| |
| |
| |
Barbro Lindgren
door Noortje Geertsma-van Gijs
Barbro Lindgren-Enskog werd op 18 maart 1937 geboren in de Zweedse hoofdstad Stockholm. Al heel jong hield ze van tekenen en verhalen schrijven. Ze droomde ervan een wonderkind te worden en in de krant te komen. Op tienjarige leeftijd raakte ze in een diepe depressie, waarover ze later zou schrijven in Topgeheimen. Toen ze dertien jaar was, werd haar eerste verhaal gepubliceerd in het Zweedse dagblad Dagens Nyheter. Hierna schreef ze steeds minder en legde ze zich toe op haar andere interesse: tekenen en schilderen. Na de middelbare school bezocht ze vier jaar de Konstfackskola en een jaar de kunstacademie te Stockholm. Daar leerde ze haar toekomstige man kennen, met wie ze na haar studie trouwde. Ze kreeg twee kinderen, werkte enkele jaren als reclametekenaar en was werkzaam in de verpleging.
Uiteindelijk gaf ze het schrijven nog een kans. Haar debuut, Mattias sommar (De zomer van Mattias), verscheen in 1965. Ze had veel aan de adviezen van Astrid Lindgren (geen familie), die in die tijd als redactrice bij uitgeverij Rabén & Sjögren werkzaam was. Haar eerste poëziebundel kwam uit in 1967. De eerste jaren illustreerde ze haar boeken zelf, maar na verloop van tijd vond ze het leuker als anderen dat deden. In 1991 begon ze samen met Marianne Eriksson (voormalig hoofd van de afdeling kinderboeken van uitgeverij Rabén & Sjögren) een eigen uitgeverij: Eriksson & Lindgren. Hun fonds bestaat uit zowel Zweedse als vertaalde boeken.
Haar proza en poëzie is zeer vaak bekroond. Tot de belangrijkste prijzen behoren de Astrid Lindgrenprijs in 1973, de Nils Holgerssonplakette in 1977 en in 1991 de grote prijs van het Litteraturfrämjandet. In 1992 werd ze door de Zweedse ibby-sectie
| |
| |
voorgedragen voor de Hans Christiaan Andersenprijs. Haar boeken zijn in zeventien talen vertaald, onder andere in het Engels, Duits, Frans, Japans en Grieks.
Verschillende van haar boeken zijn bewerkt voor het toneel. In Nederland speelde theatergroep Peter Pan in 1988 Het verhaal van Karelkees, gebaseerd op haar, niet in het Nederlands vertaalde, prentenboek Sagan om Karlknut. In 1980 regisseerde Judith Hollander de speelfilm Det stora barnkalaset (Het grote kinderfeest), waarvoor Barbro Lindgren het script schreef. Van Mamma en de wilde baby en enkele andere boeken werden animatiefilms gemaakt. Haar gedichten voor kinderen en volwassenen zijn door de Zweedse componist Georg Riedel op muziek gezet en in 1987 en 1991 met zeer veel succes op plaat uitgebracht.
Barbro Lindgren woont in het centrum van Stockholm. Haar werkkamer heeft ze op het midden in Stockholm gelegen eilandje Skeppsholmen.
| |
Werk
Barbro Lindgren zegt alleen te kunnen schrijven over wat ze zelf goed kent en heeft meegemaakt; ze vindt dat ze eigenlijk geen fantasie heeft. In een aantal boeken schrijft ze over zichzelf als kind. Vrijwel al haar personages zijn gebaseerd op mensen uit haar omgeving of zelfs op speelgoedbeesten van vrienden. Haar gedichten hebben vaak dieren, bomen, stenen en de zee als onderwerp. Ze heeft meer dan zestig boeken geschreven, waaronder prentenboeken, romans voor volwassenen en poëziebundels.
Ze debuteerde in een tijd toen kinderboeken niet schokkend of verontrustend mochten zijn en in haar eerste boeken paste ze zich bij deze opvatting aan. Zo beschreef ze in haar debuut op rustige en vriendelijke wijze de belevenissen van Mattias, een jongetje van vijf jaar. Na haar eerste vijf boeken verscheen Loranga, Masarin och Dartanjang, waarin ze een totaal andere toon aansloeg. In dit absurde en anarchistische verhaal over een onaangepaste familie op het platteland, vertelt Barbro Lindgren - naar eigen zeggen - over de tijd toen zij zelf met man, kinderen en schoonvader buiten Stockholm woonde.
