| |
| |
| |
Paul van Loon
door Hilly Appel
© Manisha van Loon
Paul van Loon is geboren op 17 april 1955 in Geleen. Hij studeerde aan de Koninklijke Academie voor de Kunsten in 's Hertogenbosch, afdeling illustratie, maar maakte deze opleiding niet af. Van Loon illustreerde één kinderboek en begon daarna zelf te schrijven; verhalen bij zijn eigen tekeningen, die gepubliceerd werden in jeugdbladen als Bobo, Okki, Taptoe en Donald Duck. Zo ontdekte Van Loon dat hij meer een schrijver dan een illustrator was.
In 1983 verscheen zijn eerste kinderboek Boven op tante Agaat, bedoeld voor beginnende lezers. Zijn grote doorbraak kwam met de boeken over de griezelbus, die in de jaren negentig een rage werden. Van Loon werd het icoon van de Nederlandse griezelboeken voor kinderen. Hij mat zich een geheimzinnig imago aan: op foto's draagt hij een donkere zonnebril en in interviews en op zijn website verspreidt hij het verhaal over een mysterieuze zigeuner die een oorbel in zijn oor zou hebben geprikt, met de woorden: ‘Die ring moet je blijven dragen, als je een verhalenverteller wilt worden.’ Ook zou hij altijd 's nachts werken en vrienden hebben uit ‘de andere werkelijkheid’. Met een aantal collega-schrijvers vormde Paul van Loon tussen 1994 en 2003 Het Griezelgenootschap, dat elk jaar een (griezel)boek produceerde. Ook rond dit genootschap hing een waas van geheimzinnigheid.
Van Loons populairste series zijn ook bewerkt voor andere media. In 2005 kwam een speelfilm uit over de griezelbus, in 2010 over Foeksia de miniheks en in 2011 over Dolfje Weerwolfje. Over deze laatste is ook een musical gemaakt. De griezelbus en Dolfje Weerwolfje hebben een eigen website en in 2009 verscheen de
| |
| |
eerste editie van een tijdschrift over Dolfje. Kinderen kunnen ook lid worden van de Dolfje Weerwolfje Club.
Paul van Loon wordt veel gevraagd voor evenementen die met boeken of griezelen te maken hebben. Sinds 1999 trekt hij door het land met ‘Muzikale voorlezingen’. Eerst deed hij dat samen met Bies van Ede, later met zijn band ‘Paul van Loon en ander gespuis’. In 2008 was hij 25 jaar schrijver. In Burgers' Zoo in Arnhem werd Van Loon, tijdens de tweede grote Dolfje Weerwolfje-fandag, benoemd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau.
Tien boeken van Paul van Loon werden bekroond door de Nederlandse Kinderjury. In 1996 Meester Kikker (1995) en Nooit de buren bijten (1995); in 1997 De griezelbus 3 (1996); in 1998 Dolfje Weerwolfje (1997); in 2000 Volle maan (1999); in 2004 Weerwolvenbos (2003); in 2006 Boze drieling (2005); in 2007 Weerwolvenfeest (2006); in 2008 Weerwolfgeheimen (2007); in 2009 Dolfje Sneeuwwolfje (2008). Voor Weerwolvenbos kreeg Van Loon de Kids Choice Award 2004.
Veel van zijn boeken zijn vertaald, onder meer in Duitsland, Frankrijk, Italië, Denemarken, Estland, Letland, Zweden, Spanje, Korea en Japan.
| |
Werk
Paul van Loon is een productief schrijver. De eerste jaren na zijn debuut in 1983 publiceerde hij voornamelijk verhalen en boeken voor beginnende lezers en kinderen met leesproblemen. Het waren spannende verhalen over boeven, ontvoeringen, enge fantasieën en krokodillen. Geleidelijk aan werd het griezelgehalte in de verhalen groter en ging hij ook voor iets oudere kinderen schrijven. In 1991 verscheen het eerste deel van de successerie De griezelbus. Ook bij andere boeken sprak het griezelige meteen uit de titel. Bij Zwijsen verschenen in de serie Salto onder meer Bang voor vampiers? (1992), De vampierclub (1994) en De meester is een vampier (1995). In de serie Eiland kwamen Een potje spoken (1992) en De vampiertand (1993) uit. Ook in prentenboeken kan de schrijver met het genre uit de voeten. In Help! Een gobbelgobbelmonster (2005) is een jongetje bang voor het monster onder zijn bed. Hij maakt met zijn bed een reis langs allerlei ‘bedhaltes’, waar gevaarlijke dieren in pyjama's staan die mee willen.
