| |
| |
| |
Elizabeth Laird
door Karen Ghonem-Woets
Elizabeth Laird is op 21 oktober 1943 geboren in Wellington, Nieuw-Zeeland. Haar ouders waren van Schotse en Nieuw-Zeelandse afkomst. In 1945 verhuisde het gezin naar Engeland. Na de middelbare school ging Laird een jaar naar Maleisië waar ze Engelse les gaf. Vervolgens studeerde ze Frans aan de universiteit van Bristol. Na een speciale cursus aan de universiteit van Londen vertrok ze voor twee jaar naar Ethiopië om daar Engels te doceren. Terug in Engeland pakte ze opnieuw een studie op, dit keer aan de universiteit van het Schotse Edinburgh. Omdat ze niet meteen werk in het buitenland kon vinden, koos ze ervoor om in Southall les te geven aan Indiase immigranten uit Punjab. Zo ontstond haar interesse voor India.
Tijdens haar eerste verblijf in India gaf ze onder andere les aan de universiteiten van Punjab en Bhopal. Ook bezocht ze dorpen waar Indiase immigranten vandaan kwamen. Tijdens haar tweede verblijf in India leerde ze David McDowall kennen, een Midden-Oostenspecialist die bij het Britse Consulaat werkte. Na hun huwelijk in 1975 volgde Laird haar man naar Bagdad en Beiroet. In 1979, toen het in Libanon te gevaarlijk werd, verhuisden ze naar Wenen. Eind dat jaar vestigde het gezin zich in Engeland.
In 1977 begon Laird met het schrijven van informatieve boeken en fictie voor volwassenen. Later ging ze ook voor kinderen schrijven. Ze debuteerde als jeugdboekenschrijfster in 1988 met Red Sky in the Morning (Anna).
Laird kreeg in Engeland diverse prijzen. Voor Kiss the Dust (Wij zijn Koerdistan) ontving ze in 1992 de Sheffield Children's Book Award en
| |
| |
de Red House Children's Book Award. Hiding Out (Alleen maar een mes) werd in 1994 onderscheiden met de Nestlé Smarties Young Judges Award. Met Jay won ze in 1998 de Lancashire County Library Children's Book of the Year Award. A Little Piece of Ground (Avondklok in Ramallah) kreeg in 2004 de Hampshire Book Award. En The Garbage King werd in 2004 bekroond met de Scottish Arts Council Children's Book of the Year Award en de Stockport Schools' Book Award. Wij zijn Koerdistan kreeg van het Nederlands Koninklijk Aardrijkskundig Genootschap de Glazen Globe 1992.
| |
Werk
De meest bekroonde titels uit Lairds omvangrijke oeuvre zijn in het Nederlands vertaald. Het gaat dan om boeken voor kinderen vanaf ongeveer twaalf jaar. Anna is een autobiografisch verhaal over Lairds gehandicapte jongere broer. Hij leefde slechts een paar jaar en overleed toen zij zeven jaar oud was. Het verhaal toont wat de aanwezigheid van een zwaar gehandicapt kind betekent voor het gezinsleven.
Andere verhalen waarin familierelaties een centrale rol spelen, zijn Alleen maar een mes (1995), Jay (2002) en De toren van Jacob (2003). In Alleen maar een mes is Peter met zijn ouders en een bevriend gezin op vakantie geweest in Frankrijk. Op de terugweg wordt hij door een misverstand na een tussenstop alleen achtergelaten. Het verhaal beschrijft de twee dagen waarin Peter moet zien te overleven met behulp van een zakmes en de informatie die hij zich herinnert uit een survivalboek. Daarnaast worden de gevoelens en de acties beschreven van iedereen die naar hem op zoek is of met hem te maken krijgt. Met name Peters gemoedstoestanden komen uitvoerig ter sprake: de woede op zijn ouders, de verbetenheid waarmee hij hen wil laten zien dat hij kan overleven, de schuldgevoelens vanwege het stelen van voedsel, de angst om voor diefstal opgepakt te worden en de groeiende vriendschap met een Franse jongen.
Met Jay en De toren van Jacob toont Laird zich een geëngageerd schrijfster. In De toren van Jacob beschrijft ze Jacobs strijd om definitief los te komen van zijn stiefvader die hem mishandelt, en samen met zijn moeder een nieuw bestaan op te bouwen. Ook Cassie, de hoofdpersoon in Jay, voelt zich verantwoordelijk voor het wel en wee van het gezin. Ze probeert haar ouders weer bij elkaar te krijgen en haar aan drugs verslaafde broer Jay naar huis te laten terugkeren. Dit lukt niet allemaal, maar de band met Jay wordt wel hersteld.
