met de ruzies die er tussen zijn ouders waren. Het contact met Isabel, een meisje dat bij de buren logeert, is voor hem een lichtpuntje, hoewel hij Isabel aanvankelijk op afstand probeert te houden en niet alles met haar wil delen. In Keizer en de verhalenvader (2002) wil Keizer zijn geheime plek in de duinen niet prijsgeven aan zijn vriendinnetje Roos. De jongen praat daar vaak met zijn verdwenen, waarschijnlijk verdronken, moeder.
In de verhalen over Kuik en Vark is vriendschap een belangrijk gegeven. De twee dieren zijn onafscheidelijk, wonen samen en kunnen zich een leven zonder elkaar niet voorstellen. Een ander thema dat regelmatig in de verhalen van Meinderts voorkomt, is liefde. Bijvoorbeeld in De vuurtoren, waarin zowel Jonas als
| |
| |
diens zoon en kleinzoon ieder met het mooiste meisje van het dorp trouwen. Anders zijn en pesten komen als thema ook in verschillende boeken voor. De club van lelijke kinderen (1987) gaat over kinderen die er opvallend uitzien en daarom gepest worden; ze hebben flaporen of zijn heel dik. In De saaiste vader van de wereld (1997) staat een vader centraal die in zijn jeugd is gepest omdat hij van zingen, dansen en toneelspelen hield. Hij had zo genoeg van het getreiter, dat hij besloot om later oersaai te worden. Zijn naam Hugo Corelli veranderde hij om die reden zelfs in Piet Grijs.
Meer dan eens is sprake van een parodie op de werkelijkheid. Bijvoorbeeld in de boeken over Kuik en Vark en andere verhalen met dieren in de hoofdrol: Het geheim van Grijze Muis (2000) en Leve de nieuwe koning! (2000). Vooral hooggeplaatste figuren en officiële protocollen moeten het ontgelden.
Humor behoort tot de vaste ingrediënten in het werk van Meinderts. Af en toe voert die zelfs de boventoon, zoals in De Harmonie van Zevensloten (1996): als de geplande jubileumvoorstelling door ziekte van alle orkestleden in het water dreigt te vallen, verzorgt een werkster met haar collega's een optreden.
Veel verhalen - onder andere man lief en heer loos (1998), De vuurtoren en Keizer - spelen aan zee, wat niet zo vreemd is, omdat Meinderts aan de kust geboren is en er lange tijd heeft gewoond. Af en toe werkt hij teksten die hij voor het theater schreef om tot kinderboek. Dit geldt onder meer voor De man in de wolken (2010) en Het sneeuwmeisje (2012), waarin de winterkoningin een dochter krijgt die geboren is uit een sneeuwvlok.
Sommige verhalen bevatten verwijzingen naar klassieke boeken. De avonturen in De wonderlijke wereldreis van Zebedeus de Beer (1993) doen denken aan De baron van Munchhausen van R.E. Raspe en Winnie de Poeh van A.A. Milne. Andere verhalen verwijzen naar bijbelteksten, zoals ‘In den beginne was het ei’ in Het grote boek van Kuik en Vark (2005). Verschillende boeken hebben een motto dat ontleend is aan literatuur voor volwassenen. In De club van lelijke kinderen bijvoorbeeld een citaat van Remco Campert en in De man in de wolken - een filosofisch getint verhaal over iemand die leert inzien dat het delen van bezit gelukkiger maakt dan bezit op zich - een citaat van dichter en beeldend kunstenaar Willem Hussem.
De gedichten die Meinderts voor kinderen schreef, hebben veelal een traditionele vorm. Ze behandelen uiteenlopende onderwerpen, zoals het einde van de dag, de seizoenen, dieren, reizen, de dood, vriendschap en liefde. Fantasie en verbeelding spelen een prominente rol, waardoor de inhoud vaak verder reikt dan de alledaagse werkelijkheid.
| |
| |
Veel gedichten hebben een filosofische inslag. Sommige lijken op bakerrijmen, zoals ‘Appels en amandelen’ en ‘Zegekar’ in Het regent zonlicht (2010). In deze bundel is ook het bekroonde gedicht ‘Maite Maria’ opgenomen, over een meisje dat op haar in de oorlog gesneuvelde geliefde wacht. Net als veel andere gedichten van Meinderts is het op muziek gezet.