Lezen moet voor Van Loon niet enkel spannend maar ook ontspannend zijn. In 2008 lanceerde uitgeverij Zwijsen de serie Ik lees met Paul van Loon: 24 van zijn boeken werden in één keer uitgebracht in een nieuw jasje. De serie is gericht op kinderen in groep 1 tot en met 5 en wil vooral ‘laten zien hoe leuk lezen kan zijn’.
Van Loons griezelverhalen beginnen vaak in een alledaagse context: thuis, in de klas, op een schooluitstapje. Gaandeweg neemt de spanning toe. De dingen lopen anders dan verwacht en de verhalen kante-
| |
| |
Illustratie van Camila Fialkowski uit De griezelbus 1
len in ‘de andere werkelijkheid’, zoals de schrijver de wereld noemt waarin zijn personages terechtkomen; herkenbaar, maar net even anders. Een schoolhoofd blijkt kinderen te verwerken in een verjongingsdrank, een meester verandert soms in een kikker, een jongetje wordt bij volle maan een weerwolfje... Echt gruwelijk wordt het niet, maar soms wel behoorlijk eng. Volgens de schrijver kennen zijn lezers heel goed de stilzwijgende afspraak dat een verhaal waar is zolang je leest, en daarna niet meer. Om de vele vragen te beantwoorden die hij over griezelen kreeg, stelde hij een Griezelhandboek (1993) samen, met uitleg over allerlei fenomenen uit ‘de andere werkelijkheid’, zoals vampiers, weerwolven, geesten, heksen en monsters. Later volgde een Vampierhandboek (1997).
Paul van Loon wordt gezien als de grondlegger van het griezelgenre in de Nederlandse jeugdliteratuur. Was er in het begin van zijn schrijversloopbaan nog weinig te vinden op dit gebied, in de jaren negentig werd griezelen een hype. Behalve de boeken van Van Loon en zijn collega's uit het Griezelgenootschap werd de uit het Engels vertaalde Kippenvel-reeks van Kluitman grif gelezen. Het zijn verhalen waarin het bloed welig vloeit, net als in de vampierboeken van (en over) Darren Shan. Voor van Loon hoeft dat niet zo: ‘Het moet griezellig blijven’, zegt hij in een interview met de Volkskrant - ‘gezellig en griezelig. (-) Shan schrijft voor 10-plus, daar hangen de onthoofde lichamen te bloeden aan het plafond. Daar snap ik dus niks van.’
Van Loon zorgt altijd dat er genoeg humor in zijn verhalen zit om het niet al te eng te maken. Een zombie kan een bloemetjeszwembroek dragen, een gespierde engerd heeft roze hartjes-tattoos. Een mummieoma is bezig aan haar vijftigjarig middagslaapje. Voor de goede verstaander zijn er veel naamgrapjes en verwijzingen naar andere boeken.
| |
| |
Zo heet een populaire tv-presentator Jacques Blaaskaak, een enge schoolmeester Riller en de skeletchauffeur van de griezelbus heet Beentjes. Een schrijver, N. van Lapou, is bezig met een verhaal dat ‘De Griezeltrein’ heet. De combinatie van humor en griezelen noemt de schrijver zelf ‘grumor’.
Onder de spannende verhaallaag geeft Van Loon meestal impliciet waarden mee. Een thema dat vaak in zijn werk opduikt, is acceptatie; veel van zijn personages wijken af van de rest. Naar aanleiding van Nooit de buren bijten (1995) merkte de auteur op: ‘Het gaat over een gezin dat heel anders is dan gemiddeld. De ene zoon is een weerwolf, de andere een vampier (-) Samen proberen ze net te doen alsof ze een echt gezin zijn. Dat spreekt mij aan: hoe afwijkender mensen zijn, des te interessanter hun wereld is.’ Van Loon beklemtoont dat hij niet zoiets als een boodschap heeft, maar ‘toch sluipen er altijd van die dingen in. Pestkoppen bijvoorbeeld, daarmee loopt het in mijn boeken nooit goed af.’
