| |
| |
| |
Hector Malot
door Jos Staal
Hector Malot werd op 20 mei 1830 als zoon van een notaris geboren in La Bouille, een dorp bij Rouen. Hij studeerde rechten in Parijs, werd advocaat maar voelde zich uitsluitend tot de letteren aangetrokken. Na enkele jaren in de journalistiek werkzaam te zijn geweest, onder meer als criticus bij L'Opinion Nationale, debuteerde hij in 1859 met Les amants, het eerste deel van een trilogie. Vanaf 1864 leidde hij een teruggetrokken bestaan in Fontenay-sous-Bois, een bosrijke buurt ten oosten van Parijs waar hij van de opbrengsten van zijn romans een gerieflijke woning had gekocht. Hij maakte regelmatig reizen en bezocht Engeland, de Scandinavische landen, Noord-Afrika, Moskou en Constantinopel.
Omstreeks 1866 trouwde hij met Anna Dariès; twee jaar later kregen ze een dochter, Lucie. In 1881, een jaar na de dood van zijn eerste vrouw, huwde hij de schrijfster Marthe Oudinot de la Faverie.
Hij schreef meer dan zestig romans, waaronder vier speciaal voor de jeugd: Romain Kalbris (1869), Sans famille (1878), En famille (1893) en Le mousse. Dat laatste boek verscheen postuum in 1997. Voor Sans famille (Alleen op de wereld) kreeg hij in 1879 de Prix Montyon, een zelden toegekende onderscheiding van de Académie Française voor ‘edele culturele prestaties’.
Malot stierf op 17 juli 1907 in Fontenay-sous-Bois.
| |
Werk
Malots romans voor volwassenen staan in de idealistisch-sentimentele traditie van George Sand: lichtelijk melodramatische fictie, geschreven onder invloed van socialistische en humanitaire ideeën. Op milde wijze hekelde hij in zijn werk de burgerlijke moraal. Hij was een voorstander van ongehuwd samenwonen, had geen principiële bezwaren tegen echtscheiding, stelde misstanden als kin- | |
| |
derarbeid en de treurige situatie van weduwen aan de kaak en uitte zich als een gematigd anti-klerikaal. Zijn boeken werden goed verkocht en collega's lieten zich lovend over hem uit. De Maupassant noemde hem ‘een van de opmerkelijkste schrijvers van deze tijd’ en Zola prees z'n werk als ‘een geduldige analyse van de ziel en van het vlees’ van ‘la bête humaine’.
Toch is bijna alles wat Malot schreef, vergeten. Op één boek na: Sans famille (1878). Dat was vanaf het begin een daverend succes. Een jaar na verschijnen beleefde het boek al de zeventiende druk. Spoedig volgden vertalingen in het Engels, Duits, Russisch, Japans en Vietnamees. Ook Nederland was er snel bij. In 1880 verschenen liefst twee verschillende vertalingen - de ene onder de titel Zonder familie, de andere, van de hand van Gerard Keller, als Alleen op wereld. Deze laatste titel bleek een vondst: in 1908 was het boek al aan een tiende druk toe. Sindsdien is Alleen op de wereld onafgebroken in druk geweest, zij het meestal in verkorte vorm. Vele generaties kinderen zijn opgegroeid met de ‘geautoriseerde vertaling’ (in feite een bewerking) uit 1919 van het echtpaar J.M. Bloemink-Lugten en F.H.N. Bloemink waarvan in 1998 de 82ste druk verscheen. In 1999 maakte August Willemsen een nieuwe, integrale vertaling die in de pers veel aandacht kreeg.