Zowel het proza als de poëzie van Meinderts is geschreven in een toegankelijke, heldere taal, met gebruik van literaire stijlmiddelen als beeldspraak, herhaling en personificatie. Overigens is de scheiding tussen beide genres niet scherp. In de meeste verhalen komen liedjes voor, terwijl gedichten niet zelden een verhalend karakter hebben.
| |
De club van lelijke kinderen
De koningin heeft genoeg van haar ceremoniële taken en gaat liever anoniem door het leven. Zij draagt de macht over aan generaal Isimo, die het land wil zuiveren van lelijke kinderen. Door middel van een list slaagt de generaal erin ze bijna allemaal onder te brengen in een kamp. Paul en Ellen weten te ontsnappen. Ze worden opgevangen door Beppie en Van Dijk, twee volwassenen die het niet eens zijn met de ideeën van de generaal. Later blijkt dat zij de voormalige koningin en haar vriend zijn. Samen met de opa van Paul maken ze een plan om Isimo ten val te brengen en de kinderen te bevrijden.
De club van lelijke kinderen is een maatschappijkritisch verhaal over een dictatoriale samenleving waarin een groep mensen wordt uitgesloten. Naast racisme stelt het onder meer de ouderenzorg, het kunstbeleid en voetbalvandalisme aan de kaak.
Het verhaal bevat spanning en wordt met vaart verteld. Daarnaast is er humor, bijvoorbeeld in de beschrijving van hoe Beppie en Van Dijk met elkaar omgaan. De eerste zin van het verhaal, ‘En het gebeurde in die dagen dat er een bevel uitging van generaal Isimo om alle lelijke kinderen van het land op te pakken’, verwijst naar het kerstevangelie.
| |
Verdriet is drie sokken
Voor deze bundel selecteerde Meinderts 35 van zijn mooiste gedichten. Ze zijn verdeeld over vijf afdelingen. Elke afdeling bevat zeven gedichten, die thematisch met elkaar verbonden zijn. De gedichten in de eerste afdeling, getiteld ‘de woorden kregen vleugels’, gaan over taal en dichterschap. De tweede afdeling, ‘er waait een liedje fluisterzacht’, bevat gedichten rond het thema liefde. Afdeling drie, ‘en altijd ergens één helemaal alleen’, is gewijd aan eenzaamheid en verlies, en afdeling vier, ‘waar houdt de nacht zich schuil’, aan het thema nacht. In de laatste afdeling, ‘de zee die rook naar vrijheid’, staat het verlangen naar vrijheid centraal.
| |
| |
Illustratie van Annette Fienieg uit De club van lelijke kinderen
De gedichten, die doorgaans een traditionele vorm hebben, prikkelen de verbeelding. In veel teksten wordt het gewone bijzonder gemaakt, zoals in het gedicht ‘Stoel en tafel’, waarvan de eerste strofe luidt: ‘Weet je wat ik dacht vannacht,/ ik dacht: waarom heet/ een tafel toch een tafel/ en een stoel een stoel./ Ik bedoel, wie heeft dat bedacht?’.
Bijgevoegd is een cd, waarop 21 gedichten worden vertokt door Fay Lovsky en Harrie Jekkers. De laatste voorzag drie teksten van een melodie; de overige gedichten zijn op muziek gezet door Thijs Borsten.
| |
Waardering
Van verschillende boeken van Koos Meinderts, waaronder Hallo nachtvlinder! (1984) en De club van lelijke kinderen (1987), verschenen herdrukken, wat wijst op populariteit bij de lezers. Die waardering blijkt ook uit bekroningen. Zo ontving Meinderts in 1986 voor Hallo nachtvlinder! de prijs van de Limburgse Kinder- en Jeugdjury, voorloper van de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury. De club van de lelijke kinderen (1987) werd door verschillende plaatselijke en provinciale kinderjury's bekroond, onder andere in Twello, Apeldoorn, Maastricht en Drenthe.
| |
| |
Werk van Meinderts is veelvuldig besproken in kranten en tijdschriften. Het oordeel van recensenten is overwegend positief. Opvallend is dat ze zich het meest kritisch uitlaten over De club van lelijke kinderen, het populairste boek van de auteur. Rindert Kromhout (de Volkskrant) noemt het verhaal ongeloofwaardig en vindt het taalgebruik zwak. Hij is vooral negatief over de wijze waarop ernstige problemen als racisme en ouderenzorg worden behandeld en spreekt van een ‘flutverhaaltje’. Andere boeken zijn vrijwel allemaal positief becommentarieerd, een enkele negatieve kanttekening daargelaten.