Het zijn niet alleen maar griezelboeken die Paul van Loon schrijft. De serie over Samanta, alias Sam Schoffel, meester-speurder, brengt spannende detectiveverhalen voor kinderen vanaf 6 jaar. Meester Kikker is op de eerste plaats humoristisch en gaat over een schoolmeester die af en toe in een kikker verandert. Succesrijk zijn ook de boeken over Foeksia de miniheks, een piepklein en eigenwijs heksje, bedoeld voor kinderen vanaf 4 jaar.
| |
De griezelbus 1
In deze raamvertelling gaan leerlingen met hun onderwijzer een avondje mee met de griezelbus. Het enge voertuig is bedacht en ingericht door de schrijver P. Onnoval (een anagram voor P. van Loon). Onderweg vertelt hij, aan de hand van voorwerpen die hij speciaal heeft meegenomen, tien griezelverhalen.
Tussen het vertellen door gebeurt er van alles, waardoor de rit alsmaar griezeliger wordt. Er komt bijvoorbeeld een wolfsspin te voorschijn, de schrijver gaat steeds erger hinken, de chauffeur lijkt verdacht veel op een skelet en een meisje met een allergie voor dierenharen moet steeds vaker niezen. Gelukkig is er Liselore, die een handtasje bij zich heeft waar altijd net datgene in zit wat nodig is. Het laatste verhaal gaat over P. Onnoval zelf en dan dreigt het slecht af te lopen met de kinderen en hun meester.
De opbouw van De griezelbus in twee verhaalniveaus verhoogt de spanning. Doordat er voortdurend dingen uit de verhalen blijken te kloppen met ‘de werkelijkheid’ van de kinderen in de bus, komen beide verhaalniveaus steeds dichter bij elkaar en wordt de sfeer alsmaar dreigender.
Toch wordt het boek nergens angstaanjagend. De lezer kan geregeld opgelucht adem halen door de herhaalde uitroep van een jongen:
| |
| |
‘Schrijvers liegen altijd’, of door de onverstoorbare tussenkomsten van Liselore.
In de vervolgdelen wordt het recept van De griezelbus 1 niet simpelweg herhaald. Constante elementen zijn de bus, chauffeur Beentjes en de verhalenverteller P. Onnoval, maar de omstandigheden en personages veranderen. Steeds ingenieuzer wordt het spel dat gespeeld wordt met de grenzen tussen de gewone en de ‘andere’ werkelijkheid. Deel 3 speelt zich af op drie niveaus: vier kinderen zitten in een geavanceerde bus vol computerschermen en beleven levensechte avonturen in een virtuele, rijdende bus. Vanuit die virtuele wereld maken ze via verhalen uitstapjes in weer een andere werkelijkheid. Het is een ingewikkelde structuur die toch geen moeilijk boek oplevert. Verderop in de serie komen steeds attributen en personen uit eerdere delen terug, die dan meer of een andere betekenis krijgen. Losse verhalen van het begin worden onderdeel van een groter geheel. Deel 7 bestaat uit één verhaal, over de jeugd van de geheimzinnige verhalenverteller Onnoval.
| |
Dolfje Weerwolfje
In de nacht voor zijn zevende verjaardag wordt Dolfje Spaan wakker en kijkt door het raam naar de volle maan. Plotseling merkt hij dat hij overal haar krijgt en in een kleine, witte wolf verandert. Dolfje blijkt een weerwolf te zijn. Niemand mag het weten, behalve zijn vriendje
Illustratie van Hugo van Look uit Dolfje Weerwolfje
Timmie. Dolfje woont bij hem omdat zijn eigen ouders verdwenen zijn toen hij nog klein was.
Bij volle maan moet het weerwolfje naar buiten. Hij huilt naar de maan en krijgt zin om te bijten. Maar hij voelt zich erg alleen. In het park ontmoet hij een vreemde, oude man die hem vertelt dat hij niet de enige is die soms in een weerwolf verandert, dat hij met zijn gave moet leren omgaan en moet oppassen met zilver.
