| |
| |
| |
Kwartjesboeken
door J.A.F. Bekkers
Vanaf 1932 verschenen diverse series goedkope uitgaven die in de volksmond de naam ‘kwartjesboeken’ kregen. Ze werden gedrukt op slecht, houtvrij papier en uitgegeven door Uitgeverij Helmond. De oorspronkelijke, ook destijds lage prijs per boekje was 0,25 (ingeb. 0,40). In 1940 steeg de prijs naar 30 cent, hoewel de kwaliteit van het papier toen slechter was. In 1941 moest de uitgave van kwartjesboeken door oorlogsomstandigheden worden gestaakt. Na de oorlog zijn op kleiner formaat en tegen een hogere prijs enkele titels herdrukt.
Waarschijnlijk waren de kwartjesboeken een crisisverschijnsel. In de jaren dertig, toen er alom armoede en werkloosheid heerste, waren deze boeken betaalbaar. Ze verschaften bovendien werk en omzet aan schrijvers, uitgevers en boekhandelaren.
Er waren kleuter-, kinder-, jongens- en meisjesboeken en een enkele romanserie, voornamelijk detectives. Als men op boekenmarkten of in antiquariaten over kwartjesboeken spreekt, worden de jongens- en meisjesboeken voor ongeveer tien- tot zestienjarigen bedoeld. Ook dit lemma beperkt zich tot deze categorieën. De officiële benaming voor de serie jongensboeken was Nederlandse Jeugdbibliotheek; de serie meisjesboeken heette Meisjesbibliotheek.
Op de iets kleinere oudste boeken na verschenen alle uitgaven op A-4 formaat. De jongensboeken zijn genummerd van 1 t/m 118, de meisjesboeken van 1 t/m 98. Er waren ook extra A- en B-nummers. Jongensboek 73A is bijvoorbeeld een fotoboek over de Jamboree van 1937; 38A, Amsterdam-Batavia in 24 uur (1935), een verhaal over de luchtvaart, heeft op pagina 6 een getekend portret van de auteur (Nor Heerkens); het is het enige boek met een afbeelding van de schrijver. Verder zijn er twee series van J.H. van der Heijden met een aparte nummering, de zogeheten Menko Minkema-boeken (in 1936). Tot midden 1941 verschenen 171 jongens- en 101 meisjesboeken. De boeken telden 150 à 160 pagina's; later slonk dit geleidelijk tot ongeveer 110.
Bijna een derde van de boeken is verlucht met tekeningen van Gerrit de Morée. Andere productieve illustrators waren Charles Boost, Frans Mandos en Ko Koster. Sommige auteurs verzorgden zelf de illustraties van de boeken die zij schreven (L. Visser) of vertaalden (Hans Terwynne). Ook zijn enkele
| |
| |
Omslagillustratie van Gerrit de Morée
illustrators zelf kwartjesboeken gaan schrijven (Nor Heerkens en Piet Broos). De omslagen van een aantal titels van Hans de la Rive Box zijn door zijn broer Robbert geïllustreerd.
Vanwege de lage prijs en het slechte papier werden de boeken soms als pulplectuur gezien. De meeste studies over jeugdlectuur vermelden de kwartjesboeken dan ook niet of nauwelijks. De hele Bibelebontse berg (1989) besteedt vijf regels aan het verschijnsel en vermeldt auteurs zonder de aanduiding ‘kwartjesboeken’. Dit laatste geldt ook voor Wormcruyt met Suycker (1950) van D.L. Daalder.
De meeste kwartjesboeken boden echter goede jeugdlectuur en deden niet onder voor de hardcovers uit die tijd. Van sommige schrijvers behoren de kwartjesboeken tot hun beste werk, of zij kregen er bekendheid door. De carrière van sommige journalisten en illustratoren is begonnen bij de kwartjesboeken, bijvoorbeeld filmrecensent en illustrator Charles Boots, de dichter en vertaler Bert Voeten en toneelrecensent André Rutten.
| |
Auteurs
Aan de kwartjesboeken werkten 63 Nederlandse en 6 Engelstalige schrijvers mee. Over sommige auteurs is weinig of niets bekend. Enkelen schreven zowel jongens- als meisjesboeken, al dan niet onder één of meer, soms buitenlands klinkende pseudoniemen.
