| |
| |
| |
Paul Kustermans
door Wilma van der Pennen
Paul Kustermans is geboren op 16 juli 1936 in Kumtich, België. Zijn jeugd bracht hij door in het dorpje Outgaarden, dat uit niet meer dan een paar boerderijen, wat huizen en een kerk bestond. Zijn lagere school telde één klas, waar alle leerjaren bij elkaar zaten. Na de middelbare school in ‘de grote stad’ ging hij aan de Provinciale Normaalschool in Tienen studeren. Daar haalde hij het onderwijzersdiploma en het diploma regent letterkundige vakken. Hij werkte eerst als onderwijzer, later als leraar Nederlands aan een middelbare school.
Paul Kustermans debuteerde in 1981 met Handen af! Daarvoor had hij een aantal taalboeken voor het middelbaar onderwijs geschreven en het boek dat in 1982 als Twee koningszonen uitgegeven zou worden. Zijn oeuvre bestaat voor het grootste deel uit tienerboeken over actuele problemen en historische verhalen voor de leeftijdsgroep twaalf tot vijftien jaar.
In 1985 ontving Kustermans de Referendumprijs voor het beste jeugdboek voor De langste weg en de prijs van de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury. Voor Ik heb je herkend is hem een jaar later door deze jury de tweede prijs in de leeftijdsgroep dertien tot vijftien jaar toegekend. In 1988 viel Timoe in de prijzen van de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury, in 1993 Oorlogsjaren. Voor Paulien is in 1996 onderscheiden met een Boekenwelp.
| |
Werk
In zijn eerste boeken behandelde Kustermans vooral problemen waarvan hij uit zijn lespraktijk wist dat ze jongeren bezighouden. Zijn debuutverhaal Handen af! gaat over de milieuproblematiek, Operatie Vanessa (1982) over een vliegtuigkaping.
| |
| |
Illustratie van Dominique Stels uit In het rijk van de farao's
Twee koningszonen is eerder een avonturenverhaal in een historisch decor.
Nadien ging hij verhalen schrijven die spelen in periodes die als hoogtepunt uit de geschiedenis aangemerkt kunnen worden. Bijvoorbeeld de Romeinse tijd (Een legioen in de val, 1989), de tijd van de kruistochten (De langste weg, 1984) en de periode van de Napoleontische overheersing (Ik heb je herkend, 1986). Speciale belangstelling ontwikkelde hij voor de geschiedenis van het oude Egypte. Timoe (1987) speelt in de tijd van farao Toetanchamon. De laatste koningin (1996) gaat over een leerling-priesteres die elke avond luistert naar het verhaal over de gepassioneerde verhouding tussen Cleopatra en Marcus Antonius. In 1993 publiceerde hij ook een informatief boek over Egypte: In het rijk van de farao's. Hij besteedt daarin aandacht aan de geschiedenis van het oude Egypte en geeft informatie over piramiden en hiërogliefen en over de ontdekking van het graf van Toetanchamon in 1922.
Ook over de meer recente geschiedenis heeft Kustermans verhalen geschreven: over de kinderarbeid in het Wallonië van de vorige eeuw en over de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Dankzij een gedegen voorbereiding op zijn onderwerpen lukt het hem vrijwel altijd een goed beeld te schetsen van de tijd waarin een verhaal speelt. Daarbij gaat zijn aandacht vooral uit naar de mens in de geschiedenis. Of, zoals hij zelf zegt, naar de petit histoires, die het reilen en zeilen in een bepaalde periode illustreren. Daarnaast verwerkt hij problemen die van alle tijden zijn, zodat binnen het historisch perspectief indirect de actualiteit de aandacht krijgt.
Voor jongere kinderen schreef Kustermans het humoristische Negen is het getal (1988), een mengeling van fantasie en werkelijkheid. Het gaat over een jongen die op de zolder van het huis van zijn overleden oma een boekje vindt waarmee hij kabouters, elfen, trollen en dergelijke tevoorschijn kan toveren. Ook in Gezocht: groene jongen (1992) is er die mengeling van werkelijkheid en fantasie, al is de ondertoon van dit verhaal serieuzer. Door het innemen van een
| |
| |
verkeerde pil verandert de huidskleur van een jongen in diep donkergroen. Deze pil is ontwikkeld in opdracht van de regering en bewerkstelligt ook helderziendheid bij de gebruiker. Ten koste van alles probeert de regering te voorkomen dat het geheim van de zogeheten spionagepil uitlekt. In Tussen droom en daad (1993), dat voor oudere lezers bestemd is, is de scheidslijn tussen realiteit en fantasie of droom niet altijd even duidelijk. Na de zelfmoord van zijn zusje blikt de ik-figuur terug op het verleden en komt zo in een magische droomwereld waar hij verschillende gevaren moet trotseren.