Al gauw ontdekt Dolfje dat het soms heel handig kan zijn om in een wolf te kunnen veranderen. Als Timmie op het schoolplein door grotere jongens wordt gepest, bedenken ze samen een manier om de ergste pestkop een lesje te leren.
| |
| |
Er zijn ook problemen. De vervelende Mevrouw Krijtjes dreigt Dolfjes geheim te ontdekken en stuurt het Opvangcentrum voor Zeldzame Dieren en Mensen op onderzoek uit. Als Timmies ouders erachter komen wat er met hun pleegkind aan de hand is, hebben ze er geen moeite mee. Ze helpen hem zelfs om zijn geheim te beschermen.
Het verhaal over Dolfje is geschreven in korte zinnen op avi-7 niveau. Jonge kinderen kunnen niet alleen lekker mee griezelen, maar zich ook inleven in de gevoelens van de vriendelijke, kleine weerwolf met zijn brilletje. Dolfje heeft emoties die heel herkenbaar zijn: ‘als je boos bent, ga je grommen. Ben je verdrietig, dan ga je huilen. Alleen bij sommigen komt die wolf af en toe echt naar buiten. Dat gebeurt als het volle maan is.’ Deze combinatie blijkt ook kinderen die niet graag of moeilijk lezen aan te spreken. Op de website van de auteur zijn berichten te vinden van (ouders van) dyslectische kinderen die zich door zijn boeken tot lezen hebben laten verleiden.
| |
Waardering
Paul van Loon heeft nooit een prijs gekregen van een volwassen jury. Wel zijn er jaar na jaar bekroningen door de Nederlandse Kinderjury.
In de landelijke dagbladen en in vaktijdschriften werd het werk van Van Loon in eerste instantie mondjesmaat besproken. In een recensie in Trouw uit 1997 merkt Lieke van Duin op dat veel recensenten Van Loon onder de maat vinden, terwijl hij toch helemaal niet slecht schrijft. ‘Hij bespeelt menselijke oergevoelens als angst voor en nieuwsgierigheid naar het griezelige, woeste, onbekende op meesterlijke wijze.’
Gaandeweg werden zijn boeken meer en positiever gerecenseerd. Judith Eiselin is in NRC Handelsblad lovend over De griezelbus 3. Ze constateert dat de schrijver een gewaagde structuur koos. ‘De dreiging is suggestief en beklemmend’, schrijft ze, ‘het boek krijgt je in de ban.’ In De Leeswelp is Evelyne Rogge enthousiast over Dolfje Weerwolfje. Ze vindt het verhaal goed opgebouwd, met heel veel spannende en grappige situaties. Julia van Bohemen constateert in de Leeuwarder Courant over Weerwolvenbos (Dolfje Weerwolfje 4): ‘In korte, heldere zinnen vertelt Van Loon een reuze spannend verhaal vol onverwachte wendingen.’ Jan van Coillie is in De Leeswelp minder te spreken over deel 5 in de Dolfje-reeks, dat volgens hem nergens het niveau haalt van de eerste delen. Karin Van Camp besluit een positieve bespreking van Leeuwenroof (2006) met de opmerking: ‘Ook al worden sommige “slechteriken” nogal stereotiep weergegeven, toch zorgt van Loon ook voor de nodige verrassende ontmaskeringen’ (De Leeswelp).
Een beperkte diepgang lijkt het voornaamste struikelblok te zijn bij veel critici, maar er is waardering
| |
| |
voor het vermogen van de schrijver om kinderen aan de ene kant flink te laten griezelen, en ze aan de andere kant met een knipoog duidelijk te maken dat het maar een spel is dat schrijver en lezers samen spelen.
