ke, veelal ook absurde loopt als een rode draad door het werk van Paul Maar. Dit komt onder andere tot uiting in zijn voorliefde voor het sprookje.
Paul Maar heeft zijn meeste kinderboeken zelf geïllustreerd. Soms werkt hij samen met een andere illustrator, bijvoorbeeld met Paul Rettich in Der König in der Kiste (1971), een verhaal dat vooral dankzij toneel- en televisiebewerkingen bekend is geworden. Paul Maar heeft heel expliciete opvattingen over kindertoneel: ‘Ich schaffe Bedingungen, in denen Kinder selbsterfundene Szenen spielen,’ zegt hij in Theater für Kinder. Zijn volgende stuk was het zeer veel gespeelde Kikerikiste (1972), dat met illustraties van Janosch in 1973 als pocketboek uitkwam. Jaren later, in 1984, bracht hij een verzameling uit van zijn toneelwerk (Kindertheaterstücke).
Door in zijn werk gebruik te maken van allerleisoortige fantasiewezens maakt Paul Maar het zijn jeugdig publiek mogelijk mee te fantaseren, vraagtekens te plaatsen bij alledaagse structuren en verhoudingen en zo mondiger te worden.
Lange tijd bleef Paul Maars produktie beperkt tot het genre van het korte verhaal. In 1973 verscheen zo Summelsarium oder 13 wahre Lügengeschichten en zijn in het Nederlands vertaalde boek, de raamvertelling Zeven dagen zaterdag (Nederlandse versie: 1977): een fabelwezen, een ‘Zater’, duikt plotseling ergens op, blijkt wensen te kunnen vervullen en veroorzaakt de dolste toestanden. Van dit boek bestaat tevens een hoorspelversie.
Zijn eerste jeugdroman verscheen in 1976 en kwam in 1977 onder de titel Andere kinderen wonen ook bij hun ouders in Nederlandse vertaling uit. Het is het verhaal van een jongen die opgroeit bij zijn grootouders, maar door zijn ouders op een gegeven moment naar de stad gehaald wordt. Daardoor ontstaat een hele serie aanpassingsproblemen.
Paul Maars eigenlijke genre bleef het korte verhaal. Interessante verzamelbundels zijn Onkel Florians Fliegender Flohmarkt (1977) en Anne will ein Zwilling werden (1982). Ook hier is het vooral de jongere lezer tot wie zich Paul Maar richt. Dat geldt eveneens voor recent werk zoals Die Eisenbahn-Oma (1981), Die vergessene Tür (1982), Tier-ABC (1983), en Lippels Traum (1984). In tal van anthologieën in en buiten het onderwijs duiken verhalen van Paul Maar op, bijvoorbeeld in de toonaangevende Jahrbücher der Kinderliteratur van Beltz & Gelberg.
Hoewel Paul Maar behoorlijk produktief is en in Duitsland een erkend jeugdauteur is, werd slechts weinig werk van hem in het Nederlands vertaald.