Veel waardering is er voor de wijze waarop Meinderts moeilijke onderwerpen voor jonge lezers toegankelijk maakt. Over Ballade van de dood (2008) schrijft Vanessa Joosen dat het ‘een moderne fabel [is] die een lastig onderwerp op een bijzonder leuke manier bespreekbaar maakt’ (De Standaard). Martijn Brouckaert oordeelt over deze rijmvertelling: ‘Met levendige creativiteit wordt de grensoverschrijdende vraag “hoe kunnen we leven met die dood?” uit de taboesfeer gehaald’ (De Leeswelp).
De filosofische strekking in het werk van Meinderts wordt eveneens gewaardeerd. Over het prentenboek De man in de wolken (2010) betoogt Patrick Jordens dat de auteur en illustratrice Annette Fienieg jonge kinderen op ‘een organische manier’ laten voelen ‘dat van kunst zowel een troostende, esthetische als contemplatieve kracht kan uitgaan’ (De Morgen). Jan Van Coillie vindt dat het gefilosofeer in Het grote boek van Kuik en Vark (2005) vaak mooie passages oplevert, maar soms ‘erg abstract en zwaar’ klinkt. De tekst leest volgens hem niettemin over het algemeen lekker voor. ‘Dat komt vooral doordat hij bijna uitsluitend uit dialogen bestaat die heel realistisch klinken’ (De Leeswelp). Ook andere verhalen van Meinderts worden gewaardeerd om hun voorleesmogelijkheden. Marja Boonstra schrijft in de Leeuwarder Courant over Het geheim van Grijze Muis (2000): ‘Meinderts jongleert moeiteloos verder en dat levert prachtige voorleesverhaaltjes op, waarvan ook de volwassen lezer niet snel genoeg krijgt.’
De auteur krijgt tevens lof omdat hij kinderen goed aanvoelt. Naar aanleiding van Hallo nachtvlinder! schrijft W. Goeman-van Randen in de Leeuwarder Courant: ‘Bij deze schrijver is (...) opvallend dat hij bijzonder goed in de huid van kinderen weet te kruipen en hun gevoelens en onzekerheden via logische dialogen en gedachtegangen weet te verwoorden’. Tien jaar later oordeelt Joke Linders over Leen (1994), een verhaal over een jongen die tijdelijk in een pleeggezin moet wonen: ‘In eenvoudige bewoordingen en begrijpelijke zinnen laat Koos Meinderts de lezer meevoelen met de ingewikkelde emoties van de negenjarige
| |
| |
Leen’ (Algemeen Dagblad). Een zelfde waardering is er voor het latere werk. Tine Verachten over Keizer (2008): ‘Met een vlotte en sobere poëtische schrijfstijl weet Meinderts de gedachtewereld van een achtjarig kind boeiend en realistisch weer te geven’ (De Leeswelp).
De waardering voor de poëziebundels is wisselend. Jan Van Coillie (Leesideeën Off Line) oordeelt in de meeste gevallen positief, maar vindt de versjes in Verdriet is drie sokken (2001), bedoeld voor beginnende lezers, juist nogal flauw en gekunsteld. Een anonieme recensent in de Leeuwarder Courant omschrijft de bundel daarentegen als ‘fijnzinnig, dromerig met af en toe een vleugje humor’.