| |
Bibliografie
Jeugd- en kinderboeken
|
Boven op tante Agaat. Met illustraties van Sylvia Weve. Tilburg, Zwijsen, 1983. (Serie De duizendpoot; nr. 5) |
De laatste vogel. Met illustraties van Frank ter Horst. Tilburg, Zwijsen, 1985. (Serie Boekenkist; nr. 5) |
Wat zit er in het bos? Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 1985. (Serie Glijbaan; nr. 5) |
Gevaarlijke tijden voor katten. Met illustraties van Alex de Wolf. Tilburg, Zwijsen, 1985. (Serie Zebraboeken; nr. 4) |
Ik ben het beu! Zegt Sammie. Met illustraties van Georgien Overwater. Utrecht, Sjaloom, 1985. (Serie Drie-turven boek) |
Bijna-boeven. Met illustraties van Jürg Furrer. Tilburg, Zwijsen, 1986. (Serie Kangoeroe; nr. 6) |
Een dief op het dak. Met illustraties van Gitte Spee. Tilburg, Zwijsen, 1987. (Serie Stepboekjes) |
Niet doen, muis! Met illustraties van Gitte Spee. Tilburg, Zwijsen, 1987. (Serie Stepboekjes) |
Waar is de jas? Met illustraties van Gitte Spee. Tilburg, Zwijsen, 1987. (Serie Stepboekjes) |
Afspraak in het bos. Met illustraties van Julian Webber. Tilburg, Zwijsen, 1987. (Serie Zoeklicht) |
Ik verdwaal nooit, zegt Sammie. Met illustraties van Georgien Overwater. Utrecht, Sjaloom, 1987. (Serie Drie-turven boek) |
Karate op de stortplaats. Met illustraties van Yvonne Kroese. Tilburg, Zwijsen, 1988. (Serie Zoeklicht) |
Stuurloos tussen de sterren. Met illustraties van Erik Bosch. Tilburg, Zwijsen, 1988. (Serie Zoeklicht) |
De wilde prinses. Met illustraties van Sjoerd van der Zee. Tilburg, Zwijsen, 1989 (Serie Boekenwurm) |
De verboden zolder. Met illustraties van Petra van Bloemendaal. Tilburg, Zwijsen, 1989. (Serie de Boekenwurm) |
In de nacht van de wolfsheks. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 1989. (Serie Zoeklicht) |
Schildpad ontvoerd. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 1989. (Serie Bizonboek; Sam Schoffel meester-speurder) |
Foeksia de miniheks. Met illustraties van The Tjong Khing. Haarlem, Oberon, 1989. (Bobo boek) Herdrukt als Alle salamanders! Heemstede, Big Balloon, 1992. |
De d van Daan en doos en... Met illustraties van Frank Smulders. Tilburg, Zwijsen/Meerhout, Infoboek, 1989. (Serie Biebelebons letterboek). In dezelfde serie publiceerde Paul van Loon De e van Els, de ee van Eef (1989), De v van Von en vuur en... (1989) en (Biebelebons rekenboek) Een gevaarlijk huis, (1989). |
Ontsnapt van Duivelseiland. Met illustraties van Alex de Wolf. Tilburg, Zwijsen, 1990. (Serie Zoeklicht) |
De reus van Mikkie. Met illustraties van Kristien Aertssen. Tilburg, Zwijsen, 1990. (Serie Neushoorn; nr. 5) |
Vampier in de school. Met illustraties van Frank ter Horst. Tilburg, Zwijsen, 1990. (Serie Wachtwoord) |
Baby geroofd. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 1990. (Serie Bizonboek; Sam Schoffel meester-speurder) |
Kind te koop. Met illustraties van Julliëtte de Wit.
|
| |
| |
Tilburg, Zwijsen, 1991. (Serie Zoeklicht) |
Alleen op een eiland. Met illustraties van Nicolle van den Hurk. Rotterdam, Lemniscaat, 1991. |
De griezelbus. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Elzenga, 1991. Herdrukt met illustraties van Hugo van Look: Amsterdam, Leopold, 2009. |
Een aap in de doos. Met illustraties van Anneke Hohmann. Tilburg, Zwijsen, 1991. (Serie Maan, roos vis). In dezelfde serie publiceerde Paul van Loon Een kip op de wip (1991), Een muis in de ton (1991) en Roos, vis en ik (1991). |
Vluchten voor de oorlog. Met illustraties van Alex de Wolf. Tilburg, Zwijsen, 1992. (Serie Zoeklicht) |
Bang voor vampiers? Met illustraties van Hugo van Look. Tilburg, Zwijsen, 1992. (Serie Salto) |
Een potje spoken. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 1992. (Serie Eiland; nr. 12) |
Gezicht in de mist. Tilburg, Elzenga, 1992. |
Griezelbeelden. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Elzenga, 1992. |
De allesdief. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 1993. (Serie Bizon boek; Sam Schoffel meester-speurder) |
De vampiertand. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 1993. (Serie Eiland; nr. 20) |
Maantjelief. Idee en illustraties Dinie Akkerman. Tilburg, Elzenga, 1993 |
Weg met die krokodil. Met illustraties van Georgien Overwater. Tilburg, Elzenga, 1993. |
Griezelhandboek. Geredigeerd door Paul van Loon. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Elzenga, 1993. |
