| |
| |
| |
Gunnel Linde
door Noortje Geertsma-Van Gijs
Gunnel Linde werd op 14 oktober 1924 geboren in de Zweedse hoofdstad Stockholm. Na de middelbare school bezocht ze de Anders Beckman reclameschool. Daarna was ze als journaliste en illustratrice werkzaam bij verschillende dagbladen. Van 1957 tot 1963 werkte ze als producente van kinderprogramma's bij de Zweedse radio en sinds 1964 produceert ze kinderprogramma's voor de Zweedse televisie. In 1958 schreef ze haar eerste kinderboek.
Naast haar werk bij de televisie en het schrijven van kinderboeken is Gunnel Linde ook actief in de Zweedse beweging voor het recht van het kind. Van 1976 tot 1980 was ze voorzitster voor bris (Barnens rätt i samhället: het recht van de kinderen in de maatschappij) en sinds 1977 heeft ze zitting in de justitiële onderzoekscommissie Barnens rätt, die zich tot taak stelt gevallen van kindermishandeling te onderzoeken.
Ze ontving onder andere de volgende prijzen: in 1964 vermelding op de ibby Honour List van Till äventyrs i Skorstensgränd, in 1965 de Nils Holgersson-plakette voor Het witte steentje en in 1978 de Astrid Lindgrenprijs.
| |
Werk
Gunnel Lindes debuutboek kwam voort uit de door haar geschreven radioserie Osynliga klubben. Het merendeel van haar latere boeken is eveneens ontstaan uit radio- of televisieseries; enkele andere werden achteraf bewerkt tot televisieserie, speelfilm of zelfs tot opera.
Ze schrijft over uiteenlopende onderwerpen voor verschillende leeftijden: van een sprookjesachtig prentenboek voor kleuters tot het voor tieners geschreven Als je leven je lief is, waarin de verliefdheid van een 13-jarige centraal staat. De twee hoofdken- | |
| |
merken van haar werk zijn het speelse taalgebruik en de fantasiewereld van het kind. Op heel eigen wijze maakt ze gebruik van een verrassende woordkeuze en beeldspraak, waardoor ze een warme, soms dromerige sfeer weet op te roepen. De fantasie komt op verschillende manieren aan de orde: onder andere in de vorm van een fantasievriendje, de metamorfose van een gewone kamer in een spannend ontdekkingsland en het scheppen van een eigen wereld zonder volwassenen. Vaak is die fantasie een hulpmiddel voor de hoofdpersonen om uit moeilijke omstandigheden - eenzaamheid, plagerijen, schuldgevoelens - te ontsnappen, of om bepaalde gemoedstoestanden te verklaren. Zo geeft bijvoorbeeld Vesle in Alles of niets voor een fiets de fantasiefiguur Serpentina de schuld van haar eigen minder leuke invallen en ziet Ulf in De weerwolf zijn driftbuien als een gevolg van een weerwolfbeet. Gunnel Linde wijst erop hoe belangrijk het fantasiespel is voor kinderen die zich moeten zien te redden in de starre, humorloze wereld van de volwassenen. Zelf moest ze als kind vaak alleen thuis zijn en putte dan troost uit het gezelschap van enkele fantasievriendjes en een fantasiehond.
De rol van de volwassene in Gunnel Lindes boeken heeft in de loop der jaren een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt. Met name in haar vroege werk worden volwassenen karikaturaal of clichématig neergezet. In Het witte steentje is de kloof tussen de wereld van de kinderen en die van de volwassenen er zelfs de reden van dat de twee hoofdpersonen een zelfmoordpoging doen. In Gunnel Lindes recentere werk krijgt het gezinsleven veel meer aandacht en komen de ouders er beter van af. Zij zijn nu mensen bij wie je terecht kunt, zoals de zonnige moeder in Als je leven je lief is en Alles of niets voor een fiets. Een nieuwe verschijning in Gunnel Lindes boeken is de wensvervullende volwassene. In Alles of niets voor een fiets is hij aanwezig in de persoon van ‘de man met de regenjas’, die zomaar een dure fiets cadeau doet en in Rädda Joppe-död eller levande is het Olsson, de vriend van Ola's moeder, die het zoeken naar Ola's kwijtgeraakte speelgoedmol Joppe verkiest boven de afspraakjes met Ola's moeder.