| |
Bibliografie
Voor volwassenen
|
Samen met Harrie Jekkers: Tejo (1983), Uit de school geklapt (1985), Kunst met peren (1988), De zingende zwanehals (1990), Achter de duinen (2000). |
Keuze uit zijn jeugdboeken
|
Mooi meegenomen. Met illustraties van René Pullens. Amsterdam, Ploegsma, 1983. |
Hallo nachtvlinder! Met illustraties van Jansje Bouman. Amsterdam, Ploegsma, 1984. |
Jarig is anders. Met illustraties van Jansje Bouman. Amsterdam, Ploegsma, 1984. |
Spin in de morgen. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1986. |
De club van lelijke kinderen. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1987. |
Alles moet weg. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1989. |
Het raadsel van de rode draad. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1989. In 1995 herdrukt onder de titel Zebedeus en het raadsel van de rode draad. |
Olie Bol van Krantenkoek las een prachtig prentenboek. Met illustraties van Ruud Bruijn, Jenny Dalenoord, Annette Fienieg en Fred de Heij. Amsterdam, Ploegsma, 1991. |
Is hier de Himalaya?. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1991. |
De kinderverslinder; liedteksten van Koos Meinderts en Harrie Jekkers. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1993. |
De wonderlijke wereldreis van Zebedeus de Beer. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1993. |
Leen. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1994. |
Sneep. Met illustraties van Kees van Eunen. Amsterdam, Ploegsma, 1994. |
Kuik en Vark en het vergeten verhaal. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1994. In 1997 herdrukt onder de titel Kuik en Vark. |
Kuik en Vark en de verdronken maan. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 1994. |
De snoepwinkel van Zevensloten. Met illustraties van Annette Fienieg, Rotterdam, Lemniscaat, 1995. |
De Harmonie van Zevensloten. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Leopold, 1996. |
De rat van weinig woorden. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Averroès, 1996. |
De saaiste vader van de hele wereld. Met illustraties van Jaap de Vries. Tilburg, Zwijsen, 1997. |
Lappiedot ziet alles. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 1997. |
Er ging een vis uit fietsen. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 1997. |
man lief en heer loos. Met illustraties van Rita
|
| |
| |
van Bilsen. Tilburg, Zwijsen, 1998. |
Sprekend de koningin! Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 1998. |
Hoe Sjoerd in een hond veranderde. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 1998. |
Meneer Hoedjes vangt een vis. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Leopold, 1999. |
Daan gaat naar de maan. Met illustraties van Rick de Haas. Tilburg, Zwijsen, 1999. |
Moef wil weg. Met illustraties van Rita van Bilsen. Tilburg, Zwijsen, 1999. |
Een big in de bus. Met illustraties van Rick de Haas. Tilburg, Zwijsen, 2000. |
1-0 voor buurvrouw Krul. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 2000. |
Het geheim van de Grijze Muis. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 2000. |
Leve de nieuwe koning! Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 2000. |
Leve het nijlpaard! Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, De Harmonie, 2001. |
Van wie is dat ei? Met illustraties van Kristien Aertssen. Tilburg, Zwijsen, 2001. |
Verdriet is drie sokken. Met illustraties van Rick de Haas. Tilburg, Zwijsen, 2001. |
Keizer en de verhalenvader. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Leopold, 2002. |
De winter van opa Vlok. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Als twee zwanen. Met illustraties van Rick de Haas. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
FC Knuffel gaat nooit verloren. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 2003. |
Welterusten, Bink. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Ploegsma, 2003. |
Wit was de maan. Met illustraties van Rick de Haas. Tilburg, Zwijsen, 2003. |