Dromen, telepathie en reïncarnatie komen herhaaldelijk voor in Kustermans' werk. In 1987 verscheen Ik heb je herkend, met telepathische dromen over een soldaat in het leger van Napoleon. Dezelfde motieven keren terug in De stem (1995), waarin een geheimzinnige stem de hoofdpersoon (Krista) dwingt van huis weg te lopen. Krista belandt in een Frans dorpje, waar een meisje heeft gewoond dat sprekend op haar leek (Christabel). Omdat het verhaal wordt geschreven op verzoek van een arts uit de psychiatrische kliniek waarin Krista inmiddels is opgenomen, is niet helemaal duidelijk of het meisje een gespleten persoonlijkheid heeft of dat zij de reïncarnatie is van Christabel.
| |
De langste weg
Wouter van Outegem sluit zich aan bij de eerste volkskruistocht van Pieter de Kluizenaar. Niet zozeer uit godsdienstige motieven, maar omdat hij moet vluchten voor zijn halfbroers, die hem zijn erfenis misgunnen. Hij trekt anoniem op met een groep horigen, die geloven dat ze na het veroveren van Jeruzalem - het doel van de kruistocht - vrije mensen zullen worden. Tijdens de lange, gevaarlijke tocht komen veel van zijn vrienden om het leven. Ook Wouter raakt levensgevaarlijk gewond tijdens een veldslag tegen de Turken. Hij wordt echter gered en opgevangen door de dochter van keizer Alexios. Als hij genezen is trekt hij verder naar Jeruzalem om zijn vriendin Hilleke te zoeken. Die zou mogelijk de veldslag ook overleefd hebben en is waarschijnlijk als slavin verkocht. Het stel wordt herenigd; Hilleke blijkt bevallen te zijn van zijn zoon. Terug in Vlaanderen moet Wouter opnieuw zijn halfbroers trotseren voor hij zijn intrek kan nemen in zijn kasteel.
| |
Oorlogsverhalen
Oorlogsjaren (1991) speelt in België tijdens de Eerste Wereldoorlog. Alexander is vijftien als de Duitsers in 1914 België binnenvallen. Met zijn tweelingzus Barbara is hij bij toeval getuige van de inname van Leuven. Verdacht van verzetsdaden worden zij dan opgepikt en op transport gesteld. Na een dagenlange reis door België en Duitsland keren ze in Leuven terug. Tijdens de daar- | |
| |
op volgende voettocht richting Mechelen worden de Duitsers in een hinderlaag van het Vlaamse verzet gelokt. Barbara en Alexander duiken onder bij een boerengezin. Bij Alexander rijpt het plan tegen de Duitsers te gaan vechten; hij wil zich aanmelden als vrijwilliger bij het Vlaamse leger. Via het neutrale Nederland reizen zij naar Engeland, waar Alexander een militaire training krijgt en Barbara wordt opgeleid tot verpleegster. Beiden maken zo van dichtbij mee wat oorlog inhoudt. Voor Alexander is het onaanvaardbaar te merken dat de hoge officieren, vaak Walen, in de oorlog letterlijk buiten schot blijven. De Vlamingen moeten de riskante karweitjes opknappen. Daarom proberen ze zich aaneen te sluiten. Voor het tot een echte opstand binnen het leger kan komen is de Duitse overgave een feit. Als Alexander weer terug is in zijn dorp blijkt dat de oorlog daar weinig heeft veranderd.
Dezelfde Alexander figureert ook in Land in oorlog (1994), dat over de Tweede Wereldoorlog gaat. Het gezin van zijn broer Benjamin staat daarin centraal. De tweelingbroers Bavo en Lode kiezen in de oorlog elk een andere kant. Lode denkt dat Hitler veel kan betekenen voor de Vlamingen, die zich achtergesteld voelen door de Walen. Hij meldt zich als vrijwilliger bij de het Duitse leger en vecht mee tegen de Russen. Bavo werkt als koerier voor het verzet, later geholpen door zijn zus Astrid. Door een sabotage-actie belandt hij in een Duits gevangenenkamp. Astrid zelf is verliefd op een buurjongen, die zich ook aansluit bij de Duitsers. Door hun contacten met deze Martijn en de keuze van Lode wordt het gezin van Bavo, Lode en Astrid als collaborateurs gezien. Aan het eind van de oorlog komt hen dat duur te staan. Het jongste kind, een meisje van elf jaar, wordt vermoord. Astrid wordt gevangen genomen en pas weken later bevrijd door haar oom Alexander. Lode, die uit het Duitse leger deserteerde, omdat hij de onjuistheid van zijn keuze inzag, krijgt een jarenlange gevangenisstraf.