De jeugdromans van Malot hebben gemeen dat ze alle de belevenissen van een (vermeende) wees als onderwerp hebben. Romain Kalbris gaat over een jongen die mishandeld wordt door de oom bij wie hij inwoont. Hij loopt weg, trekt een tijdje rond met circusartiesten en vindt ten slotte onderdak bij een vriendelijke oude man. Het verhaal verscheen eerst als feuilleton in Magasin d'Education et de la Récreation, een tijdschrift dat in 1864 was opgericht door Jules Hetzel, een Parijse uitgever die veel voor het Franse kinderboek betekend heeft. Toen de boekuitgave van Romain Kalbris in 1869 een succes bleek, kreeg Malot van Hetzel prompt het verzoek een nieuw verhaal te schrijven. Het moest een verpakt aardrijkskundeboek worden ‘dat een Parijs' arbeidersgezin zou beschrijven van vijf of zes kinderen, die door de dood van de vader over heel Frankrijk worden verspreid’ (contract 11 januari 1869). De opdracht paste goed in het toenmalige streven om steeds meer kinderen onderricht te geven. Malots verhaal moest de jonge lezers een panorama bieden van Frankrijk; van het nationale karakter, de geografie en de economische bedrijvigheid.
Toen Malot een jaar later een deel van het manuscript aan Hetzel voorlas, maakte deze bezwaar tegen de verwijzingen naar sociale en religieuze kwesties en wilde die schrappen of op z'n minst afzwakken. Kort daarop brak de Frans-Duitse oorlog uit (1870-1871) en in die hectische periode ging het manuscript grotendeels verloren.
Het gevraagde boek kwam er in
| |
| |
1878 uiteindelijk toch, maar in sterk gewijzigde vorm. Een jaar eerder was namelijk Le tour de la France par deux enfants verschenen, een boek van G. Bruno (schrijversnaam van Augustine Fouillée-Thuillerie) dat volledig beantwoordde aan wat Hetzel voor ogen stond. Malot kon dus vrijer te werk gaan. Weliswaar reist ook Remi in Alleen op de wereld heel Frankrijk door en raken de kinderen van het tuindersgezin Acquin na het bankroet van hun vader over het hele land verspreid, maar het educatieve element is op een onopvallende manier in het verhaal geïntegreerd. Bij de vele bewerkingen die in de loop der jaren van het boek gemaakt zijn, werden de leerzame en reflectieve passages meestal geschrapt of ingekort. De nadruk kwam steeds meer te liggen op het sentiment en de spanning. Daarin ligt ook de sleutel tot het geheim van de grote populariteit van het boek: na een lange zwerftocht vol ontberingen vindt de arme vondeling Remi zijn echte moeder. Malot droeg het boek op aan zijn dochter Lucie die toen tien jaar was. Steeds als hij een hoofdstuk had voltooid, las hij het aan haar voor.
In Alleen op de wereld schildert Malot uitgebreid de beroerde sociale omstandigheden waaronder veel mensen in de tweede helft van de negentiende eeuw moesten leven. Het boek heeft daardoor een licht-sociaalkritische inslag. In En famille ( Weer thuis) dat in 1893 werd gepubliceerd, komt zijn sociale bewogenheid nog sterker naar
Illustratie van Emile Bayard uit Alleen op de wereld
voren. De hoofdpersoon in dit verhaal is een meisje, Perrine. Na de dood van haar moeder blijft ze alleen achter. Ze vindt gevaarlijk en slecht betaald werk in een spinnerij. De schatrijke eigenaar ontdekt dat ze goed haar talen spreekt en maakt haar tot z'n privé-secretaresse. Op háár voorstel verbetert hij de werkomstandigheden van de arbeiders. Na verloop van tijd komt hij erachter dat ze de dochter is van zijn zoon die wegens lichtzinnig gedrag naar de koloniën is gestuurd en daar spoorloos verdween. Weer thuis is minstens zo sentimenteel en didactisch als Alleen op de wereld. Voordat hij ging schrijven bezocht Malot verschillende fabrieken.
| |
| |
Le mousse (Het scheepsmaatje) schreef hij omstreeks 1900 voor zijn kleindochter Perrine Mesple. Met zijn uitgever sprak hij af dat het pas na zijn dood zou worden gepubliceerd. Hij leefde daarna nog zes jaar, maar ook na zijn overlijden bleef het manuscript op de uitgeverij in de kluis, tot het daar midden jaren zeventig werd ontdekt. Tijdens een storm voor de kust van Normandië raakt een Engels stoomschip in moeilijkheden. Een jonge visser treft tegen de ochtend op het wrak een slapend meisje aan. De rest van de bemanning, waaronder haar moeder, is bij een vluchtpoging om het leven gekomen. Het meisje dat de naam Michelle krijgt wordt liefderijk in het gezin van haar redder Vincent opgenomen. Als ze wat ouder is, werkt ze als scheepsmaatje mee op de vissersschuit van de familie. Ze blijkt de kleindochter van een gefortuneerde reder.