Keizer en de knikkervis. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Leopold, 2004. |
Huis, waar ben je? Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Waar blijft het donker. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Keizer en de schelpenzanger. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Leopold, 2005. |
Het grote boek van Kuik en Vark. Met illustraties van Annette Fienieg. Amsterdam, Leopold, 2005. |
Dit ei is van mij. Met illustraties van Alex de Wolf. Amsterdam, Ploegsma, 2005. |
De baard van Sinterklaas. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 2006. |
We gaan alle dieren tellen. Met illustraties van Mark Janssen. Tilburg, Zwijsen, 2006. |
De reus, de kip en de soep. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 2006. |
De vuurtoren. Met illustraties van Annette Fienieg. Rotterdam, Lemniscaat 2007. |
Verdriet is drie sokken. Met illustraties van Annette Fienieg. Rotterdam, Lemniscaat, 2008. |
Lucas in de sneeuw. Met illustraties van Annette Fienieg. Rotterdam, Lemniscaat, 2008. |
Ballade van de dood. Met illustraties van Piet Grobler. Rotterdam, Lemniscaat, 2008. |
Toen kwam een vogel. Met illustraties van Annette Fienieg. Tilburg, Zwijsen, 2008. |
Keizer. Met illustraties van Annette Fienieg. Rotterdam, Lemniscaat, 2008. (Bevat van Keizer en de verhalenvader, Keizer en de knikkervis en Keizer en de schelpenzanger). |
De man in de wolken. Met illustraties van Annette Fienieg. Rotterdam, Lemniscaat, 2010. |
Het regent zonlicht. Met illustraties van Annette Fienieg. Rotterdam, Lemniscaat 2010. |
Het sneeuwmeisje. Met illustraties van Annette Fienieg. Rotterdam, Lemniscaat, 2012. |
Bij ons in de straat. Met illustraties van Annette Fienieg. Rotterdam, Lemniscaat, 2012. |
Bij ons in het circus. Met illustraties van Annette Fienieg. Rotterdam, Lemniscaat, 2013. |
Over Koos Meinderts
|
[Anoniem], Debuut Koos Meinderts ‘Mooi meegenomen’. In: Het Binnenhof, 9-6-1983. |
Carla Wiechers, Of 'n boek aanspreekt blijft 'n gok. In: Utrechts Nieuwsblad, 25-6-1983. |
| |
| |
[Anoniem], Kinderboeken over droom en werkelijkheid. In: Leeuwarder Courant, 16-4-1984. |
G. Snellers, Koos Meinderts of de successtory van een werkloze hagenees. In: Utrechts nieuwsblad: nieuws en advertentieblad voor Utrecht en omstreken, 30-6-1984. |
[Anoniem], Gevoelens per walkie-talkie. In: Rotterdams Nieuwsblad, 23-11-1984. |
Jonneke Krans, Bijzondere en leuke boeken om gul te geven. In: Het Parool, 28-11-1984. |
Gerdie Snellers, Nachtvlinders, en Turkse buren. In: Utrechts Nieuwsblad, 14-12-1984. |
W. Goeman-van Randen, [over Hallo nachtvlinder!]. In: Leeuwarder Courant, 10-09-1985. |
Peter van den Hoven, Lelijke kinderen. In: Vernieuwing, april/mei 1988. |
André Nuyens, De club van lelijke kinderen, een politieke allegorie in een meesterlijk kinderverhaal. In: Westfries Dagblad, 5-1-1988. |
Rindert Kromhout, Politieke boodschap zeer ongeloofwaardig verpakt. In: de Volkskrant, 12-1-1988. |
Gertie Evenhuis, Wat is er lelijk aan lelijke kinderen. In: Trouw, 17-2-1988. |
Aad Struijs, Koos Meinderts, winnaar van het ‘Apeldoorns krijtje’: schrijven van jeugdboeken houdt me jong. In: Nieuwe Apeldoornse Courant, 15-10-1988. [interview] |
Riccardo Alberelli, Koos Meinderts: Gereformeerden lachen ook, al doen ze misschien eerst de gordijnen dicht. In: De Waarheid, 17-1-1989. |
Catherine van Houts, Volg de rode draad. In: Het Parool, 20-12-1989. |
Bregje Boonstra, Getemde dieren. In: NRC Handelsblad, 26-1-1990. |
[Anoniem], De rode draad: heldere fabel. In: Haarlems Dagblad, 1-2-1990. |
Joke Linders, Nederland dreigt te verbergen. In: Algemeen Dagblad, 13-1-1993. |
Wim Hora Adema, Eerste thriller en kinderverslinder. In: Dagblad Tubantia, 17-4-1993. |
Bas Sentius, Interview Koos Meinderts: mooie kinderen hebben pech gehad. In: De nieuwe boekenkrant, oktober 1993. |
Lieke van Duin, Waarin Zebedeus de kunst van het reizen leert. In: Trouw, 1-12-1993. |
Joke Linders, Van binnenuit. In: Algemeen Dagblad, 1-7-1994. |
Muriel Boll, Iets heel jammers. In: De Stem, 30-9-1994. |