In De foto (1993) speelt de Tweede Wereldoorlog eveneens een rol, zij het op afstand. Naar aanleiding van de herdenking van D-day zoekt een Engelse veteraan contact met de vrouw met wie hij tijdens de feestroes van de bevrijding een kortstondige verhouding had. De kleindochter van deze vrouw, Elisabeth, gaat op zoek naar het verleden en ontdekt een geheim dat haar oma al bijna een halve eeuw met zich meedraagt.
| |
Waardering
Veel van Kustermans werk viel in de smaak bij kinderjury's. Al meteen bij zijn debuut reageerden zijn lezers enthousiast. Zijn werk wordt door jongeren veelal niet eenvoudig gevonden, wel boeiend en leerzaam. Veel waardering oogst hij vanwege de grondige voorbereiding
| |
| |
op zijn onderwerp en zijn grote betrokkenheid bij met name de zwakkeren in de samenleving. Positief is men over de genuanceerde weergave van vaak ingewikkelde problemen, die hij verpakt in verhalen vol spanning en actie. Jef Boden in Lektuurgids over Oorlogsjaren: ‘Er zullen altijd te weinig lezers zijn voor zo'n boek. Er zullen altijd te weinig ogen geopend zijn, dat bewijst helaas de actualiteit. Daarom kan dit boek nooit aandacht te veel krijgen.’
Kustermans' manier van schrijven is beeldend; hij schuwt niet bepaalde gruwelijkheden plastisch te beschrijven. Bezwaar is er soms tegen zijn neiging de verhalen een wat romantisch tintje te geven èn tegen zijn maatschappijkritische werk. Niet zozeer vanwege de onderwerpen, maar meer door de vaak wat luchtige, humoristische uitwerking ervan.
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
Handen af!. Averbode, Altiora, 1981. |
Twee koningszonen. Antwerpen/Bussum, Standaard, 1982. |
Operatie Vanessa. Averbode, Altiora, 1982. |
De langste weg. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1984. |
Ik heb je herkend. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1986. |
Timoe. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1987. |
Negen is het getal. Met illustraties van Koen Fossey. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1988. |
Want dit is Jeruzalem. Met illustraties van Roger de Klerk. Malle, De Sikkel, 1988. |
Een legioen in de val. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1989. |
Oorlogsjaren. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1991. |
Gezocht: groene jongen. Antwerpen, Standaard, 1992. |
De foto. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1993. |
In het rijk van de farao's: 30 eeuwen Egyptische geschiedenis. Iconografie Dominique Stels. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1993. |
Tussen droom en daad. Hasselt, Clavis, 1993. |
Land in oorlog. Averbode/Apeldoorn, Altiora, 1994. |
Voor Paulien. Averbode, Altiora, 1995. |
De stem. Hasselt, Clavis, 1995. |
De laatste koningin: het verhaal van Cleopatra en Marcus Antonius. Averbode, Averbode, 1996. |
Over Paul Kustermans
|
Auteursportret: Paul Kustermans. In: Top, 23-9-1983. |
Gerda Van Cleemput, Op de fiets van mijn vader. In: Top, 26-10-1984. |
Robert Baccarne, Paul Kustermans. In: Jeugdboekengids, jaargang 28 (1986), nr. 5, blz. 1-2. |
Etienne Claeys, Aangenaam... Paul Kustermans. Documentatie van Vlaamse Jeugdauteurs, jaargang 5 (1987), nr. 2. |
Robert Baccarne, Is Timoe T...? In: Jeugdboekengids, jaargang 30 (1988), nr. 4, blz 97. |
Hilde Druyts, Verslaafd aan schrijven. In: Top, maart 1988. |
Jef Boden, Oorlogsjaren. In: Lektuurgids, oktober 1992. |
Luc Lannoy, Land in oorlog. In: Leesidee, jaargang 0 (1994), nr. 0, blz. 9. |
43 Lexicon jeugdliteratuur
februari 1997
|
|