De specifieke situatie van kinderen in landen die Laird bezocht of waar ze heeft gewoond, vormt een ander belangrijk thema in haar werk. Ook hier gaat het om familierelaties en toont Laird zich een geëngageerd schrijfster. In Wij zijn Koerdistan
| |
| |
(1991) vertelt ze over een Koerdisch gezin dat uit Irak vlucht vanwege de terreur van Saddam Hoessein, die hele dorpen plat laat bombarderen. Avondklok in Ramallah (2004) gaat over de familie Aboudi, die in de Palestijnse stad Ramallah woont en geconfronteerd wordt met de Israëlische bezetting. Vanuit het perspectief van de twaalfjarige Karim beschrijft Laird wat het betekent om regelmatig oog in oog te staan met tanks en bewapende soldaten, niet te weten of je de volgende dag naar school kunt en je eigen vader vernederd te zien worden.
Floortjes tuin (1992) is een informatief prentenboek voor kinderen vanaf een jaar of negen. Het sluit aan bij Lairds passie voor tuinieren. Floortje logeert bij haar oma, die een grote tuin vol bloemen heeft. Over elke bloem heeft ze wel een verhaal te vertellen. Ze laat zich daarbij inspireren door haar eigen leven, de geschiedenis en de wereldliteratuur.
| |
Wij zijn Koerdistan
Dit boek beschrijft anderhalf jaar uit het leven van de twaalfjarige Tara, haar ouders, haar oudere broer Ashti en haar kleine zusje Hero. De gebeurtenissen spelen zich af in de periode van het voorjaar van 1984 tot en met de herfst van 1985. Het Koerdische gezin woont in de Iraakse stad Suleimanyia. Vader is fabrieksdirecteur. Tara gaat naar de Middelbare School voor Meisjes en houdt van winkelen. Op een dag ziet ze hoe een jongen na het uitroepen van de woorden ‘Ik sterf voor Koerdistan’ door soldaten wordt doodgeschoten. Vanaf dat moment is het afgelopen met haar zorgeloze bestaan. Saddam Hoessein arresteert en executeert Koerden en de peshmerga's, de Koerdische guerrillastrijders, komen tegen het regime in opstand. Ook Tara's vader is bij die strijd betrokken. Als de geheime politie daarachter komt, vlucht het gezin naar de bergen, de streek waar de familie van vader vandaan komt. Het primitieve, veilige leven daar is van korte duur, want het dorp wordt
Omslagillustratie: Francien van Westering
| |
| |
gebombardeerd. Het gezin vlucht naar Iran, waar Irak op dat moment mee in oorlog is. Ze verblijven er in vluchtelingenkampen. Tara's broer Ashti kiest er voor om terug te keren naar Irak en zich bij de peshmerga's aan te sluiten. Met hulp van familie uit Teheran en hun laatste geld vliegt het gezin naar Londen en vraagt politiek asiel aan. Tara is blij dat ze weer naar school kan, maar het valt niet mee om aan de nieuwe situatie te wennen. Haar vader verdient de kost als schoonmaker, haar zusje kan zich Suleimaniya niet meer herinneren en het gezin krijgt maar af en toe een levensteken van Ashti. Het verhaal eindigt met het bericht dat hij onderweg is naar Londen.
Wij zijn Koerdistan heeft twee verhaallijnen. Beide staan voor ontwikkelingen op een algemener niveau. Alleereerst is er het verhaal van het vluchtende Koerdische gezin. Hoewel Tara en haar familieleden ontsproten zijn aan de verbeelding, representeren hun ervaringen die van vele duizenden Koerden in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Omdat Koerdistan geen zelfstandige staat is, nemen zij overal een minderheidspositie in. Met als gevolg onderdrukking en vervolging. Dat ze ook nog eens vluchtelingen werden, maakte de droom van een zelfstandig, onafhankelijk Koerdistan nog onbereikbaarder. Toch blijft Koerdistan volgens Tara's broer Ashti altijd bestaan: ‘Wij zijn Koerdistan [-]. Het is gewoon waar wij zijn. Het volk van Koerdistan is Koerdistan, en dat kunnen ze ons niet afnemen, zelfs niet als ze ons buiten ons thuisland sluiten en de sleutel weggooien.’
Daarnaast is er het verhaal van de ontwikkeling van een meisje tot een zelfstandige, verantwoordelijkheid nemende jonge vrouw. Bij Tara gaat deze ontwikkeling extreem snel, enerzijds omdat ze er door de omstandigheden toe gedwongen wordt, maar ook omdat ze er voor kiest. Zo neemt ze de zorg voor haar moeder en haar zusje op zich, als dat door de omstandigheden nodig is. Steeds weer moet Tara zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Daardoor ontdekt ze haar sterke en haar zwakke kanten. Ook leert ze om haar trots en haar vooroordelen opzij te zetten en waardering op te brengen voor andere mensen.
| |
Waardering
Nederlandse en Vlaamse recensenten prijzen Lairds eenvoudige taalgebruik, haar spannende en boeiende wijze van vertellen, de echtheid van haar personages en het evenwicht tussen negatieve en positieve gebeurtenissen. De jury die aan Wij zijn Koerdistan de Glazen Globe toekende, roemde het informatieve karakter van het boek, de herkenbaarheid van de hoofdpersonen en de niet stereotiepe manier waarop het islamitische gezin en de omgeving zijn beschreven: ‘Door het lezen van Wij zijn Koerdistan kunnen jeug- | |
| |
dige lezers en lezeressen een goed beeld krijgen van de complexe politieke problematiek in het Midden Oosten. Het draagt bij tot meer begrip van de positie van minderheden en in het bijzonder van het lot van de Koerden.’
