| |
| |
| |
Agave Kruijssen
door Dineke Radstake
Agave Kruijssen is in 1959 in Haarlem geboren. Tot haar vijfde woonde ze in Zuid-Amerika waar haar vader voor de Verenigde Naties werkte. Ze groeide er op in een Spaanstalige omgeving. Toen ze op vijfjarige leeftijd naar haar geboorteland terugkeerde, moest ze zich het Nederlands nog eigen maken. Zelf denkt ze dat hierdoor haar liefde voor de Nederlandse taal is ontstaan. Na het gymnasium, waar haar leraar Nederlands zijn enthousiasme voor de middeleeuwse literatuur niet onder stoelen of banken stak, aarzelde ze tussen een studie Geschiedenis of Nederlandse Taal- en Letterkunde. Ze koos voor het laatste en rondde haar studie Nederlands in Groningen in 1984 af. Hierna werkte ze als vertaalster en redactrice voor uitgeverijen. In 1987 begon ze een eigen redactiebureau in Garderen, een plaats in Gelderland waar ze in haar kinderjaren ook heeft gewoond. Sinds 1991 combineert ze haar redactiewerkzaamheden met het schrijven van kinder- en jeugdboeken. Ze debuteerde in 1991 met De avonturen van Roderik.
Agave Kruijssen kreeg bekendheid met haar serie Sprookverhalen, een reeks waarin ze oude Nederlandse verhalen navertelt in een aangepaste, moderne vorm. Een van die hervertellingen, Het Vrouwtje van Stavoren, leverde haar in 2001 een Vlag en Wimpel van de Griffeljury op.
| |
Werk
Na enkele uitgaven voor volwassenen over schriftelijk taalgebruik verscheen in 1991 het eerste kinderboek van Agave Kruijssen: De avonturen van Roderik. In deze bundel met 365 verhaaltjes en gedichtjes beschrijft ze hoe Roderik te paard op zoek gaat naar zijn broer Diederik. Zwarte ridders en de pest zijn daarbij belemmerende factoren. Uit deze publicatie blijkt meteen al de belangstelling van
| |
| |
Kruijssen voor (middeleeuwse) geschiedenis. Die historische interesse komt ook tot uiting in haar volgende jeugdboeken: De Man met het Masker, of Elsabé Cruijck en Het Gevoel (1995) en Het land van de leeuw (1997). In het eerste boek speelt de achttiende-eeuwse controverse tussen patriotten en prinsgezinden een rol. Elsabé, dochter uit een prinsgezinde Utrechtse regentenfamilie, raakt in de ban van een patriottische jongeman. Haar ouders stellen dit niet op prijs en nemen maatregelen. Het verhaal geeft een beeld van de politieke en maatschappelijke denkbeelden van die tijd. Het land van de leeuw verhaalt over de dertienjarige Jan-Willem die zich in de vroege negentiende eeuw aansluit bij het leger van Napoleon. In dit boek, gebaseerd op de memoires van een verre voorvader van de schrijfster, wordt het leven van de gewone soldaat beschreven, inclusief realistische feiten als sneuvelende kameraden, kou, honger en bedreiging door wolven.
In 1999 begon Agave Kruijssen met de reeks Sprookverhalen. Deze term krijgt op de achterflap van elk deel de volgende toelichting: ‘Lang geleden trokken sprooksprekers van stad tot stad, van kasteel tot kasteel en van dorp tot dorp en overal waar zij kwamen, vertelden zij hun verhalen. Ze vertelden over koningen, prinsessen, ridders en dappere mannen, vrouwen en kinderen, die in lang vervlogen tijden iets bijzonders hadden beleefd.’ De meeste verhalen uit de reeks - alle geïllustreerd door Yvonne Jagtenberg - gaan over ridders. Het Vrouwtje van Stavoren (2000) en De Vliegende Hollander (2004) vormen hierop een uitzondering. In de riddersprookverhalen spelen deugden als moed, eer en trouw, maar ook gevoelens van wraak. Verder is liefde een terugkerend thema. De mannen zijn over het algemeen stoere kerels die het gevecht niet schuwen, met overgave hun krachten meten en niet graag als zachtzinnig of gevoelig te boek staan. Des te groter is het contrast met de vrouwen, die meer dan (hun) mannen in staat lijken de psychologische consequenties van bepaalde daden te doorgronden. De mannen bewonderen de uiterlijke schoonheid van vrouwen, respecteren of beminnen hen, maar begrijpen doen ze de vrouwen niet of nauwelijks.