De kwaliteit van Gunnel Lindes werk is nogal wisselend: het niveau schommelt tussen het hoge kwaliteitsgehalte van Het witte steentje en pure ontspanningsliteratuur als het detectiveverhaal Telefonen i underjorden. Het oordeel van de critici kan van boek tot boek dan ook sterk verschillen. Verschillende keren heeft Gunnel Linde voor een verrassing in de Zweedse kinderboekenwereld gezorgd. Met Het witte steentje zorgde ze voor een schokeffect door een zelfmoordpoging te beschrijven en in Eva-sjams land brak ze met een ande- | |
| |
re conventie: ze liet de keuze van het slothoofdstuk over aan de lezer die drie alternatieven kreeg aangeboden.
| |
Het witte steentje
In dit boek wordt het verhaal verteld van twee eenzame kinderen, Fia en Hampus, die samen een fantasiewereld opbouwen. Ze veranderen hun namen in Fidelie en Koning der Gevaren en laten elkaar heel bijzondere opdrachten uitvoeren, met als inzet een gladde witte steen. Zo moet Fia bijvoorbeeld een heel etmaal zwijgen en krijgt Hampus de opdracht een circusolifant aan een vlaggepaal vast te binden. Fia durft als Fidelie dingen waar ze als Fia veel te bang voor was, zoals piano spelen in het openbaar. De volwassenen begrijpen het gedrag van de kinderen niet en gaan de vreemdste dingen vermoeden. Uiteindelijk is de afstand tussen de wereld van de kinderen en de wereld van de volwassenen zo groot dat het de kinderen onmogelijk lijkt nog verder te leven. Ze besluiten vergiftigde paddestoelen te eten.
Hoewel de avonturen van de kinderen met veel humor beschreven worden, is de ondertoon in het boek weemoedig en soms beklemmend. Het werd indertijd in Zweden als schokkend ervaren dat Gunnel Linde in Het witte steentje de situatie van de kinderen zo uitzichtsloos schilderde. Ook kwam er kritiek op het feit dat ze
Illustratie van Eric Palmquist uit Het witte steentje
| |
| |
de kinderen liet redden door het toeval: de paddestoelen bleken niet giftig. Maar aan de andere kant kreeg Het witte steentje ook veel waardering. Met dit boek wilde Gunnel Linde laten zien hoe zwaar de levensomstandigheden van kinderen kunnen zijn, en wat voor vreselijke gevolgen het zou kunnen hebben als volwassenen onzorgvuldig omgaan met hun superieure positie ten opzichte van kinderen.
Toen Het witte steentje in Nederland uitkwam ging de diepere bedoeling van het boek aan de recensenten voorbij en werd het als ‘grappig’ betiteld.
Het witte steentje is in vele talen verschenen en in 1974 verfilmd voor de televisie. In Zweden wordt het nog steeds herdrukt, in Nederland is het alleen nog in de bibliotheek verkrijgbaar.
| |
Alles of niets voor een fiets
Hoofdpersoon is de 9-jarige Vesle Berg. Uit woede op haar broer Jeppe gooit ze zijn nieuwe fiets in het water, iets waar ze al gauw spijt van krijgt. Maar ze kan de fiets niet terugvinden en verzint de gekste dingen - onder andere een bankoverval - om Jeppe weer aan een nieuwe fiets te helpen. Een belangrijke rol in het verhaal speelt Vesle's fantasievriendin Serpentina, die de schuld krijgt van Vesle's opstandige gedachten. Af en toe ontstaat er een ware strijd tussen de wil van Vesle en die van Serpentina. Uiteindelijk versmelten de beide personen, als ze gelijktijdig dezelfde goede inval krijgen.