De griezelbus 2. Met illustraties van Camila Fialkowski, Tilburg, Elzenga, 1994. Herdrukt met illustraties van Hugo van Look: Amsterdam, Leopold, 2009. |
De vampierclub. Met illustraties van Hugo van Look. Tilburg, Zwijsen, 1994. (Serie Salto) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige feestdagen. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Elzenga, 1994. |
's Nachts is alles anders. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Elzenga, 1994. |
De meester is een vampier. Met illustraties van Hugo van Look. Tilburg, Zwijsen, 1995. (Serie Salto) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige beesten. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Elzenga, 1995. |
Paul van Loon en Annemarie Berebrouckx, Ik wil zo graag een spook. Tilburg, Zwijsen, 1995. (Serie Versjes voor beginnende lezers; deel 2) |
Meester Kikker. Met illustraties van Georgien Overwater. Tilburg, Elzenga, 1995. |
Nooit de buren bijten. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Elzenga, 1995. |
De griezelbus 3. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Elzenga, 1996. |
Een spook in de school. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 1996. (Serie Bizon boek; Sam Schoffel meester-speurder) |
Kas en de reus. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 1996. (Serie Leesleeuw) |
Het Griezelgenootschap, Griezellige vertellingen. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Elzenga, 1996. |
Dolfje Weerwolfje. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 1997. Met (muziek) cd. Herdruk: Amsterdam, Leopold, 2008. |
Het Griezelgenootschap, Griezellige tijden. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 1997. |
Lyc-drop. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 1997. (In opdracht van de CPNB in het kader van de Kinderboekenweek 1997.) |
Stoel loopt weg. Met illustraties van Annemarie Berebrouckx. Tilburg, Zwijsen, 1997. (Serie Ditjes en Datjes voor beginnende lezers; deel 3) |
| |
| |
Paul van Loon en Jack Didden, Vampierhandboek. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 1997. |
De griezelbus 4. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 1998. |
Het Griezelgenootschap, Griezellige klanken. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 1998. |
Als het licht uit is en andere griezelverhalen. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 1999. |
De griezelbus 0. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 1999. |
Ik ben net als jij. Met illustraties van Hugo van Look. Tilburg, Zwijsen, 1999. |
Schildpad ontvoerd. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 1999. (Serie Bizon; Sam Schoffel meester-speurder) |
Volle maan. Met illustraties van Hugo van Look, Amsterdam, Elzenga, 1999. Herdrukt: Amsterdam, Leopold, 2004. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
De grijp-grip. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 2000. |
Pas op voor een pad. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 2000. |
De andere werkelijkheid van Jeroen Bosch. Bij illustraties van Jeroen Bosch. Zwolle, Waanders, 2001. |
Jimi's hit. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 2001. Herdrukt als Altijd bijten de buren. Amsterdam, Leopold, 2007. |
Wat ritselt daar? Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Elzenga, 2001. |
Zilvertand. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Elzenga, 2001. Herdrukt: Amsterdam, Leopold, 2004. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
Paul van Loon en Bies van Ede, De griezeltoer. Met foto's van Joris van de Leur. Amsterdam, Leopold, 2001. (Met cd vol griezelliedjes) |
De papoes. Met illustraties van Hugo van Look. Tilburg, Zwijsen, 2001. (Serie Spetter) |
Wie fluistert daar? Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2001. |
Wolven in de stad. Met illustraties van Camila Fialkowski, Amsterdam, Leopold, 2002. (In 1997 verschenen als boekenweekgeschenk onder de titel Lyc-drop.) |
Waar ben ik? Met illustraties van Hugo van Look. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Foeksia de miniheks. Met illustraties van The Tjong King. Haarlem, Oberon, 1989. Herdrukt met illustraties van Hugo van Look: Amsterdam, Leopold, 2002. |
De magische attractie-toer. Met illustraties van Basis Communicatie. Haarlem, Tijd voor Vrije Tijd, 2002. (In opdracht van de Stichting Toerisme en Recreatie Nederland) |