Met Topgeheimen had ze pas echt het gevoel haar eigen weg te gaan. Het was het eerste boek in een serie van drie over haar jeugd van haar tiende tot vijftiende jaar. Hierin beschrijft ze onder andere de onverklaarbare depressie die haar op tienjarige leeftijd overviel. Topgeheimen en de twee, niet vertaalde vervolgdelen zijn geschreven in dagboekvorm, maar met de woordkeuze en vanuit het perspectief van een volwassene. Barbro Lindgren wilde graag beschrijven hoe ze als kind de dingen beleefde die ze toen niet onder woor- | |
| |
den kon brengen en waarover nooit werd gepraat, zoals angst en onzekerheid. Ondanks de zware onderwerpen blijft de toon meestal luchtig en humoristisch; het geheel ademt een zachte en weemoedige sfeer.
Veel zwaarder en dreigender daarentegen is de trilogie die enkele jaren later verscheen, waarin ze, in personale verteltrant, over haar vierde tot zevende jaar schrijft. Barbro, die Sprinkie wordt genoemd, ervaart de wereld als beangstigend. In haar omgeving is weinig begrip voor haar belevingswereld en ze is volledig overgeleverd aan de willekeur van de volwassenen. Op de achterkant van de Zweedse uitgave van Sprinkie, het eerste deel in deze serie, schrijft Barbro Lindgren de boeken minstens zo geschikt te vinden voor volwassenen als voor kinderen. In Nederland werd Sprinkie voor jonge kinderen uitgegeven.
Zoals ze onvoorwaardelijk de kant van het aan volwassenen overgeleverde kind kiest, toont Barbro Lindgren ook veel solidariteit met de wat eenzame, oudere mens. Dit spreekt zowel uit haar gedichten en romans voor volwassenen als uit verschillende door haar geschreven prentenboeken, zoals het melancholieke Sagan om den lilla farbrorn (Het verhaal van het kleine meneertje), dat niet in het Nederlands maar wel in het Fries verscheen. De hoofdpersoon is eenzaam en ongelukkig omdat niemand van hem houdt, terwijl hijzelf altijd zo aardig is. De vriendschap met een hond en een meisje maken een gelukkiger mens van hem. Met dit in 1975 verschenen prentenboekje begon de samenwerking met illustratrice Eva Eriksson.
Barbro Lindgren en Eva Eriksson werden samen in binnen- en buitenland bekend met de boeken over de wilde baby en de Max-boekjes. Over de wilde baby verschenen drie prentenboeken met tekst in rijmvorm, waarvan Mamma en de wilde baby in het Nederlands uitkwam. Een moeder voedt haar zoontje alleen op en heeft daar wel een bijzonder zware taak aan. Hij is namelijk meer dan ondernemend en heeft een ontembare energie. De meeste kans op overleven heeft de moeder als ze haar huishouden vergeet en samen met haar kind opgaat in zijn spel.
De acht Max-boekjes bevatten kleine verhaaltjes over een peuter en zijn omgeving. Max beleeft avonturen met onder andere de hond en de pot, een koekje, zijn beer en in bad. Het eerste deeltje verscheen met een uiterst summiere tekst in kindertaal. Hierop werd met name vanuit onderwijskringen zeer verontwaardigd gereageerd. Men vond het onverantwoord in een kinderboek grammaticaal onjuiste taal te gebruiken. De volgende deeltjes verschenen in Zweden met zowel kindertaal als, onderaan de bladzijde, een ‘nette’ vertaling.
| |
| |
(Hetgeen door sommige critici als ironie werd opgevat.) Vanwege het succes vroeg de uitgever om nog meer deeltjes, maar de maaksters hadden er geen zin meer in. Wel verscheen nog, bij Eriksson & Lindgren, het voor volwassenen bestemde, definitieve Max-boekje, Titta Max grav! (Kijk, het graf van Max!), over de verdere levensloop van Max. Barbro Lindgren zelf vindt het succes van de boeken over de wilde baby en Max wat beangstigend. Bovendien beschouwt zij ze maar als een klein stukje van zichzelf en zou ze liever met sommige van haar andere boeken geassocieerd worden.
