| |
| |
| |
Ron Langenus
door Jet Marchau
Ron Langenus is op 20 december 1956 in de Mechelse deelgemeente Battel geboren. Hij studeerde exacte wetenschappen aan de universiteiten van Antwerpen en Gent, dictie en welsprekendheid aan het Mechelse conservatorium. Vervolgens werd hij docent wiskunde en schrijver.
Langenus, die Indische en Ierse voorvaderen heeft, is een gedreven Ierlandvaarder. Zijn kennis van het groene eiland en de Keltische cultuur verwerkte hij in artikelen en lezingen die in 1994 werden gebundeld in de gids voor volwassenen, Ierland ingebeeld. Voor krant en televisie maakte hij reportages over Noord-Ierland.
Zijn passie voor oude verhalen en magie resulteerde in kinderboeken van uiteenlopende aard, variërend van prentenboeken tot grappige detectives en historische verhalen.
Voor zijn debuut Waar de zon ondergaat ontving hij in 1989 een Boekenleeuw. Het boek verscheen een jaar later onder de titel Mission West bij de uitgeverij Wolfhound in Dublin. Het maakte Langenus tot de eerste Vlaamse auteur die in het Iers werd vertaald.
De schimmen van Pluckley was in 1992 goed voor een Boekenwelp. Zo groot is de zee, met illustraties van Gerda Dendooven, werd in april 1995 door Bulletin Jugend und Literatur tot ‘Bilderbuch des Monats’ uitgeroepen. De verliefde prins, eveneens door Gerda Dendooven geïllustreerd, kreeg in 2000 een Boekenpluim en een Zilveren Penseel. De stad Gent kende Langenus in 2001 voor de historische roman Het verborgen dorp de Cervantensprijs toe.
Vertalingen van zijn werk verschenen in Groot-Brittanië, Ierland, Canada, de Verenigde Staten en Oostenrijk.
| |
Werk
Een verzoek van Gaston Van Camp aan Langenus of hij een jeugd- | |
| |
boek over Ierland wilde schrijven, leidde in 1987 tot het debuut Waar de zon ondergaat. Dit historische avonturenverhaal over de verovering van Ierland door Oliver Cromwell speelt omstreeks 1650. Op zijn tocht naar een abdij in het vrije westen waar hij voor zijn vermoorde, katholieke stiefvader een oeroud document moet afleveren, is de zeventienjarige Rory O'Connor getuige van verwoestingen door de Engelse bezetter en verdeeldheid onder de Ieren.
Al meteen was duidelijk dat Langenus een geëngageerd auteur wilde zijn. Het verhaal van de Ierse overlevingsstrijd, ook een belangrijk gegeven in De Geheimen (2001), staat symbool voor de tijdloosheid van oorlog en repressie en legt het universele karakter van machtsmisbruik bloot. Die thematiek, een constante in zijn werk, is in Het verborgen dorp (1999) op de spits gedreven. Niet de Ieren, maar de joden zijn hier het slachtoffer van repressie. Vanuit het hiernamaals vertelt de negenjarige Bram wat hem en zijn vader overkwam in de laatste twee oorlogsjaren, toen ze samen met andere joden verborgen zaten in een ondergronds dorp op de Veluwe. Zijn gedetailleerde, filmische verslag is doorspekt met volwassen reflecties op de gebeurtenissen. Dit wisselende vertelstandpunt verruimt het verhaalkader en schept een bijzonder spanningsveld. De vaak poëtische sfeer waarmee Langenus de harde feiten verzacht, intensifieert de spanning.
In verschillende verhalen vertaalde Langenus zijn bezorgdheid om mens en milieu in de strijd tussen goede en kwade machten. Faramir en zijn vriendin Carrey beleven in het magisch-realistische verhaal De schimmen van Pluckley (1991) de dodelijke confrontatie tussen witte en zwarte heksen. Faramir bezit de gave om de goede ‘schimmen’ van het dorp Pluckley te activeren. Zo kan hij een duivels experiment van de regering ontmaskeren. Opnieuw wordt een link gelegd met de Ierse strijd. De regering wil een nieuw zenuwgas op de bewoners van het Engelse Pluckley uitproberen. Later moet dit gas dienst doen als oorlogswapen in de Noord-Ierse katholieke wijken.
