| |
| |
| |
Anke Kranendonk
door Sandra van Bruinisse
Foto: Claude Vanheye
Anke Kranendonk is op 16 mei 1959 in Baarn geboren. Na de middelbare school besloot ze in Amsterdam naar de sportacademie te gaan. Dat was geen succes. Daarna volgde ze een opleiding voor lerares op de basisschool. Nadat ze deze opleiding had afgerond, besloot ze te gaan acteren. Ze speelde bij verschillende jeugdtheatergezelschappen en was regelmatig te zien op de televisie, onder meer met een hoofdrol in Buurman Bolle. In 1993 verscheen haar eerste boek Van huilen krijg je dorst. Anke Kranendonk schrijft regelmatig verhalen voor de kindertijdschriften Bobo en Okki. Hoe gaat het? Goed kreeg in 1999 een eervolle vermelding van de jury van de unesco-prijs voor jeugdliteratuur en tolerantie.
| |
Werk
Anke Kranendonk stelt in haar boeken op een voor kinderen herkenbare manier ‘zware’ onderwerpen als doodgaan en aids aan de orde. In haar debuut Van huilen krijg je dorst (1993) vertelt moeder aan de zevenjarige Joris dat oom Hugo ernstig ziek is. Uiteindelijk sterft hij. Kranendonk plaatste in dit boek dood en leven naast elkaar. Het verhaal heeft, ondanks al het verdriet om de dood van oom Hugo, een positief einde: de dag na de begrafenis krijgt Joris' moeder een baby. Het verhaal wordt op een luchtige manier aan de jonge lezer overgebracht door het gebruik van korte zinnen en veel dialogen.
Dat geldt ook voor Hoe gaat het? Goed (1997). Don is een skater en brengt veel tijd door op de half-pipe, samen met een groep andere kinderen. Hij is geadopteerd en komt uit een weeshuis in Roemenië, waar hij besmet is geraakt met het aidsvirus. Zijn vrienden weten dit niet. Er komen steeds meer vragen, tot Don op
| |
| |
een dag besluit het te vertellen. Het boek bestaat uit korte fragmenten van gebeurtenissen, waarbij de nadruk ligt op de wisselende gevoelens van Don. Kranendonk gebruikt korte dialogen, waardoor ze geen overbodige informatie geeft of lange beschrijvingen. Ze blijft ‘to the point’.
Naast de wat ‘zwaardere’ onderwerpen, schrijft Anke Kranendonk veel over waar iedereen in het dagelijks leven mee te maken krijgt. Voor jongeren schreef ze Ik word nooit normaal (1998) waarin puberteit, homoseksualiteit en dementie een rol spelen. Kranendonk zet haar lezers aan tot nadenken en belicht de thema's vanuit verschillende gezichtspunten. Daarbij houdt ze haar doelgroep goed in het oog. Door de vele dialogen lezen haar verhalen vlot weg. De dialogen die de schrijfster in haar boeken gebruikt, groeien overigens mee met het personage: hoe ouder het personage, hoe langer de dialogen.
Voor jongere kinderen schrijft ze over simpeler onderwerpen als verliefdheid, vriendschap, dieren of verhuizen. In Voor Rosa, van Sonja (2001) ontvangt Rosa een brief van een vriendin die onlangs naar België is verhuisd. Rosa mag komen logeren. Ze verheugt zich er enorm op, maar al gauw merkt ze dat Rosa nogal veranderd is. Jasmin, de hoofdpersoon in Dag Boet (2002), voelt zich gelukkig in de buurt waar ze woont, tot vader op een dag aankondigt dat ze gaan verhuizen. Jasmin vindt dit verschrikkelijk, want hoe moet het dan met haar vriendje Boet? Verliefdheid is het onderwerp in Zeilen in de nacht (2002), Ties en Tos verliefd (2003) en Peer en de pirates (2004).
Vriend! (2001) en Liever een hond! (2003) gaan over dieren. Sandra Klaassen maakte de illustraties in deze boeken. Ze versterken het verhaal en tonen de emoties van de hoofdpersoon. De toegankelijke schrijfstijl van Kranendonk vergroot het inlevingsvermogen van de lezer met de hoofdpersoon. In Liever een hond! wil Kees dolgraag een hond. Hij wandelt regelmatig met de hond van de buurvrouw. Als hij van zijn ouders eindelijk een huisdier krijgt, is het geen hond maar een langharige cavia. Door het veelvuldig gebruik van spreektaal en korte zinnen zijn deze verhalen herkenbaar voor de beoogde lezersgroep.