Aan de oorspronkelijke verhaalgegevens voegt Agave Kruijssen elementen toe. In een interview met Kids Planet verklaarde ze: ‘Iedere sprookspreker vertelde het verhaal op zijn eigen manier en verzon er iets bij of liet iets weg. Dat doe ik ook.’ Soms blijft ze dicht bij de oorspronkelijke tekst, een andere keer voert ze vergaande wijzigingen door. Zo krijgen de naamloze vrouwen uit de oorspronkelijke verhalen bij Kruijssen naam, gestalte en karakter, zoals Berthe in Elegast (1999) en Isabele in Walewein (2003). Ook voegt ze moderne opvattingen toe aan de oude verhalen, bijvoor-
| |
| |
Illustratie van Yvonne Yagtenberg uit Het ros Beyaart
beeld wanneer ze in Reinout van Montalbaan (2000) trouw van ouders aan hun kinderen laat prevaleren boven de in die tijd gebruikelijke trouw aan de koning. De lengte van haar verhalen en de inhoudelijke begrenzing wijken eveneens af van het origineel. Het middelnederlandse ‘Lied van heer Halewijn’ beslaat bijvoorbeeld in de oorspronkelijke versie vier bladzijden, in tegenstelling tot de zestig pagina's proza die de auteur ervan maakte. Het verhaal ‘De vier Heemskinderen’ is door Kruijssen naverteld in twee boeken: Het ros Beyaart (1999) en Reinout van Montalbaan (2000). Het taalgebruik in de sprookverhalen is eenvoudig en eigentijds. De zinnen zijn over het algemeen vrij kort.
Agave Kruijssen houdt van honden en paarden en dat is te merken in haar werk. Haar eigen Yorkshire terriër leverde het oorspronkelijke ‘Lied van heer Halewijn’ een nieuw karakter op: Oscar.
| |
Walewein
Walewein is een van de ridders van de Ronde Tafel; een nuchtere, eerlijke vechtjas die bevriend is met Lancelot. Koning Arthur en zijn vrouw Gwinnevere zijn ongewenst kinderloos en dat kan in de toekomst een probleem voor de troonopvolging opleveren. Wanneer in kasteel Camelot een zwevend schaakbord verschijnt en weer verdwijnt, belooft Arthur dat de ridder die dit schaakbord haalt, hem na zijn dood zal opvolgen. Walewein biedt zijn diensten aan. Hij doorstaat een avontuurlijke
| |
| |
reis waarin reële en magische gebeurtenissen elkaar afwisselen. Walewein verslaat draken, vecht veel (en wint bijna altijd) en belandt uiteindelijk bij de vrouw op wie hij verliefd wordt: Isabele van Endi. Zij is door haar vader in afzondering grootgebracht omdat hij haar niet wil verliezen aan een andere man. De verliefdheid blijkt wederzijds en uiteindelijk keert Walewein met Isabele én het schaakbord terug aan het hof van Arthur.
In korte, beeldende zinnen beschrijft Kruijssen de maandenlange tocht van Walewein vanuit zijn perspectief. Door het gebruik van de tegenwoordige tijd in combinatie met de heldere, eigentijdse taal en de chronologische opeenvolging van gebeurtenissen wordt de lezer zonder moeite meegevoerd in het verhaal. Walewein maakt een ontwikkeling door: hij raakt verliefd en vraagt Isabele ten huwelijk. ‘Ga je dan je rode pantoffels dragen?’ ‘O ja, elke dag!’ ‘En moerbeiwijn voor me maken?’ ‘Alles wat je maar wilt,’ zegt hij. Isabele legt haar hoofd tegen zijn schouder. ‘Dan wil ik wel,’ zegt ze.
Een dergelijk slot is overigens niet kenmerkend voor alle sprookverhalen. Agave Kruijssen: ‘Nee, ik houd eigenlijk het meest van boeken die een beetje slecht aflopen. Dat geeft zo'n mooi weemoedig sfeertje...’
| |
Waardering
Op haar eerste boek, De avonturen van Roderik, kwam geen reactie van recensenten; de samensteller van de aanschafinformatie ten behoeve van de openbare bibliotheken was niet enthousiast: ‘De verhaaltjes verheerlijken de ridderstand; ze hebben een sprookjesachtige opzet, maar falen jammerlijk door een te grote opsomming van feiten en gebeurtenissen’. De twee volgende boeken kregen een gematigd positief onthaal. Over De Man met het Masker oordeelde de AI-recensent: ‘Redelijk boeiend historisch verhaal waarbij de diverse gebeurtenissen soms wat te lang worden uitgesponnen.’ Het Noordhollands Dagblad uitte zich waarderend over Het land van de leeuw: ‘meeslepend avonturenboek, spannend geschreven, maar zo dat je niet meteen achter alle geheimen en raadsels komt.’