De serie ging van start met het jongensboek Paul's avontuur in Limburg, geschreven door Hans de la Rive Box. Zijn voorwoord ‘Bestaan er nog echt flinke jongens in ons kleine landje?’ zette min of meer de toon voor de hele reeks. Ook in de meisjesboeken met hun eigen sfeer tonen de hoofdpersonen veel flinkheid.
In de negen jaar van verschijnen maakten de series een zekere ontwikkeling door. Bij de schrijvers van jongensboeken zijn drie lichtingen te onderscheiden. Bij de eerste groep, die tot ongeveer 1937 schreef, behoren onder anderen Guus Betlem jr., Rie Beyer, Nor Heerkens, Anny Hulsmans, Piet van der Zanden en de zeer pro- | |
| |
ductieve Hans de la Rive Box. Vanaf 1936 dienden zich veel nieuwe auteurs aan. Zowel in de jongens- als meisjesboeken is vanaf dat moment de stijl wat directer en de humor spitser. De criminaliteit in de verhalen wordt geleidelijk iets harder. Tot deze periode behoren H.P. van den Aardweg, Inge Engström (een Nederlandse), J.H. van der Heijden, Hans Terwynne en Hans Pennarts (die onder verschillende namen de meeste kwartjesboeken schreef, namelijk 26). Vanaf 1939 doken weer nieuwe auteurs op; van deze groep is Ivo Groothedde de productiefste.
Voorzover bekend leefde alleen Hans Pennarts van de pen. Bij de andere auteurs is sprake van een grote verscheidenheid van beroepen. Naast mensen uit het onderwijs werkten journalisten, een bouwkundig tekenaar (Adri van Witzenburg), een leidster van jeugdtoneel (Rie Beyer), een ambtenaar van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (Joh. Degreef), een classicus en schrijver van grammatica's (Hans Terwynne), een houthandelaar (Hans de la Rive Box) en een zilversmid (Max van Amstel) mee aan de kwartjesboeken. De beroepen van de vrouwelijke auteurs zijn moeilijker te achterhalen, maar afgaand op stijl en inhoud van de boeken waren er ontwikkelde vrouwen met veel levenservaring bij (o.a. Anny Hulsmans en Cor Lindeman). Onder de auteurs waren ook enkele echtparen, zoals Hans Terwynne en Ans Hilkema.
Illustratie van Charles Boost uit Fransje Beelaerts van Anke Holmers
De leeftijd van de schrijvers varieerde. Johan Wilgo was rond de zestig, terwijl de jongste auteur, T. Berjawit, zijn boeken vóór of op zijn achttiende schreef.
De auteurs kwamen uit verschillende delen van het land; in de eerste jaren waren er vooral veel (Oost-)Brabanders bij. Uitgeverij Helmond was katholiek georiënteerd, maar onder de schrijvers bevonden zich ook protestanten. De godsdienstige achtergrond is soms aanwezig in de boeken, maar nooit op een opdringerige manier. De
| |
| |
meeste kwartjesboeken zijn godsdienstig neutraal.
| |
Thema's
Wat inhoud betreft boden de kwartjesboeken alles wat jeugdige lezers zoeken in een verhaal, met name spanning en humor. Ze kenden evenveel variatie als andere jeugdboeken. Over het algemeen overheerst in de jongensboeken het avontuur. In de meisjesboeken, vooral de latere, ontbreekt dit element ook niet (er zijn zelfs meisjesboeken die qua sfeer jongensboeken lijken), maar de menselijke relaties in alle mogelijke vormen prevaleren. Humor is in alle genres aanwezig, van melige scholierengrapjes tot echte geestigheden.
De avonturen kennen allerlei varianten, al dan niet gepaard met criminaliteit (zelden moord en doodslag): schoolbelevenissen (Nel Postma's moeilijke tijd van Jeanne van Woerkom; 1940), ontdekkings- en reisverhalen met informatie over landen, volken en culturen (de Henk Riever-serie van Karel Fernandez), zeevaart, luchtvaart (toen nog in het pioniersstadium), science-fictionachtige belevenissen (Hans de la Rive Box, Het raadselachtige kompas; 1935), cowboy- en indianenverhalen, radiotechniek, padvinderij, sport, dierenverhalen van Has Bongers, historische verhalen (Guus Betlem, De schildknaap van Maarten van Rossum; 1935), enkele verhalen uit Nederlands- of Brits-Indië (Tine van Klaveren, Het meisje in de rimboe; 1935) en gedenkboeken over het Oranjehuis, zoals bij het jubileum van koningin Wilhelmina in 1938.