Kapot! (2005) is een deel uit de serie ‘Het leven van’, uitgegeven door Zwijsen. In deze serie worden boeken uitgegeven die gaan over het leven van kinderen. Onderwerpen als pesten, voetballen, gescheiden ouders, buitenlandse cultuur en ziekte komen aan de orde. In Kapot! is Storm de hoofdpersoon. Hij is verhuisd naar een andere buurt. Van zijn nieuwe vrienden leert hij skateboarden en het blijkt dat hij talent heeft. Maar dan krijgt hij een ongeluk. In korte dagboekfragmenten vertelt Storm hoe hij de pijn en het verdriet ervaart die daarvan het gevolg zijn.
| |
| |
Ilustratie van van Sandra Klaasen uit Vriend!
| |
Vriend!
In dit verhaal laat Anke Kranendonk de lezers ervaren hoe het is om iets los te laten waar je op gesteld bent. Bob heeft in de tuin van de buren een gewonde kraai gevonden. Hij neemt het dier mee naar huis, stopt het in een doos en begint het te verzorgen. Al snel maakt hij de kraai, inmiddels Gerrit gedoopt, deelgenoot van zijn eigen leventje. Gerrit mag bij hem op de kamer slapen, Bob legt hem uit wat televisie is en wat fox Kids voor tv-programma is. Toch komt het moment dat hij Gerrit weer moet laten vliegen. En dat vindt Bob niet makkelijk. Uiteindelijk blijkt dat Gerrit telkens naar Bob terugkeert, waardoor hij toch voor zijn vriend kan blijven zorgen.
Bob heeft in het boek een moederlijke rol vol zorg en vriendelijkheid. ‘Luister goed, ik ga water pakken. Je kunt me dan even niet zien, maar ik ben er wel. Niet bang worden, geen gekke dingen doen, ik blijf hier in de keuken.’ Het liefst zou hij de hele dag thuisblijven om voor Gerrit te zorgen. Anke Kranendonk gebruikt korte zinnen. Gesprekken tussen Bob en zijn ouders of andere personages geeft ze weer in dialoogvorm. De personages maken daardoor een levensechte indruk. Bij de lezer wordt een beeld opgeroepen van Bob als zesjarige hoofdpersoon, kinderlijk en naïef, met een karakter dat tussen de regels door steeds meer vorm krijgt. De illustraties van Sandra Klaassen geven het verhaal meerwaarde. Niet alle emoties en de verschillende aspecten van vriendschap zijn immers in tekst te vatten.
| |
Waardering
De waardering voor het debuut van Anke Kranendonk is wisselend. Van huilen krijg je dorst (1993) is volgens Carolien Zilverberg van NRC Handelsblad geen bijzonder debuut, maar door zijn eenvoud en pretentieloosheid heeft het boek beslist charme. Irene Verhiel (de Limburger) vindt het verhaal grappig, vrolijk en vaak ontroerend. Aukje Holtrop (Vrij Nederland) en Cornald Maas (de Volkskrant) zijn minder te spreken over het boek. Aukje Holtrop vindt het een onnozel verhaal over een jongetje dat met de dood te maken krijgt, maar dom gehouden
| |
| |
wordt. Cornald Maas is van mening dat de schrijfster te nadrukkelijk aanwezig is, waardoor het lijkt of ze bang is dat de boodschap niet overkomt. Wel geeft het boek volgens hem een helder beeld van begrafenis en verwerkingsproces vanuit de kinderlijke beleving.
Over Hoe gaat het? Goed (1997), Vriend! (2001), Dag Boet (2002) en Liever een hond (2003) oordelen de recensenten overwegend positief. Jan Loovers (Zwolse Courant) meent dat Anke Kranendonk in Hoe gaat het? Goed de juiste toon heeft weten te treffen voor het moeilijke probleem dat in dit boek naar voren komt. Marjon Kok (Tubantia) vindt dat Kranendonk in Vriend! de juiste snaar heeft weten te raken en het talent bezit om met weinig woorden veel te zeggen. Levensecht, wordt Vriend! genoemd door Karin van Camp (Leesidee). Volgens haar is elk woord en elke handeling levensecht en heel herkenbaar. Dat laatste geldt volgens Liesbet Vannyvel (Leesidee) ook voor de belevingswereld van de personages in Dag Boet (2002). Een vrolijk en ontroerend boek, integer en sober geschreven.
Liever een hond! (2003) wordt door Peter de Boer in Trouw een boek genoemd dat nooit de grote literaire kinderboekencanon zal bereiken. Toch heeft het verhaal volgens hem een sfeer en uitstraling die jonge kinderen zal bijblijven. Bas Maliepaard (Algemeen Dagblad) is van mening dat het boek griffelwaarde heeft, omdat het thema uit het leven gegrepen is en bijzonder goed is opgeschreven.