Van alle jeugdboeken die Malot schreef lijkt Het scheepsmaatje het minst geschikt voor jonge lezers. Dat komt vooral doordat de gebeurtenissen niet beschreven zijn via de ogen van Michelle. Geruime tijd speelt zij slechts een bijrol; om haar identiteit en de beloning die haar redding op kan leveren, draait de plot van het verhaal. Aanvankelijk is er een alwetende verteller, gaandeweg komt het perspectief bij Vincent te liggen. Die wekt bij de lezer lang de indruk ouder te zijn dan hij in werkelijkheid is, zodat het als een verrassing komt dat hij verliefd is op Michelle.
Aan het eind van het verhaal trouwen Vincent en Michelle. Het is een huwelijk uit liefde, geld en standsverschil spelen geen rol. Ook Alleen op de wereld ontpopt zich als een pleidooi voor een huwelijk uit liefde in plaats van een verbintenis om het geld. Uit het laatste hoofdstuk blijkt dat de inmiddels vermogende Remi de tuindersdochter Lise heeft getrouwd. Als zijn broer wil trouwen met een eenvoudig Italiaans meisje, verwijt Remi z'n moeder, die er op tegen is, dat ze hecht aan een huwelijk op stand. ‘Toont mijn voorbeeld niet aan dat men gelukkig kan zijn, zeer gelukkig zelfs, zo gelukkig als maar mogelijk is, zonder die afkomst en zonder dat geld bij de vrouw die men liefheeft?’ Remi's woorden zijn tekenend voor de vrijgevochten romanticus die Malot was. Liefde boven alles.
| |
Alleen op de wereld
Als de vondeling Remi acht jaar oud is, wordt hij ruw gescheiden van zijn pleegmoeder Barberin van wie hij lang gedacht heeft dat ze zijn echte moeder was. Zijn pleegvader verkoopt hem aan signor Vitalis, een straatartiest die met drie gedresseerde honden en het aapje Joli-Coeur door Frankrijk trekt. Het is een hard bestaan voor Remi, vooral als Vitalis de gevangenis in moet omdat hij ruzie heeft gemaakt met een agent. Remi ontmoet een Engelse dame, mevrouw Milligan, die met haar ziekelijke zoontje Arthur over de Franse waterwegen vaart. Samen met de dieren mag hij op
| |
| |
Illustratie van Emile Bayard uit Alleen op de wereld
de trekschuit blijven tot Vitalis uit de gevangenis komt. Daarna moet hij weer mee met z'n meester.
Twee van de drie honden worden na een sneeuwstorm verscheurd door wolven, Joli-Coeur sterft aan longontsteking, Vitalis bezwijkt als hij een nacht in de kou heeft doorgebracht. Even vindt Remi het geluk bij de Parijse tuindersfamilie Acquin, maar na een faillissement valt het gezin uit elkaar. In Mattia, een muzikaal hoogbegaafde jongen, vindt hij een nieuwe reiskameraad. Met de hond Capi trekken ze spelend en zingend verder. Ze verdienen genoeg om voor moeder Barberin een koe te kunnen kopen. Remi's pleegvader is intussen zijn echte ouders op het spoor. Maar hij sterft en er is alleen een brief die naar Engeland leidt. Daar brengt Remi met Mattia en Capi een tijd door bij de familie Driscoll, zijn vermeende ouders. Als hij vals beschuldigd is van diefstal, weet hij net op tijd naar Frankrijk te ontkomen. Daar vindt hij eindelijk zijn echte moeder: mevrouw Milligan.
Alleen op de wereld is een klassiek boek dat zowel kinderen als volwassenen aanspreekt. ‘Het is of ik een huis betreed waarin ik jaren geleden heb gewoond,’ schreef François Mauriac toen hij het boek op hoge leeftijd herlas. ‘De magie werkt weer, verzwakt door de jaren, maar versterkt door het wonder dat ze nog steeds voelbaar is.’