Aukje Holtrop, [over Kuik en Vark en de verdronken maan]. In: Vrij Nederland, 4-2-1995. |
Cornald Maas, Donsveertje van een heel zacht kuikentje. In: de Volkskrant, 26-2-1994. |
Marja Boonstra, [over De snoepwinkel van Zevensloten]. In: Leeuwarder Courant, 20-10-1995. |
Joke Linders, Jokkebrokken en mazzeltoffees. In: Algemeen Dagblad, 3-11-1995. |
Joyce Kammer, Verrassende gesprekken. In: Haagsche Courant, 1-12-1995. |
Joke Linders, Een ei is geen held. In: Algemeen Dagblad, 1-3-1996. |
Marja Boonstra, De Harmonie en Dien zijn jarig. In: Leeuwarder Courant, 25-10-1996. |
Muriel Boll, Ademloos lezend de kerstdagen door. In: De Stem, 12-12-1996. |
Baukje Wytsma, [over Lappiedot ziet alles]. In: Leeuwarder Courant, 19-9-1997. |
Martin Hermens, Vader. In: Arnhemse Courant, 7-2-1998. |
[Anoniem], Meneer Hoedjes. In: De Zwolse Courant, 13-1-2000. |
Marja Boonstra, [over Het geheim van Grijze Muis]. In: Leeuwarder Courant, 9-6-2000. |
Sofie De Jonckheere, Van wie is dat ei?. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-11-2001. |
Jan Van Coillie, Daan gaat naar de maan. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-2-2002. |
Herman Kakebeeke, Keizer en de verhalenverteller. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-5-2002. |
Odile Jansen, Moeder is een zeemeermin, daarom ging ze weg. In: Trouw, 4-5-2002. |
Anita Wustenberg, De winter van opa Vlok. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-4-2003. |
Lydia Herdies, Welterusten, Bink. In: Leesidee
|
| |
| |
jeugdliteratuur, 1-10-2003. |
Bas Maliepaard, Keizer mag weer lekker dromen. In: Algemeen Dagblad, 30-4-2004. |
Jeroen de Valk, Keizer met pauwenveer als een geheim wapen. In: Haarlems Dagblad, 24-7-2004. |
Annemiek Haalboom, De boeken over Keizer zitten heel dicht op mijn huid: interview met Koos Meinderts en Annette Fienieg. In: Leesgoed: tijdschrift over kinderboeken, jaargang 32, nr. 8 (2005), blz. 335-337. |
Bas Maliepaard, Arie's moeder komt nooit meer terug. In: Trouw, 17-9-2005. |
Ed Franck, Heerlijke uren. In: De Standaard, 29-9-2005. |
Monique Snoeijen, Koos Meinderts neemt afscheid van Keizer. In: NRC Handelsblad, 21-10-2005. |
Jan Van Coillie, Het grote boek van Kuik en Vark. In: De Leeswelp, 1-12-2005. |
Ilona Plichart, Keizer en de schelpenzanger. In: De Leeswelp, 1-12-2005. |
Enno de Wit, Kinderboekenauteur Koos Meinderts: ‘Een boek krijgt tegenwoordig steeds minder tijd’. In: Boekblad magazine, jaargang 174, nr. 4, 2007, blz. 4-5. [interview] |
Chris Bulcaen, We gaan alle dieren tellen. In: De Leeswelp, 1-2-2007. |
Sophia Geuze, Goede schrijvers scheppen verwachtingen. In: Nederlands Dagblad, 7-3-2007. |
Marja Boonstra, Toen oma nog geen oma was. In: Leeuwarder Courant, 21-3-2007. |
Monique Snoeijen, Generaties komen en gaan in Meinderts vuurtoren. In: NRC Handelsblad, 23-3-2007. |
Katrien De Westerlinck, De vuurtoren. In: De Leeswelp, 1-5-2007. |
Vanessa Joosen, De mooiste prentenboeken. In: De Standaard, 28-1-2008. |
Bas Maliepaard, Wandelend je verdriet verwerken. In: Trouw, 15-3-2008. |
Mirjam Noorduijn, Nooit meer aan. In: De Groene Amsterdammer, 4-4-2008. |
Karel Berkhout, De mars en de mooie meisjes. In: NRC Handelsblad, 25-4-2008. |
Jürgen Peeters, Lucas in de sneeuw. In: De Leeswelp, 1-5-2008. |
Thomas de Veen, Marcheren op de maat. In: Kidsweek Kinderboekenweekkrant 2008, 26-9-2008. |
[Anoniem], Bundels vol verzinzinnen. In: Leeuwarder Courant, 26-9-2008. |
Tine Verachten, Keizer. In: De Leeswelp, 1-10-2008. |
Bas Maliepaard, Eeuwig leven is nog veel enger. In: Trouw, 11-10-2008. |
Jan Van Coillie, Verdriet is drie sokken. In: Leesideeën Off Line, 31-12-2008. |
Marijn Brouckaert, Ballade van de dood. In: De Leeswelp, 1-2-2009. |
Bas Maliepaard, Was het zo toen de wereld begon?. In: Trouw, 30-01-2010. |
Patrick Jordens, Hartverwarmende kinderboeken. In: De Morgen, 18-8-2010. |
Hanneke van den Berg, In al z'n facetten sprookjesachtig. In: Haarlems Dagblad, 8-2-2012. |
Websites
|
www.koosmeinderts.nl |
www.leesplein.nl |
92 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2013
|
|