van Dirkje Kuik is het moeilijk een onderscheid te maken tussen haar illustraties en de rest van haar oeuvre als beeldend kunstenares. Zowel in gebruikte technieken als in opvatting vormen illustraties en vrij werk een samenhangend geheel. Hetzelfde kan worden gezegd van de illustraties die ze bij haar eigen verhalen maakte en haar illustraties in verschillende jeugdboeken.
De eerste illustraties van Dirkje Kuik in een jeugdboek verschenen in 1961 bij het verhaal ‘Hoe hertog Roland moed vond’ van Barbara Picard. Dit verhaal stond in de bloemlezing
De Vlaggelijn, waar diverse illustratoren aan meewerkten. Pas in 1975 verscheen er een volledig door Dirkje Kuik geïllustreerd jeugdboek. Toen werkte zij mee aan de onderwijsmethode
Mobiel van Wolters-Noordhoff. Later volgden illustraties bij Collodi's
Pinokkio (1976), Bürgers'
Avonturen van de baron Von Münchhausen (1978) en
Aram en de Bende van de Boomstam (1984) van Trude de Jong. Over de beperkte omvang van haar werk als illustratrice van jeugdboeken zegt Dirkje Kuik zelf: ‘Waarschijnlijk had ik wel veel meer kinderboeken kunnen illustreren, maar ik wil alleen werken met verhalen die mij liggen. Dat zijn er niet zoveel. Wanneer ik veel in opdracht zou gaan werken, en de affiniteit met het verhaal niet als uitgangspunt nam, zou dat ten koste gaan van de kwaliteit
Illustratie uit Aram en de Bende van de Boomstam van Trude de Jong
van mijn werk. Je kunt het al een beetje zien aan
De baron Von Münchhausen, dat ik op aandrang van De Arbeiderspers heb geïllustreerd. De tekeningen in dat boek maken, vind ik zelf, een duidelijk minder geïnspireerde indruk dan ander werk.’ De band tussen verhaal en illustratie komt volgens Dirkje Kuik uiteindelijk het best naar voren in haar eigen, voor volwassenen bestemde boeken.
Het Kindercircus (1985) noemt zij in dat opzicht een hoogtepunt, maar ook in romans als
De held van het potspel (1974) en
De twee snoeken (1977) is er sprake van een duidelijke wisselwerking tussen tekst en illustratie.
Dirkje Kuik maakt gebruik van technieken die bij het illustreren van kinderboeken nog maar zelden worden gehanteerd. Aanvankelijk maakte ze hoofdzakelijk pen- en krijttekeningen, maar na 1975, het jaar waarin het eerste deel van Mobiel verschijnt,