In Weg van weggeweest (1989) bindt Merlijn, die na een eeuwenlange slaap in Stonehenge als zesjarig jongetje ontwaakt, de strijd aan met de kwade machten die de wereld beheersen. Langenus situeert het verhaal, geënt op de sagen van koning Arthur en de ridders van de Ronde Tafel, in de moderne tijd en laat Merlijn achterwaarts leven, waardoor een bevreemdend spanningsveld ontstaat. Het verhaal verscheen in 1997 in een herziene versie als Onder de zwarte heuvel.
Yngwor en het beest (1995) werd geïnspireerd door drastische milieu-ingrepen in Langenus' eigen woonwijk. Dank zij de schrandere, hoewel vreemde Yngwor evolueert een rampzalige pestklas met een groteske lerares tot een hechte groep. Ze komen op het spoor van een geheim legerlaboratori- | |
| |
um waar medische experimenten met mensen en dieren plaatsvinden. Langenus ontwikkelde in dit verhaal een stijl die het midden houdt tussen koldereske humor, met een knipoog naar Roald Dahl, en goed gedoseerde spanning.
Het absurde detectivegenre bouwde hij verder uit in Het geheim van de zwarte dame (1996), een verhaal dat door de plastische, visueel gerichte stijl en de hoge vaart dicht bij het stripverhaal komt.
Magische locaties, verhalen en mysterieuze personages zijn belangrijke elementen in het werk van Ron Langenus. Als kind van de bevrijdende jaren zestig en zeventig, die hij nostalgisch oproept in De schimmen van Pluckley en De Geheimen, gelooft hij sterk in de kracht van de fantasie. Het landschap, de natuur of natuurfenomenen zoals de orkaan die het dorpje Pluckley teistert, activeren de magie. Ze wekken oude verhalen tot leven, die zich mengen met de realiteit. Druïden, goede heksen, feeën en verhalenvertellers spelen hierbij een duidende rol. In zijn gids Ierland ingebeeld (1994) citeert Langenus met warmte zijn vriend Ben Mac Brady, de laatste ingewijde in een 3000 jaar oude druïdenorde. Dezelfde Ben stond model voor een wijze joodse man in Het verborgen dorp. Om Brams aandacht af te leiden van de oorlog, neemt hij hem mee op sleeptouw in de natuur en vertelt verhalen. Samen met een prent van een fee en een sprookjesboek
Illustratie van Gerda Dendooven uit De verliefde prins.
maken die verhalen de gruwelijke realiteit voor Bram draaglijker.
In De schimmen van Pluckley noemt Jan zichzelf ‘Faramir’, naar een figuur uit Tolkiens In de ban van de ring. Het avontuur in Pluckley voert Faramir naar Penelope Black, een witte heks. In Yngwor en het beest is het de heks Quinto die Yngwor helpt. De Geheimen is doorspekt met verhalen over de ‘faeries’ of elfen.
De kracht van de verbeelding is als thema ook sterk aanwezig in Langenus' verhalen en sprookjes voor kinderen. De verdwenen tijger (1997), over de zoektocht naar een verloren knikker, maakt duidelijk dat hij de fantasie van kleuters wil prikkelen. Fantasie is vol- | |
| |
gens hem onontbeerlijk in het groeiproces. In de ontdekking van zijn eigenheid moet ieder kind zich vrij vechten. Om die reden bevrijdt de blinde Chico in Zo groot is de zee (1994) zijn vriendje dolfijn uit een aquarium door hem op de trampoline te leren springen. In Tobi en de sterren (1999) leert een adelaar een verweesd beertje vliegen tot hij bij de sterren kan. Diederik uit De verliefde prins (1999) laat zich niet dwingen een prinses te trouwen. De goede heks Anne tovert de prins om tot goudvis en zo ontdekt hij zijn ware bestemming. Voor het gevaar van een kunstmatige, valse droomwereld en de glitter van een schijnwereld waarschuwt Langenus in Paul in de piano (2001).
De kracht van de fantasie geldt niet alleen de inhoud, maar ook de constructie en de schrijfstijl. De herziene versies Onder de zwarte heuvel en De Geheimen tonen Langenus' groei als auteur. Prekerige tussenkomsten zijn verdwenen, de personages handelen meer vanuit zichzelf en krijgen diepte doordat de achtergrond beter is uitgewerkt. De taal werd geschaafder, rijker en Engelse zinswendingen verdwenen nagenoeg.