Onder de meisjesboeken zijn kostschoolverhalen (er waren nog maar weinig middelbare scholen voor meisjes in de jaren dertig, zodat men op kostscholen was aangewezen) en enkele moderne Assepoesterverhalen over wees- of pleegkinderen in een onvriendelijke omgeving (Cor Lindeman, Verschoppelingetje; 1934); en een verhaal over een geadopteerd meisje dat, zoals dat tegenwoordig heet, op zoek is naar haar identiteit (Haar verleden van Betty van Sandvoort; 1935). De emancipatie kondigt zich aan in een verhaal over een meisje van rijke ouders dat zelf haar brood wil verdienen (Henriëtte van Hoorn, Elly wil werken; 1938).
Overigens komen er in de jongens- en meisjesboeken nauwelijks generatieconflicten voor; wel conflicten met stief- of pleegouders, of de hevige tweestrijd van een meisje voordat zij haar tweede moeder accepteert als haar vader hertrouwd is (Cor Lindeman, Nonnie's Tweestrijd; 1935). Ook speelt in meisjesboeken het gevoel een grote rol, zonder in sentimentaliteit te ontaarden. De karakterontwikkeling is meestal goed en overtuigend in de verhalen geïntegreerd, en de pedagogie is niet te nadrukkelijk.
In veel verhalen spelen de crisis en armoede van de jaren dertig een rol. De reacties van de hoofdpersonen op de problemen lopen uiteen: er is een oproer in de mijnen, men gaat stropen of smokkelen voor een (bij)verdienste
| |
| |
(bijv. Het smokkelaarsnest van Nor Heerkens uit 1937, een indringend verhaal over de vertwijfeling van een werkloze), men ontwikkelt vindingrijkheid, initiatief en doorzettingsvermogen. Er is solidariteit onder jeugdigen én volwassenen, ook tussen onderling verschillende rangen en standen (o.a. de serie Zeven Jongens van Jan de Wit, door Hans Pennarts).
De internationale situatie komt nauwelijks ter sprake in de kwartjesboeken. Eén keer is er melding van de oorlogen in Abessinië en China; en in 1936, kort na het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog, verschenen twee boeken van Marc van Buuren die niet zozeer pro-Franco als wel anti-bolsjewistisch zijn.
In 1938 bracht de serie een verhaal over Duitse spionage in Nederland: In dienst van het vaderland van Egbert Puiter (pseudoniem voor Pim Froger, mede-oprichter van de katholieke verkennerij in Nederland). Een ander verhaal heeft de mobilisatie als achtergrond: J. van Kesteren, Het avontuur aan de grens (1939). Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verschenen vier (anti-)oorlogsverhalen over Polen en Finland, waaronder De verovering van het Poolse dorp (1940) van Jan Slonecznik (pseudoniem voor Hans Pennarts). Later moest dit boek van de Duitse censor uit de handel worden genomen, enenals alle kwartjesboeken over het Oranjehuis. In dienst van het vaderland werd vreemd genoeg niet verboden.
Na de Duitse inval in mei 1940 verschenen twee boeken over vluchtelingen uit Breda (Vluchtelingen van J. van Kesteren en Jetje in Frankrijk van Inge Engström). Ook haakte de uitgeverij onmiddellijk in op de oplevende patriottische gevoelens met het uitbrengen van een serie boeken over Hollandse helden uit het verleden, zoals Michiel de Ruyter en Piet Hein.