Het boek voert de lezer terug naar twee oergevoelens uit zijn jeugd: de angst om door de ouders verlaten te worden en de heimelijke gedachte van
| |
| |
ieder kind dat zijn ouders niet zijn echte ouders zijn en dat hij eigenlijk het kind van rijke lieden is. Tegelijkertijd appelleert het verhaal aan de behoefte van kinderen om onafhankelijk te zijn, op eigen benen te staan. Het boek is een initiatie- en ontwikkelingsroman, het beschrijft de overgang van de beschermde kindertijd naar de fascinerende maar ook bedreigende volwassenheid. Remi leert het leven kennen in al zijn facetten, en aan het eind is hij een wijs man.
Remi vertelt zijn verhaal als hij volwassen is, in een terugblik. Beschrijvende en reflecterende passages wisselen elkaar af, in een bedachtzame, onnadrukkelijke stijl. De boodschap die het verhaal uitdraagt is optimistisch en hoopgevend: wees niet bang, je bent niet alleen op de wereld, overal vind je vrienden. Met uitzondering misschien van de kinderuitbuiter Garofoli en mister James Milligan uiteraard (maar die speelt een marginale rol) komen er in Alleen op de wereld eigenlijk geen echt slechte mensen voor. Het leed wordt voornamelijk veroorzaakt door natuurrampen: sneeuwstorm, hagelbui, overstroming. Zelfs Barberin en de familie Driscoll zijn genuanceerd getekend. Tussen de regels door laat Malot merken dat hun gedrag voor een deel het gevolg is van sociale malheur.
| |
Waardering
Het verschijnen, in 1999, van de onverkorte vertaling die August Willemsen van Alleen op de wereld maakte, bracht verscheidene recensenten ertoe (en niet alleen de besprekers van jeugdliteratuur) het boek weer eens te lezen. Wat hun vooral opviel was dat Remi helemaal niet zo zielig is als ze, afgaand op hun herinnering, dachten. Steeds als hij alleen dreigt te raken duikt er iemand op: mevrouw Milligan en Arthur, het tuindersgezin Acquin, Mattia. En allemaal beschouwt hij ze als zijn familieleden. ‘Huilen is er niet meer bij,’ schreef Thomas van den Bergh. ‘De volwassen lezer voelt eigenlijk alleen de ogen nog prikken bij de altijd indrukwekkende passages waarin breeduit het dierenleed van de honden Capi, Dolce en Zerbino, en vooral het treurige einde van Joli-Coeur wordt geschetst.’
‘Eerder dan een leerboek over Frankrijk schreef Malot een leerboek over het leven,’ meende Bregje Boonstra. De kwaliteiten van het boek zitten volgens haar ‘in de intenties van de schrijver, in zijn begrip voor de verlangens van de jeugdige lezer, in de toon van het vertelde en de betrekkelijke terughoudendheid waarmee de rampen van het aardse bestaan worden opgedist.’
