| |
| |
| |
Cissy van Marxveldt
door Sylvia Dornseiffer
Cissy van Marxveldt is het pseudoniem van Setske de Haan, die op 24 november 1889 in Oranjewoud in Friesland werd geboren als enig kind van bovenmeester Ynze de Haan en Froukje de Groot. Setske bezocht de HBS in Heerenveen, maar tot een examen is het nooit gekomen. In 1908 vertrok zij als au-pair naar Engeland, het grootste deel van de tijd bracht zij echter door op een kostschool in Bath.
Na haar terugkomst wilde haar vader dat zij MO-Engels zou gaan studeren, maar Setske stapte de journalistiek in. Maar na een half jaar beviel het werk niet meer. Met de diploma's stenografie en typen op zak vertrok zij naar Amsterdam, waar zij werk vond op een kantoor. In 1916 trouwde zij met Leo Beek. Uit dit huwelijk werden twee zonen geboren.
Haar eerste verhaal verscheen in 1915 in het weekblad Panorama onder het pseudoniem Cissy Marxveldt (zonder ‘van’). Onder de naam Ans Woudt publiceerde zij in o.a. De Prins. Haar eerste boek, Game and Set, verscheen in 1917 bij Sijthoff. Dit was het begin van een stroom meisjesboeken met als eerste topper De HBS-tijd van Joop ter Heul (1919). In 1927 publiceerde ze Een zomerzotheid, dat tussen de twee wereldoorlogen haar meest verkochte boek was.
In 1929 raakte Cissy van Marxveldt ten gevolge van een hersentumor verlamd aan één kant van haar lichaam. Sindsdien typte ze haar boeken met de linkerhand. In regelmatig tempo publiceerde zij bakvisboeken, romans voor oudere meisjes en verhalen voor volwassenen.
In 1944 werd haar man door de Duitsers gefusilleerd. Cissy van Marxveldt overleed vier jaar later, op 31 oktober 1948, 58 jaar oud.
| |
| |
| |
Werk
Veruit het grootste deel van het oeuvre van Cissy van Marxveldt bestaat uit zogenaamde ‘bakvisromans’. Ze beschrijven de ontwikkeling van een jong meisje tot verloofde of getrouwde vrouw. Het geboortedorp in Friesland, haar ouders, de Engelse kostschool en de kantoortijd, inspireerden Cissy van Marxveldt tot het weergeven van een wereld, waarin een meisje vrolijk en onbezorgd naar de HBS gaat, zich in doldwaze vakantieavonturen stort en zonder geldzorgen ronddartelt in een beschermde en vaak zeer luxueuze omgeving. Na de nodige verwikkelingen ontmoet ze de man die haar gelukkig maakt en (financiële) zekerheid geeft.
Illustratie van Is. van Mens uit De H.B.S.-tijd van Joop ter Heul
De boeken die in de twintiger jaren geschreven zijn, weerspiegelen de sfeer van de ‘gay twenties’: de jongemannen zijn sportief, in het bezit van een sportauto of een motorfiets, studeren of hebben een goede baan; de meisjes zijn vlot, vrolijk en modern. Reizen, tennissen, picknicken, taartjes eten en fuiven zijn geliefde vrijetijdsbestedingen; men danst geen wals, maar een step, ragtime of foxtrot. Dit moderne, liberale milieu werd door Cissy van Marxveldt in haar meisjesboeken op een luchtige, vaak zeer humoristische manier uitgebeeld.
In het werk na 1929 wordt de milieuschildering wat minder uitbundig. Kwikzilver (1926) kondigt deze ommekeer al een beetje aan. Babs, het verwende kindvrouwtje, gaat tijdelijk uit werken omdat de zaken van haar echtgenoot slecht gaan: een heel verschil met Joop ter Heul, die na haar huwelijk bij schoonpapa werkt om de tijd te doden. Vanaf de Marijke-trilogie (1929-1934) is het personeel verdwenen en moet de hoofdpersoon zelf de kost verdienen: Marijke als verzorgster, Puck van Holten als au-pair, Pim de Stoetel als hulp in de huishouding. De thematiek blijft echter ongewijzigd: dankzij de liefde komt alles op z'n pootjes terecht, maar voor de komische liefdesverwikkelingen komen in de boeken na 1929 min of meer realistische relatieproblemen in de plaats.
Cissy van Marxveldt schreef in een heldere, directe en beeldende stijl,
| |
| |
Bandontwerp Is. van Mens (8e druk, 1926)
waarbij opvallende, ‘bakvisachtige’ stijlfiguren voor een komische noot zorgen: bijvoorbeeld een afwijkend gebruik van bestaande woorden (‘aarzelde ik de stoep op’) of het opzettelijk verkeerd gebruiken van uitdrukkingen (‘ergens stokken voor steken’). Ook neologismen en klankrijke woordcreaties veroorzaken een humoristisch effect.