| |
Bibliografie
Jongensboeken
|
1932
1. | Hans de la Rive Box, Paul's avontuur in Limburg |
2. | Guus Betlem, Peter Dornier |
3. | Anny Hulsmans, De club van vijf; Guus Betlem, Loetje Luit als detective |
4. | Guus Betlem, Het avontuurlijke levensjaar van Brammetje; Guus Betlem, Een jachtavontuur |
5. | Hans de la Rive Box, Met een motorboot op avontuur |
6. | Has Bongers, De heldendaden van een straathond |
7. | Piet van der Zanden, Vier van het platteland |
8. | Hans de la Rive Box, Het leven in |
9. | Has Bongers, Roodrok de jonge vos |
10. | V.L. Vanweddingen, Asoko de zwerver |
11. | Hans de la Rive Box, Het geheimzinnige hotel |
|
1933
12. | Guus Betlem, Van huis ontvoerd |
13. | Has Bongers, IJsberen en Eskimo's |
14. | Johan Wilgo, Het bonte trio |
15. | Hans de la Rive Box, Het teeken op de deur |
16. | Guus Betlem, Sietske op het detectivepad |
17. | Piet van der Zanden, De zoon van den strooper |
18. | Hans de la Rive Box, Een dappere jongen |
19. | Guus Betlem, Snoetje als journalist |
20. | Nor Heerkens, Kees, de koning der zandbaan |
21. | Joh. D. Degreef, De O6 verdwenen |
22. | Hans de la Rive Box, Valsch beschuldigd |
23. | Adri van Witzenburg, De vergulde hand |
24. | Piet van der Zanden, De geheime zender |
|
| |
| |
1934
25. | Hans de la Rive Box, Pension Westduin |
26. | Joh. D. Degreef, Jaap's avontuur in Londen |
27. | Piet van der Zanden, De vertraagde uitvinding |
28. | Nor Heerkens, Zijn eerste zesdaagsche |
29. | V.L. Vanweddingen, De heerscher der Mablabergen |
30. | Hans de la Rive Box, Het Gooische treinraadsel |
31. | Guus Betlem, Snoetje als assistent |
32. | Nor Heerkens, Het Pelikaantje |
33. | Piet van der Zanden, De dikke verkenner |
34. | Adri van Witzenburg, De geheimzinnige Chinees |
35. | Joh. D. Degreef, Jaap onder de Indianen |
36. | Piet van der Zanden, Zwarte oogen |
36A. | Nor Heerkens, Met de Uiver naar Melbourne |
37. | Nor Heerkens, Het zwarte kaperschip |
|
1935
38. | Piet van der Zanden, 't Meneertje |
38A. | Nor Heerkens, Amsterdam-Batavia in 24 uur |
39. | Guus Betlem, Jaap Velders als filmheld |
39A. | Nor Heerkens, Vliegtrein A-10 in brand |
40. | Hans de la Rive Box, Het raadselachtige kompas |
40A. | Nor Heerkens, Om de gouden wimpels der stratosfeer |
41. | Jaap van Veenendaal, Met de autoboot door Afrika's wildernis (1) |
41A. | Jaap van Veenendaal, Met de autoboot door Afrika's wildernis (2) |
42. | V.L. Vanweddingen, De scheidsrechter |
42A. | E. van Voorst, Het geheim van auto B 208... |
43. | Piet van der Zanden, De zwijgende sphinx |
43A. | Nor Heerkens, De blinde panter |
|
1935
44. | V.L. Vanweddingen, De parel van het Zuiden |
44A. | Piet van der Zanden, Geurt Boots vaart naar Indië |
45. | Adri van Witzenburg, Detectiven in de dop |
45A. | Heerkens, Vanweddingen, Van Voorst, Vacantieboek 1935 |
46. | V. Latte, Drie van de Sherlock club |
47. | Joh. D. Degreef, Het geheim van de goudader |
48. | Nor Heerkens, Panja, de Thibetaan |
49. | V.L. Vanweddingen, Jonge adelaars |
49A. | Nor Heerkens, De gouddelvers van de Negus |
50. | Hans de la Rive Box, Simson |
51. | Guus Betlem, De schildknaap van Maarten van Rossum |
|
1936
52. | Wim den Hertog, Amad de tijgerdoder |
53. | A.J. van der Knaap, Het drama van de Rietlandsche toren |
54. | Nor Heerkens, De paardenjongen van gang 3 |
55. | Cor Steylen, Mala roept |
56. | Karel Fernandez, Henk Riever in de pampa |
57. | Hans Terwynne, Het geheim van de zes pakhuizen |