Lieke van Duin spreekt van het ‘klassieke vakmanschap’ van Laird, dat haar in Alleen maar een mes in staat stelt om te laten zien ‘dat een Robinson-achtig gegeven niet zo sensationeel hoeft te zijn om tot een knappe jeugdroman verwerkt te kunnen worden. Bij haar gaat het meer om de innerlijke gebeurtenissen [-]. Net als in Wij zijn Koerdistan tekent ze deze ontwikkelingen met filmische precisie, en zodanig dat er geen speld tussen valt te krijgen’ (Trouw).
Recensenten besteden veelal apart aandacht aan het realistische karakter van de verhalen en de mengeling van hoop en verdriet. Hoewel Herman de Graef de goede afloop in De toren van Jacob niet zo realistisch vindt, vindt hij wel dat het boek als geheel ‘het fenomeen van kindermishandeling en de gemoedstoestand van een kind dat daarvan het slachtoffer is’ goed tekent (de Leeswelp). Over Avondklok in Ramallah merkt De Graef op dat het duidelijk geschreven is vanuit het perspectief van de onderdrukte, maar ‘dat de gruwelijke en beknellende gebeurtenissen in dit boek niet leiden tot verlammend defaitisme maar wel tot de vaste wil te zullen overleven’ (de Leeswelp).
| |
Bibliografie
Niet-vertaalde jeugdboeken (selectie)
|
Secret friends (1996), Rosy's winter (1997), Wild things series (1999-2000), Eddy and the movie star (2000), The garbage king (2003), Paradise end (2004). |
In het Nederlands vertaald
|
Red sky in the morning (1988): Anna. Vertaald door Kien Seebregts. Amsterdam, Elzenga, 1989. |
Rosy's garden (1990): Floortjes tuin. Vertaald door Ineke Ris. Met illustraties van Satomi Ichikawa. Antwerpen/Rotterdam, De Vries Brouwers, 1992. |
Kiss the dust (1991): Wij zijn Koerdistan. Vertaald door Virgi Smits. Tilburg, Elzenga, 1991. |
Hiding out (1993): Alleen maar een mes. Vertaald door Martha Heesen. Amsterdam, Querido, 1995. |
Jay (1997): Jay. Vertaald door Annemarie Houwink ten Cate. Antwerpen/Rotterdam, De Vries-Brouwers, 2002. |
Jake's tower (2001): De toren van Jacob. Vertaald door Ina Vandewijer. Hasselt, Clavis, 2003. |
Met Sonia Nimr, A little peace of ground (2003): Avondklok in Ramallah. Vertaald door Date Mulder. Hasselt, Clavis, 2004. |
Over Elizabeth Laird
|
Herman de Graef, Gehandicapt... maar het liefst van allen. In: Jeugdboekengids, jaargang 32 (1990), afl. 2, pag. 41-42. [Over Anna] |
Nel Teeuwen, Een grensverleggend boek: over Wij zijn Koerdistan van Elizabeth Laird. In: Literatuur zonder leeftijd, jaargang 7 (1993), afl. 27, blz. 91-94. |
Esther Bootsma, Struikelen over een bloederig stompje. In: Trouw, 22-7-1992. [Over Wij zijn Koerdistan] |
Lieke van Duin, Bessen eten en brandnetels koken. In: Trouw, 5-4-1995. [over Alleen maar een mes] |
Selma Niewold, Gevangen achter een tekort
|
| |
| |
aan woorden. In: de Volkskrant, 8-4-1995. (Over Alleen maar een mes) |
Marjoleine de Vos, Tienervampier. In: NRC Handelsblad, 5-5-1995. [Over Alleen maar een mes] |
Fiachra Gibbons, Children's author faces Jewish wrath. In: Guardian, 23-8-2003. |
Mai van Loon, [Over Jay]. In: Leesidee jeugdliteratuur, jaargang 9 (2003), afl. 2, blz. 84. |
Herman de Graef, [over De toren van Jacob]. In: de Leeswelp, jaargang 10 (2004), nr. 3, blz. 127-128. |
Ali Pankow, Boek over Ramallah net echt. Date Mulder vertaalt en promoot boek op basis eigen ervaringen. In: De Provinciale Zeeuwse Courant, 7-2-2005. |
Herman de Graef, [over Avondklok in Ramallah]. In: de Leeswelp, jaargang 11 (2005), nr. 3, blz. 129-130. |
Website
|
Voor het juryrapport over Wij zijn Koerdistan zie: ww.knag.nl/pages/onderwijs/globe/koerdistan.html |
Zie voor bio- en bibliografische informatie: www.leesplein.nl, www.jubileebooks.co.uk en www.contemporarywriters.com. |
70 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2006
|
|