Cissy van Marxveldt wilde niet moraliseren, maar haar heldinnen zijn zonder uitzondering sportief, eerlijk en recht door zee. Ze wilde primair ontspanning bieden; een roman voor volwassenen schrijven kon ze niet. Ze probeerde het wel. De Louteringkuur, De Arcadia, Caprices, Herinneringen, Confetti en de bundels De blokkendoos en Mensen uit een klein dorp zijn eenvoudig van verteltrant, maar niet speciaal voor de jeugd geschreven. Ze zijn ernstiger van toon en veelal gebaseerd op jeugdherinneringen van de schrijfster.
Haar laatste boeken, uitgekomen na de oorlog, zijn ouderdomswerken: de detective Hazehart, De dochter van Joop ter Heul, een mislukte poging om het elan van Joop in haar dochter te laten herleven, en Ook zij maakte het mee, een persoonlijk boek opgedragen aan haar man.
| |
Waardering
Tot de Tweede Wereldoorlog was Cissy van Marxveldt onbetwist de populairste schrijfster voor meisjes in Nederland. In de jaren twintig werd Joop ter Heul voor het toneel bewerkt, in 1968 gaf de toen klassiek geworden heldin aanleiding tot een musical.
De kritiek verweet haar een gebrek aan diepgang. Men erkende haar humoristisch talent, maar haar verhalen waren té modern, té oppervlakkig: vlak na de oorlog onaanvaardbaar vanwege de weelderige milieubeschrijvingen; tegenwoordig noemt men ze rolbevestigend.
Haar boeken worden nog regelmatig herdrukt. Sinds 1947 verschijnt haar werk bij uitgeverij Westfriesland in Hoorn (sinds 1964 voor het grootste
| |
| |
deel in de Witte Raven Pockets). De uitgever laat niet alleen de illustraties aanpassen aan het veranderde modebeeld, maar laat ook de tekst ‘moderniseren’. Elk jaar gaan nog zo'n 50000 boeken over de toonbank. Vooral Joop ter Heul is nog altijd populair. Naar aanleiding van de tv-bewerking verscheen in 1968 een uitgave van vier delen in één band, geïllustreerd door Micha Joseph.
De aandacht van de literatuurwetenschap is gering. In 1970 publiceerde Tjaard de Haan een studie over haar leven en werk; verder moeten we het doen met enkele verspreide artikelen.
Bandontwerp Hans Borrebach (18e druk, 1954)
| |
De HBS-tijd van Joop ter Heul
Hoe Joop ter Heul is ontstaan, vertelt de schrijfster in Confetti: ‘En ziet, op een schone lentedag kwam een meneer bij ons - we woonden toen in Hilversum - die vroeg of ik met een vervolgverhaal wilde meewerken aan een op te richten tijdschrift voor jongens en meisjes... Het was een stormachtige dag, ik weet nog, dat de regen bij stromen in de laan viel. Ik zat in de erkerbank en schommelde met mijn benen. Onze eerste baby sliep. Toen zei ik: “Heb je een potlood voor me met een beeld van een punt?” Ja, dat had mijn man, en ook een oud schrift. Hiermee gewapend trok ik naar boven naar de kamer, die we toen al weids de werkkamer gedoopt hadden... Daar zat ik en wachtte op inspiratie. Eerst maar een titel dacht ik, dan had je tenminste het veilige gevoel, dat je daarover weer niet uren te piekeren had. En daar kwam opeens de ingeving “Brieven van een HBS-meisje aan haar vriendin”.’
Na drie nummers was het tijdschrift ter ziele. De brieven en dagboekfragmenten van het HBS-meisje verschenen in 1919 bij uitgeverij Valkhoff onder de titel De HBS-tijd van Joop ter Heul. Tussen de suffe en degelijke meisjeslectuur van die dagen sloeg het in als een bom. De naam van Cissy van Marxveldt als schrijfster van meisjesboeken was gevestigd.
Joop ter Heul, een vijftienjarige HBS-er, slungelachtig, schoenmaat 39 en piekhaar, is een rebelse meid
| |
| |
met een gouden hart. Zij trekt het liefst op met haar vriendinnen, verenigd in de Jopopinoloukico-club. Joop dreigt niet over te gaan naar de vierde klas en Pa ter Heul treft maatregelen. Juffrouw Wijers, een ‘bevoegd iemand’, waakt de rest van het jaar over Joops huiswerk.
De belevenissen van Joop worden in de ik-vorm weergegeven, in dagboeknotities en brieven aan haar vriendin Nettie. Zij hanteert met plezier archaïsche uitdrukkingen als ‘niettegenstaande’ en ‘volledigheidshalve’ en heeft daarnaast een voorkeur voor stoere en studentikoze woorden en voor uitdrukkingen die een weinig damesachtige houding suggereren. Verder is haar taalgebruik rijk aan hyperbolen, scheldnamen en zelfbedachte klankrijke woorden.