58. | Guus Betlem, De moderne page |
59. | Kees Middelberg, Het spookhuis op de Veluwe |
60. | Adri van Witzenburg, Het Japanse zwaard |
61. | Karel Fernandez, Henk Riever in Patagonië |
62. | Alex Tersoest, Het smokkelschip |
63. | Nor Heerkens, Het vuursignaal |
63A. | Nor Heerkens, Het Prinsesseboek |
64. | J.H. van der Heijden, Twee jongens op een torpedojager |
64A. | Marc van Buuren, Onder de vaandels van Franco |
|
1937
65. | Alex Tersoest, Tien jongens op een wereldreis |
66. | J. van Kesteren, Jan van Oss als taxichauffeur |
66A. | G.P. Bon, Juliana - Bernhard |
66B. | Marc van Buuren, De spion van Franco |
67. | Karel Fernandez, Henk Riever in de Gran Chaco |
68. | Radko Doone, Nuvat de dappere |
69. | Kees Middelberg, Dolf Jonker's kampeeravontuur |
70. | Alex Tersoest, Een piratenstreek |
70A. | H.P. van den Aardweg en Han G. Hoekstra, Op ter Jamboree |
71. | Dorr. G. Yeager, Streepsnoet de grijze beer |
72. | Karel Fernandez, Henk Riever en de Inka-stad |
72A. | Henk Eerdmans, Hendr. M. Smits en B.V. Zwegers, Hoe Zee! Vacantieboek voor de Nederlandse jeugd |
73. | Nor Heerkens, Het smokkelaarsnest |
73A. | Anoniem, Herinneringen aan de Jamboree. Fotoboek |
74. | Aug. A. Boudens, Honderdduizend gulden |
75. | J.H. van der Heijden, Het prisma-oog van professor Vreeken |
76. | Geoffrey Household, De Spaanse grot |
77. | Alex Tersoest, De vier maskers |
| MM 1. J.H. van der Heijden, Hoe Menko over de brug kwam |
| MM 2. J.H. van der Heijden, Menko als reclamepop |
| MM 3. J.H. van der Heijden, Menko als gids |
| MM 4. J.H. van der Heijden, Menko wordt speurder |
| MM 5. J.H. van der Heijden, Menko als vliegenier |
|
| |
| |
| MM 6. J.H. van der Heijden, Menko ontmaskert den Bonze |
| MV 1. J.H. van der Heijden, Het vliegtuig in de rimboe |
| MV 2. J.H. van der Heijden, De geheimzinnige Yamadan |
|
1937
| MV 3. J.H. van der Heijden, Dwars door China |
|
1938
| MV 4. J.H. van der Heijden, Het geheim van de tempel |
78. | Karel Fernandez, Henk Riever en de revolutie |
78A. | H.P. van den Aardweg, Een prinsenkind |
79. | André Rutten, Het raadselachtig auto-ongeluk |
80. | Adri van Witzenburg, Het fortuin van Wladimir Petrowitsj |
81. | Bart in 't Hout, Jongeheer Pim |
82. | Max van Amstel, Straat Soenda |
83. | Piet Broos, Het rode huis |
83A. | L. Vissers, Jip en Tip op avontuur |
84. | Karel Fernandez, Henk Riever als pelsjager |
85. | J.H. van der Heijden, De verwoesting van New York |
85A. | H.P. van den Aardweg, Koningin Wilhelmina gedenkboek |
86. | André Rutten, Een avontuur in algebra |
87. | Egbert Puiter, In dienst van het vaderland |
87A. | J.H. van der Heijden, De verstekeling van het goudschip Lutine |
88. | Adri van Witzenburg, De Spaanse speurder |
88A. | J.H. van der Heijden, Waar het goud van de Lutine bleef |
89. | Hans Wouterlood, Wij trekken door Amerika |
90. | P. Cornelissen, Het verbrande document |
|
1939
91. | Bart in 't Hout, Appie maakt carrière |
92. | D. de Vos, Vijf en vijftig speurders |
92A. | Hans Pennarts, Avonturen rond een oude schuit |
93. | Johan Wilgo, Het geheim van het kasteel |
93A. | Hans Pennarts, Zeven jongens jagen op groot wild |
94. | Herman Nijland, Water, wind en bankbiljetten |
94A. | Hans Pennarts, Zeven jongens bestrijden de misdaad |
95. | A. Spoorenberg, Driemaal is scheepsrecht |
95A. | Hans Pennarts, De vlucht van Lex |
96. | Peter Buskin, Boela Matari |
96A. | Hans Pennarts, Zeven jongens spelen toneel |