Dit soepeler schrijven laat ruimte voor taalexperimenten. Langenus creeert graag nieuwe woorden. In Het verborgen dorp ‘waterglimlacht’ Brams vader, vertelt Ben met ‘zingwoorden’ en trekken ze door de ‘fluweelse’ heide. Beertje Tobi in Tobi en de sterren is een ‘adelbeer’ of een ‘berelaar’ die ‘klappert’ met zijn berepootjes. In De verliefde prins wordt het bos van heks Anne bevolkt door drakenmuizen, vliegende gromschapen en kusjesratten. De stijl wisselt van poëtisch en kleurrijk tot sober op kindermaat.
Langenus wil met zijn boeken kinderen andere ideeën, gevoelens en omgangsvormen bieden dan die van de reclamewereld. Bovenal wil hij vertellen, zoals de ‘shanachies’, de grote Ierse vertellers het vóór hem deden: ‘Zo een boek schrijven, vertellen, intuïtief, zonder nadenken of plannetje en schema's en tobben over de lengte van de tekst en de leeftijd van de lezers en de logica van het verhaal en de weerspannigheden van de taal [-]’
| |
De Geheimen
In deze gelaagde briefroman, een herziene en uitgebreide versie van De verdwijning (1992), staan de liefde voor Ierland, de Ieren en de Ierse overlevingsstrijd centraal. De roman speelt op twee vlakken, die elk verschillende thema's bevatten. In het eerste verhaal brengt een bundel achtergelaten brieven, verstuurd tussen 1953 en 1957, de Vlaamse Sam op het spoor van zijn geheimzinnig verdwenen grootvader. De brieven zijn ondertekend door de Ierse jongen Ciaran. In een ontwapenende en beeldrijke spreekstijl vertelt hij over het harde bestaan van een handvol bewoners op het schrale Blasketeiland aan de zuidoostkust van Ierland. Hij legt verbanden met de Ierse vrijheidsstrijd en de migratie naar Amerika en bezint zich
| |
| |
over het groeiende racisme. Bovendien stoffeert hij zijn brieven rijkelijk met poëtische liederen van de bard van het dorp en verhalen over de ‘Fianna’, een legendarische schare Ierse strijders en jagers.
Het verhaal van Sam, dat in 2001 speelt, is nauw met het eilandverhaal van Ciaran verweven. Door de nagelaten brieven reflecteert Sam over over zijn eigen jeugd in de jaren zeventig en over het verleden van zijn grootouders. Door zijn vragen hierover stuit hij op verschillende geheimen.
De twee verhalen vloeien soepel in elkaar over, er worden parallellen getrokken tussen de Ierse grootvader ‘Daddo’ en de Vlaamse grootvader ‘Stephen’, tussen dagdromer Ciaran en Sam, die net als Ciaran ontdekkingen doet over zijn herkomst en een bewustzijnsproces doormaakt. Tijdens zijn zoektocht, die op een wat gewrongen manier eindigt bij zijn grootvader, bezint Sam zich over zijn schrijverschap.
Langenus vertelt gedetailleerd, visueel en met gevoel voor dramatiek. Hoewel hij zich af en toe tot breedsprakerig taalgebruik laat verleiden, is de stijl meeslepend en het verhaal sfeervol en vlot leesbaar.
| |
Waardering
Vrijwel alle recensenten zijn het erover eens dat Langenus een uitstekende verteller is. Zijn verhalen zijn rijk aan thematiek geënt op de leefwereld van kinderen en stralen sfeer en warmte uit. Mik Ghys wees op de goede dosering van actie en geheimzinnigheid en de duidelijk getekende personages in Yngwor en het beest. Het verborgen dorp werd door Piet H.B. Michielsen ‘een prangende getuigenis’ genoemd. Jan Van Coillie roemde de sobere en tegelijk poëtische stijl van het verhaal, waarin de auteur zich nergens in goedkoop sentiment of effectbejag verliest. Annie Beullens maakte kanttekeningen bij de volgens haar overbodige literaire hoogstandjes in het verder ijzersterke boek.