| |
Bibliografie
Keuze uit het werk voor volwassenen
|
Les amants (1859), Les amours de Jacques (1860), Les époux (1865), Les enfants (1866), Une bonne affaire (1870), Un mariage sous le second Empire (1872), Les millions honteux (1881), Le roman de mes romans (1896). |
| |
| |
Jeugdboeken
|
Romain Kalbris (1869): Avonturen van Romain Kalbris. Vertaald door G. Cool Pz. Haarlem, L. de Haan, 1871. |
Sans famille (1878): Zonder familie. Vertaald door Horsa; 2 delen. Rotterdam, J. Bergé, 1880. |
Sans famille (1878), Alleen op de wereld. Vertaald door Gerard Keller; 2 delen. 's-Gravenhage, Henri J. Stemberg, 1880. 12e door J.S. Verburg herziene druk: Rotterdam, D. Bolle, 1915. |
Sans famille (1878), Alleen op de wereld. Vertaald door A.D. Hildebrand. Met illustraties van G. van Raemdonck. Jubileumuitgave. Amsterdam, Arbeiderspers, 1940. (A.P.-Jeugdserie) |
Sans famille (1878), Alleen op de wereld. Vertaald door Rosemarie Panis, nawoord van Erik Lankester. Met illustraties van Emile Bayard. Amsterdam, Loeb, [1982]. Herdrukken: Alphen aan den Rijn, ICOB, 1984; Amsterdam, Maarten Muntinga, 1999. (Rainbowpocketboeken) |
Sans famille (1878), Alleen op de wereld. Vertaald en van een nawoord voorzien door August Willemsen. Amsterdam/Antwerpen, Archipel, 1999. |
En famille (1983): Weer thuis. Vertaald door Rosemarie Panis, met een nawoord van Hector Malot. Met illustraties van H. Lonos. Amsterdam, Loeb, [1983]. |
Le mousse (1997): Het scheepsmaatje. Vertaald door Théo Buckinx. Baarn, De Fontein, 2000. |
Keuze uit de bewerkingen
|
Alleen op de wereld. Bewerkt door J.M. Bloemink-Lugten en F.H.N. Bloemink. Met illustraties van Tjeerd Bottema. Gouda, G.B. van Goor Zonen, 1919. 25ste druk, met illustraties van Hugo Kriens: Rijswijk, V.A. Kramers, 1949. 82ste druk: Amsterdam, Van Goor, 1998. |
Alleen op de wereld. Naverteld door P. de Zeeuw J. Gzn. Met illustraties van Roothciv. 's-Gravenhage G.B. van Goor Zonen, 1939. (Oud Goud). Met illustraties van Jetty Krever: 1962. |
Alleen op de wereld. Naverteld door H. Kernkamp-Biegel. Met illustraties van E. Kernkamp. 2 delen. Groningen, Wolters-Noordhoff, 1980. (De Wenteltrap) |
Over Hector Malot
|
D.L. Daalder, Wormcruyt met suycker; historisch-critisch overzicht van de Nederlandse kinderliteratuur met illustraties en portretten. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1950, blz. 251. |
H. Jespers, Een boek dat blijft. Ter gelegenheid van de negenendertigste druk van Hector Malot: Alleen op de wereld. In: Boekengids, augustus/september 1966. |
M. Gilsoul, Rôle et visage de la fatalité dans les romans pour enfants de Malot. In: Revue des langues vivants, 1971, nr. 37. |
Dát was nog eens lezen! 40 auteurs over boeken uit hun kinderjaren. Amsterdam, Querido, 1972. |
Kees Fens, Alleen op de wereld. Als je echt kan huilen is de wereld onvervreemdbaar mooi. In: Studio, 1979, nr. 45. |
Herman Tromp, Alleen op de wereld nu onverminkt. In: de Volkskrant, 4-2-1983. |
Claude Aziza, Sans famille. In: Le Monde, 28-5-1990. |
Toos Zuurveen, Van Zedenleer tot Bruintje Beer. Uithuizermeeden, Roorda, 1996, blz. 210-211, 225-229. |
Guus Luijters, Zo zielig was Remi eigenlijk niet. In: Het Parool, 27-9-1996. |
Marijke Arijs, Het wordt vast een hype. In: De Standaard, 4-3-1999. (interview met August Willemsen) |
Rob Schouten, Altijd alleen op de wereld. Waarom snikt iedereen bij Vitalis' dood? In: Trouw, 6-3-1999. |
Thomas van den Bergh, Geen weeskind. In: Elsevier, 27-3-1999. |
Henk van Woerden, Afscheid, dat is hoop op weerzien. De moderne ontroering in Alleen op de wereld. In: Vrij Nederland, 27-3-1999. |
Monica Soeting, De vondeling in ons. Hartverscheurende herinneringen. In: Vrij Nederland, 27-3-1999. |
Bregje Boonstra, Kinderboek der kinderboeken. In: De Groene Amsterdammer, 31-3-1999. |
Bea Ros, ‘Wat men ook leest, het dient altijd tot iets’. Hector Malot in nieuwe vertaling. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 13 (1999), nr. 49, blz. 193 t/m 200. |
Selma Niewold, Alleen op een boot. In: de Volkskrant, 14-4-2000. (over Het scheepsmaatje) |
54 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2000
|
|