97. | Adri van Witzenburg, De broederschap van de blauwe dennen |
97A. | Hans Pennarts, Het complot |
98. | Hans de la Rive Box, De verdwenen locomotief |
98A. | Hans Pennarts, Zeven jongens op reis |
99. | L. Meima, Een vacantie in Zoutelande |
99A. | Alex Tersoest, De jacht op den groten onbekende |
100. | D. de Vos, De spokende vleermuis |
100A. | Alex Tersoest, De verijdelde bomaanslag |
101. | Henk Mineto, De val van Larry Moore |
101A. | Alex Tersoest, Geheimzinnig Thibet |
102. | J. van Kesteren, Het avontuur aan de grens |
102A. | Alex Tersoest, De terugkeer van X |
103. | Jan Slonecznik, En toch gaat Polen niet verloren |
103A. | Alex Tersoest, Bumwaba de negerkoning |
104. | T. Berjawit, Vijf jongens en een woonwagen |
|
1940
105. | I.F.J. Groothedde, De tocht naar het Westen |
106. | Jan Slonecznik, De verovering van het Poolse dorp |
106A. | Jan Slonecznik, De helden van Suomi |
107. | T. Berjawit, In eer hersteld |
107A. | J.H. van der Heijden, Michiel de Ruyter |
108. | D. de Vos, De radiumbende |
108A. | H.P. van den Aardweg, De vergulde laars |
109. | J.F. Feitsma, De Foehi smaragd |
109A. | J.H. van der Heijden, Hollanders stichten een wereldstad |
109B. | J. van Kesteren, Vluchtelingen |
110. | T. Berjawit, Hoteldieven gesnapt |
110A. | J. van Kesteren, Overwintering op Nova Zembla |
111. | I.F.J. Groothedde, Maarten de stroper |
111A. | J. van Kesteren, De held van Jacatra |
|
1941
112. | D. de Vos, Mijnheer Kasper schept op |
112A. | J.H. van der Heijden, Piet Hein |
113. | Hans de la Rive Box, Zes brave broertjes |
113A. | H.P. van den Aardweg, Generaal van Heutsz |
114. | Fr. Van den Dungen, Nieuwe avonturen van den Vos Reinaert |
115. | Henk Mineto, Een ontvoering in Holland |
116. | Hans de la Rive Box, Het raadsel van Zandhorst |
117. | Bert Voeten, Bob van Duijn in de Far West |
118. | Alex Tersoest, Hoe Paul keizer werd |
|
Meisjesboeken
|
1933
1. | Cor Lindeman, Het vreemde kind |
|
| |
| |
2. | Betty van Sandvoort, Vier meisjes en een jolige oom |
3. | Anny Toirkens, Palmyra, het zigeunerkind |
4. | Mies Zonnemans, Corrie als detective |
5. | Anny Hulsmans, De daghit |
6. | Nellie Wesseling, Het huisje in de dennen |
7. | Betty van Sandvoort, De regisseur en zijn helpsters |
8. | Cor Lindeman, Zonnelust |
9. | Nellie Wesseling, Haar grote avontuur |
10. | Anny Hulsmans, Bonte Strik |
|
1934
11. | Betty van Sandvoort, Jetty in betrekking |
12. | Rie Beyer, Het reigersnest |
13. | Nellie Wesseling, Het geheim van Daisy White |
14. | Else van der Hoek, Thaïs, het Laosmeisje |
15. | Betty van Sandvoort, Hannie op kostschool |
16. | Cor Lindeman, Verschoppelingetje |
17. | Rie Beyer, Aapje |
18. | Jo Smit, De Circusprinsessen |
19. | Else van der Hoek, Het avontuur van de Thaïsclub |
20. | Rie Beyer, Joop en Toop, de tweelingen |
21. | Nellie Wesseling, Een tante die chauffeert |
22. | Tine van Klaveren, Freule Thea |
|
1935
23. | Betty van Sandvoort, Twee vriendinnen |
24. | Nellie Wesseling, De blauwe cano |
25. | Rie Beyer, De firma Bultje en Aapje |
26. | Cor Lindeman, Nonnie's tweestrijd |
26A. | Josephine Lem, Buitenshuis |
27. | Tine van Klaveren, Het meisje in de rimboe |
27A. | Rie Beyer, De geheime club |
28. | Betty van Sandvoort, Jetty's kleuterhuis |
28A. | Jeels Nilke, Klein maar dapper |
29. | Anny Hulsmans, Moedertje zorg |
30. | Rie Beyer, Fientje van de Wilgenhoeve |
31. | Betty van Sandvoort, Haar verleden |
32. | Betty Reulandt, Bakvisjes |