Na het succes vervolgde Cissy van Marxveldt de lotgevallen van Joop in Joop ter Heul's problemen (1921), Joop van Dil-ter Heul (1923) en Joop en haar jongen (1925).
| |
Bibliografie
Romans en korte verhalen
|
Game and Set! (Onder het pseudoniem Betty Bierema). Met illustraties van Frans Hogerwaard. Leiden, Sijthoff, 1917. (Vanaf 1923 herdrukt onder de titel Vriendinnen met illustraties van Is. van Mens. In 1950 opnieuw uitgegeven als Op eigen benen, met illustraties van Hans Borrebach.) |
Het hoogfatsoen van Herr Feuer. (Onder het pseudoniem Betty Bierema). Leiden, Sijthoff, 1918. |
De HBS-tijd van Joop ter Heul. Met illustraties van Is. van Mens. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1919. (Vanaf 1929 geïllustreerd door Hans Borrebach.) |
Joop ter Heul's problemen. Met illustraties van Is. van Mens. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1921. (Vanaf 1929 geïllustreerd door Hans Borrebach.) |
Caprices. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1922. |
De Kingfordschool. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1922. |
Joop van Dil-ter Heul. Met illustraties van Is. van Mens. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1923. (Vanaf 1929 geïllustreerd door Hans Borrebach.) |
Het nieuwe begin. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1924. |
Rekel. Met illustraties van Is. van Mens. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1924. |
Joop en haar jongen. Met illustraties van Is. van Mens. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1925. (Vanaf 1929 geïllustreerd door Hans Borrebach.) |
De Stormers. Met illustraties van Henri Pieck. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1925. (Na de oorlog herdrukt als Burgemeesterstweeling. Met illustraties van Hans Borrebach.) |
Kwikzilver. Met illustraties van Henri Pieck. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1926. |
Een zomerzotheid. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1927. |
De Arcadia. Amersfoort, Valkhoff & Co., [1928]. |
Herinneringen. Amersfoort, Valkhoff & Co., [1928]. |
De Louteringkuur. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., [1928]. |
Marijke. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1929. |
(Samen met Emmy Belinfante), Confetti. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1930. |
| |
| |
Puck van Holten. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1931. |
De toekomst van Marijke. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1932. |
Marijke's bestemming. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1934. |
De enige weg. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1935. (Vervolg op Puck van Holten) |
Pim de Stoetel. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., 1937. |
De dochter van Joop ter Heul. Met illustraties van Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff & Co., [1946]. |
Hazehart. Haarlem, Erven Loosjes, [1946]. |
Ook zij maakte het mee. Heemstede, Erven Loosjes, 1946. |
De Blokkendoos. Verhalen. Amsterdam, De Bezige Bij, 1950. |
Mensen uit een klein dorp. Verhalen. Amsterdam, De Bezige Bij, 1950. |
Mijn dorp in Friesland. Novellen en vertellingen met illustraties en een levensbeschrijving door T.W.R. de Haan. Den Haag, Kruseman, 1970. (De verhalen zijn afkomstig uit andere bundels van Cissy van Marxveldt.) |
Over Cissy van Marxveldt
|
T.W.R. de Haan, Leven en werk van Cissy van Marxveldt. In: Cissy van Marxveldt, Mijn dorp in Friesland. Kruseman, Den Haag, 1970. |
L. van Ginneken, Een zomerzotheid, verhalen die onthouden worden. In: Algemeen Handelsblad, 2-4-1970. |
E. Reitsma, Joop ter Heul: van rebelse meid tot opofferende moeder. In: Vrij Nederland, 9-8-1975. |
Dokumentatie auteurs en illustratoren van jeugdboeken, knipselkrant jeugdliteratuur, jaargang 2 (1979), nr. 9. |
C. Dresselhuys, Cissy van Marxveldt. Schrijven met één hand. In: Opzij, juli/augustus 1980. |
H. van Gelder, Cissy van Marxveldt: Jopopinoloukico. In: H. van Gelder, 't Is 'n bijzonder kind, dat is ie. Kinderboekenschrijvers van toen. Bussum/Antwerpen, Gooise Uitgeverij/Standaard Uitgeverij, 1980, blz. 50-63. |
S. Dornseiffer, ‘Ik ben een boon als ik er iets van snap...’ Op zoek naar de oorzaken van de voortdurende leesbelangstelling van het jonge meisje voor De HBS-tijd van Joop ter Heul. In: Tekens van lezen. Jaarboek voor jeugdliteratuur. Culemborg, Educaboek, 1983, blz. 59-98. |
7 Lexicon jeugdliteratuur
april 1985
|
|