Vesle's paniek wordt door Gunnel Linde heel serieus genomen en geloofwaardig beschreven. Ook in dit boek laat Gunnel Linde zien dat een kinderleven niet altijd over rozen gaat en dat kinderzorgen grote zorgen zijn. Toch overheerst in het verhaal de positieve toon: in het gezin van de familie Berg heerst een warme sfeer, ondanks regelmatige botsingen tussen de ouders en de kinderen onderling. Het optimisme van de moeder wint het van de zwartgalligheid van de vader. De Zweedse titel van Alles of niets voor een fiets luidt dan ook Lita på det oväntade: vertrouw op het onverwachte, één van de lijfspreuken van Mama Berg.
Alles of niets voor een fiets werd in de kritieken onder andere ‘origineel van toon en fantasie’ genoemd (En nu over jeugdliteratuur).
Gunnel Linde heeft nog twee boeken over de familie Berg geschreven: Als je leven je lief is, met de 13-jarige Sylvia als hoofdpersoon, en het niet in het Nederlands vertaalde Dingorymmare utan fasttagare, over Jeppe en zijn vriendje Dingo, die in een pleeggezin woont en van huis wegloopt.
| |
Waardering
In Zweden wordt Gunnel Lindes werk regelmatig be- | |
| |
kroond en internationaal wordt ze als een van de belangrijkere hedendaagse Zweedse kinderboekenschrijvers beschouwd. Slechts een klein gedeelte van haar totale oeuvre is in het Nederlands vertaald. In ons land worden haar boeken goed, maar zonder bijzondere aandacht ontvangen. In het geval van Het witte steentje is het opmerkelijk dat het boek indertijd in Zweden opschudding veroorzaakte, terwijl het door de Nederlandse critici als ‘grappig’ en ‘leuk’ werd bestempeld.
| |
Bibliografie
Keuze uit de niet in het Nederlands vertaalde boeken
|
Osynliga klubben och hönshusbaten (1958), Till äventyrs i Skorstensgränd (1962), Med Lill-Klas i kappsäcken (1965), Eva-sjams land (1967), Mamm- och pappsagor (1976), Dingo-rymmare utan fasttagare (1981), Telefonen i underjorden (1983), Rädda Joppedöd eller levande (1985), Gå på vattnet (1987). |
In het Nederlands vertaalde boeken
|
Den vita stenen (1964): Het witte steentje. Vertaald door J.C. Torringa-Timmer. Met illustraties van Eric Palmquist. Nijkerk, Callenbach, 1967. |
Jag är en varulvsunge (1972): De weerwolf. Vertaald naar de Duitse vertaling door T. van Leemens. Den Haag, Leopold, 1980. |
Om livet är dig kärt (1977): Als je leven je lief is. Vertaald door N. van der Beek. Den Haag, Leopold, 1982. |
Lita på det oväntade (1979): Alles of niets voor een fiets. Vertaald door N. van der Beek. Den Haag, Leopold, 1986. |
Over Gunnel Linde
|
Margareta Strömstedt, Gunnel Linde-innervärlden och yttervärlden. In: Biblioteksbladet, 1965, blz. 363-368. |
Mary Ørvig, Eight women who write in Swedish for children, part 2. In: The Horn Book Magazine, jaargang 49 (1973), nr. 2, blz. 119-126. |
Anita Lindväg, Psykologin i Gunnel Lindes Den vita stenen. In: Svensklärarföreningens årsskrift, 1973, blz. 107-121. |
Lioba Betten, Gundel Linde. In: Lexikon der Kinder- und Jugendliteratur. Weinheim, Beltz Verlag, 1982. |
Ying Toijer-Nilsson, 66 svenskspråkiga barnboksförfattare. Stockholm, Rabén & Sjörgen, 1983. |
Harriette Söderblom, Gunnel Linde. In: De skriver för ungdom, porträtt av svenska ungdomsförfattare L-Ö. Lund, Bibliotekstjänst, 1984. |
16 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1988
|
|