33. | Betty van Sandvoort, Hannie's terugkeer |
34. | Jeels Nilke, Domme Nelly |
|
1936
35. | H.P. van den Aardweg, Netty van Duinen's studietijd |
36. | Betty Reulandt, Het ontwikkelingsoord |
37. | H.P. van den Aardweg, Studente |
38. | Betty van Sandvoort, Vier meisjes en een flat |
39. | Cor Lindeman, Kwikstaartje |
40. | Jeels Nilke, Frida van de Zonneheuvel |
41. | Anny Hulsmans, S.O.S. |
42. | Rie Beyer, Fientje's moeilijke keuze |
43. | Betty Reulandt, Ontwikkelings-Capriolen |
44. | Anny Hulsmans, De Vlaskop |
45. | Betty van Sandvoort, Uitgezonden |
46. | Gertrud Reijnen, De brief uit Indië |
|
1937
47. | H.P. van den Aardweg, In vliegende dienst |
48. | Nina Brown-Baker, De gordel van Isis |
49. | Emma Romein, Betalend Logée |
50. | H.P. van den Aardweg, Jack en Toet in Engeland |
51. | Nina Brown-Baker, Het geheim van het paviljoen |
52. | Inge Engström, Verkeerd verbonden |
53. | Anny Hulsmans, Tweedehands |
54. | Eileen Pearl, Het geheim van Nullarbor |
55. | Ada van Oordt, De kinderen van de Zonnebloem |
56. | Betty Reulandt, Kantoordebut |
57. | Rie Beyer, Robbedoes |
58. | Philine Fernandez, Manuelo en Mariquinha, de neger-tweeling |
59. | C. Nynaber, Het laatste jaar |
|
1938
60. | Rie Beyer, ‘Juffertje Onrust’ |
61. | Cor Lindeman, De Duiventil |
62. | Philine Fernandez, De lotgevallen van de negertweeling |
63. | H.P. van den Aardweg, Meisjes in Schotland |
64. | Josephine Lem, Edelstenen |
65. | Piet Broos, Ronneschijn |
66. | Phyllis Ayer Sowers, Onder de Japanse Maan |
67. | H.P. van den Aardweg, Moderne Meisjes |
68. | Ans Hilkema, Op ‘De Kerselaer’ |
69. | Betty Reulandt, Het vrolijke dagboek van Jip |
70. | Henriëtte van Hoorn, Elly wil werken |
71. | Josephine Lem, Achttien Karaats |
72. | Hans Terwynne, Het Spookhuis |
|
1939
73. | Hans de Rovere, S.O.S. - Acht Meisjes vermist |
74. | Jo Napot, Violetta |
75. | Inge Engström, Het meisje van Formiae |
76. | Tonny Frank, Puck en Riek als circus-artisten |
77. | Hans Terwynne, Overschotje |
78. | Betty Reulandt, Jip en haar vrolijke vriendinnen |
79. | Inge Engström, Mañana |
80. | Ans Hilkema, Twee meisjes in Parijs |
81. | Anke Holmers, Fransje Beelaerts |
82. | Gerda Holga, Emmy grijpt in |
83. | Inge Engström, Het teken van Rafaella |
84. | Hans de Rovere, Bep als journaliste |
|
| |
| |
85. | Hans Terwynne, Op zoek naar een oom |
|
1940
86. | Ans Hilkema, ‘Pension Erika’ |
87. | Tonny Frank, De kladschilders |
88. | Darja Bielkin, Dagboek van een Pools meisje |
89. | Inge Engström, Het atelier in de toren |
90. | Jeanne van Woerkom, Nel Postma's moeilijke tijd |
91. | Gerda Franck, Vijf blondjes op vacantie |
92. | A. Schurenberg, Connie's strijd |
93. | Inge Engström, Jetje in Frankrijk |
|
1941
94. | Betty Reulandt, Phil doet de huishouding |
95. | H.P. van den Aardweg, Vier meisjes en hun landhuis |
96. | Jeanne van Woerkom, De grote verandering |
97. | A. Schurenberg, De wilde jacht |
98. | Gerda Franck, De Kranenburcht |
|
Over Kwartjesboeken
|
Marjoke Rietveld-van Wingerden, Jeugdtijdschriften in Nederland en Vlaanderen, 1757-1942. Leiden, Primavera Pers, 1995. |
E. en K. Kousemaker, Wordt vervolgd - Stripleksikon der Lage Landen. Utrecht, Het Spectrum, 1979. |
Nettie Heimeriks e.a. (red.), De hele Bibelebontse Berg. Amsterdam, Querido, 1989, blz. 628. |
Robert Lemm, Geschiedenis van Spanje. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1997, blz. 246-263. |
53 Lexicon jeugdliteratuur
juni 2000
|
|