Jef Last
door Matee ten Wolde
Jef Last werd op 2 mei 1898 te 's-Gravenhage geboren. Op 15 februari 1972 overleed hij in Laren. Zijn vader was respectievelijk zee-officier, ambtenaar in het toenmalige Nederlands-Indië en hoofdinspecteur van de arbeid in Amsterdam. De functies van zijn vader brachten met zich mee dat het gezin regelmatig moest verhuizen.
Last groeide op in een bemiddeld milieu, maar kwam daarmee al snel in conflict vanwege zijn politieke en sociale belangstelling. Nadat hij uit de sociëteit van de Leidse studentenvereniging - hij studeerde Chinees - werd verwijderd vanwege zijn omgang met Katwijkse vissers, wendde hij zich tot het marxisme en ging reizen.
Die laatste keuze is kenmerkend voor Last; het leven zelf was zijn leerschool. Last was achtereenvolgens matroos, assistent-bedrijfsleider van een kunstzijdefabriek, mijnwerker en leraar Engels en cultuurgeschiedenis in Indonesië. Vanuit zijn politieke stellingname vocht hij als kapitein in het republikeinse leger in de Spaanse burgeroorlog. Als schrijver was hij een van de oprichters van de literaire bladen Links Richten en Links Front. Beide bladen hadden als uitgangspunt dat ook arbeiders zouden moeten kunnen publiceren, maar om kwaliteitsredenen is dat weinig voorgekomen. In 1957 promoveerde Last in Hamburg - in 1949 had hij kandidaats-examen Sinologie gedaan - tot doctor in de Chinese taal en wijsbegeerte op een proefschrift over Luh Sun.
Last trouwde op 23-jarige leeftijd, maar zijn liefde ging ook toen al uit naar mannen. In 1934 ontmoette hij de schrijver André Gide, door wie hij gestimuleerd werd zijn homoseksualiteit te accepteren. Na de oorlog was hij betrokken bij de oprichting van het coc.
In 1963 ontving hij de Marianne Philips-prijs en in 1966 de Joost van den Vondel-prijs voor zijn gehele oeuvre en voor zijn bevorderingen van de culturele verstandhouding tussen oost en west.