Bij de kleuterverhalen scoorde vooral het spannend opgebouwde De verdwenen tijger hoog, omdat de lezer zelf verbanden moet leggen. Erik Vanhee wees op de rake dialogen en het originele en herkenbare taalgebruik. Toch zijn er ook kanttekeningen. De personages zouden door een betere uitwerking meer diepgang hebben gekregen. Claudine Vandendriessche betwist het ongeloofwaardige slot. Tobi en de sterren werd door verschillende recensenten een mystiek en dromerig boek genoemd, met een moeilijk plot voor kleuters.
In De verliefde prins prezen critici de sfeer, de rijke taal, de leuke woordspelingen, de ongebreidelde fantasie en het gevoel voor humor.
| |
Bibliografie
Werk voor volwassenen
|
Ierland ingebeeld (1994) |
Jeugdboeken
|
Waar de zon ondergaat. Antwerpen, Facet, 1987. |
| |
| |
Weg van weggeweest. Antwerpen, Facet, 1989. |
De schimmen van Pluckley. Antwerpen, Facet, 1991. |
De verdwijning.. Antwerpen, Facet, 1992. |
Zo groot is de zee. Met illustraties van Gerda Dendooven Davidsfonds/ Infodok, 1994. |
Yngwor en het beest. Met illustraties van Sylvia Hens. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1995. |
Het geheim van de zwarte dame. Met illustraties van Karl Meersman. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1996. |
Onder de zwarte heuvel. Met illustraties van Karl Meersman. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1997. |
De verdwenen tijger. Met illustraties van Anne Westerduin. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1997. |
Tobi en de sterren. Met illustraties van Marijke Meersman. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1999. |
De verliefde prins. Met illustraties van Gerda Dendooven Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1999. |
Het verborgen dorp. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 1999. |
De Geheimen. Leuven, Davidsfonds/ Infodok, 2001 |
Paul in de piano. Leuven, Davidsfonds/Infodok, 2001. |
Over Ron Langenus
|
Jet Marchau, Een Iers eilandverhaal. Ron Langenus, De verdwijning. In: Jeugdboekengids, maart 1993. |
Ria de Schepper, De verdwenen tijger. In: Jeugdboekengids, maart 1994. |
Herman Kakebeeke, Zo groot is de zee. In: Leesidee jeugdliteratuur, december 1994. |
Jet Marchau, Ingwor en het beest. In: Leesidee jeugdliteratuur, december 1995. |
Mik Ghys, Yngwor en het beest. In: Klapper, november 1996. |
Jet Marchau, Het geheim van de zwarte dame. In: Leesidee jeugdliteratuur, november 1996. |
Erik Vanhee, De verdwenen tijger. In: Leesidee jeugdliteratuur, april 1997. |
Claudine Vandendriessche, De verdwenen tijger. In: Klapper, maart 1997 |
Jet Marchau, Waar de zon ondergaat. In: Leesidee jeugdliteratuur, mei 1999. |
Jet Marchau, Schrijven is verschrikkelijk. Auteur in de kijker. Tobi en de sterren. de verliefde prins. In: Leesidee jeugdliteratuur, juni 1999. |
Jet Marchau, Wie vergeet, verdwaalt. Ron Langenus, Het verborgen dorp. In: Leesidee jeugdliteratuur, juni 1999. |
Annie Beullens, Het verborgen dorp. In: Klapper, april 1999. |
Jan van Coillie, Schoon, maar triestig. In: Standaard de Letteren, 8-7-1999. |
Bart Van Nuffel, Tobi en de sterren. In: Klapper, 2-1999. |
Annemie Leysen, Ben jij wie ik zoek? In: De Morgen, 11-3-1999 |
Piet H.B. Michielsen, Het waren vier gruwelijke jaren. In: De Gazet, 30-9-199. |
Jan Smeekens, Gretig vertekend. Ron Langenus, De Verliefde Prins. In: Leesgoed, 4- 2000 |
Frank Stappaerts, Langenus, Ron. Het verborgen dorp. In: De Vrijzinnige Lezer, maart 2000. |
Jet Marchau, Wij zijn allemaal eilanden. De Geheimen. In: Leesidee jeugdliteratuur, november 2001. |
Jet Marchau, Paul in de piano. In: Leesidee jeugdliteratuur, december 2001. |
58 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2002
|
|