De Griezelbus 5. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 2002. |
Geesten, geraamten en ander gespuis. Met illustraties van Camila Fialkowski. Amsterdam, Elzenga, 2003. (Bundel met oud werk en twee nieuwe verhalen) |
Het weerwolvenbos. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2003. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
Het nachtmerrieneefje. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2003. |
Foeksia's miniheksenstreken. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2003. |
Paniek in de leeuwenkuil. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2004. |
Dolfjes dolle vollemaannacht. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2004. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
Boze drieling. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2005. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
De griezelbus 6. Amsterdam, Leopold, 2005. (Filmeditie) |
Foeksia en de toverschaatsen. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2005. |
Help! Een gobbelgobbelmonster. Met illustraties van Alex de Wolf. Amsterdam, Leopold, 2005. |
Niet bijten, Dolfje! Met illustraties van Hugo van
|
| |
| |
Look. Amsterdam, Leopold, 2005. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
Paul van Loon, Bies van Ede en Mirjam Oldenhave, Het grote letterboek van a tot z. Met illustraties van Camila Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 2005. |
Weerwolvenfeest. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2006. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
Leeuwenroof. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2006. (Serie Leeuwenkuil) |
Paul van Loon, Ruben Prins, Els Rooijers en Haye van der Heyden, Het geheim van de ontsnapte leeuw. Met illustraties van Saskia Halfmouw. Amsterdam, Leopold, 2006, |
Ontsnapt uit de Dode Hoek. Met illustraties van Martijn van der Linden. Amsterdam, Leopold, 2007. (In opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat) |
Weerwolfgeheimen. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2008. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
De griezelbus 7. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2008. |
Dolfje sneeuwwolfje. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2008. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
Een weerwolf in de leeuwenkuil. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2009. (Serie Dolfje Weerwolfje) |
Allemaal onzin. Met illustraties van Hugo van Look. Amsterdam, Leopold, 2010. (Bundeling van verhalen uit Wat ritselt daar en Wie fluistert daar.) |
Titels die ook als luisterboek zijn uitgebracht
|
Als het licht aan is. Stem: Lot Lohr. |
De griezelbus deel 1, 2 en 3. Stem: Erik van Muiswinkel. |
De verboden zolder. Stem: Lot Lohr. |
Dolfje Weerwolfje. Verschillende delen. Stem: Victor Löw. |
Foeksia de miniheks. Stem: Lot Lohr. |
Leeuwenroof. Stem: Loes Luca. |
Nooit de buren bijten. Stem: Frank Lammers. |
Ontsnapt van Duivelseiland. Stem: Lot Lohr. |
Meester kikker. Stem: Nol Havens. |
Paniek in de leeuwenkuil. Stem: Loes Luca. |
Stuurloos tussen de sterren. Stem: Lot Lohr. |
Weg met die krokodil. Stem: Lot Lohr. |
Over Paul van Loon
|
Judith Eiselin, De andere werkelijkheid. In: NRC Handelsblad, 25-6-1996. |
Lieke van Duin, Kinderjury raakt steeds meer in de ban van verkoopcijfers. In: Trouw, 18-6-1997. |
Marita de Sterck e.a., Paul van Loon. In: Schrijver gevonden. Tielt, Lannoo/Den Haag, Biblion, 1999. blz. 208-209. |
Joke Bellemans, Lezen over Paul van Loon. Den Haag, Biblion, 1999. |
Julia van Bohemen, Dolfje is ook leuk bij volle maan. In: Leeuwarder Courant, 12-9-2003. |
Jan van Coillie, Boze drieling. In De Leeswelp, 1-12-2005. |
Pjotr van Lenteren, Help! Hoog tijd voor ander prentenboektalent. In: de Volkskrant, 24-6-2005. |
Evelyne Rogge, Dolfje Weerwolfje. In: De Leeswelp, 1-6-2006. |
Karin Van Camp, Leeuwenroof. In: De Leeswelp, 1-2-2007. |
Karolien Knols, Paul van Loon. In: de Volkskrant, 13-12-2008. (Interview) |
Marjan Kok, Paul van Loon is met Dolfje nog niet klaar. In: Het Parool, 16-6-2009. |
Carolina Lo Galbo. De vijf leefregels van Paul van Loon. In: Vrij Nederland, 30-11-2009. (Interview). |
Websites
|
www.paulvanloon.nl |
www.degriezelbus.nl |
www.dolfjeweerwolfje.nl |
www.leesplein.nl |
84 Lexicon jeugdliteratuur
oktober 2010
|
|