In de Zweedse jeugdliteratuur heeft Barbro Lindgren een heel eigen geluid. In haar proza en poëzie schuwt ze de donkere kanten van het bestaan niet; veel van haar gedichten en boeken gaan over een diepe pijn om mens te zijn. Ook de dood is een regelmatig terugkerend thema in haar werk. Toch klinkt er meestal humor in haar teksten door. Twee boeken waarin humor en melancholie heel duidelijk samengaan zijn Vems lilla mössa flyger (Wie z'n kleine muts vliegt daar) en Korken flyger (De kurk vliegt), waarmee ze een filosofisch getinte parodie op Winnie-de-Poeh schreef. Eva Eriksson maakte de illustraties in de sfeer van de tekeningen van E.H. Shepard in de originele Winnie-de-Poeh-boeken van A.A. Milne. Zelfs een landkaart met de belangrijkste plaatsen ontbreekt niet voorin de boeken. Barbro Lindgren beschrijft in deze boeken op poëtische wijze de lotgevallen van het jongetje Barnhans en zijn speelgoeddieren, een paar denneappels, een steen en een kurk, die allemaal zeer menselijke trekjes vertonen. Ze zegt zelf de vermenging van humor en zwaarmoedigheid erg belangrijk te vinden, omdat het echte leven ook zo is. Van idylles en gelukkige eindes houdt ze niet. Ze wil de werkelijkheid weergeven zoals die is en doet er, naar eigen zeggen, eerder nog een scheutje ellende bij. Wel wil ze graag het mooie dat er tussen mensen kan zijn, zoals warmte en vriendschap, beschrijven, maar niet op een oppervlakkige manier.
Ze wil nooit moraliseren of zeggen hoe het moet. Zelf heeft ze een enorme vrijheidsdrang en een afschuw van regeldwang, wat ook uit veel van haar boeken spreekt. In haar werk wil ze niets verklaren of uitleggen, maar omdat ze toch iets wilde doorgeven over haar kijk op het leven, schreef ze een schoolboek, Obs! Viktigt! (Let op! Belangrijk!). Hierin schrijft ze op openhartige wijze en in duidelijke taal over dingen waar ze zelf als kind over nadacht, maar niet over durfde te praten, zoals angst, sex, oorlog en de dood.
| |
Topgeheimen
De tienjarige Barbro beschrijft in haar dagboek hoe de
| |
| |
wereld op haar overkomt. Ze leeft erg intensief en maakt de lezer deelgenoot van haar angsten en levenspijn; op haast vanzelfsprekende, laconieke wijze, maar eveneens met verbazing. Ook voelt ze het leed van anderen goed aan, vooral van mensen die niet worden geaccepteerd door hun omgeving. Veel mensen die ze kent komen te overlijden door ziekte of een ongeluk en daardoor denkt ze dikwijls na over de dood.
In de herfst wordt Barbro ineens, midden onder de les op school, overvallen door een overweldigend gevoel van zinloosheid en troosteloosheid. Lange tijd wil ze alleen maar op
Illustratie van Sjef Nix uit Topgeheimen
bed liggen, met de gordijnen dicht. Haar ouders begrijpen haar gemoedstoestand niet, maar hebben er wel respect voor. Heel langzaam wordt ze beter en went ze weer aan het leven van alledag. Als iedereen denkt dat ze helemaal gezond is, heeft ze nog vaak verdrietige buien. Toch valt er ook veel te lachen in haar leven en ze schrijft uitgebreid over de gekke dingen die ze op school meemaakt.
Aan het einde van het boek komt Barbro thuis na een verblijf in het ziekenhuis vanwege geelzucht. De lente is in aantocht en ze kijkt uit naar alle nieuwe dingen die haar te wachten staan.
| |
Waardering
Hoewel de boeken van Barbro Lindgren soms een gemengde ontvangst krijgen, zijn de Zweedse critici overtuigd van de hoge kwaliteit van haar werk. Ze wordt vooral bewonderd vanwege haar hoogst persoonlijke stijl. Ook vindt men het knap hoe ze keer op keer de traditionele voorstellingen van hoe voor kinderen geschreven moet worden, overhoop weet te gooien. Topgeheimen was in Zweden een bestseller en wordt daar, met de twee vervolgdelen, regelmatig herdrukt. Sprinkie wordt in Zweden niet erg geschikt geacht voor jonge lezers, maar toen het boek in Nederland verscheen, werd gedacht dat het kinderen veel identificatiemogelijkheden zou bieden, omdat het alle facetten van het kleu- | |
| |
terleven nuchter en realistisch beschrijft.