Recensenten zijn duidelijk minder te spreken over de boeken die Kranendonk schreef voor de Zoeklicht-serie of voor beginnende lezers. Wat een verjaardag! en andere verhalen (2002) wordt door Jan Van Coillie (Leesidee) een onrealistisch en gekunsteld verhaaltje genoemd met korte dreunerige zinnetjes. Volgens Anita Wuestenberg (Leesidee) reageren de hoofdpersonages in Voor Rosa, van Sonja (2001) niet volgens hun leeftijd en Meneer De Haan (2003) heeft een flauw slot en het verhaal is onder de maat.
| |
Bibliografie
Jeugdboeken (selectie)
|
Van huilen krijg je dorst. Met illustraties van Saskia Halfmouw. Rotterdam, Lemniscaat 1993. |
Wat een verjaardag! Met illustraties van Sandra Klaassen. Tilburg, Zwijsen, 1994. |
Hoe gaat het? Goed. Rotterdam, Lemniscaat, 1997. |
Ik kom zo! Met illustraties van Jung-Hee Spetter. Rotterdam, Lemniscaat, 1997. |
Ik word nooit normaal. Rotterdam, Lemniscaat, 1998. |
Voor Rosa, van Sonja. Met illustraties van Sandra Klaassen. Tilburg, Zwijsen, 2001. |
Vriend! Met illustraties van Sandra Klaassen. Rotterdam, Lemniscaat, 2001. |
Zeilen in de nacht. Met illustraties van Saskia Halfmouw. Tilburg, Zwijsen, 2002. |
Dag Boet. Met illustraties van Sandra Klaassen. Rotterdam, Lemniscaat, 2002. |
| |
| |
Ties en Tos verliefd. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 2003. |
Meneer De Haan. Met illustraties van Han Janken. Tilburg Zwijsen, 2003. |
Liever een hond! Met illustraties van Sandra Klaassen. Rotterdam. Lemniscaat, 2003. |
De rode tas. Met illustraties van Alice Hoogstad. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Pak die man! Met illustraties van Els van Egeraat. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
De bruiloft van Ties en Tos. Met illustraties van Jan Jutte. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Peer en de pirates. Met illustraties van Yvonne Jagtenberg. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Mi Mono, mijn aapje. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Bij de kapper. Baarn, Bekadidact, 2004. |
Een boef op zolder. Baarn, Bekadidact, 2004. |
De brief van Sjim. Baarn, Bekadidact, 2004. |
Uitverkoop. Baarn, Bekadidact, 2004. |
De twee kunstenaars. Baarn, Bekadidact, 2004. |
Van pen voor Roos. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Ties en Tos op reis. Tilburg, Zwijsen, 2004. |
Kapot! Met illustraties van Camilla Fialkowski. Tilburg, Zwijsen, 2005. |
Peer op een paard. Tilburg, Zwijsen, 2005. |
De kerstbengel. Tilburg, Zwijsen, 2005. |
Pas op! Hier komt Ramona. Tilburg, Zwijsen, 2005. |
Over Anke Kranendonk
|
Cornald Maas, Snoepjes voor als je ineens moet huilen. In: de Volkskrant, 22-5-1993. |
Carolien Zilverberg, Dwalende kater. In: NRC Handelsblad, 18-6-1993. |
Aukje Holtrop, [over Van huilen krijg je dorst]. In: Vrij Nederland, 26-6-1993. |
Irene Verhiel, Als je dood bent, ben je dan altijd weg. In: De Limburger, 6-12-1993. |
Joke Linders, Voorbereiden op een definitief einde. In: Algemeen Dagblad, 6-1-1994. |
Jan Loovers, [over Ik word nooit normaal]. In: Zwolse Courant, 5-4-1998. |
Marieke Henselmans, Bevriend met kraai Gerrit. In: de Volkskrant, 9-2-2001. (Over Vriend) |
Marjon Kok, De kunst van het weglaten. In: Tubantia, 23-2-2001. |
Julia van Bohemen, Ik voel niks, en ik denk ook niks. In: Leeuwarder Courant, 2-3-2001. |
Karin Van Camp, Vriend! In: Leesidee, jaargang 7 (2001), nr. 2. |
Anita Wuestenberg, Voor Rosa, van Sonja. In Leesidee jeugdliteratuur, 1-11-2001. |
Marja Boonstra, [over Vriend!]. In: Leeuwarder Courant, 11-1-2002. |
Hans van Holten, Ook kleine kinderemoties zijn echt en serieus. In: Reformatorisch dagblad, 24-4-2002. |
Jan Van Coillie, Wat een verjaardag! en andere verhalen. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-10-2002. |
Anita Wuestenberg, Meneer De Haan. In: Leesidee jeugdliteratuur, 1-11-2003. |
Bas Maliepaard, Een hond zegt geen oink! In: Algemeen dagblad, 16-1-2004. |
Peter de Boer, Wat moet ik met die langharige, slome drol! In: Trouw, 7-2-2004. |
Jant van der weg, Bijzondere honden in kinderboeken. In: Friesch Dagblad, 10-3-2004. |
Websites
|
www.ankekranendonk.nl |
www.leesfeest.nl |
www.leesplein.nl |
www.lemniscaat.nl |
70 Lexicon jeugdliteratuur
februari 2006
|
|