scheid maken. In zijn bundel Hoofden staat het gedicht ‘Kinderkamer’. Dit gedicht is ook te vinden in Salamanders vangen.
Zelf gehoord (in mijn kamer)
Ik neem nu je schepje. Je pyjama
Op de titel na en een kleine variatie in de eerste regel (‘Trek deze kamer’) is het gedicht hetzelfde. ‘Gedichten lichten elkaar toe,’ zegt hij, en daarom vindt hij ook dat zijn bundels voor kinderen niet los mogen staan van zijn andere werk: ‘Het hoort er gewoon bij.’
De fantasie speelt geen duidelijke rol in zijn poëzie. ‘Ik heb geen fantasie,’ zegt hij. Kusters wordt duidelijk geïnspireerd door zijn dochter Tanneke. Hij verplaatst zich in haar wereld: de dood van poes Poefje, de verjaardag, de gymnastiekles, bezoek aan het museum, de vakantie, de visite bij oma en opa, het verkeersexamen. Met haar aan de hand treedt hij terug in zijn eigen jeugd, wordt weer het kind dat salamanders ving in de beek naast het spoor; en terwijl hij samen met haar op die plek staat, ziet hij dat de beek veranderd is, de mijn niet meer rookt en waar zijn de salamanders? Vooral in de cyclus ‘Salamanders vangen’ komt de thematiek uit de poëzie voor volwassenen naar voren.
Er is ook humor, bijvoorbeeld in het gedicht ‘Lieve cactus’:
Alle planten krijgen water.
Van dat water uit de kraan.
Maar de cactus die krijgt prik.
Wie mij uitlacht krijgt de hik.
‘Ik heb gedichten willen maken die kinderen raken en die ze aan het lachen maken. Dat laatste vind ik heerlijk, dat kan ik bij volwassenen nooit doen. Ik heb althans het gevoel dat de thema's in mijn gedichten voor volwassenen niet de meest humoristi-
Illustratie van Joep Bertrams uit Salamanders vangen