Het succes van de boeken over de wilde baby en Max komt volgens de Zweedse critici voor een groot gedeelte door de illustraties van Eva Eriksson. Men vindt trouwens de eenheid van tekst en illustraties in alle gezamenlijke boeken van Barbro Lindgren en Eva Eriksson opvallend. Op de rijmvorm - een in Zweden vaak toegepaste vertelvorm in prentenboeken - van Mamma en de wilde baby werd in Nederland wat onwennig gereageerd. Bovendien had men moeite met de kwaliteit van de vertaling.
De boekjes over Max werden in Nederland zonder uitzondering enthousiast ontvangen. Zowel de illustraties als de tekst werden geprezen. Anders dan in Zweden had men hier geen moeite met de kindertaal. In het Algemeen Dagblad schreef Joke Linders: ‘Vooral Het potje van Max (...) heeft mijn hart gestolen. (...) Een serie komische prenten met een minimum aan tekst maken de onvermijdelijke zindelijkheidstraining tot een amusante happening.’ Cornald Maas schreef in De Volkskrant: ‘De tekst van Barbro Lindgren (...) is simpel, maar uitermate doeltreffend.’ En in NRC Handelsblad noemde Bregje Boonstra de boekjes over Max ‘buitengewoon grappig’.
| |
Bibliografie
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde boeken
|
Mattias sommar (1965), Genom ventilerna (1967), Loranga, Masarin och Dartanjang (1969), Eldvin (1972), Världshemligt (1972), Bladen brinner (1973), Gröngölingen är på väg (1974), Stora Sparvel (1977), Bara Sparvel (1979), Sagan om den lilla farbrorn (1979), Obs! Viktigt! (1981), Sagan om Karlknut (1985), Vems lilla mössa flyger (1987), Korken flyger (1990), Titta Max grav! (1991), Bra Börje (1992). |
In het Nederlands vertaalde boeken
|
Jättehemligt (1971): Topgeheimen. Vertaald door Rita Törnqvist. Met illustraties van Sjef Nix. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1974. |
Lilla Sparvel (1976): Sprinkie. Vertaald door Rita Törnqvist-Verschuur. Met illustraties van Henk Kneepkens. Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1979. |
Mamman och den vilda bebin (1980): Mamma en de wilde baby. Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy. Met illustraties van Eva Eriksson. Amsterdam, Middernacht Pers, 1989. |
Max bil (1981): De auto van Max. Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy. Met illustraties van Eva Eriksson. Amsterdam, Middernacht Pers, 1989. |
Max nalle (1981): De beer van Max. Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy. Met illustraties van Eva Eriksson. Naarden, Middernacht Pers, 1991. |
Max balja (1982): Het badje van Max. Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy. Met illustraties van Eva Eriksson. Naarden, Middernacht Pers, 1992. |
Max dockvagn (1986): De kar van Max. Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy. Met illustraties van Eva Eriksson. Amsterdam, Middernacht Pers, 1990. |
Max potta (1986): Het potje van Max. Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy. Met illus- |
| |
| |
traties van Eva Eriksson. Naarden, Middernacht Pers, 1991. |
Max kaka (1981): Het boekje van Max. Vertaald door Maydo van Marwijk Kooy. Met illustraties van Eva Eriksson. Naarden, Middernacht Pers, 1993. |
Over Barbro Lindgren
|
Birgitta Fransson, Barbro Lindgren, också en cyklist. In: Opsis Kalopsis, jaargang 3 (1988), nr. 1, blz. 8-13. (Interview) |
Stefan Mählqvist, Barbro Lindgren. In: De skriver för barn och ungdom. Svenska nutidsförfattare L-Ö. Lund, Bibliotekstjänst, 1990. |
Klas Viklund, Jag går på tvären genom alltingoch det passar mig bra! In: Inte bara Emil. Stockholm, Filminstitutet, 1991, blz. 50-57. (Interview) |
Cornald Maas, Max wil niet op het potje, hond wel. In: De Volkskrant, 2-11-1991. |
Bregje Boonstra, Autodrama. In: NRC Handelsblad, 22-11-1991. |
Joke Linders, Toen kwam er een dik mannetje. In: Algemeen Dagblad, 9-1-1992. |
32 Lexicon jeugdliteratuur
juni 1993
|
|