Van de sprookverhalen prijst men het initiatief om oud cultuurgoed voor jonge lezers toegankelijk te maken. Herman de Graef spreekt in Leesidee Jeugdliteratuur van ‘boeiend vertelde evocaties van een oude wereld en opfrissingen en respectvolle bewerkingen van oude verhalen die in hun oorspronkelijke versie wellicht niet zo vaak meer gelezen worden door jonge mensen.’ Wanneer recensenten de bewerking van Kruijssen vergelijken met het origineel, begint de waardering voor de sprookverhalen uiteen te lopen. Sommigen vinden dat zij zich te veel afwijkingen van de oorspronkelijke tekst permitteert. Het feit dat Kruijssens toevoegingen en ingrepen de toegankelijkheid dienen, doet Bea Ros in Didaktief & School concluderen
| |
| |
dat het bij Kruijssen - in tegenstelling tot Wim Hofman en Imme Dros in hun bewerkingen van klassieke verhalen - ontbreekt aan een eigen visie op het origineel: ‘Het gaat Kruijssen om het verhaaltje, niet om de taalrijkdom van het origineel.’ Erick Kila geeft in zijn recensie van Het lied van heer Halewijn (1999) als oordeel: ‘Het in zijn onopgesmuktheid tot de verbeelding sprekende origineel, wordt door de bewerkster behoorlijk misbruikt’ (Haagsche Courant). Marjoleine de Vos meldt in NRC Handelsblad over Lancelot (2001) dat er ‘wat taal betreft zo weinig te beleven is’. Maar Peter de Boer schrijft in Trouw naar aanleiding van Elegast en Het lied van heer Halewijn dat ‘de sprookjesachtige, poëtische en ook een beetje huiveringwekkende sfeer van de oorspronkelijke teksten mooi bewaard [is] gebleven.’ En Marieke Henselmans juicht in de Volkskrant over Lancelot (2001): ‘Agave Kruijssen heeft dit eeuwenoude verhaal prachtig her-verteld.’
| |
Bibliografie
Jeugdboeken
|
De avonturen van Roderik. Met illustraties van Bert Zeijlstra. Lisse, Rebo Productions, 1991. |
De Man met het Masker, of Elsabé Cruijck en Het Gevoel. Met illustraties van Maurice Heerdink. Baarn, La Rivière & Voorhoeve, 1995. |
Het land van de leeuw. Met illustraties van Martijn Steinz. Baarn, La Rivière & Voorhoeve, 1997. |
Het lied van heer Halewijn. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg. Baarn, De Fontein, 1999. (Sprookverhalen) |
Elegast. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg. Baarn, De Fontein, 1999. (Sprookverhalen) |
Het ros Beyaart. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg. Baarn, De Fontein, 1999. (Sprookverhalen) |
Het Vrouwtje van Stavoren. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg. Baarn, De Fontein, 2000. (Sprookverhalen) |
Reinout van Montalbaan. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg. Baarn, De Fontein, 2000. (Sprookverhalen) |
Lancelot, ridder van de Ronde Tafel. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg. Baarn, De Fontein, 2001. (Sprookverhalen) |
Walewein, ridder van de Ronde Tafel. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg. Baarn, De Fontein, 2003. (Sprookverhalen) |
De Vliegende Hollander. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg. Baarn, De Fontein, 2004. (Sprookverhalen) |
Over Agave Kruijssen
|
Joyce Kammer, Prinsgezinden en patriotten. In: Haagsche Courant, 8-9-1995. |
Maaike Bultinck, Agave Kruijssen - Het land van de leeuw. In: Leesidee Jeugdliteratuur, oktober 1997, blz. 296. |
Marjoleine de Vos, Een opgepoetste Halewijn. In: NRC Handelsblad, 14-5-1999. |
Irene Verhiel, Sullige hond redt prinses van moordenaar Halewijn. In: de Stem, 19-5-1999. |
Bea Ros, Oorlog is een weergaloos spel van durf en dood. In: Didaktief & School, nr. 6 (juni 1999), blz. 42. |
Herman de Graef, Halewijn en Elegast. In: Leesidee Jeugdliteratuur, jaargang 5 (1999), nr. 7, blz. 317-321. |
Ruud Kraaijeveld, Middeleeuwse literatuur in de brugklas. In: Levende Talen, november 1999, blz. 666 en 667. |
| |
| |
Ruud Kraaijeveld, Agave Kruijssen - Elegast; Het lied van heer Halewijn; Het ros Beyaart. In: Jeugdliteratuur in de basisvorming, jaargang 4 (1999), nr. 4, blz. 25/26. |
Peter de Boer, Door slim te zijn, ontsnapt Wyn aan heer Halewijn. In: Trouw, 19-6-1999. |
Martine Letterie, Agave Kruijssen - Het ros Beyaart. In: Jeugdliteratuur in de basisvorming, jaargang 5 (2000), nr. 2, blz. 11-15. |
Herman de Graef, Het paard met de molenstenen. In: Leesidee Jeugdliteratuur, oktober 2000, blz. 433 en 434. |
Erick Kila, Het lied van heer Halewijn. In: Haagsche Courant, 10-2-2001. |
Marjoleine de Vos, Edelen spreken als klungels van de tv. In: NRC Handelsblad, 31-8-2001. |
Marieke Henselmans, De onmogelijke liefde van Lancelot. In: de Volkskrant, 22-6-2001. |
Pjotr van Lenteren, Interview Agave Kruijsssen - ‘Het mag best smakelijk verpakt zijn’. In: de Volkskrant, 16-1-2004. |
Jan van Coillie, Joke Linders e.a., Encyclopedie van de jeugdliteratuur. Baarn, De Fontein en Groningen, Wolters-Noordhoff, 2004. |
Websites
|
www.leesplein.nl |
www.sprookverhalen.nl |
via de digitale informatiebronnen van www.bibliotheek.rotterdam.nl: Uittrekselbank Jeugdboeken, uitgeverij Biblion |
67 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2005
|
|